NL1016525C2 - Luchtverversingssysteem voor een gebouw, warmte-ge´soleerd kanaal alsmede gebruik daarvan en gebouw voorzien daarvan. - Google Patents

Luchtverversingssysteem voor een gebouw, warmte-ge´soleerd kanaal alsmede gebruik daarvan en gebouw voorzien daarvan. Download PDF

Info

Publication number
NL1016525C2
NL1016525C2 NL1016525A NL1016525A NL1016525C2 NL 1016525 C2 NL1016525 C2 NL 1016525C2 NL 1016525 A NL1016525 A NL 1016525A NL 1016525 A NL1016525 A NL 1016525A NL 1016525 C2 NL1016525 C2 NL 1016525C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
air
building
duct
channel
heat
Prior art date
Application number
NL1016525A
Other languages
English (en)
Inventor
Hendrik Bruining
Jetse Jan Pestoor
Original Assignee
Muelink & Grol Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Muelink & Grol Bv filed Critical Muelink & Grol Bv
Priority to NL1016525A priority Critical patent/NL1016525C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1016525C2 publication Critical patent/NL1016525C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F13/00Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
    • F24F13/02Ducting arrangements
    • F24F13/0263Insulation for air ducts
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F17/00Vertical ducts; Channels, e.g. for drainage
    • E04F17/04Air-ducts or air channels
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F12/00Use of energy recovery systems in air conditioning, ventilation or screening
    • F24F12/001Use of energy recovery systems in air conditioning, ventilation or screening with heat-exchange between supplied and exhausted air
    • F24F12/006Use of energy recovery systems in air conditioning, ventilation or screening with heat-exchange between supplied and exhausted air using an air-to-air heat exchanger
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F13/00Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
    • F24F13/02Ducting arrangements
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F13/00Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
    • F24F13/22Means for preventing condensation or evacuating condensate
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F13/00Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
    • F24F13/22Means for preventing condensation or evacuating condensate
    • F24F2013/221Means for preventing condensation or evacuating condensate to avoid the formation of condensate, e.g. dew
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02BCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO BUILDINGS, e.g. HOUSING, HOUSE APPLIANCES OR RELATED END-USER APPLICATIONS
    • Y02B30/00Energy efficient heating, ventilation or air conditioning [HVAC]
    • Y02B30/56Heat recovery units

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Duct Arrangements (AREA)

Description

Luchtverversingssysteem voor een gebouw, warmte-geïsoleerd kanaal alsmede gebruik daarvan en gebouw voorzien daarvan,
De onderhavige uitvinding heeft volgens een eerste aspect betrekking op een 5 luchtverversingssysteem voor een gebouw omvattende een warmtewisselaar waarop zijn aangesloten: - een luchtafvoerstelsel voor het aan de warmtewisselaar toevoeren van uit het gebouw afkomstige, oude lucht; - een luchtuitblaaskanaal voor het vanaf de warmtewisselaar naar buiten afvoeren 10 van de oude lucht; - een luchtinnamekanaal voor het aan de warmtewisselaar toevoeren van buiten ingenomen verse lucht; - een luchttoevoerstelsel voor het vanaf de warmtewisselaar aan het gebouw toevoeren van de verse lucht; 15 waarbij de warmtewisselaar is ingericht voor het uitwisselen van warmte tussen de oude lucht en verse lucht.
Dergelijke luchtverversingssystemen zijn bekend en vinden veel toepassing in nieuwbouw, alhoewel ze ook in oudbouw toegepast kunnen worden. Dergelijke luchtverversingssystemen worden in het bijzonder bij goed gesloten en bij voorkeur 20 ook goed geïsoleerde gebouwen, zoals woningen, toegepast. Bij dergelijke goed gesloten gebouwen is er vanzelfsprekend een behoefte aan ventilatie, waartoe verse lucht van buitenaf wordt toegevoerd en oude lucht vanuit het gebouw wordt afgevoerd. Teneinde met name onder bij koud weer omstandigheden, zoals bijvoorbeeld in de winter, warmteverliezen tegen te gaan wordt hierbij gebruik gemaakt van een 25 warmtewisselaar, in het bijzonder een warmtewisselaar van het kruisstroomprincipe waarin de oude, af te voeren lucht en de verse lucht in warmte uitwisseling worden gebracht, bij voorkeur zonder met elkaar vermengd te worden. Als warmtewisselaars worden hierbij bijvoorbeeld platenwisselaars gebruikt, waarbij de warmte-uitwisseling plaats vindt via de platen die de verschillende luchtstromen van elkaar gescheiden 30 houden.
