NL1016634C2 - Doos, in het bijzonder voor platte voorwerpen. - Google Patents

Description

Doos, in het bijzonder voor platte voorwerpen

De uitvinding heeft betrekking op een doos, in het bijzonder voor het opnemen van meerdere platte voorwerpen, zoals CD-dozen, CD-rom-dozen of zip-disks en 5 andere diskettes, die een rechthoekige bodem met vier buitenranden omvat, en verder vier zijwanden heeft die elk langs een onderrand daarvan zijn verbonden met telkens een buitenrand van de bodem.

Een dergelijke doos is bekend. Meerdere platte voorwerpen, zoals CD-hoezen, worden in hun verticale stand in deze doos geplaatst. Hierbij liggen de hoezen met hun 10 eindvlakken tegen elkaar aan. Indien de doos volledig is gevuld met verticaal geplaatste CD-hoezen is de voorzijde of achterzijde van de hoes niet zichtbaar. Het is daarom gewenst dat de rug van de hoes zich aan de open bovenzijde bevindt. De rug van de hoes is namelijk meestal voorzien van informatie over de precieze inhoud van de hoes, bijvoorbeeld een artiestnaam of titel van de in de doos aanwezige CD. Op de smalle rug 15 van de hoes kunnen echter alleen kleine letters of andere symbolen zijn aangebracht, en de leesbaarheid hiervan is slecht. Bovendien worden de CD-hoezen vaak zodanig opgeborgen, dat deze onopgemerkt omgekeerd in de doos zijn geplaatst. Sommige ruggen moeten daarbij van rechts naar links en andere ruggen ondersteboven van links naar rechts worden gelezen. Het zoeken van een bepaalde CD-hoes in een doos door 20 het bekijken van de ruggen is hierdoor een vervelende en onhandige bezigheid.

Daarnaast is het uitnemen van de gewenste en eenmaal gevonden CD-hoes moeilijk doordat de speling tussen de CD-hoezen onderling en tussen de CD-hoezen en de zijwanden zodanig klein is dat de vingers van een gebruiker, bijvoorbeeld de duim en de wijsvinger, niet of zeer moeilijk de betreffende CD-hoes kunnen vastgrijpen.

25 Het doel van de onderhavige uitvinding is een doos te verschaffen waarbij de bovengenoemde bezwaren zijn ondervangen en in het bijzonder een doos te verschaffen waarbij het opzoeken en uitnemen van een bepaalde CD-hoes gemakkelijk gaat.

Dit doel wordt bereikt doordat ten minste een zijwand kantelbaar is om een hartlijn die samenvalt met de met de bodem verbonden onderrand, en dat een elastisch 30 element is voorzien dat de ten minste ene kantelbare zijwand zodanig met een of meer andere zijwanden verbindt, dat door het kantelen van de ten minste ene kantelbare zijwand vanuit een opstaande stand een veerkracht in het elastische element wordt 1016634 2 opgebouwd die deze kantelbare zijwand neigt terug te kantelen naar de opstaande stand.

Een gebruiker die een bepaalde CD-hoes zoekt in de doos volgens de uitvinding kan de veerkrachtige kantelbare zijwand naar buiten toe kantelen. Hierdoor ontstaat 5 ruimte tussen deze zijwand en de daaraan grenzende CD-hoes. De in de doos aanwezige CD-hoezen zijn hierdoor een voor een zichtbaar met de voor- en achterzijde daarvan door telkens een CD-hoes naar de zijwand toe te kantelen. Het zoeken van een bepaalde CD-hoes in de doos volgens de uitvinding is enorm vergemakkelijkt omdat niet langer slechts de rug van de hoes wordt geraadpleegd, maar ook de voor- en 10 achterzijde van de hoes kan worden getoond. De voor- en achterzijde van de CD-hoes is veelal een overzichterlijker oppervlak en kenmerkender voor de inhoud van de CD-hoes dan de informatie op de rug.

Het uitnemen van een gewenste CD-hoes uit de doos is ook eenvoudiger omdat de hoes door de beschikbare ruimte tussen deze CD-hoes en een aangrenzende CD-15 hoes of zijwand gemakkelijk bij de rug kan worden vastgepakt door de vingers van een gebruiker.

Opgemerkt wordt dat uit US 5.165.534 een doos bekend is voor het opnemen van platte voorwerpen. Deze doos omvat een rechthoekige bodem en twee tegenover elkaar liggende, kantelbare zijwanden, die door een elastisch element met elkaar zijn 20 gekoppeld. Deze zijwanden van deze doos zijn aan de tegenover de bodem liggende bovenranden onderling verbonden door een bovenwand. Hierdoor zijn deze zijwanden permanent evenwijdig ten opzichte van elkaar en kunnen slechts in een gekoppelde beweging in dezelfde richting kantelen naar het vlak van de bodem. Op deze wijze wordt deze doos opgevouwen. Vanuit de opgevouwen toestand klapt de doos onder 25 invloed van spanning in het elastische element open. De in de doos opgenomen platte voorwerpen zijn aangebracht in een afzonderlijk opnamesamenstel. Bij deze doos is het echter niet mogelijk één zijwand onafhankelijk van de tegenover liggende zijwand te kantelen zodat de inhoud van de doos toeneemt en er ruimte ontstaat tussen de zijwand en het daaraan grenzende platte voorwerp. De ruimte tussen de platte voorwerpen 30 onderling kan ook niet vergroot worden omdat deze voorwerpen in het opnamesamenstel niet beweegbaar ten opzichte van elkaar zijn.

