NL1016587C1 - Lijmklem voor een mechanische pers, in het bijzonder voor gebruik bij het vervaardigen van een orthopedische schoen. - Google Patents

Description

Lijmklem voor een mechanische pers, in het bijzonder voor gebruik bij het vervaardigen van een orthopedisch schoen

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een lijmklem voor een mechanische pers, in het bijzonder voor gebruik bij het vervaardigen van een orthopedische schoen, omvattende een positioneerplaat voor de schoen en een naar de positioneeiplaat verplaatsbaar persblok. Het vervaardigen van orthopedisch schoenen geschiedt in het 5 algemeen in kleine series of in enkele stuks en is voornamelijk handwerk.

Één van de handelingen bij het vervaardigen van een orthopedische schoen is het vastlijmen van de hak op de schoen. Hierbij wordt een schoen, waarin een leest is aangebracht met de van lijm voorziene hak in een lijmklem geplaatst. Als klem wordt tot op heden een door aanvrager enigszins aangepaste conventionele lijmklem gebruikt, die 10 bestaat uit een beugel met aan het ene einde een vast steunpunt en aan het andere einde een persblok, dat door middel van een in de beugel geleide schroefspil verplaatsbaar is. Het vaste steunpunt wordt hierbij gevormd door een positioneerplaat, waarop de hak alsmede de zool van de schoen, waarin de leest is opgenomen, komt te rusten. De hak en de schoen worden ingeklemd tussen de positioneerplaat en het verplaatsbare persblok, dat aanligt op 15 de bovenkant van de in de schoen opgenomen leest.

De aldus ingeklemde schoen met hak moet echter nog een bewerking ondergaan voordat de lijm tussen de hak en de schoen volledig is uitgehard. Het leer van de schoen moet namelijk rondom de hak worden beklopt, teneinde dit goed op de hak te laten aansluiten. Deze bewerking maakt het noodzakelijk, dat de omtrek van de hak geheel 20 toegankelijk is. Hiertoe is de positioneerplaat draaibaar in de lijmklem gemonteerd, zodat de schoen met hak in de lijmklem kan draaien. Na het bekloppen van de hak wordt de schoen met lijmklem weggezet om de lijm volledig te laten uitharden.

Het belangrijk nadeel van deze bekende lijmklem is, dat het werken hiermee lastig is. Het met de hand positioneren van de schoen met hierin opgenomen leest en de hak en 25 het tegelijk goed vastdraaien van de lijmklem geeft moeilijkheden. Bovendien heeft de bedieningspersoon de lijmklem met ingeklemde schoen tijdens het uitvoeren van de 1016587 - 2- klopbewerking meestal tussen de knieën en maakt dit het uitvoeren van deze bewerking niet gemakkelijk.

De uitvinding ligt ten grondslag aan de gedachte, dat voor het inklemmen van de schoen met vast te lijmen hak gebruik zou moeten kunnen worden gemaakt van een 5 mechanische pers. Hierdoor zou de bewerking door de bedieningspersoon gemakkelijker, sneller en kwalitatief beter kunnen worden uitgevoerd.

De onderhavige uitvinding beoogt derhalve een lijmklem voor een mechanische pers te verschaffen, die door deze mechanische pers wordt bekrachtigd, waarbij eventuele bijkomende bewerkingen kunnen worden uitgevoerd als de lijmklem met ingeklemde 10 schoen zich op de pers bevindt, en de lijmklem met ingeklemde schoen vervolgens van de pers kan worden verwijderd met behoudt van de klemkracht en kan worden weggezet voor het laten uitharden van de lijm.

Deze en andere oogmerken worden volgens de onderhavige uitvinding bereikt, doordat de positioneerplaat een zich loodrecht hierop uitstrekkende geleidingsstang bevat, 15 langs welke geleidingsstang een klemframe verplaatsbaar is aangebracht, welk klemffame het persblok alsmede blokkeermiddelen draagt, die de verplaatsing van het klemframe in de richting naar de positioneerplaat toelaten en in de tegengestelde richting blokkeren.