Bij dergelijke luchtverversingssystemen doen zich vochtproblemen voor.
De onderhavige uitvinding heeft tot doel het oplossen van dit vochtprobleem.
1016525** 2
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat althans het binnen het ge jouw verlopende deel van het luchtuitblaaskanaal en/of luchtinnamekanaal zijn vervaardigd uit warmte-isolerend polypropyleenschuim. Aanvrager is tot het inzicht gekomen cat de voor de warmtehuishouding als zodanig weinig belangrijke, over het algemeen o\ er de 5 zolder of onder het dak van een gebouw verlopende luchtuitblaaskanalei en luchtinnamekanalen de bron voor dit vochtprobleem zijn en dat dit vochtprol leem oplosbaar is door het luchtuitblaaskanaal en/of luchtinnamekanaal warmte-geïsc leerd uit te voeren. Bij koud weer, bij voorbeeld winterse omstandigheden, zal de verse lucht ten opzichte van het inwendige van het gebouw een relatief lage temperatuur hejben, 10 bij voorbeeld -5°C. Bij conventionele luchtverversingssystemen zal zich dan cp de buitenzijde van het luchtinnamekanaal vocht afzetten ten gevolge van condensvoiming vanuit de relatief warmere in het gebouw hangende lucht op de relatief koude buitenzijde van het luchtinnamekanaal. Een zelfde verschijnsel zal zich voordoen bij het luchtuitblaaskanaal waardoorheen, ten gevolge van het hieraan onttrekken van 15 warmte in de warmtewisselaar, relatief koude lucht stroomt.
Bij een warmte geïsoleerd luchtuitblaaskanaal en/of luchtinnamekanaal kan men bijvoorbeeld denken aan een conventioneel kanaal van kunststof of metaclpijp waaromheen een warmte-isolerend materiaal is aangebracht. Het is volgens de uitvinding echter van groot voordeel wanneer het luchtuitblaaskanaal rn/of 20 luchtinnamekanaal zijn gevormd uit warmte-isolerend materiaal. Dit biedt onder meer als productietechnisch voordeel dat men niet meer een conventionele buis met wai mte-isolerend materiaal hoeft te bekleden, maar dat het desbetreffende kanaal direct uit warmte-isolerend materiaal is vervaardigd. Het is hierbij volgens de uitvinding vïrder van bijzonder voordeel wanneer het luchtuitblaaskanaal en/of luchtinnamekanaa van 25 warmte-isolerend materiaal in wezen zelfdragend is uitgevoerd. In dat geval is het desbetreffende kanaal namelijk geheel uit warmte-isolerend materiaal te vervaardigen en kan van verdere hulpelementen ter versteviging worden afgezien. Dit is bijvoorbeeld te realiseren door het luchtinblaaskanaal respectievelijk luchtinnamekanasl te vervaardigen uit een warmte-isolerend schuim, zoals polypropyleenschuim. De wand 30 van het althans binnen het gebouw verlopende deel van het luchtuitblaaskanaal ;n/of luchtinnamekanaal zal volgens de uitvinding op voordelige wijze uit een waimte-isolerend materiaal zijn gevormd, alhoewel dit eventueel nog wel bekleed kan zijl met bijvoorbeeld een velachtig materiaal teneinde de binnenwand bijvoorbeeld extra glad te 1016525- 3 maken of chemisch beter resistent te maken tegen vervuilingen. Onder een dergelijk velachtig materiaal wordt echter niet verstaan een verstijvende binnenbekleding, zoals bijvoorbeeld een metalen binnenbuis waarom heen het isolatiemateriaal dan zou liggen.