1016634 3

Om de hanteerbaarheid van de hoezen in de doos verder te vergroten, verdient het de voorkeur dat alle zijwanden kantelbaar zijn om telkens de hartlijn die samenvalt met de met de bodem verbonden onderrand daarvan. De hoes kan bij deze uitvoeringsvorm van de doos volgens de uitvinding in de verticale stand bij de hoeken van de rug van de 5 hoes worden gegrepen. Door het kantelen van de bij de hoeken van de rug gelegen tegenoverliggende kantelbare zijwanden kan immers een ruimte worden gecreëerd bij de hoeken van de rug van de hoes.

Een verder bezwaar aan de op bladzijde 1 bekende doos is dat een dergelijke doos ongebruikt en gebruikt eenzelfde volume inneemt. Ongebruikt, d.w.z. zonder opname 10 van CD-hoezen, omsluit de doos een loze ruimte. Tijdens bijvoorbeeld opslag en transport zijn dergelijke dozen dus inefficiënt.

In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft de doos een gebruikstoestand met vanaf de bodem opstaande zijwanden waarin het elastische element zich voorgespannen in wezen ten minste twee maal rondom langs de zijwanden uitstrekt, en heeft de doos een 15 opvouwbare toestand waarin het elastische element zich ten minste een maal minder vaak rondom langs de zijwanden uitstrekt dan in de gebruikstoestand en in een in wezen ontspannen toestand verkeert en waarin de zijwanden vanaf de bodem opstaan, en heeft de doos een samengevouwen toestand waarin alle kantelbare zijwanden evenwijdig aan de bodem liggen. Het elastische element kan zich voorgespannen in de 20 gebruikstoestand ook bijvoorbeeld VA maal rondom langs de zijwanden uitstrekken.

In deze voorkeursuitvoeringsvorm is de doos volgens de uitvinding opvouwbaar. In de opgevouwen toestand kan de doos efficiënt worden opgeslagen en getransporteerd. In het geval van een doos die bestemd is voor CD-hoezen of zip-disks past de doos in de samengevouwen toestand zelfs door een normale brievenbus en is 25 daardoor bijzonder geschikt voor verzending per post. Een dergelijke doos kan dan ook dienen als bijvoorbeeld relatiegeschenk of ander cadeauartikel. Ook als de doos tijdelijk niet wordt gebruikt, is de doos volgens de uitvinding eenvoudig en zonder het demonteren daarvan verkleinbaar door het opvouwen daarvan. Slechts door het overslaan van het elastische element over de doos in de gebruikstoestand, wordt de 30 opvouwbare toestand verkregen, in welke toestand de doos zonder verder demonteren kan worden samengevouwen.

Bij voorkeur strekt het elastische element zich in de samengevouwen toestand ten minste eenmaal minder vaak langs de zijwanden uit dan in de gebruikstoestand, en 1016634 4 verkeert het elastische element dan in een ontvouwen bevorderende voorspanning. Vanuit de opgevouwen toestand treedt het uitvouwen bijna vanzelf op. Het vormen van de doos volgens de uitvinding in de gebruikstoestand is snel en eenvoudig.

Met voordeel verbindt het elastische element alle zijwanden met elkaar, en strekt 5 het elastische element zich rondom langs alle zijwanden uit. Hierbij is bij voorkeur het elastische element eindloos, en is het elastische element bovendien draadvormig. Op deze wijze wordt een constructief voordelige uitvoering van de veerkrachtige kantelbare zijwand of zijwanden verwezenlijkt.

De doos volgens de uitvinding is bij voorkeur opgebouwd uit twee in wezen 10 rechthoekige plano's die elk drie of vijf, of de een drie en de ander vijf, op rij liggende panelen die onderling zijn verbonden door vouwnaden, waarbij de plano's met de centrale panelen kruiselings op elkaar zijn geplaatst, zodanig dat de centrale panelen samen een tweelagige bodem vormen, en waarbij van de plano's met vijf panelen elk buitenste paneel langs de vouwnaad daarvan 15 ongeveer 180° is omgevouwen tot tegen het aangrenzende tussenpaneel, zodanig dat dat buitenste paneel en dat tussenpaneel telkens een tweelagige zijwand vormen. Door gebruik van dubbele wanden en een dubbele bodem is de doos volgens de uitvinding met slechts een enkelzijdige bedrukking van de plano's volledig van beeld te voorzien, op de onderzijde van de bodem na. Dit is productietechnisch een voordeel dat tot 20 kostenbesparingen leidt. Daarnaast kan het elastische element tussen de dubbele wanden en de dubbele bodem worden weggewerkt. Dit is esthetisch aantrekkelijk.