Andere voordelige kenmerken en details van de uitvinding komen naar voren in de conclusies 2-7.

20 De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen, waarin:

Figuur 1 een schematisch verticale doorsnede toont van de lijmklem volgens de uitvinding met een orthopedische schoen in de ingeklemde, geblokkeerde toestand, en 25 Figuur 2 een met figuur 1 overeenkomend aanzicht van de lijmklem volgens de uitvinding is in de toestand, waarin de blokkering is opgeheven en schoen uit de klem kan worden verwijderd.

Figuur 3 een doorsnede is van de lijmklem volgens de lijn III-III in figuur 1, met weglating van de schoen.

30 Zoals de figuren 1 en 2 laten zien bestaat de lijmklem volgens de uitvinding uit een in hoofdzaak vlakke positioneerplaat 1, waarop een vast hiermee verbonden 1016587 - 3- geleidingsstang 2 is aangebracht, die zich loodrecht vanaf de positioneerplaat uitstrekt, welke geleidingsstang een in hoofdzaak rechthoekige dwarsdoorsnede heeft.

Een klemffame 3 is verschuifbaar langs de geleidingsstang 2 geleid. Dit frame bestaat uit een tweetal identieke, evenwijdige en op een afstand van elkaar gelegen 5 ffameplaten 3a en 3b (fig. 3). Het klemffame heeft in het zijaanzicht van de figuren 1 en 2 een in hoofdzaak U-vormige configuratie, met een aan de positioneerplaat 1 grenzend bovenste been 4 en een van de positioneerplaat afgelegen onderste been 5. De geleidingsstang 2 strekt zich ter hoogte van deze benen tussen de frameplaten 3a en 3b uit, en wordt in het onderste been 5 geleid door vaste, tussen de frameplaten 3a en 3b 10 aangebrachte glijblokken 6,6’.

Nabij het van de beide benen 4, 5 afgekeerde einde is het klemffame voorzien van een persblok 7, dat bestemd is om in aanraking te worden gebracht met een leest, die in een, met streep-stippellijnen in de tekening weergegeven, orthopedische schoen 8 is aangebracht. Deze orthopedische schoen 8 rust met de hak 8a en de zool hiervan op de 15 genoemde positioneerplaat 1, waarbij het persblok 7 zich ter hoogte van de hak bevindt, zodat de hak met schoen tijdens het uitharden van de lijm tussen de positioneerplaat en het persblok worden ingeklemd, door het langs de geleidingsstang 2 in de richting van de positioneerplaat 1 verplaatsen van het klemframe 3. Dit verplaatsen van het klemframe geschiedt door middel van een op zich bekende, niet in de tekening weergegeven 20 mechanische pers, die enerzijds aangrijpt op de positioneerplaat en anderzijds op het klemframe en een klemkracht uitoefent volgens de pijlen FP. Deze mechanische pers kan van elk geschikt type zijn, en bijv. hydraulisch of pneumatisch worden aangedreven.

Het klemframe 3 is bovendien voorzien van blokkeermiddelen, waarmee de stand van het frame 3 ten opzichte van de geleidingsstang 2 kan worden vastgezet met behoud 25 van de klemkracht. Deze blokkeermiddelen worden in hoofdzaak gevormd door een hefboom 10, die zich uitstrekt ter hoogte en in de richting van het bovenste been 4, van het frame 3. Deze hefboom is in het middengebied hiervan vast verbonden met een as 11, die weer draaibaar is opgenomen in het frame 3. De hefboom heeft een langweqpige opening 12, door welke opening de geleidingsstang 2 met ruime speling loopt. Het aan de zijde van 30 het persblok 7 gelegen uiteinde van de hefboom 10 is verbonden met het ene uiteinde van een trekveer 13, waarvan het andere einde bij 14 is verbonden met het klemframe 3. De draaias 11 is gelegen in het gebied tussen de trekveer 13 en de geleidingsstang. Tussen de 10 1 6 587 - 4- as 11 en de geleidingsstang 2 is de hefboom voorzien van een volgende as 15, waarom draaibaar een klemblok 16 is aangebracht. De opstelling van de assen 11 en 15 en de vormgeving van de hefboom 10 is zodanig, dat de veer 13 de hefboom neigt te verdraaien in de richting van de pijl M, waarbij het klemblok 16 tegen de geleidingsstang wordt 5 gedrukt. Een vast klemblok 17 is aangebracht nabij het uiteinde van het bovenste been 4 van het frame 3 en ligt aan tegen de geleidingsstang 2 op het vlak hiervan tegenover het vlak waarop het klemblok 16 aangrijpt.