Gebruik van polypropyleenschuim voor de vervaardiging van de 5 kanaalsegmenten heeft een aantal voordelen. Polypropyleenschuim is uit zichzelf dampdicht. Polypropyleenschuim veroudert niet of althans langzaam zodat de kanaalsegmenten een relatief lange levensduur hebben. Polypropyleenschuim is vervaardigingstechnisch gemakkelijk verwerkbaar doordat het niet neigt tot verkleving met de matrijs. Een gevormd product laat zich eenvoudig uit de matrijs lossen. 10 Polypropyleenschuim is iets samendrukbaar, hetgeen mofverbindingen met klempassing voor het onderling verbinden van de kanaalsegmenten mogelijk maakt. Met het oog op een voldoende zelfdragend vermogen verdient het volgens de uitvinding de voorkeur wanneer het polypropyleenschuim een dichtheid van tenminste 40 kg/m3 heeft. De dichtheid van het polypropyleenschuim zal volgens de uitvinding in 15 het bijzonder liggen in het bereik van 50 tot 75 kg/m2, zoals 55 tot 65 kg/m2.
Onder warmte-geïsoleerd kanaal of warmte-isolerend kanaal wordt volgens de uitvinding verstaan een kanaal met een warmte-isolatiewaarde WI waarde groter dan 0,1, in het bijzonder groter dan 0,2 bij 10°C, tussen de binnenzijde en buitenzijde van het kanaal, waarbij WI is bepaald volgens _ wanddikte kanaal _ d waaide wanntegeleidingscoefficient Xbijl0°C 20 met d in meters en λ in W/mK. Oftewel onder warmte-geïsoleerd of warmte-isolerend wordt verstaan een Wlwaarde groter dan 0,1, in het bijzonder groter dan 0,2 bij 10°C.
Volgens een verdere de voorkeur hebbende uitvoeringsvorm is de buitenwand van althans het buiten het gebouw gelegen deel van het luchtuitblaaskanaal en/of luchtinnamekanaal gevormd door een verstevigingshuls van metaal of thermohardende 25 kunststof. Alhoewel ook het binnen het gebouw aanbrengen van een dergelijke verstevigingshuls van nut kan zijn, is dit in het bijzonder van belang bij het buiten het gebouw uitstekende deel van het luchtuitblaaskanaal en/of luchtinnamekanaal. Isolatiemateriaal als zodanig is over het algemeen namelijk niet erg sterk of goed tegen weersinvloeden bestand. Wanneer men het luchtuitblaas- en/of luchtinnamekanaal 30 vervaardigd uit bijvoorbeeld enkel polystyreen en dit zo uit het gebouw zou steken, dan zal dit onder invloed van bijvoorbeeld de wind gemakkelijk af kunnen breken. Binnen 1016525¾ 4 in het gebouw doet zich dit zoals duidelijk moge zijn niet voor en zal een derg ïlijke verstevigingshuls of beschermhuls voornamelijk van nut zijn ter bescherming egen mechanische inwerking, zoals een stootbelasting. Wanneer het luchtuitblaask maal en/of luchtinnamekanaal echter door een in wezen onbelopen zolderruimle of 5 dakruimte verloopt zal in het algemeen versteviging middels een versteviging s- of beschermingshuls niet nodig zijn.
Volgens een tweede aspect heeft de uitvinding betrekking op het gebruik vai een warmtegeïsoleerd kanaal als luchtinnamekanaal of luchtuitblaaskanaal bij een luchtverversingssysteem van een gebouw voor het innemen respectievelijk uitb azen 10 van relatief, ten opzichte van het inwendige van het gebouw, koude lucht.
Volgens een derde aspect heeft de uitvinding betrekking op een luchtinnamekanaal of luchtinnamekanaalsegment bestemd voor een luchtverversingssysteem volgens de uitvinding.
Volgens een vierde aspect heeft de uitvinding betrekking op een 15 luchtuitblaaskanaal of luchtuitblaaskanaalsegment bestemd voor een luchtverversingssysteem volgens de uitvinding.
Volgens een vijfde aspect heeft de uitvinding betrekking op een luchtkuiaal overeenkomstig het luchtuitblaaskanaal of luchtinnamekanaal volgens één der conclusies 2-10 van de aanvrage.
20 De onderhavige uitvinding zal in het navolgende nader worden toegelicht a*n de hand van een tekening. Hierin toont:
Fig. 1 een sterk schematisch doorsnede aanzicht van een gebouw voorzien van een luchtverversingssysteem, zoals een luchtverversingssysteem volgens de uitvinding.
Fig. 2 een perspectivisch aanzicht van een luchtkanaalsegment volgens de 25 uitvinding;
Fig. 3 als detailweergave de verbinding tussen twee schaaldelen uit figuur 2; en
Fig. 4 een schematisch doorsnede aanzicht van het uitlaatdeel van een luchtuitblaaskanaal volgens de uitvinding.
