NL1016711C2 - Method for controlling an operating cylinder, as well as an agricultural machine in which this method is applied. - Google Patents
Method for controlling an operating cylinder, as well as an agricultural machine in which this method is applied. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1016711C2 NL1016711C2 NL1016711A NL1016711A NL1016711C2 NL 1016711 C2 NL1016711 C2 NL 1016711C2 NL 1016711 A NL1016711 A NL 1016711A NL 1016711 A NL1016711 A NL 1016711A NL 1016711 C2 NL1016711 C2 NL 1016711C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- chamber
- valve
- piston
- closing means
- fluid
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F15—FLUID-PRESSURE ACTUATORS; HYDRAULICS OR PNEUMATICS IN GENERAL
- F15B—SYSTEMS ACTING BY MEANS OF FLUIDS IN GENERAL; FLUID-PRESSURE ACTUATORS, e.g. SERVOMOTORS; DETAILS OF FLUID-PRESSURE SYSTEMS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- F15B1/00—Installations or systems with accumulators; Supply reservoir or sump assemblies
- F15B1/02—Installations or systems with accumulators
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F15—FLUID-PRESSURE ACTUATORS; HYDRAULICS OR PNEUMATICS IN GENERAL
- F15B—SYSTEMS ACTING BY MEANS OF FLUIDS IN GENERAL; FLUID-PRESSURE ACTUATORS, e.g. SERVOMOTORS; DETAILS OF FLUID-PRESSURE SYSTEMS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- F15B11/00—Servomotor systems without provision for follow-up action; Circuits therefor
- F15B11/02—Systems essentially incorporating special features for controlling the speed or actuating force of an output member
- F15B11/04—Systems essentially incorporating special features for controlling the speed or actuating force of an output member for controlling the speed
- F15B11/046—Systems essentially incorporating special features for controlling the speed or actuating force of an output member for controlling the speed depending on the position of the working member
- F15B11/048—Systems essentially incorporating special features for controlling the speed or actuating force of an output member for controlling the speed depending on the position of the working member with deceleration control
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F15—FLUID-PRESSURE ACTUATORS; HYDRAULICS OR PNEUMATICS IN GENERAL
- F15B—SYSTEMS ACTING BY MEANS OF FLUIDS IN GENERAL; FLUID-PRESSURE ACTUATORS, e.g. SERVOMOTORS; DETAILS OF FLUID-PRESSURE SYSTEMS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- F15B2211/00—Circuits for servomotor systems
- F15B2211/30—Directional control
- F15B2211/305—Directional control characterised by the type of valves
- F15B2211/30505—Non-return valves, i.e. check valves
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F15—FLUID-PRESSURE ACTUATORS; HYDRAULICS OR PNEUMATICS IN GENERAL
- F15B—SYSTEMS ACTING BY MEANS OF FLUIDS IN GENERAL; FLUID-PRESSURE ACTUATORS, e.g. SERVOMOTORS; DETAILS OF FLUID-PRESSURE SYSTEMS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- F15B2211/00—Circuits for servomotor systems
- F15B2211/30—Directional control
- F15B2211/305—Directional control characterised by the type of valves
- F15B2211/30505—Non-return valves, i.e. check valves
- F15B2211/30515—Load holding valves
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F15—FLUID-PRESSURE ACTUATORS; HYDRAULICS OR PNEUMATICS IN GENERAL
- F15B—SYSTEMS ACTING BY MEANS OF FLUIDS IN GENERAL; FLUID-PRESSURE ACTUATORS, e.g. SERVOMOTORS; DETAILS OF FLUID-PRESSURE SYSTEMS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- F15B2211/00—Circuits for servomotor systems
- F15B2211/30—Directional control
- F15B2211/305—Directional control characterised by the type of valves
- F15B2211/3056—Assemblies of multiple valves
- F15B2211/30565—Assemblies of multiple valves having multiple valves for a single output member, e.g. for creating higher valve function by use of multiple valves like two 2/2-valves replacing a 5/3-valve
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F15—FLUID-PRESSURE ACTUATORS; HYDRAULICS OR PNEUMATICS IN GENERAL
- F15B—SYSTEMS ACTING BY MEANS OF FLUIDS IN GENERAL; FLUID-PRESSURE ACTUATORS, e.g. SERVOMOTORS; DETAILS OF FLUID-PRESSURE SYSTEMS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- F15B2211/00—Circuits for servomotor systems
- F15B2211/30—Directional control
- F15B2211/32—Directional control characterised by the type of actuation
- F15B2211/321—Directional control characterised by the type of actuation mechanically
- F15B2211/324—Directional control characterised by the type of actuation mechanically manually, e.g. by using a lever or pedal
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F15—FLUID-PRESSURE ACTUATORS; HYDRAULICS OR PNEUMATICS IN GENERAL
- F15B—SYSTEMS ACTING BY MEANS OF FLUIDS IN GENERAL; FLUID-PRESSURE ACTUATORS, e.g. SERVOMOTORS; DETAILS OF FLUID-PRESSURE SYSTEMS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- F15B2211/00—Circuits for servomotor systems
- F15B2211/30—Directional control
- F15B2211/32—Directional control characterised by the type of actuation
- F15B2211/321—Directional control characterised by the type of actuation mechanically
- F15B2211/325—Directional control characterised by the type of actuation mechanically actuated by an output member of the circuit
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F15—FLUID-PRESSURE ACTUATORS; HYDRAULICS OR PNEUMATICS IN GENERAL
- F15B—SYSTEMS ACTING BY MEANS OF FLUIDS IN GENERAL; FLUID-PRESSURE ACTUATORS, e.g. SERVOMOTORS; DETAILS OF FLUID-PRESSURE SYSTEMS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- F15B2211/00—Circuits for servomotor systems
- F15B2211/50—Pressure control
- F15B2211/505—Pressure control characterised by the type of pressure control means
- F15B2211/50509—Pressure control characterised by the type of pressure control means the pressure control means controlling a pressure upstream of the pressure control means
- F15B2211/50518—Pressure control characterised by the type of pressure control means the pressure control means controlling a pressure upstream of the pressure control means using pressure relief valves
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F15—FLUID-PRESSURE ACTUATORS; HYDRAULICS OR PNEUMATICS IN GENERAL
- F15B—SYSTEMS ACTING BY MEANS OF FLUIDS IN GENERAL; FLUID-PRESSURE ACTUATORS, e.g. SERVOMOTORS; DETAILS OF FLUID-PRESSURE SYSTEMS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- F15B2211/00—Circuits for servomotor systems
- F15B2211/50—Pressure control
- F15B2211/515—Pressure control characterised by the connections of the pressure control means in the circuit
- F15B2211/5153—Pressure control characterised by the connections of the pressure control means in the circuit being connected to an output member and a directional control valve
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F15—FLUID-PRESSURE ACTUATORS; HYDRAULICS OR PNEUMATICS IN GENERAL
- F15B—SYSTEMS ACTING BY MEANS OF FLUIDS IN GENERAL; FLUID-PRESSURE ACTUATORS, e.g. SERVOMOTORS; DETAILS OF FLUID-PRESSURE SYSTEMS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- F15B2211/00—Circuits for servomotor systems
- F15B2211/60—Circuit components or control therefor
- F15B2211/625—Accumulators
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Fluid Mechanics (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Fluid-Pressure Circuits (AREA)
- Harvester Elements (AREA)
- Actuator (AREA)
Description
WERKWIJZE VOOR HET AANSTUREN VAN EEN BEDIENINGSCILINDER, ALSMEDE EEN LANDBOUWMACHINE WAARIN DEZE WERKWIJZE WORDT TOEGEPASTMETHOD FOR CONTROLLING A CONTROL CYLINDER AND AN AGRICULTURAL MACHINE IN WHICH THIS METHOD IS APPLIED
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het aansturen van een bedieningscilinder, bij voorkeur een hydraulische bedieningscilinder, voorzien van een huis met daarin een zuiger met een zuigerstang, welke zuiger het 5 huis in ten minste een eerste en een tweede kamer opdeelt en waarbij aan de eerste en de tweede kamer, via openingen in het huis een fluïdum, zoals bijvoorbeeld olie, kan worden toe- of afgevoerd.The invention relates to a method for controlling an operating cylinder, preferably a hydraulic operating cylinder, provided with a housing containing a piston with a piston rod, which piston divides the housing into at least a first and a second chamber and wherein the first and the second chamber, through openings in the housing, a fluid, such as for instance oil, can be supplied or discharged.