Het tegenover de trekveer 13 gelegen uiteinde van de hefboom 10 strekt zich uit tot voorbij het uiteinde van het been 4 van het frame 3 en vormt een aangrijpdeel 10a.

10 Voor het inklemmen van de orthopedische schoen 8 wordt door de niet in de tekening weergegeven mechanische pers, een kracht op de lijmklem uitgeoefend volgens de pijlen FP, waardoor het klemframe 3 en de positioneerplaat 1 naar elkaar toe worden gedrukt. Door de wrijving tussen de geleidingsstang 2 en het klemblokje 16 krijgt de hefboom 10 de neiging om tegen de druk van de veer 13 in, dus in de richting van de pijl 15 M’ (fig. 2) te verdraaien. Deze verdraaiing van de hefboom wordt toegelaten door de onderlinge opstelling van de assen 11 en 15. Het klemframe kan zodoende langs de geleidingsstang bewegen in de richting naar de positioneerplaat 1, dus in de richting waarbij de klemkracht op de schoen wordt aangebracht. Een verplaatsing van de klemplaat van de positioneerplaat 1 af is echter niet mogelijk, daar de hefboom 10 in dit geval de 20 neiging heeft de verdraaien in de richting van de pijl M, waardoor het klemblok 16 juist steviger tegen de geleidingsstang 2 wordt aangedrukt, en zodoende de verplaatsing van het klemframe 3 langs de geleidingsstang 2 blokkeert.

In figuur 2 is weergegeven hoe de blokkering van het klemframe 3 kan worden opgeheven om dit klemframe van de positioneerplaat af te bewegen, teneinde de schoen 25 uit de lijmklem te kunnen verwijderen. Hiertoe is een vlakke plaat 18 tussen de beide benen 4 en 5 van het klemframe aangebracht, welke plaat een opening 19 heeft, waardoor met enige speling de geleidingsstang 2 loopt. De plaat 18 ligt zodoende los op het been 5 en strekt zich ongeveer evenwijdig uit met het aangrijpdeel 10a van de hefboom 10. Een bedieningspersoon kan met de hand de plaat 18 en het aangrijpdeel 10a van de hefboom 30 naar elkaar drukken, zoals in fig. 2 weergegeven met de pijlen F,,. De plaat 18 kantelt hierbij enigszins en klemt zich vast op de geleidingsstang 2. Vervolgens wordt de hefboom 10 tegen de druk van de veer 13 in verdraaid in de richting van de pijl M’, 1016587 - 5- waardoor het klemblok 16 loskomt van de geleidingsstang 2, en de blokkering wordt opgeheven. Het klemframe is nu vrij van de geleidingsstang en zal door de druk op het aangrijpgedeelte 10a van de hefboom worden meegenomen in de richting van de op de geleidingsstang geklemde plaat 18, waarbij de schoen 8 vrijkomt. Het opheffen van de 5 blokkering en het verplaatsen van het klemframe geschiedt dus met één enkele handbeweging.

Voor het bekrachtigen van deze lijmklem wordt dus gebruik gemaakt van een conventionele pers, die hydraulisch of pneumatisch kan worden aangedreven. Deze pers maakt geen deel uit van de onderhavige uitvinding en zal daarom hier niet worden 10 beschreven. Eventueel kan deze pers nog zijn voorzien van bepaalde hulpstukken voor het vergemakkelijken van het op de pers positioneren en vasthouden van de genoemde lijmklem. De in de lijmklem geklemde schoen is gemakkelijk toegankelijk voor het uitvoeren van bepaalde bewerkingen, zoals het bekloppen van de hak.