De centrale panelen van de plano's zijn begrensd door twee tegenoverliggende vouwnaden en twee tegenoverliggende vrije randen. Met voordeel is daarbij het centrale paneel van de eerste plano aan elke begrenzende vrije rand voorzien van een 25 dwars uitsteeksel, en is het centrale paneel van de tweede plano bij elke begrenzende vouwnaad daarvan voorzien van een uitsparing, waarin respectievelijk de dwarse uitsteeksels zijn gestoken. De centrale panelen zijn derhalve op elkaar geborgd, waardoor een stevige doos kan worden gevormd.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm zijn van de plano's met vijf panelen de 30 evenwijdig aan de begrenzende vouwnaad verlopende vrije dwarsranden van de buitenste panelen voorzien van een lip, die in een opening bij een buitenrand van de bodem zijn gestoken. In het bijzonder heeft de plano met de uitsteeksels vijf panelen, en zijn de evenwijdig aan de begrenzende vouwnaad verlopende vrije dwarsranden van 1016634 5 de buitenste panelen van deze plano voorzien van een lip, en is het centrale paneel van deze plano bij elke begrenzende vouwnaad daarvan voorzien van een sleufvormige opening waarin de lippen zijn gestoken. De plano met de uitsparingen heeft bij voorkeur ook vijf panelen en de evenwijdig aan de begrenzende vouwnaad verlopende 5 vrije dwarsranden van de buitenste panelen van deze plano zijn voorzien van een lip, en de plano met de uitsteeksels is voorzien van een sleufvormige opening in de uitsteeksels voor opname van de lippen van de buitenste panelen van de plano met de uitsparingen. De lippen vormen koppelmiddelen die de tweelagige zijwanden met de bodem verbinden.

10 Teneinde het elastische element aan te brengen aan de doos zijn de tussenpanelen van de plano's, die zijn begrensd door twee tegenoverliggende vouwnaden en twee tegenoverliggende vrije randen, elk voorzien van twee elastiekopeningen respectievelijk bij de twee vrije randen daarvan voor het opnemen van het elastische element.

15 In een bijzondere uitvoeringsvorm omvat een elastiekopening van een tussenpaneel een op afstand van de vrije rand van dat paneel geplaatst gat dat door een smalle spleet in verbinding staat om de omgeving. Het elastische element zal hierdoor niet of vertraagd inscheuren of insnijden in het materiaal van de zijwand.

Om een verticale stand van de platte voorwerpen mogelijk te maken indien de 20 doos gedeeltelijk, bijvoorbeeld voor de helft, is gevuld, is bij voorkeur een tussenpaneel vanaf de bovenste vouwnaad, die grenst aan het naburige buitenste paneel, naar beneden ingesneden, en de insnijding strekt zich uit naar de vrije rand om een flap te vormen die naar binnen neigt. Een stapel platte voorwerpen kan hierdoor tegen de rand van de naar binnen staande flap aanliggen, waardoor deze rechtop kunnen blijven staan.

25 Teneinde de stevigheid van de doos verder te vergroten, hebben de tussenpanelen in dwarsrichting kleinere afmetingen dan de naburige buitenste panelen, zodanig dat in omtreksrichting aangrenzende tussenpanelen en de buitenste panelen onder verstek op elkaar kunnen aansluiten. Zowel de buitenste als de binnenste laag van de tweelagige zijwand kan op deze wijze in aanraking zijn met de overeenkomstige buitenste en 30 binnenste laag van de naburige zijwanden.

Bij voorkeur zijn de plano's gemaakt van PE karton. Deze soort karton is vouwbaar en heeft als voordelige eigenschap dat het in hoge mate scheurbestendig is.

1016634 6

Het opvouwen en uitvouwen van de doos is meerdere keren mogelijk zonder dat scheuren ontstaan bij de vouwnaden.

De doos is in een voorkeursuitvoeringsvorm zodanig opvouwbaar dat een opgevouwen doos wordt verkregen waarbij een eerste zijwand tegen de binnenzijde van 5 de bodem is gevouwen, de tweede, tegengesteld aan de eerste, zijwand tegen de eerste zijwand is gevouwen, een derde zijwand tegen de buitenzijde van de bodem is gevouwen, en de vierde, tegengesteld aan de derde, zijwand tegen de derde zijwand is gevouwen. Bij voorkeur worden de zijwanden die zijn gevormd door de bovenste van de kruislings op elkaar geplaatste plano's tegen de binnenzijde van de bodem 10 gevouwen. De andere twee zijvlakken die zijn gevormd door de onderste plano worden vervolgens tegen de buitenzijde van de bodem gevouwen. Deze opgevouwen doos is zo plat mogelijk.