Een dergelijke werkwijze voor het bedienen van een 10 bedieningscilinder is algemeen bekend.Such a method for operating an operating cylinder is generally known.
Het is een doel van de uitvinding een werkwijze te verkrijgen waarbij de bedieningscilinder voor bepaalde doeleinden optimaal wordt gebruikt.It is an object of the invention to obtain a method in which the operating cylinder is optimally used for certain purposes.
Overeenkomstig de uitvinding wordt dit bereikt 15 doordat, wanneer de zuiger over een tevoren bepaalde afstand en richting in het huis is verplaatst, er eerste afsluitmiddelen worden geactiveerd die een afsluiter afsluiten, waardoor de hoeveelheid fluïdum tussen de zuiger en de afsluiter aan die zijde van de zuiger tegenovergesteld 20 aan de bewegingsrichting van de zuiger, constant of althans nagenoeg constant blijft, waarna de zuiger nog verder over een afstand X in de bewegingsrichting in het huis wordt verplaatst en waarbij X groter is dan nul. Tijdens het over een afstand X bewegen van de zuiger wordt in één kamer geen 25 fluïdum toe- of afgevoerd. In het merendeel van de gevallen wordt de betreffende kamer gedeeltelijk vacuüm getrokken. Indien een dergelijke bedieningscilinder bijvoorbeeld in een landbouwmachine, zoals bijvoorbeeld een maaimachine, is aangebracht kan de zuiger van de betreffende 30 bedieningscilinder over een afstand X vrij worden bewogen, hetgeen bijvoorbeeld gunstig is wanneer de bedieningscilinder 1016711 2 wordt gebruikt om de machine van de transportstand in de werkstand te brengen en de bedieningscilinder aldus tijdens het bedrijf oneffenheden op het land kan opvangen zonder geblokkeerd te raken. Volgens een nader kenmerk van de 5 uitvinding omvat de werkwijze tevens eerste afsluitmiddelen die automatisch worden geactiveerd. In het voorbeeld van de maaimachine heeft dit als voordeel dat de bedieningspersoon op de tractor niet hoeft op te letten wanneer hij de afsluitmiddelen activeert. Omdat het moment van het activeren 10 van de eerste afsluitmiddelen per machine verschillend kan zijn, omvat de werkwijze tevens dat het automatisch activeren van de eerste afsluitmiddelen instelbaar is. Volgens weer een andere werkwijze van de conclusie is het tevens mogelijk met behulp van registratiemiddelen het moment waarop de eerste 15 afsluitmiddelen geactiveerd moeten worden te bepalen. Het is ook mogelijk door middel van akoestische of optische signalen de bedieningspersoon erop te attenderen dat de eerste afsluitmiddelen dienen te worden geactiveerd of dat deze worden geactiveerd. Met bovengenoemde werkwijze is het 20 mogelijk een absoluut of nagenoeg absoluut aanslagpunt voor de zuiger te creëren indien een niet of nauwelijks comprimeerbaar fluïdum wordt toegepast en wanneer de zuiger in een tweede richting tegenovergesteld aan de eerste bewegingsrichting wordt bewogen, waarbij de eerste afsluiter 25 gesloten blijft en de zuiger daardoor maximaal over de afstand X kan worden verplaatst. Indien een comprimeerbaar fluïdum, zoals bijvoorbeeld lucht of een ander gas wordt toegepast ontstaat weliswaar een aanslag, echter afhankelijk van de kracht die op de zuiger en de zuigerstang wordt 30 uitgeoefend zal de afstand waarover de zuiger maximaal kan worden verplaatst groter dan de afstand X kunnen bedragen. Volgens een nader kenmerk van de uitvinding omvat de werkwijze tevens dat, nadat de eerste afsluitmiddelen geactiveerd zijn er via een eerste terugslagklep door het 35 fluïdum in die kamer van het huis die niet in verbinding 1016711 3 staat met de eerste afsluiter, welke in het vervolg de tweede kamer wordt genoemd, er net zolang druk wordt opgebouwd tot een waarde is bereikt die groter of gelijk is aan de openingsdruk van tweede afsluitmiddelen, die met de tweede 5 kamer in verbinding staan, waarna de druk die is opgebouwd in de tweede kamer langs de tweede afsluitmiddelen wegstroomt totdat een waarde is bereikt die lager is dan die van de openingsdruk van de tweede afsluitmiddelen. Op deze wijze is het mogelijk de zuiger met de zuigerstang één instelbare 10 kracht in de eerste bewegingsrichting te geven. In het geval dat de bedieningscilinder in een maaimachine is aangebracht, is het aldus mogelijk met bovengenoemde werkwijze de druk waarmee de maaibalk op de grond rust tijdens het bedrijf van de machine in te stellen. Het zal duidelijk zijn dat het 15 instellen van de bodemdruk bij andere machines, in het bijzonder landbouwmachines, ook mogelijk is. Volgens weer een ander kenmerk van de uitvinding omvat de werkwijze tevens dat tijdens het opbouwen van de druk in de tweede kamer een met de tweede kamer in verbinding staande accumulator op druk 20 wordt gebracht door het fluïdum. Het toepassen van een accumulator heeft als voordeel dat onverwachte krachten die op de zuiger en de zuigerstang worden uitgeoefend in de accumulator kunnen worden opgevangen terwijl het hele systeem op druk blijft. Volgens een nader kenmerk van de uitvinding 25 omvat de werkwijze tevens dat, nadat de eerste afsluitmiddelen zijn gedeactiveerd, de zuiger over een grotere afstand dan de afstand X in de tweede bewegingsrichting wordt verplaatst. Door het deactiveren van de eerste afsluitmiddelen wordt de blokkering in de 30 bedieningscilinder van de zuiger opgeheven. Volgens weer een ander facet van de uitvinding omvat de werkwijze tevens dat het deactiveren van de eerste afsluitmiddelen manueel of automatisch geschiedt. Het automatisch deactiveren van de eerste afsluitmiddelen kan volgens een kenmerk van de 35 uitvinding direct of indirect worden aangestuurd door de 1016711 4 verplaatsing van de zuiger in het huis. In het geval dat de bedieningscilinder in een maaimachine of een ander landbouwwerktuig wordt toegepast is het na het deactiveren van de eerste afsluitmiddelen aldus mogelijk om de machine 5 bijvoorbeeld vanuit de werkstand in de transportstand te brengen. Volgens een nader kenmerk is het tevens mogelijk nadat de eerste afsluitmiddelen zijn gedeactiveerd dat er fluïdum in de eerste kamer wordt toegevoerd en er fluïdum uit de tweede kamer stroomt en de stromingssnelheid van het 10 fluïdum wordt bepaald door stromingsmiddelen die de uitstroomsnelheid uit de tweede kamer bepalen. Op deze wijze wordt voorkomen dat er in de eerste kamer een vacuüm ontstaat doordat de zuiger, bijvoorbeeld onder invloed van een zware last, te snel in de richting van de tweede kamer wordt 15 bewogen. Volgens weer een nader kenmerk van de uitvinding is de uitstroomsnelheid van het fluïdum uit de tweede kamer instelbaar.According to the invention this is achieved in that, when the piston is displaced over a predetermined distance and direction in the housing, first closing means are activated which close a valve, whereby the amount of fluid between the piston and the valve on that side of the housing is activated. piston opposite to the direction of movement of the piston, remains constant or at least substantially constant, whereafter the piston is further displaced over a distance X in the direction of movement in the housing and wherein X is greater than zero. During the movement of the piston over a distance X, no fluid is supplied or discharged in one chamber. In the majority of cases, the relevant