Hoewel de lijmklem volgens de uitvinding hier is beschreven voor het vastlijmen 15 van een hak en/of het vormen van een contrefort, zou deze ook voor andere doeleinden kunnen worden gebruikt, zoals bijvoorbeeld voor het in een schoen vastlijmen van stalen neuzen. Hiertoe is dan een persblok nodig met een voor dit doel geschikte vorm, terwijl ook de positioneerplaat voor het vasthouden van de schoen in dit geval anders zal moeten zijn uitgevoerd.

20 Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot de hier weergegeven en beschreven uitvoeringsvorm, maar dat binnen het kader van de bijgaande conclusies een groot aantal varianten en wijzigingen mogelijk zijn.

10 1 6 5 87

Claims (7)

1. Lijmklem voor een machinale pers, voor gebruik bij het vervaardigen van een 5 orthopedische schoen, omvattende een positioneerplaat voor de schoen en een naar de positioneerplaat toe verplaatsbaar persblok, met het kenmerk, dat de positioneerplaat (1) een zich loodrecht hierop uitstrekkende geleidingsstang (2) bevat, langs welke geleidingsstang een klemframe (3) verplaatsbaar is aangebracht, welk klemframe het persblok (7) alsmede blokkeermiddelen (10, 11, 15, 16) 10 draagt, die de verplaatsing van het klemframe in de richting naar de positioneerplaat toelaten en in de tegengestelde richting blokkeren.

2. Lijmklem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het klemframe (3) in hoofdzaak U-vormig is met twee boven elkaar liggende benen (4, 5), waardoor de 15 geleidingsstang (2) is geleid, en het persblok (7) is aangebracht aan de van de vrije uiteinden van de benen afgekeerde zijde van het klemframe.

3. Lijmklem volgens de conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat de blokkeermiddelen bestaan uit een hefboom (10), die via een as (11) draaibaar is 20 verbonden met het klemframe, welke hefboom aan één uiteinde is verbonden met een veerorgaan (13), dat anderzijds is verbonden met het klemframe, welke hefboom nabij het andere einde een klemblok (16) draagt, welk klemblok (16) door het genoemde veerorgaan tegen de geleidingsstang wordt gedrukt, waarbij de onderlinge opstelling van de het veerorgaan (13), de as (11) van de hefboom en het 25 klemblok (16) zodanig is, dat dit klemblok bij verplaatsing van het klemframe in de richting van de positioneeiplaat tegen de druk van het veerorgaan in van de geleidingsstang af wordt gedrukt en als een kracht op het klemframe wordt uitgeoefend om deze van de positioneerplaat af te bewegen het klemblok (16) sterker tegen de geleidingsstang wordt gedrukt en verplaatsing van het klemframe 30 blokkeert. 10 1 6 58 7 -7-

4. Lijmklem volgens een of meer van de voorgaande conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de hefboom (10) zich uitstrekt in de richting en ter hoogte van het been (4) van het klemframe, dat het dichtst bij de positioneerplaat is gelegen, en zich tot voorbij het vrije einde van dit been uitstrekt met een aangrijpdeel (10a), en 5 het onderste been (5) is voorzien van een vaste glijgeleiding (6, 6’) voor de geleidingsstang (2).

5. Lijmklem volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat tussen de beide benen (4, 5) van het klemframe een plaat (18) is aangebracht, die een opening (19) heeft, io waardoor met enige speling de geleidingsstang (2) loopt, welke plaat een langwerpige vorm heeft en los op het onderste been (5) rust.

6. Lijmklem volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de geleidingsstang een in hoofdzaak rechthoekige dwarsdoorsnede heeft. 15

7. Lijmklem volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het klemblok (16), gezien loodrecht op de as (15) hiervan een vierkante dwarsdoorsnede heeft. 1 10 1 6 5 8 7 Lijmklem volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat het klemframe is 20 opgebouwd uit een tweetal, evenwijdig op een afstand van elkaar aangebrachte platen (3a, 3b), die de geleidingsstang (2) met een glijpassing tussen zich insluiten.