In het navolgende zal een uitvoeringsvorm van de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening. Hierin toont: 15 Fig. 1 een aanzicht in perspectief van een doos volgens de uitvinding;

Fig. 2a-b bovenaanzichten van respectievelijk een eerste en een tweede plano voor het vormen van de in Fig. 1 getoonde doos volgens de uitvinding;

Fig. 3a-e aanzichten in perspectief van de twee plano's van Fig. 2 en het elastische element in achtereenvolgende onderlinge samenhang tijdens het monteren 20 van de in Fig. 1 getoonde doos volgens de uitvinding uitgaande van een begintoestand waarin de plano's en het elastische element afzonderlijke losse onderdelen zijn tot de opvouwbare toestand van de doos;

Fig. 4a-c schematisch aanzichten in perspectief van de in Fig. 1 getoonde doos volgens de uitvinding, waarbij de doos vanuit de opvouwbare toestand in de 25 opgevouwen toestand wordt gebracht;

Fig. 5a-d schematische aanzichten in perspectief van de in Fig. 1 getoonde doos volgens de uitvinding, waarbij de doos vanuit de opvouwbare toestand in de gebruikstoestand wordt gebracht.

De in Fig. 1 weergegeven doos 1 omvat een vierkante bodem 2. Vier opstaande 30 zijwanden 3 zijn elk met hun onderrand 4 verbonden met telkens een buitenrand 5 van de bodem 2, zodat een van boven open nagenoeg kubusvormige doos is gevormd. In een niet getoonde uitvoeringsvorm heeft de bodem een andere vorm, bijvoorbeeld een rechthoekige vorm, waarbij een andere doosvorm ontstaat. Bij de in Fig. 1 getoonde 1 01 6634 7 doos 1 volgens de uitvinding zijn alle zijwanden 3 kantelbaar om telkens de hartlijn die samenvalt met de onderrand 4 daarvan, die is verbonden met de respectievelijke buitenrand 5. In een niet-weergegeven uitvoeringsvorm is slechts één zijwand kantelbaar vanuit de opstaande stand, in een verdere niet-getoonde uitvoeringsvorm 5 zijn twee zijwanden kantelbaar met de bodem verbonden. De in Fig. 1 getoonde doos 1 volgens de uitvinding omvat verder een elastisch element 6 dat de zijwanden onderling met elkaar verbindt. Dit elastische element 6 is bij voorkeur, en zoals weergegeven in Fig. 1, uitgevoerd als een eindloos elastiek. Als nu een of meer kantelbare zijwanden 3 uit de opstaande stand worden gekanteld, wordt in het eindloze elastiek een veerkracht 10 opgebouwd die deze kantelbare zijwand neigt terug te kantelen naar de opstaande stand. De kantelbare zijwanden zijn door het elastische element 6 veerkrachtig.

De in Fig. 1 getoonde doos 1 is gedeeltelijk gevuld met CD-hoezen 7. In de doos 1 kunnen ook CD-rom-hoezen, zip-disks, floppy-disks, DVD-hoezen, videobanden of andere platte voorwerpen zijn geplaatst. Afhankelijk van de inhoud van de doos 1, 15 worden de afmetingen van de doos volgens de uitvinding gekozen. Deze CD-hoezen 7 worden in een verticale stand in de doos 1 geplaatst. Hierdoor is de rug 8 van de CD-hoezen zichtbaar. Bij het zoeken van een gewenste CD-hoes kan een van de kantelbare zijwanden 3 handmatig naar buiten worden gekanteld, zodat de CD-'s vanaf deze kantelbare zijwand 3 een voor een naar buiten toe tegen deze gekantelde zijwand 20 kunnen worden gekanteld, waarbij telkens de voor- of achterzijde 9 van de CD-hoes aan de gebruiker wordt getoond. De CD-hoezen 7 zijn vrijwel altijd aanstonds herkenbaar door het zichtbaar worden van de voor- of achterzijde 9.

Als een gekozen en eenmaal gevonden CD-hoes 7 uit de doos 1 wordt genomen, kunnen een of meer van de kantelbare zijwanden 3 naar buiten toe worden gekanteld 25 om een ruimte tussen de CD-hoezen en die zijwanden 3 te creëren, zodat de vingers van een gebruiker gemakkelijk om de CD-hoes 7 kunnen grijpen.

Na het zoeken van een gewenste CD-hoes door het een voor een kantelen van de CD-hoezen 7, of na het uitnemen van een CD-hoes 7, waarbij in beide gevallen, één of meer zijwanden 3 naar buiten zijn gekanteld, zal elke gekantelde zijwand 3 door de 30 veerkracht in het elastische element 6 naar de oorspronkelijke opstaande stand worden teruggebracht.

De in Fig. 1 getoonde doos 1 omvat bovendien twee flappen 10 die respectievelijk op tegenoverliggende kantelbare zijwanden 3 zijn aangebracht. Indien 1016634 8 de doos 1 niet volledig is gevuld met CD-hoezen 7, bijvoorbeeld voor de helft is gevuld, zal de enigszins naar binnen toe uitstekende flap 10 een aanslagoppervlak vormen voor de meest naar het midden van de doos gelegen CD-hoes 7. De CD-hoezen zullen daardoor in de verticale stand blijven en niet in de doos omvallen.