chamber is partially evacuated. If such an operating cylinder is arranged for instance in an agricultural machine, such as for instance a mowing machine, the piston of the relevant operating cylinder can be moved freely over a distance X, which is advantageous, for example, when the operating cylinder 1016711 2 is used to move the machine from the transport position. to bring the working position and thus the operating cylinder can absorb unevenness on the land during operation without being blocked. According to a further feature of the invention, the method also comprises first closing means which are activated automatically. In the example of the mowing machine this has the advantage that the operator on the tractor does not have to pay attention when activating the closing means. Because the moment of activating the first closing means can be different per machine, the method also comprises that the automatic activation of the first closing means is adjustable. According to yet another method of the claim, it is also possible with the aid of registration means to determine the moment at which the first closing means must be activated. It is also possible to alert the operator by means of acoustic or optical signals that the first closing means must be activated or that they are activated. With the above-mentioned method it is possible to create an absolute or almost absolute stop point for the piston if a non-compressible or hardly compressible fluid is used and when the piston is moved in a second direction opposite to the first direction of movement, while the first valve 25 remains closed and the piston can thereby be displaced maximally over the distance X. If a compressible fluid, such as, for example, air or another gas is used, a stop is created, but depending on the force exerted on the piston and the piston rod, the maximum distance over which the piston can be moved may be greater than the distance X amounts. According to a further feature of the invention, the method also comprises that, after the first closing means have been activated, via a first non-return valve through the fluid in that chamber of the housing which is not in connection with the first valve, which in the following the second chamber is called, as long as pressure is built up until a value is reached that is greater than or equal to the opening pressure of second closing means which are in communication with the second chamber, after which the pressure built up in the second chamber along the second closing means flows away until a value is reached that is lower than that of the opening pressure of the second closing means. In this way it is possible to give the piston with the piston rod one adjustable force in the first direction of movement. In the case that the operating cylinder is arranged in a mowing machine, it is thus possible with the above-mentioned method to set the pressure with which the cutter bar rests on the ground during operation of the machine. It will be clear that the adjustment of the ground pressure with other machines, in particular agricultural machines, is also possible. According to yet another feature of the invention, the method also comprises that during the build-up of the pressure in the second chamber, an accumulator in communication with the second chamber is pressurized by the fluid. The use of an accumulator has the advantage that unexpected forces exerted on the piston and the piston rod can be absorbed in the accumulator while the entire system remains under pressure. According to a further feature of the invention, the method also comprises that, after the first closing means have been deactivated, the piston is moved over a greater distance than the distance X in the second direction of movement. By deactivating the first closing means, the blocking in the operating cylinder of the piston is canceled. According to yet another facet of the invention, the method also comprises that the deactivation of the first closing means takes place manually or automatically. According to a feature of the invention, the automatic deactivation of the first closing means can be directly or indirectly controlled by the displacement of the piston in the housing. In the case that the operating cylinder is used in a mowing machine or other agricultural implement, it is thus possible after the deactivation of the first closing means to bring the machine 5, for example, from the working position into the transport position. According to a further characteristic, it is also possible after the first closing means have been deactivated that fluid is supplied to the first chamber and fluid flows out of the second chamber and the flow velocity of the fluid is determined by flow means determining the outflow speed from the second chamber . In this way a vacuum is prevented in the first chamber because the piston, for example under the influence of a heavy load, is moved too quickly in the direction of the second chamber. According to again a further feature of the invention, the outflow speed of the fluid from the second chamber is adjustable.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een landbouwmachine, geschikt voor het toepassen van de werkwijze 20 zoals hierboven beschreven en voorzien van ten minste één werkorgaan, dat met behulp van een bedieningscilinder, die twee door een verplaatsbare zuiger gescheiden kamers met een fluïdum omvat, in een eerste transportstand die correspondeert met een eerste zuigerpositie waarbij een 25 eerste kamer een eerste hoeveelheid fluïdum bevat, of in één of meer werkstanden, die elk corresponderen met een verdere zuigerpositie waarbij de eerste kamer een verdere hoeveelheid fluïdum bevat die groter is dan de eerste hoeveelheid, kan worden gebracht, met het kenmerk, dat de machine is voorzien 30 van middelen die geschikt zijn om, wanneer het werkorgaan zich in één van de werkstanden bevindt, de hoeveelheid fluïdum in de eerste kamer zodanig automatisch te regelen, dat dan het werkorgaan de transportstand niet kan bereiken. Volgens een nader kenmerk van de uitvinding houden de 101 6 711 5 middelen de hoeveelheid fluïdum in de eerste kamer nagenoeg constant.The invention also relates to an agricultural machine suitable for applying the method as described above and provided with at least one working member which, with the aid of a control cylinder, which comprises two chambers with a fluid separated by a displaceable piston, in a first transport position corresponding to a first piston position in which a first chamber contains a first amount of fluid, or in one or more operating positions, each corresponding to a further piston position in which the first chamber contains a further amount of fluid that is greater than the first amount, can be brought, characterized in that the machine is provided with means suitable for automatically regulating the amount of fluid in the first chamber when the working member is in one of the operating positions such that the working member then controls the transport position cannot reach. According to a further feature of the invention, the 101 6 711 means keep the amount of fluid in the first chamber substantially constant.