Fig. 1 toont zeer schematisch een weergave van een gebouw 2 voorzien var een 30 luchtverversingssysteem 1, zoals een luchtverversingssysteem volgens de uitvinding. Een dergelijk luchtverversingssysteem bestaat uit een warmtewisselaar 13 van bijvoorbeeld het zogenaamde kruisstroomtype met inwendig een veelheid door bijvoorbeeld platen gescheiden kanalen voor verschillende luchtstromen. Aan deze 1016521 5 warmtewisselaar 13 wordt via een van een luchtinlaat 5 voorzien luchtinnamekanaal 4 verse lucht vanuit de omgeving buiten het gebouw toegevoerd. Deze verse lucht wordt door de warmtewisselaar 13 geleid en via een luchttoevoerstelsel 7,8 en 9 het gebouw ingevoerd. Het luchttoevoerstelsel omvat in de schematische weergave hoofdkanaal 7, 5 verdeelkanaal 8 en een aantal (3 weergegeven) uitblaasmonden 9. Oude lucht wordt via aanzuigmonden 12, verzamelbuis 11 en hoofdafvoerbuis 10 (tezamen het luchtafvoerstelsel genaamd) toegevoerd aan de warmtewisselaar 13 om door de warmtewisselaar 13 te worden gevoerd en via luchtuitblaaskanaal 3 en uiteindelijk de uitlaat 6 daarvan naar de omgeving buiten het gebouw te worden afgevoerd. In de 10 warmtewisselaar 13 wordt aan de oude af te voeren lucht warmte onttrokken ten behoeve van het verwarmen van de verse lucht. De verse lucht en oude lucht worden daarbij in warmteuitwisselend contact met elkaar gebracht, echter bij voorkeur niet met elkaar vermengd. Een dergelijk luchtverversingssysteem 1, dat als zodanig bekend is, is in de praktijk verder veelal ook voorzien van één of meer ventilatoren, bijvoorbeeld een 15 in of bij de warmtewisselaar geplaatste ventilator voor het aanzuigen en het gebouw inblazen van verse lucht en een in of bij de warmtewisselaar geplaatste ventilator voor het vanuit het gebouw aanzuigen en buiten het gebouw uitblazen van oude lucht. Ook verdere ventilatoren kunnen zijn voorzien. Voorts kan zijn voorzien in verwarmingsmiddelen in het bijzonder ten behoeve van het verder verwarmen van de in 20 het gebouw in te blazen verse lucht.
Bij bekende luchtverversingssystemen doen zich in de praktijk vochtproblemen voor. Deze blijken een oorzaak te vinden in condensafzetting aan de buitenzijde van de kanalen 3 en 4. Indien het buiten koud is zal door deze kanalen namelijk ten opzichte van het gebouw relatief koude lucht stromen ten gevolge waarvan de relatief warme 25 lucht in het gebouw neigt tot het afgeven van condenswater op de buitenzijde van die kanalen 3 en 4. De onderhavige uitvinding overkomt nu deze vochtproblemen door de kanalen 3 en/of 4, dat wil zeggen het luchtuitblaaskanaal en/of luchtinnamekanaal, warmte geïsoleerd uit te voeren. Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm als weergegeven in figuur 2, is dit te realiseren door de kanalen 3 en/of 4, althans de 30 binnen het gebouw 2 gelegen gedeelten daarvan, op te bouwen uit warmte-isolerend of warmte geïsoleerd materiaal gevormde of vervaardigde kanaalsegmenten. Volgens een nog verdere uitvoeringsvorm zijn deze kanaalsegmenten schaalvormig uitgevoerd, zoals specifiek in figuur 2 is aangeduid. Kanaalsegmenten, zoals de in figuur 2 1016525 6 weergegeven, uit schaaldelen opgebouwde tweedelige kanaalsegmenten evenals ook buisvormige, uit een stuk vervaardigde, eendelige kanaalsegmenten, kunnen in mallen worden vervaardigd uit bijvoorbeeld polystyreenschuim of polypropyleenschuim. In geval van uit polypropyleenschuim gevormde tweedelige kanaalsegmenten, z^als 5 bijvoorbeeld in Fig. 2 afgebeeld, laten de schaaldelen zich onderling verbindirgen door, zoals met de pijl aangeduid de langsranden 16, 18 tegen elkaar te plaatsen en de langsranden daarna of daarvoor te verwarmen of verhitten, bijvoorbeeld met hete lacht, zodat een versmelting, als het ware een verlijming, en daarmee een zeer betrouwbare, luchtdichte verbinding ontstaat. Het aldus verkregen samengevoegde tweedelige 10 kanaalsegment is in wezen hetzelfde als, althans gelijkwaardig aan, een direct uit een stuk vervaardigd eendelige kanaalsegment in het bijzonder in het geval dat ze uit polypropyleenschuim vervaardigd zijn. De keuze tussen een uit een stuk vervaart igd eendelig kanaalsegment of een uit twee schaaldelen samengesteld tweedelig kanaalsegment zal in hoofdzaak door kostenoverwegingen bepaald worden. 