5 De in Fig. 1 getoonde doos 1 is bij voorkeur gemaakt van karton, in het bijzonder PE-karton. De plano's 11, 12 voor het vormen van de in Fig. 1 getoonde doos 1 zijn weergegeven in Fig. 2a-b. De in Fig. 2a getoonde plano 11 omvat vijf in hoofdzaak vierkante panelen 14, 15, 16 die op rij liggen. De tweede plano 12 (zie Fig. 2b) omvat eveneens vijf panelen 14, 15, 16 die op rij liggen. De eerste plano 11 is bij de vrije 10 randen 17 van het centrale paneel 14 voorzien van dwarse uitsteeksels 18. Deze dwarse uitsteeksels 18 zijn gevormd voor opname in de uitsparingen 19 die zijn voorzien in de vouwnaden 80 van het centrale paneel 14 van de tweede plano 12. Bij het monteren van de doos volgens de uitvinding worden de plano's 11 en 12 dus kruislings op elkaar geborgd, zoals in het navolgende ook nog nader zal worden omschreven.

15 De plano 11 omvat verder aan de twee uiterste vrije randen 21 van de respectievelijke buitenste panelen 16 telkens een lip 22. Deze lippen 22 zijn gevormd voor opname in de sleuven 23 die in de vouwnaden 81 van het centrale paneel 14 van dezelfde plano 11 zijn aangebracht. Bij opname van de lippen 22 in de sleuven 23 moeten dus de buitenste panelen 16 over de vouwnaden 82 daarvan over ongeveer 180° 20 tegen de tussenpanelen 15 worden gevouwen.

De lippen 23 van de buitenste panelen 16 van de tweede plano 12 zijn geschikt om op een soortgelijke wijze door de uitsparingen 19 in deze tweede plano te worden gestoken, en gaan dan bovendien door de twee sleufVormige openingen 24 heen die in de dwarse uitsteeksels 18 van het centrale paneel 14 van de eerste plano 11 zijn 25 gevormd.

De tussenpanelen 15 van de plano 11 bezitten elk een flap 10. Hiervoor zijn deze tussenpanelen elk vanaf de bovenste vouwnaad 82 ingesneden door een eerste insnijding 200, die aan het benedeneind daarvan overgaat in een tweede insnijding 201. Deze tweede insnijding 201 strekt zich uit naar de vrije rand 90, zodat de flap 10 is 30 gevormd die onafhankelijk kan kantelen om de bovenste vouwnaad 82.

De tussenpanelen 15 van de plano's 11, 12 zijn voorzien van elastiekopeningen 25 bij elke vrije rand 90 van elk tussenpaneel 15. Deze elastiekopeningen zijn bij voorkeur gevormd als een gat 26 dat op enige afstand van de vrije rand 90 is geplaatst, 1 o 1 663 4 9 en dat in verbinding staat met de omgeving door een smalle spleet 27 vanaf dat gat 26 die uitmondt bij de naburige vrije rand 90.

In het volgende zal nader worden beschreven hoe de in Fig. 2a-b getoonde plano's gezamenlijk met het eindloze elastiek 6 tot de in Fig. 1 getoonde doos 1 volgens 5 de uitvinding kunnen worden gevormd. In Fig. 3a worden de plano's 11, 12 met hun centrale panelen 14 gekruist op elkaar gelegd. Hierbij worden de dwarse uitsteeksels 18 van de eerste plano 11 door de uitsparingen 19 van de tweede plano 12 gestoken, zodat de plano's 11, 12 gekruist bij de centrale panelen 14 ten opzichte van elkaar zijn geborgd. Vervolgens wordt het elastiek 6 door de gaten 26 gevoerd. Het elastiek 6 zal 10 niet via de smalle spleet 27 uit het gat 26 losraken, terwijl bovendien de ronde vorm van de gaten het insnijden of inscheuren van het elastiek vermijdt of in elk geval uitstelt. Het eindloze elastische element 6 strekt zich telkens tussen de gaten 26 van eenzelfde tussenpaneel 15 aan de tussenzijde van de door dat tussenpaneel 15 en het daaraan grenzende buitenste paneel 16 te vormen tweelagige zijwand 3 uit. Het 15 eindloze elastische element 6 wordt telkens door deze gaten 26 van een tussenpaneel 15 geleid. Het elastische element 6 strekt zich dus tussen de gaten 26 van twee verschillende naburige tussenpanelen 15 aan de zijde uit tegengesteld aan de tussenzijde van de te vormen zijwand.