De uitvinding heeft voorts ook betrekking op een landbouwmachine voorzien van een bedieningscilinder en 5 voorzien van een huis met daarin een zuiger met een zuigerstang, welke zuiger het huis opdeelt in ten minste een eerste en een tweede kamer en van eerste afsluitmiddelen met een eerste afsluiter en welke landbouwmachine geschikt is voor het toepassen van de werkwijze zoals hierboven 10 beschreven. Volgens een kenmerk van de uitvinding is de eerste afsluiter uitgevoerd als een terugslagklep of een meerwegkraan of een stuurschuif of een ventiel. Het zal duidelijk zijn dat de meerwegkraan in dat geval dezelfde werking bewerkstelligt als de terugslagklep. Volgens weer een 15 ander kenmerk van de uitvinding kan de eerste afsluiter zijn uitgevoerd als een kraan. Volgens weer een ander facet van de uitvinding omvat de landbouwmachine tweede afsluitmiddelen zoals beschreven in de hierboven genoemde werkwijze. Volgens een nader kenmerk van de uitvinding omvatten de tweede 20 afsluitmiddelen ten minste één terugslagklep. Volgens weer een ander kenmerk van de uitvinding kunnen de tweede afsluitmiddelen een terugslagklep of kraan of stuurschuif hebben met een regelbare openingsdruk. Het zal echter duidelijk zijn dat de tweede afsluitmiddelen ook andere op 25 zich bekende meerwegkranen of stuurschuiven of ventielen kunnen omvatten met behulp waarvan hetzelfde effect wordt bereikt. Volgens weer een ander kenmerk van de uitvinding is de tweede kamer verbonden met een accumulator. Volgens weer een ander facet van de uitvinding omvatten de tweede 30 afsluitmiddelen een meerwegkraan of stuurschuif of ventiel dat geschikt is om in een bepaalde stand van de kraan het fluïdum uit de tweede kamer te laten stromen. Volgens een nader kenmerk van de uitvinding staat de meerwegkraan in verbinding met een smoorventiel en/of is deze opgenomen in 35 een dunnere leiding dan de leiding die in verbinding staat 1016 7 1 1 6 met de eerste kamer. Volgens weer een ander facet van de uitvinding omvatten de eerder genoemde registratiemiddelen een mechanische schakeling. De eerder genoemde registratiemiddelen kunnen volgens weer een ander kenmerk van 5 de uitvinding ook een hoekmeter omvatten. In een voorkeursuitvoering overeenkomstig de uitvinding is de bedieningscilinder als een hydraulische bedieningscilinder uitgevoerd. Bovengenoemde werkwijze en bedieningscilinder is in het bijzonder toepasbaar bij een in de 10 driepuntshefinrichting van een trekker aan te brengen maaimachine.The invention furthermore also relates to an agricultural machine provided with an operating cylinder and provided with a housing comprising a piston with a piston rod, which piston divides the housing into at least a first and a second chamber and of first closing means with a first valve and which agricultural machine is suitable for applying the method as described above. According to an inventive feature, the first valve is designed as a non-return valve or a multi-way valve or a control valve or a valve. It will be clear that in that case the multi-way valve achieves the same operation as the non-return valve. According to yet another feature of the invention, the first valve can be designed as a tap. According to yet another facet of the invention, the agricultural machine comprises second closing means as described in the above-mentioned method. According to a further feature of the invention, the second closing means comprise at least one non-return valve. According to yet another feature of the invention, the second closing means may have a non-return valve or tap or control slide with an adjustable opening pressure. It will be clear, however, that the second closing means can also comprise other multi-way valves or control slides or valves known per se, with the aid of which the same effect is achieved. According to yet another feature of the invention, the second chamber is connected to an accumulator. According to yet another facet of the invention, the second closing means comprise a multi-way valve or control slide or valve which is suitable for allowing the fluid to flow out of the second chamber in a certain position of the valve. According to a further feature of the invention, the multi-way valve is connected to a throttle valve and / or is included in a thinner pipe than the pipe which is connected to the first chamber. According to yet another facet of the invention, the aforementioned recording means comprise a mechanical circuit. According to yet another feature of the invention, the aforementioned recording means can also comprise an angle meter. In a preferred embodiment according to the invention, the operating cylinder is designed as a hydraulic operating cylinder. The above method and operating cylinder can be used in particular with a mowing machine to be arranged in the three-point lifting device of a tractor.
De werkwijze voor het aansturen van de bedieningscilinder, en de landbouwmachine geschikt voor het 15 toepassen van de werkwijze voor de bedieningscilinder zullen nu nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande figuren, waarin:The method for controlling the operating cylinder, and the agricultural machine suitable for applying the method for the operating cylinder will now be explained in more detail with reference to the accompanying figures, in which:
Figuur 1 een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een schema weergeeft voor het bedienen van een bedieningscilinder 20 overeenkomstig de uitvinding;Figure 1 shows a first exemplary embodiment of a diagram for operating an operating cylinder 20 according to the invention;
Figuur 2 een tweede uitvoeringsvoorbeeld weergeeft van een schema voor het bedienen van een bedieningscilinder waarbij de bedieningscilinder in een eerste stand is weergegeven die correspondeert met de transportstand indien 25 de bedieningscilinder in een maaimachine is aangebracht;Figure 2 represents a second exemplary embodiment of a diagram for operating a control cylinder, the control cylinder being shown in a first position corresponding to the transport position if the control cylinder is arranged in a mowing machine;
Figuur 3 de werkstand weergeeft van de bedieningscilinder overeenkomstig figuur 1 wanneer deze is toegepast in de maaimachine;Figure 3 shows the operating position of the operating cylinder according to Figure 1 when it is used in the mowing machine;
Figuur 4 een derde uitvoeringsvoorbeeld weergeeft 30 van een schema voor een bedieningscilinder, waarbij de bedieningscilinder is weergegeven in een eerste stand die correspondeert met de transportstand indien de bedieningscilinder in een maaimachine wordt toegepast; 1016 711 7Figure 4 shows a third exemplary embodiment of a diagram for an operating cylinder, the operating cylinder being shown in a first position corresponding to the transport position if the operating cylinder is used in a mowing machine; 1016 711 7
Figuur 5 de werkstand weergeeft van de bedieningscilinder overeenkomstig figuur 4, wanneer deze is toegepast in de maaimachine;Figure 5 shows the operating position of the operating cylinder according to Figure 4 when it is used in the mowing machine;
Figuur 6 een vooraanzicht van de maaimachine toont 5 met daarin de bedieningscilinder overeenkomstig figuren 2 - 5.Figure 6 shows a front view of the mowing machine with the operating cylinder according to Figures 2 - 5 therein.