2en 15 eendelig kanaalsegment vergt een complexere en dus duurdere matrijs als een uit t vee identieke schaaldelen opgebouwd kanaalsegment. Een uit twee schaaldelen opgebouwd kanaalsegment zal verdere assemblagehandelingen en dus verdere assemblageko; ten met zich meebrengen, terwijl de voor opslag benodigde ruimte, en dus de daaiaan verbonden kosten, weer geringer zullen zijn. De vervaardigde aantallen zullen bij de 20 keuze uiteraard ook een rol spelen.
Het in figuur 2 getoonde kanaalsegment bestaat uit twee onderling identieke half cylindervormige schalen 15, waarvan de ene langsrand 16 een langsgroef 17 heef en waarvan de andere langsrand 18 een langsribbe 19 heeft. De langsribbe 19 en langsgroef 17 zijn in wezen complementair gevormd, zodanig dat de ribben 19 vai de 25 langsrand 18 van één schaaldeel in de groef 17 van de langsrand 16 van een aider schaaldeel past. Aldus is een in wezen luchtdicht en bij voorkeur enigszins klemmeide verbinding te verkrijgen, welke in detail in fig. 3 is weergegeven. Door rondom tot een kanaalsegment samengevoegde schaaldelen een band van bijvoorbeeld een kleefbandtape, aan te brengen, en/of de schaaldelen met lijm te verbinden, kan nader 30 verzekerd worden dat de schaaldelen stevig bijeen gehouden worden. Ingeval de schaaldelen uit polypropyleenschuim zijn vervaardigd, is zoals gezegd een zeer sterke verkleving te realiseren door behandeling van het samengevoegde geheel met hete lucht. Teneinde gemakkelijk een aantal op één volgende kanaalsegmenten met elkaar te HO 1C: 7 kunnen verbinden is het van voordeel wanneer het ene eind van een kanaalsegment is voorzien van een geïntegreerd hiermee gevormde verbrede mof waarin het andere eind van een ander kanaalsegment gestoken kan worden. De verbrede mof 20 kan eventueel geheel worden weggelaten daar de opeenvolgende kanaalsegmenten ook middels tape 5 onderling in lengterichting koppelbaar zijn. Het zal echter duidelijk zijn dat een dergelijke verbrede mof 20 het onderling in lengterichting koppelen van kanaalsegmenten makkelijker maakt. In plaats van de mof 20 met een kanaalsegment te integreren is het ook mogelijk om de mof 20 als afzonderlijk onderdeel ter beschikking te stellen. In een dergelijk geval zal vanaf weerszijden een kanaalsegment in de mof 10 gestoken worden. Ingeval van een kanaalsegment van polypropyleenschuim, dat is opgebouwd uit twee schaaldelen of uit een geheel is gevormd, kan een mof, zowel de geïntegreerde versie als afgebeeld in Fig. 2 als de afzonderlijke versie, met klempassing worden toegepast. Een dergelijke klempassing levert op eenvoudige en betrouwbare wijze een luchtdichte verbinding. Een dergelijke klempassing is bovendien eenvoudig 15 te realiseren door de inwendige afmeting(en) van de mof en de uitwendige afmeting(en) van het daarin te steken deel van het kanaalsegment te vervaardigen met elkaar als het ware overlappende vervaardigingstoleranties. In plaats van de klempassing of in aanvulling op de klempassing kan de mofVerbinding eventueel gefixeerd worden door behandeling met warmte/hitte, zoals met hete lucht, hetgeen 20 verkleving bewerkstelligt.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm is het kanaalsegment volgens fig. 2 en 3 geheel en uitsluitend gemaakt uit geëxpandeerd polystyreenschuim. Het gebruikte polystyreenschuim heeft bij 10°C een warmtegeleidingscoëfficiënt λ = 0,031 - 0,036 W/mK.