De buitenste panelen 16 van de eerste plano 11 worden over de vouwnaden 82 20 over ongeveer 180° gevouwen (in de richting van de in Fig. 3b weergegeven pijl 40) waarbij de lippen 22 daarvan in de sleuven 23 worden gestoken. Van de buitenste panelen 16 van de tweede plano 12 wordt aanvankelijk slechts een over de vouwnaad 83 omgevouwen, waarbij de lip 22 in de sleufvormige opening 24 van het dwarse uitsteeksel 18 van de eerste plano 11 en in de uitsparing 19 van de tweede plano 12 25 wordt gestoken. Het andere buitenste paneel 16 van de tweede plano 12 blijft aanvankelijk ongevouwen. Het eindloze element 6, dat zich uitstrekt tussen de gaten 26 van het tussenpaneel 15 dat grenst aan dit ongevouwen buitenste paneel 16, wordt voorafgaand door de sleufvormige opening 24 van het naburige dwarse uitsteeksel 18 getrokken, zie Fig. 3c. Pas daarna wordt ook het tweede buitenste paneel 16 van de 30 tweede plano 12 omgevouwen over ongeveer 180° zodat de lip 22 daarvan in de sleufvormige opening 24 van het dwarse uitsteeksel 18 en de uitsparing 19 is gestoken. Hierbij wordt ter plaatse van deze lip 22 een klein lusstrengdeel 60 van het eindloze elastische element 6 aan de buitenzijde van de doos 1 gevormd (zie Fig. 3d).

101 6634 10

In een niet weergegeven uitvoeringsvorm worden de buitenste panelen van de plano's niet naar buiten, maar over ongeveer 180° naar binnen gevouwen.

De doos 1 is nu gemonteerd tot de opvouwbare toestand. In Fig. 3d liggen de tweelagige zijwanden 3 in een vlak met de bodem 2. De in Fig. 3d getoonde 5 onderste zijde van de bodem 2, die niet zichtbaar is in het aanzicht van Fig. 3d, vormt het binnenvlak van het inwendige van de doos 1. Als de in Fig. 3d getoonde doos wordt omgedraaid, zullen de zijwanden 3 onder invloed van de voorspankracht in het elastiek kantelen naar een opstaande stand. De zijwanden 3 staan in deze opvouwbare toestand echter niet loodrecht ten opzichte van de bodem, zie Fig. 3e.

10 De doos 1 kan vanuit de opvouwbare toestand (zie Fig. 3 e) worden opgevouwen tot de opgevouwen toestand zodat de doos gemakkelijk kan worden vervoerd en opgeslagen. De doos 1 in de opvouwbare toestand zoals getoond in Fig. 3e kan echter ook in de gebruikstoestand worden gebracht, waarbij de in Fig. 1 getoonde doos ontstaat.

15 De overgang van de opvouwbare toestand naar de opgevouwen toestand is schematisch weergegeven in Fig. 4a-c. In Fig. 4a wordt in eerste instantie het eerste zijvlak 50 en vervolgens het tweede tegenoverliggende zijvlak 51 naar het binnenvlak 70 van de bodem 2 gevouwen. Daarna worden, zoals getoond in Fig. 4b, de twee tegenoverliggende zijvlakken 52 en 53 achtereenvolgens naar het buitenvlak 71van de 20 bodem 2 gevouwen. Hierdoor is een zeer platte opgevouwen doos verkregen (zie Fig. 4c).

De overgang van de opvouwbare toestand naar de gebruikstoestand is schematisch weergegeven in Fig. 5a. In Fig. 5a wordt aan het lusstrengdeel 60 van het elastische element 6 getrokken, waarbij de zijwanden die onderling door het elastische 25 element zijn verbonden strak worden samengetrokken. De zijwanden 3 worden hierbij naar een ten opzichte van de bodem 2 rechtopstaande stand gebracht, zie Fig. 5b, en komen hierbij stevig tegen elkaar aan te liggen. Overigens zijn de tweelagige zijwanden onder verstek aangesloten, doordat de afmetingen tussen de vrije randen 90 van de tussenpanelen 15 kleiner zijn dan de afmetingen tussen de vrije randen 91 van de 30 buitenste panelen 16 (zie Fig. 2a en 2b). Het lusstrengdeel 60 wordt door het samentrekken vergroot, en vervolgens, zoals getoond in Fig. 5c, over de doos heen gebracht. Hierna strekt het elastische element 6 zich dus tweemaal rondom langs de tweelagige zijwanden 3 van de doos 1 uit. Het elastische lusstrengdeel 60 wordt, 1016634 11 bijvoorbeeld door de kantelbare zijwanden 3 enigszins naar buiten toe te kantelen, naar de bodem 2 van de doos 1 gedwongen, waarbij dit lusstrengdeel 60 tussen de tweelagige bodem 2, die is gevormd door de centrale panelen, wordt weggewerkt (zie Fig. 5e).

5 Voor het effectief wegwerken van het elastiek 6 tussen de dubbele bodem, is het centrale paneel 14 van de plano 11 aan de hoeken 300 daarvan afgeknot. Het centrale paneel 14 van de plano 12 heeft rechte hoeken 303. Bij de opbouw van de doos wordt het centrale paneel 14 met de afgeknotte hoeken 300 van de plano 11 kruislings boven op het centrale paneel 14 met de rechte hoeken 303 van de plano 12 geplaatst. 10 Bovendien bezitten de tussenpanelen 15 van beide plano’s 11, 12 en de buitenste panelen 16 van de plano 11 elk een of twee afgeknotte hoeken 302. Nadat de doos is opgebouwd zijn hierdoor openingen 301 bij de hoeken van de bodem van de kubusvormige doos gevormd (zie Fig. 1).