Figuur 1 toont een bedieningsschema voor het bedienen van een bedieningscilinder 1, welke bij voorkeur een 10 hydraulische bedieningscilinder is, voorzien van een huis 2 met daarin een zuiger 3 met een zuigerstang 4. De zuiger 3 deelt het huis op in een eerste kamer 5 en een tweede kamer 6. Via een eerste opening 7 kan een fluïdum via een eerste leiding 8 afkomstig uit een overigens niet weergegeven bron 15 in de eerste kamer 5 worden gebracht of daaruit wegstromen. Via een tweede opening 9 en een tweede leiding 10 kan het fluïdum respectievelijk in en uit de tweede kamer 6 stromen. In de eerste leiding 8 zijn eerste afsluitmiddelen 11 opgenomen die in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld een 20 afsluiter 12 omvatten die is uitgevoerd als een kraan. Het zal echter duidelijk zijn dat in plaats van een kraan het ook mogelijk is een ander soort afsluiter zoals bijvoorbeeld een stuurschuif of ventiel, toe te passen die dezelfde werking heeft. De tweede leiding 10 splitst zich in een derde leiding 25 13 en een vierde leiding 14 op, die later weer samenkomen tot de tweede leiding 10. In de derde leiding 13 is een eerste terugslagklep 15 opgenomen die het fluïdum vanuit een bron 16 in de richting van de tweede kamer 6 doorlaat. Op de derde leiding 13 tussen de eerste terugslagklep 15 en de tweede 30 kamer 6 is verder een accumulator met een manometer 18 aangesloten. In de vierde leiding 14 zijn tweede afsluitmiddelen 19 opgenomen waarlangs het fluïdum alleen vanuit de kamer 6 naar de bron 16 kan stromen. De tweede afsluitmiddelen 19 zijn bij voorkeur uitgevoerd als 35 afsluitmiddelen met een regelbare openingsdruk. In het 101 6 711 8 onderhavige uitvoeringsvoorbeeld worden de tweede afsluitmiddelen 19 gevormd door een terugslagklep met regelbare openingsdruk. Zoals in figuur 6 is weergegeven kan de bedieningscilinder 1 bijvoorbeeld worden toegepast bij een 5 maaimachine 20 met een maaibalk 27 zoals getoond in figuur 6. Vanuit de bron 16 kan door middel van derde afsluitmiddelen 26 fluïdum respectievelijk toe- en afgevoerd worden naar de eerste leiding 8 en de tweede leiding 10.Figure 1 shows an operating diagram for operating an operating cylinder 1, which is preferably a hydraulic operating cylinder, provided with a housing 2 containing a piston 3 with a piston rod 4. The piston 3 divides the housing into a first chamber 5 and a second chamber 6. Via a first opening 7, a fluid can be introduced via a first conduit 8 from a source 15 (not shown) into the first chamber 5 or flow away therefrom. Via a second opening 9 and a second conduit 10, the fluid can flow in and out of the second chamber 6, respectively. In the first line 8, first closing means 11 are included which in the present exemplary embodiment comprise a valve 12 which is designed as a tap. It will be clear, however, that instead of a tap, it is also possible to use a different type of valve, such as for example a control valve or valve, which has the same effect. The second conduit 10 splits into a third conduit 13 and a fourth conduit 14, which later come together again to form the second conduit 10. In the third conduit 13, a first non-return valve 15 is received which feeds the fluid from a source 16 in the direction of the second chamber 6. An accumulator with a pressure gauge 18 is further connected to the third line 13 between the first non-return valve 15 and the second chamber 6. In the fourth conduit 14, second closing means 19 are included along which the fluid can only flow from the chamber 6 to the source 16. The second closing means 19 are preferably designed as closing means with an adjustable opening pressure. In the present exemplary embodiment, the second closing means 19 are formed by a non-return valve with adjustable opening pressure. As shown in Fig. 6, the operating cylinder 1 can be used, for example, with a mowing machine 20 with a cutter bar 27 as shown in Fig. 6. From the source 16, fluid can be supplied and discharged to the first conduit by means of third closing means 26, respectively. 8 and the second line 10.
Figuur 2 en figuur 3 tonen een tweede 10 uitvoeringsvoorbeeld van een bedieningscilinder 1 met een bijbehorend bedieningsschema waarin overeenkomstige onderdelen met het eerste uitvoeringsvoorbeeld met gelijke verwijzingscijfers zijn weergegeven. In het tweede uitvoeringsvoorbeeld omvatten de eerste afsluitmiddelen 11 15 een stuurschuif 21 zoals weergegeven in figuur 2. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld is de stuurschuif 21 een tegen veerdruk in mechanisch bedienbaar 6/2-ventiel. Het zal echter duidelijk zijn dat in plaats van het getoonde ventiel 21 het ook mogelijk is dezelfde sturing te realiseren met 20 kranen of andere op zich bekende afsluiters of ventielen. De eerste afsluitmiddelen 11 omvatten verder een in de eerste leiding 8 opgenomen afsluiter 12 die is uitgevoerd als een terugslagklep. Via de terugslagklep 12 kan het fluïdum vanuit de eerste kamer 5 terugstromen naar de bron 16. Zoals in 25 figuur 2 en 3 is weergegeven is er tussen de eerste afsluitmiddelen 11 en de bron 16 een vijfde leiding 22 aangebracht waarin een smoring 23 is opgenomen. In de in de figuur 2 getoonde stand zijn de eerste afsluitmiddelen 11 gedeactiveerd terwijl in de in figuur 3 weergegeven stand de 30 eerste afsluitmiddelen 11 geactiveerd zijn.Figure 2 and Figure 3 show a second exemplary embodiment of an operating cylinder 1 with an associated operating diagram in which corresponding parts with the first exemplary embodiment are represented with the same reference numerals. In the second exemplary embodiment, the first closing means 11 comprise a control valve 21 as shown in Figure 2. In the present exemplary embodiment, the control valve 21 is a 6/2-valve mechanically operable against spring pressure. It will be clear, however, that instead of the valve 21 shown, it is also possible to realize the same control with valves or other valves or valves known per se. The first closing means 11 further comprise a shut-off valve 12 included in the first conduit 8 and designed as a non-return valve. Via the non-return valve 12, the fluid can flow back from the first chamber 5 to the source 16. As is shown in Figs. 2 and 3, a fifth conduit 22 is arranged between the first closing means 11 and the source 16 in which a throttle 23 is included. In the position shown in Figure 2, the first closing means 11 are deactivated, while in the position shown in Figure 3, the first closing means 11 are activated.