25 Bij proeven is gebleken, dat de vochtproblemen zich al aanzienlijk laten verminderen tot zelfs volledig opheffen bij wanddiktes vanaf ongeveer 10 mm. Hieruit volgt dat in ruimere zin het luchtuitblaaskanaal en/of luchtinnamekanaal bij voorkeur zodanig warmte-geïsoleerd is, dat voor de Wlwaarde geldt: 1 01 6525"» 30 Weliswaar minder goede, maar wel het vochtprobleem al behoorlijk overkomende
_ wanddikte mfK
vvlWaarde χ ^ 8 m2jr resultaten zijn te verkrijgen bij een WIwaarde > 0,1- meer in het bijzondei een
W
WIwaarde >0,2 m2 K/W.
Volgens een verdere voordelige uitvoeringsvorm is het kanaalsegment volgens Fig. 2 en 3 geheel en uitsluitend gemaakt uit polypropyleenschuim met een dichtheid in 5 het bereik van 55 tot 65 kg/m3, zoals ongeveer 60 kg/m3.
Figuur 4 toont een uitlaatmondstuk 6 volgens de uitvinding voor een luchtuitblaaskanaal 3 al dan niet volgens de uitvinding. Het luchtuitblaasmondstuk 6 is gevormd uit polystyreenschuim of polypropyleenschuim 21. Zoals bij uitlaatmondstukken niet ongebruikelijk is, is hierin een verbreding 22 gevo md. 10 Teneinde het uitlaatmondstuk 6 van een polystyreen of polypropyleenschuim togen bijvoorbeeld stuk waaien te beschermen, is dit uitlaatmondstuk 6 overeenkomsti g de uitvinding aan de buitenzijde voorzien van een verstijvingshuls 23. Deze verstijvingshuls 23 is opgebouwd uit een breed hulsdeel 24, een smaller hulsdeel 25 en een daartussen gelegen ring 26. De huls 24, huls 25 en ring 26 kunnen als één 15 geïntegreerd geheel zijn gevormd of tot een geïntegreerd geheel zijn gevormd. Hït is echter ook denkbaar dat dit drie afzonderlijke onderdelen zijn die min of meer los tegen elkaar aan liggen. De hulzen 24, 25 kunnen zijn vervaardigd uit een metaal, zoals aluminium, of uit een kunststof zoals bijvoorbeeld een harde PVC. Als zodanig zijn dergelijke materialen op het gebied van luchtdoorvoeren algemeen bekend. Het 20 uitlaatmondstuk 6 kan via ring 26 op een opstand 27 aan het dak of aan de dakbedekking zijn afgesteund. Het mondstuk 6 kan vanaf de binnenzijde van het gebouw middels een montagering 28 en montagebeugel 29 aan het gebouw zijn bevestigd.
Teneinde ijsvorming tegen te gaan is het volgens de uitvinding van voordeel wanneer 25 over de uitlaatmonding een kap 30 wordt geplaatst, waarvan het benedenvlak tenmi iste gedeeltelijk naar beneden toe taps toelopend is uitgevoerd. De tapsheid zorgt er daarbij voor dat aan de onderzijde tegen de kap 30 aanslaand condens naar binnen wordt teruggevoerd, al dan niet naar het centrum van de kap 30. Vanuit het uit polystyreenschuim of prolypolyleenschuim vervaardigde brede pijpdeel 33 steekt een 30 pijpdeel 31 van kunststof of metaal omhoog, dat via een condensopvangschaal 34 op de bovenrand van het brede pijpdeel 33 afsteekt. Aan de onderzijde van het pijpdeé 31 zijn ter hoogte van de onderzijde van de schaal 34 sleuven in het pijpdeel 31 gevo:md 1016525 9 om opgevangen condens terug het brede pijpdeel 33 in te kunnen leiden. Rondom de uitstroommonding 35 is nog een zogenaamde windring 36 geplaatst. Wat betreft een dergelijk uitstroommondstuk met condensopvangschaal kan voor nader begrip en nadere uitleg nog worden verwezen naar de Europese octrooiaanvrage 0 679 841 van 5 aanvraagster. Een dergelijk uitstroommondstuk met condensopvangschaal kan ook bij luchtafvoersystemen in meer algemene zin worden toegepast, bijvoorbeeld bij al uit de stand van de techniek bekende luchtafvoersystemen, en kan daarom ook als uitvinding op zichzelf worden gezien.