Als nu het elastiek 6 over de doos wordt geslagen bij de overgang van de 15 opvouwbare toestand naar de gebruikstoestand, zorgen de openingen 301 er voor dat het elastiek 6 niet over de doos heen schiet, maar tussen de tweelagige bodem valt. De openingen 301 werken hiertoe samen met de rechte hoeken 303 die uitsteken ten opzichte van de daarboven gelegen afgeknotte hoeken 300 van de respectieve centrale panelen 14 van de plano's 11, 12, die de bodem 2 vormen. Immers, als het elastiek 6 20 over de doos heen zou schieten, zou de opvouwbare toestand weer worden verkregen.

De in Fig. 1 getoonde doos volgens de uitvinding, die zich in deze gebruikstoestand bevindt, is op deze wijze verwezenlijkt.

1016634

Claims (21)

1. Doos (1), in het bijzonder voor het bij voorkeur in een verticale stand opnemen van meerdere platte voorwerpen, zoals CD-dozen, CD-rom-dozen of zip-drives, 5 omvattende: - een rechthoekige bodem (2) met vier buitenranden (5); vier zijwanden (3) die elk langs een onderrand (4) daarvan zijn verbonden met telkens een buitenrand (5) van de bodem (2), met het kenmerk, dat 10 ten minste een zijwand (3) kantelbaar is om een hartlijn die samenvalt met de met de bodem verbonden onderrand (4) van de kantelbare zijwand (3), en dat een elastisch veerkrachtig element (6) is voorzien dat de ten minste ene kantelbare zijwand (3) zodanig met een of meer andere zijwanden (3) verbindt, dat door het kantelen van de ten minste ene kantelbare zijwand (3) vanuit een opstaande stand de 15 inhoud van de doos wordt vergroot en een veerkracht in het elastische element (6) wordt opgebouwd die deze kantelbare zijwand (3) neigt terug te kantelen naar de opstaande stand.

2. Doos volgens conclusie 1, waarbij alle zijwanden (3) kantelbaar zijn om telkens de 20 hartlijn die samenvalt met de met de bodem verbonden onderrand (4) daarvan.

3. Doos volgens conclusie 2, waarbij de doos (1) een gebruikstoestand heeft met vanaf de bodem opstaande zijwanden (3) en waarin het elastische element (6) zich voorgespannen in wezen ten minste twee maal rondom langs de zijwanden (3) uitstrekt, 25 en waarbij de doos (1) een opvouwbare toestand heeft waarin het elastische element (6) zich ten minste een maal minder vaak rondom langs de zijwanden (3) uitstrekt dan in de gebruikstoestand en in een in wezen ontspannen toestand verkeert en waarin de zijwanden (3) vanaf de bodem opstaan, en waarbij de doos een samengevouwen toestand heeft waarin alle kantelbare zijwanden (3) evenwijdig aan de bodem (2) 30 liggen. 1016634

4. Doos volgens conclusie (3), waarbij in de samengevouwen toestand het elastische element (6) zich ten minste een maal minder vaak langs de zijwanden (3) uitstrekt dan in de gebruikstoestand, en in een ontvouwen bevorderende voorspanning verkeert.

5. Doos volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het elastische element (6) zich alle zijwanden (3) onderling verbindend, rondom langs alle zijwanden (3) uitstrekt.

6. Doos volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het elastische element (6) eindloos is. 10

7. Doos volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het elastische element (6) draadvormig is.

8. Doos volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de doos (1) is opgebouwd 15 uit twee in wezen rechthoekige plano's (11,12) die elk drie of vijf, of de een drie en de ander vijf, op rij liggende panelen (14, 15, 16) omvatten die onderling zijn verbonden door vouwnaden (80, 81, 82, 83), waarbij de plano's met de centrale panelen (14) kruiselings op elkaar zijn geplaatst, zodanig dat de centrale panelen (14) samen een tweelagige bodem (2) vormen, en waarbij van de plano's met vijf panelen elk buitenste 20 paneel (16) langs de vouwnaad (82, 83) daarvan ongeveer 180° is omgevouwen tot tegen het aangrenzende tussenpaneel (15), zodanig dat dat buitenste paneel (16) en dat tussenpaneel (15) telkens een tweelagige zijwand (3) vormen.