Zoals in figuur 2 en 3 is weergegeven kan door middel van een eerste afsluitelement 24 dat is aangesloten op de eerste leiding 8 een fluïdum toe- of afgevoerd worden vanuit de bron 16. Met een tweede afsluitelement 25 is het op 35 soortgelijke wijze mogelijk om het fluïdum toe- of af te 101 6 711 9 voeren vanuit de bron 16 door de vijfde leiding 22, terwijl met een derde afsluitelement 26 het eveneens mogelijk is vanuit de bron 16 het fluïdum toe- en af te voeren door de tweede leiding 10. In het geval dat de bedieningscilinder 1 5 is toegepast op een landbouwmachine is het mogelijk het eerste en het tweede afsluitelement 24, 25 uit te voeren als dubbelwerkend ventiel en het derde afsluitelement 26 als enkelwerkend ventiel. In het uitvoeringsvoorbeeld overeenkomstig figuur 1 zijn dezelfde afsluitelementen 10 toegepast als in het tweede uitvoeringsvoorbeeld, echter met dat verschil dat op de eerste leiding 8 slechts één eerste afsluitelement 24 is aangesloten. De werking van de bedieningscilinder 1 van het tweede uitvoeringsvoorbeeld zal nu nader worden uitgelegd aan de hand van figuur 6, waarin de 15 bedieningscilinder 1 is opgenomen in een maaimachine 20 met een maaibalk 27 die door middel van een aanbouwbok 28 aan een overigens niet weergegeven trekker kan worden gekoppeld. De maaibalk 27 is door middel van de bedieningscilinder 1 vanuit een transportstand, welke met verwijzingscijfer 29 is 20 weergegeven naar een werkstand, welke met verwijzingscijfer 30 is weergegeven, zwenkbaar. In de transportstand 29 maakt de maaibalk 27 een hoek van ongeveer 120° met de horizontaal. De in figuur 6 weergegeven transportstand 29 correspondeert met de in figuur '2 weergegeven stand van de zuiger 3 en de 25 eerste en tweede af sluitmiddelen 11, 19. Om de machine in de werkstand 30 te brengen wordt het tweede afsluitelement 25 bediend, waardoor het fluïdum via de eerste leiding 8 in de eerste kamer 5 stroomt en de zuiger 3 naar rechts wordt bewogen. Het zich in de kamer 6 bevindende fluïdum kan via 30 opening 9 en de tweede leiding 10 en de vijfde leiding 22 met daarin de smoring 23 wegstromen naar de bron 16. Het zal duidelijk zijn dat daarbij het tweede afsluitelement 25 geopend moet zijn. Tijdens het naar de werkstand 30 toe bewegen van de maaibalk 27 wordt op een rolelement 31 van de 35 eerste afsluitmiddelen 11 door een in figuur 6 weergegeven 101 6 711 10 curveschijf 32 een kracht uitgeoefend op de afsluiter 12, waardoor deze in de figuur 2 weergegeven stand tegen veerdruk in blijft staan. Op het moment dat de maaibalk 27 een tussenpositie inneemt die in figuur 6 met verwijzingscijfer 5 33 is weergegeven, komt het rolelement 31 los van de curveschijf 32, waardoor de tot afsluiter 12 behorende veer de afsluiter activeert en de afsluiter in de stand komt te staan zoals in figuur 3 is weergegeven. Het zal echter duidelijk zijn dat het ook mogelijk is een andere manier van 10 mechanische sturing van afsluiter 12 te kiezen. Tijdens het schakelen van de eerste afsluitmiddelen 11 bevindt de maaibalk 27 zich ongeveer onder een hoek van 20° met de horizontaal. De smoring 23 zorgt ervoor dat voordat de stuurmiddelen 11 worden geactiveerd er wordt voorkomen dat in 15 de eerste kamer 5 een vacuüm ontstaat doordat het gewicht van de maaibalk 27 met een vrij grote kracht aan de zuigstang 4 trekt. Nadat de eerste afsluitmiddelen 11 zijn geactiveerd kan er geen fluïdum in of uit de kamer 5 en de eerste leiding 8 stromen, daar de terugslagklep 12 dit verhindert. Onder 20 invloed van het gewicht van de maaibalk 27 zal echter de zuiger 3 op een afstand X naar rechts wordt verplaatst totdat de maaibalk 27 in de werkstand 30 op de grond rust. Het zal duidelijk zijn dat dan de eerste kamer 5 gedeeltelijk vacuüm wordt getrokken. Door het derde afsluitelement 26 te bedienen 25 wordt vervolgens fluïdum via de tweede leiding 10 in de tweede kamer 6 gebracht. Daarbij dient de bedieningspersoon ervoor te zorgen dat de maaibalk 27 slechts over een geringe hoogte, in ieder geval niet hoger dan de tussenpositie 33 wordt opgetild. Op deze wijze wordt de accumulator 17 op druk 30 gebracht. Door vervolgens het derde afsluitelement 26 te openen, in de zogenaamde floatingstand te brengen, stroomt het fluïdum terug via de tweede afsluitmiddelen 19, net zolang totdat de door deze tweede afsluitmiddelen 19 ingestelde druk is bereikt. Als deze druk is bereikt, sluiten 35 de tweede afsluitmiddelen 19 de vierde leiding 14 automatisch 101 6 711 » ♦ 11 af. Via de derde leiding 13 kan eveneens geen fluïdum terug naar de bron 16 vloeien, daar in deze leiding de eerste terugslagklep 15 is opgenomen. Op deze wijze is het mogelijk de maximale druk in te stellen, waarmee de maaibalk 27 op de 5 grond rust. Op het moment dat de maaibalk 27 tijdelijk uit de werkstand 30 genomen moet worden, bijvoorbeeld bij het keren van de maaimachine 20 met de trekker aan het eind van een werkgang, wordt het derde afsluitelement 26 opnieuw bediend, waardoor de tweede kamer 6 zich vult met fluïdum uit de bron 10 16. Tijdens het heffen van de maaibalk 27 blijven het eerste en het tweede afsluitelement 24 en 25 gesloten. Het zal duidelijk zijn dat de zuiger 3 zich dan maximaal over een afstand X naar links kan bewegen, daar dan het eerder in de eerste kamer 5 aangelegde vacuüm is opgeheven en de zuiger 3 15 wordt gestopt door het in de kamer 5 aanwezige fluïdum. Op deze wijze ontstaat een door het fluïdum gecreëerde aanslag voor de beweging van de maaibalk 27. Nadat de maaibalk 27 met de trekker is gekeerd, kan men deze weer laten zakken, door het derde afsluitelement 26 te bedienen, een en ander zodanig 20 dat het fluïdum vanuit de tweede kamer 6 naar de bron 16 kan stromen. Daarbij zal het fluïdum net zolang stromen totdat de door de tweede afsluitmiddelen 19 ingestelde druk is bereikt. Indien het gewenst is de machine in de transportstand 29 te brengen, dan dient de door het fluïdum gecreëerde blokkering 25 te worden opgeheven, hetgeen mogelijk is door het eerste afsluitelement 24 te openen, waardoor het fluïdum zoals in figuur 2 is weergegeven vanuit de eerste kamer 5 naar de bron 16 kan stromen. Teneinde de maaibalk 27 veilig te kunnen transporteren in de transportstand 29 is in de tweede leiding 30 10 een derde afsluiter 34 opgenomen, die bij voorkeur manueel wordt bediend en die voorkomt dat fluïdum uit de tweede kamer 6 kan stromen, waardoor de maaibalk 27 vanuit de transportstand 29 in de werkstand 30 zou kunnen zwenken. Het in figuur 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld werkt in grote 35 lijnen op dezelfde wijze als het tweede uitvoeringsvoorbeeld, 101 6 711 12 echter in het eerste uitvoeringsvoorbeeld worden de eerste afsluitmiddelen automatisch afgesloten en dienen deze manueel weer te worden geopend om de machine vanuit de werkstand 30 of vanuit de tussenpositie 33 naar de transportstand 2 9 te 5 zwenken.As shown in figures 2 and 3, by means of a first closing element 24 which is connected to the first line 8, a fluid can be supplied or discharged from the source 16. With a second closing element 25 it is possible in a similar manner to fluid is supplied or discharged from the source 16 through the fifth conduit 22, while with a third closing element 26 it is also possible to supply and discharge the fluid from the source 16 through the second conduit 10. In In the case where the operating cylinder 15 is applied to an agricultural machine, it is possible to design the first and the second closing element 24, 25 as a double-acting valve and the third closing element 26 as a single-acting valve. In the exemplary embodiment according to Figure 1, the same closing elements 10 are used as in the second exemplary embodiment, but with the difference that only one first closing element 24 is connected to the first line 8. The operation of the operating cylinder 1 of the second exemplary embodiment will now be explained in more detail with reference to Fig. 6, in which the operating cylinder 1 is accommodated in a mowing machine 20 with a cutter bar 27 which, by means of an extension block 28, to a tractor (not shown) can be linked. The cutter bar 27 is pivotable by means of the operating cylinder 1 from a transport position, which is indicated by reference numeral 29 to a working position, which is indicated by reference numeral 30. In the transport position 29, the cutter bar 27 makes an angle