9. Doos volgens conclusie 8, waarbij de centrale panelen (14) van de plano's (11, 12) 25 zijn begrensd door twee tegenoverliggende vouwnaden (80, 81) en twee tegenoverliggende vrije randen (17), waarbij het centrale paneel (14) van de eerste plano (11) aan elke begrenzende vrije rand (17) is voorzien van een dwars uitsteeksel (18), en waarbij het centrale paneel (14) van de tweede plano (12) bij elke begrenzende vouwnaad (80) daarvan is voorzien van een uitsparing (19) waarin respectievelijk de 30 dwarse uitsteeksels (18) zijn gestoken. 1 1 o 1 663 4 Doos volgens conclusie 8 of 9, waarbij van de plano's met vijf panelen de evenwijdig aan de begrenzende vouwnaad (83) verlopende vrije dwarsranden (21) van > de buitenste panelen (16) zijn voorzien van een lip (22), die in een opening (23, 19, 24) bij een buitenrand (5) van de bodem (2) zijn gestoken.

11. Doos volgens conclusie 10, waarbij de plano (11) met de uitsteeksels (18) vijf 5 panelen heeft, en de evenwijdig aan de begrenzende vouwnaad (82) verlopende vrije dwarsranden (21) van de buitenste panelen (16) van deze plano (11) zijn voorzien van een lip (22), en waarbij het centrale paneel (14) van deze plano (11) bij elke begrenzende vouwnaad (81) daarvan is voorzien van een sleufvormige opening (23) waarin de lippen (22) zijn gestoken. 10

12. Doos volgens conclusie 11, waarbij de plano (12) met de uitsparingen (19) vijf panelen heeft, en de evenwijdig aan de begrenzende vouwnaad (83) verlopende vrije dwarsranden (21) van de buitenste panelen (16) van deze plano (12) zijn voorzien van een lip (23), en waarbij de plano (11) met de uitsteeksels (18) is voorzien van een 15 sleufVormige opening (24) in de uitsteeksels (18) voor opname van de lippen (23) van de buitenste panelen (16) van de plano (12) met de uitsparingen (19).

13. Doos volgens een van de conclusies 8-12, waarbij de tussenpanelen (15) van de plano's (11, 12) zijn begrensd door twee tegenoverliggende vouwnaden (81, 82) en 20 twee tegenoverliggende vrije randen (90), waarbij de tussenpanelen (15) van de plano's (11, 12) elk zijn voorzien van telkens een elastiekopening (25) bij de twee vrije randen (90) daarvan voor het opnemen van het elastische element (6).

14. Doos volgens conclusie 13, waarbij een elastiekopening (25) van een tussenpaneel 25 (15) een op afstand van de vrije rand (90) van dat paneel (15) geplaatst gat (26) omvat dat door een smalle spleet (27) in verbinding staat met de omgeving.

15. Doos volgens een van de conclusies 8-14, waarbij een tussenpaneel (15) vanaf de bovenste vouwnaad (82), die grenst aan het naburige buitenste paneel (16), naar 30 beneden is ingesneden door een eerste insnijding en de eerste insnijding (200) aan zijn benedeneind overgaat in een tweede insnijding (200) die zich uitstrekt naar de vrije rand (90) om een flap (10) te vormen die naar binnen neigt. 1 0 1 663 4

16. Doos volgens een van de conclusies 8-15 waarbij de tussenpanelen (15) in dwarsrichting kleinere afmetingen hebben dan de naburige buitenste panelen (16), zodanig dat in omtreksrichting aangrenzende tussenpanelen (15) en buitenste panelen (16) onder verstek op elkaar kunnen aansluiten. 5

17. Doos volgens een van de conclusies 8-16, waarbij de plano's (11, 12) zijn gemaakt van PE-karton.

18. Doos volgens een van de conclusies 8-17, waarbijhet centrale paneel (14) van de 10 eerste plano (11) dat de bovenste, aan de binnenzijde (70) van de doos gelegen laag van de tweelagige bodem (2) vormt, afgeknotte hoeken (300) bezit, en waarbij het centrale paneel (14) van de tweede plano (12) dat de onderste, aan de buitenzijde (71) van de doos gelegen laag van de tweelagige bodem (2) vormt, bij de hoeken (303) daarvan ten opzichte van de afgeknotte hoeken (300) van het centrale paneel (14) van de daarboven 15 gelegen plano (11) uitsteekt.

19. Doos volgens conclusie 18, waarbij de buitenste panelen (16) en tussenpanelen (15) van de plano's (11, 12) zodanige vormen bij de hoeken daarvan bezitten, dat bij de hoeken van de doos aan de onderrand (4) van de zijvlakken (3) bij een rechtopstaande 20 stand van de zijwanden telkens een opening (301) is gevormd.

20. Opgevouwen doos, die is verkregen uit een doos volgens een van de conclusies 3-19.

21. Opgevouwen doos volgens conclusie 20, waarbij een eerste zijwand (3) tegen de binnenzijde van de bodem (2) is gevouwen, de tweede, tegengesteld aan de eerste, zijwand (3) tegen de eerste zijwand (3) is gevouwen, een derde zijwand (3) tegen de buitenzijde van de bodem (2) is gevouwen, en de vierde, tegengesteld aan de derde, zijwand (3) tegen de derde zijwand (3) is gevouwen. 30

22. Samenstel van een eerste en tweede plano (11,12) volgens een van de conclusies 8- 21. 1 0 1 663 4