of approximately 120 ° with the horizontal. The transport position 29 shown in Figure 6 corresponds to the position of the piston 3 and the first and second closing means 11, 19 shown in Figure 2. To bring the machine into the working position 30, the second closing element 25 is operated, whereby the fluid flows through the first conduit 8 into the first chamber 5 and the piston 3 is moved to the right. The fluid contained in the chamber 6 can flow via opening 9 and the second conduit 10 and the fifth conduit 22 with the throttle 23 therein to the source 16. It will be clear that the second closing element 25 must be open. During the movement of the cutter bar 27 towards the working position 30 a force is exerted on the roller 12 on a roller element 31 of the first closing means 11 by a cam disc 32 shown in Figure 6, so that it is shown in Figure 2. position against spring pressure. The moment the cutter bar 27 assumes an intermediate position which is shown in Fig. 6 with reference numeral 33, the roller element 31 comes loose from the cam disc 32, as a result of which the spring belonging to valve 12 activates the valve and the valve comes into position as shown in Figure 3. It will be clear, however, that it is also possible to select another way of mechanical control of valve 12. During the switching of the first closing means 11, the cutter bar 27 is approximately at an angle of 20 ° with the horizontal. The throttle 23 ensures that, before the control means 11 are activated, a vacuum is prevented in the first chamber 5 because the weight of the cutter bar 27 pulls the suction rod 4 with a relatively large force. After the first closing means 11 have been activated, no fluid can flow into or out of the chamber 5 and the first conduit 8, since the non-return valve 12 prevents this. However, under the influence of the weight of the cutter bar 27, the piston 3 will be moved to the right at a distance X until the cutter bar 27 rests on the ground in the working position 30. It will be clear that then the first chamber 5 is partially evacuated. By operating the third closing element 26, fluid is then introduced into the second chamber 6 via the second conduit 10. The operator must thereby ensure that the cutter bar 27 is only lifted over a small height, in any case no higher than the intermediate position 33. In this way the accumulator 17 is brought to pressure 30. By subsequently opening the third closing element 26, bringing it into the so-called floating position, the fluid flows back via the second closing means 19, until the pressure set by these second closing means 19 is reached. When this pressure has been reached, the second closing means 19 automatically close the fourth line 14 101 6 711. Fluid can also not flow back to the source 16 via the third conduit 13, since the first non-return valve 15 is included in this conduit. In this way it is possible to set the maximum pressure at which the cutter bar 27 rests on the ground. At the moment when the cutter bar 27 has to be temporarily taken out of the working position 30, for example when turning the mowing machine 20 with the tractor at the end of a working run, the third closing element 26 is operated again, whereby the second chamber 6 fills with fluid from the source 16. During the raising of the cutter bar 27, the first and second closing elements 24 and 25 remain closed. It will be clear that the piston 3 can then move to the maximum by a distance X to the left, since then the vacuum previously applied in the first chamber 5 is canceled and the piston 3 is stopped by the fluid present in the chamber 5. In this way a stop created by the fluid for the movement of the cutter bar 27. After the cutter bar 27 has been turned with the tractor, it can be lowered again by operating the third closing element 26, such that the fluid can flow from the second chamber 6 to the source 16. The fluid will thereby flow until the pressure set by the second closing means 19 is reached. If it is desired to bring the machine into the transport position 29, the blockage 25 created by the fluid must be released, which is possible by opening the first closing element 24, whereby the fluid is shown from the first chamber as shown in Figure 2 5 can flow to the source 16. In order to be able to safely transport the cutter bar 27 in the transport position 29, a third valve 34 is included in the second conduit 30, which valve is preferably operated manually and which prevents fluid from flowing out of the second chamber 6, as a result of which the cutter bar 27 from the transport position 29 could pivot into the working position 30. The exemplary embodiment shown in Figure 1 works broadly in the same way as the second exemplary embodiment, but in the first exemplary embodiment, the first closing means are automatically closed and must be manually opened again to remove the machine from the operating position 30 or from the intermediate position 33 to the transport position 2.
Figuur 3 en figuur 4 tonen een derde uitvoeringsvoorbeeld van een bedieningscilinder 1 met bijbehorend bedieningsschema, waarin overeenkomstige onderdelen met het eerste en het tweede uitvoeringsvoorbeeld 10 met gelijke verwijzingscijfers zijn weergegeven. Het derde uitvoeringsvoorbeeld verschilt alleen daarin van het tweede uitvoeringsvoorbeeld dat de stuurschuif 21 een tegen veerdruk in mechanisch bedienbaar 6/2-ventiel is dat in de in figuur 4 weergegeven stand de leiding 10 doorverbindt en tevens de 15 leiding 10 met de leiding 22 verbindt. Verder wordt door het ventiel de leiding 8 doorverbonden en wordt de leiding 8 tevens verbonden met de leiding waarin de terugslagklep 12 is opgenomen. De in het derde uitvoeringsvoorbeeld toegepaste stuurschuif 21 heeft ten opzichte van het tweede 20 uitvoeringsvoorbeeld als voordeel dat indien de aanslag van de zuiger 3 pas wordt bereikt nadat de afstand die de zuiger 3 in het huis 2 aflegt groter is dan de afstand X, de bedieningscilinder 1 nog steeds met het derde afsluitelement 26 is te bedienen, hetgeen in het tweede uitvoeringsvoorbeeld 25 niet mogelijk is, daar de bedieningscilinder 1 dan uitsluitend met het tweede afsluitelement 25 is te bedienen. Met name als aan het eind van een werkgang de maaibalk 27 tijdelijk even moet worden opgetild en even later weer in de werkstand 30 dient te worden gebracht, is dit in het derde 30 uitvoeringsvoorbeeld mogelijk door uitsluitend het bedienen van de derde afsluitmiddelen 26. Het zal duidelijk zijn dat dit grote bedieningsvoordelen heeft en dat vergissingen in het bedienen van de bedieningscilinder 1 tot een minimum worden beperkt, ongeacht of de stuurschuif 21 wordt 35 geactiveerd of gedeactiveerd (geschakeld).Figure 3 and Figure 4 show a third exemplary embodiment of an operating cylinder 1 with associated operating diagram, in which corresponding parts with the first and the second exemplary embodiment 10 are represented with the same reference numerals. The third exemplary embodiment differs only from the second exemplary embodiment in that the control slide 21 is a 6/2-valve mechanically operable against spring pressure and which, in the position shown in Figure 4, connects the pipe 10 and also connects the pipe 10 to the pipe 22. Furthermore, the valve 8 is connected through the valve and the pipe 8 is also connected to the pipe in which the non-return valve 12 is accommodated. The control slide 21 used in the third exemplary embodiment has the advantage over the second exemplary embodiment that if the stop of the piston 3 is only reached after the distance that the piston 3 travels in the housing 2 is greater than the distance X, the operating cylinder 1 can still be operated with the third closing element 26, which is not possible in the second exemplary embodiment 25, since the operating cylinder 1 can then only be operated with the second closing element 25. In particular if at the end of a working pass the cutter bar 27 has to be temporarily lifted and brought back into the working position 30 a little later, this is possible in the third exemplary embodiment only by operating the third closing means 26. It will it is clear that this has major operating advantages and that errors in the operation of the operating cylinder 1 are kept to a minimum, regardless of whether the control slide 21 is activated or deactivated (switched).
101 6 711101 6 711
Claims (28)
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1016711A NL1016711C2 (en) | 2000-11-27 | 2000-11-27 | Method for controlling an operating cylinder, as well as an agricultural machine in which this method is applied. |
EP01204041A EP1209365A3 (en) | 2000-11-27 | 2001-10-25 | A method of controlling a control cylinder, as well as an agricultural machine for applying said method |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1016711A NL1016711C2 (en) | 2000-11-27 | 2000-11-27 | Method for controlling an operating cylinder, as well as an agricultural machine in which this method is applied. |
NL1016711 | 2000-11-27 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1016711C2 true NL1016711C2 (en) | 2002-05-29 |
Family
ID=19772465
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1016711A NL1016711C2 (en) | 2000-11-27 | 2000-11-27 | Method for controlling an operating cylinder, as well as an agricultural machine in which this method is applied. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP1209365A3 (en) |
NL (1) | NL1016711C2 (en) |
Families Citing this family (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1020593C2 (en) * | 2002-05-14 | 2003-11-17 | Lely Entpr Ag | Operating method for actuator cylinder, especially hydraulic cylinder in agricultural machine, involves automatically controlling amount of fluid between piston and valve |
GB2469836B (en) † | 2009-04-29 | 2012-10-17 | Kverneland Asa | Lifting mechanism |
DE102014202766B4 (en) * | 2014-02-14 | 2023-04-27 | Thomas Löcher | Arrangement for controlling a hydraulic drive element |
WO2019011859A2 (en) | 2017-07-14 | 2019-01-17 | Nordhydraulic Ab | Open center hydraulic system and valve |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB281472A (en) * | 1926-11-30 | 1927-12-08 | Brown Brothers & Company Ltd | Hydraulic motor control |
FR2080242A5 (en) * | 1970-02-27 | 1971-11-12 | Int Harvester Co | |
FR2534771A1 (en) * | 1982-10-25 | 1984-04-27 | Hesston Corp | Hydraulic support for front mounted tractor equipment |
WO1987000393A1 (en) * | 1984-02-03 | 1987-01-29 | Rippelton N.V. | Apparatus for a harvesting machine |
-
2000
- 2000-11-27 NL NL1016711A patent/NL1016711C2/en not_active IP Right Cessation
-
2001
- 2001-10-25 EP EP01204041A patent/EP1209365A3/en not_active Withdrawn
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB281472A (en) * | 1926-11-30 | 1927-12-08 | Brown Brothers & Company Ltd | Hydraulic motor control |
FR2080242A5 (en) * | 1970-02-27 | 1971-11-12 | Int Harvester Co | |
FR2534771A1 (en) * | 1982-10-25 | 1984-04-27 | Hesston Corp | Hydraulic support for front mounted tractor equipment |
WO1987000393A1 (en) * | 1984-02-03 | 1987-01-29 | Rippelton N.V. | Apparatus for a harvesting machine |
Non-Patent Citations (1)
Title |
---|
JOHNSON J L: "APPLYING MOTION CONTROL TO ELECTROHYDRAULIC CIRCUITS", HYDRAULICS AND PNEUMATICS, INDUSTRIAL PUBLISHING CORP. CLEVELAND, US, vol. 52, no. 11, November 1999 (1999-11-01), pages 42 - 44,64,66,68,73, XP000873569, ISSN: 0018-814X * |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP1209365A2 (en) | 2002-05-29 |
EP1209365A3 (en) | 2002-06-05 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
JP3916559B2 (en) | Hydraulic control valve system with pressure compensated flow control device | |
EP2031256B1 (en) | Lifting device and method for operating a lifting device | |
US6988363B2 (en) | Hydraulic active boom suspension for a telehandler | |
CA2457980C (en) | Hydraulic control circuit for a hydraulic lifting cylinder | |
US7219591B2 (en) | Hydraulic control arrangement | |
US7219592B2 (en) | Valve arrangement and hydraulic drive | |
RU2571068C2 (en) | Valve system | |
EP1766146A1 (en) | Lifting gear valve arrangement | |
EP2884118A1 (en) | Hydraulic supply system | |
NL1016711C2 (en) | Method for controlling an operating cylinder, as well as an agricultural machine in which this method is applied. | |
US8701396B2 (en) | Hydraulic system | |
US4346763A (en) | Agricultural implement sectional frame with depth limit | |
JP2000055002A (en) | Hydrostatic drive system | |
US3568707A (en) | Quick drop valve | |
DE19831595A1 (en) | Hydraulic switch to control consumer by non-load-dependent flow distribution, with control device supplying extra load in closing direction when limit of regulating piston of pressure meter is exceeded | |
US4709618A (en) | Series self-leveling valve with single spool for unloading and relief | |
US7080590B2 (en) | Valve arrangement and hydraulic drive | |
NL1000971C2 (en) | Plow Turning Device. | |
US4561342A (en) | Series self-leveling valve | |
NL1020593C2 (en) | Operating method for actuator cylinder, especially hydraulic cylinder in agricultural machine, involves automatically controlling amount of fluid between piston and valve | |
NL1037612C2 (en) | AGRICULTURAL ESTABLISHMENT WITH ACCUMULATOR SUSPENSION. | |
US10798866B2 (en) | Depth control system for raising and lowering a work unit of an implement | |
NL1035029C2 (en) | Agricultural machinery e.g. mower, for use with tractor to cut crops, has two lift cylinders formed over hinge of agricultural tool, and valve adding fluid to one of cylinders when pressure in other cylinder is less than threshold pressure | |
JPH08284810A (en) | Operation controller for viscous fluid pump | |
KR20180117553A (en) | Valve arrangement for stem cylinder with two operating conditions |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20050601 |