101RR9

Claims (14)

1. Luchtverversingssysteem voor een gebouw, omvattende een warmtewisselaar waarop zijn aangesloten: 5. een luchtafVoerstelsel voor het aan de warmtewisselaar toevoeren van uit het gebouw afkomstige, oude lucht; een luchtuitblaaskanaal voor het vanaf de warmtewisselaar naar buiten afvo aren van de oude lucht; een luchtinnamekanaal voor het aan de warmtewisselaar toevoeren van buten 10 ingenomen verse lucht; een luchttoevoerstelsel voor het vanaf de warmtewisselaar aan het gebouw toevoeren van de verse lucht; waarbij de warmtewisselaar is ingericht voor het uitwisselen van warmte tu isen de oude lucht en verse lucht; 15 met het kenmerk, dat althans het binnen het gebouw verlopende deel van het luchtuitblaaskanaal ea/of luchtinnamekanaal zijn vervaardigd uit warmte-isolerend polypropyleenschuim.
2. Luchtverversingssysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het luchtuitblaaskanaal en/of luchtinnamekanaal van warmte-isolerend 20 polypropyleenschuim in wezen zelfdragend is uitgevoerd.
3. Luchtverversingssysteem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de binnenwand van dat althans binnen het gebouw verlopende deel van het luchtuitblaaskanaal en/of luchtinnamekanaal van warmte-isoleiend polypropyleenschuim is bekleed met een velachtig materiaal.
4. Luchtverversingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het polypropyleenschuim een dichtheid van tenminste 40 kg/m3 heeft.
5. Luchtverversingssysteem volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het polypropyleenschuim een dichtheid in het bereik van 50 to 75 kg/m3, bij voorkeur in het bereik van 55 tot 65 kg/, m3, heeft.
6. Luchtverversingssysteem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de buitenwand van althans het buiten het gebouw gelegen deel van het luchtuitblaaskanaal en/of luchtinnamekanaal is gevormd door een verstevigingshuls van metaal of thermohardende kunststof. 1016525"·
7. Luchtverversingssysteem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het luchtuitblaaskanaal of luchtinnamekanaal één of meer kanaalsegmenten omvatten respectievelijk omvat, die per segment zijn opgebouwd uit twee schaaldelen die tot een kanaalsegment zijn samen te voegen door de langsranden 5 van de schaaldelen tegen elkaar te plaatsen.
8. Luchtverversingssysteem volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de langsranden van onderling parende messing en groef zijn voorzien.
9. Luchtverversingssysteem volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de twee schaaldelen van één of meer van die segmenten onderling identiek zijn 10 uitgevoerd.
10. Luchtinnamekanaal of luchtinnamekanaalsegment bestemd voor een luchtverversingssysteem volgens één der conclusies 1-9.
11. Luchtuitblaaskanaal of luchtuitblaaskanaalsegment bestemd voor een luchtverversingssysteem volgens één der conclusies 1-9
12. Luchtkanaal overeenkomstig het luchtuitblaaskanaal of luchtinnamekanaal volgens één der conclusies 1-9.
13. Gebouw voorzien van een luchtverversingssysteem volgens een der conclusies 1-9.
14. Gebruik van een uit warmte-isolerend polypropyleenschuim vervaardigd 20 kanaal als luchtinnamekanaal en/of luchtuitblaaskanaal bij een luchtverversingssysteem van een gebouw voor het innemen respectievelijk uitblazen van relatief, ten opzichte van het inwendige van het gebouw, koude lucht. B016525
NL1016525A 1999-11-01 2000-11-01 Luchtverversingssysteem voor een gebouw, warmte-ge´soleerd kanaal alsmede gebruik daarvan en gebouw voorzien daarvan. NL1016525C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016525A NL1016525C2 (nl) 1999-11-01 2000-11-01 Luchtverversingssysteem voor een gebouw, warmte-ge´soleerd kanaal alsmede gebruik daarvan en gebouw voorzien daarvan.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1013447 1999-11-01
NL1013447 1999-11-01
NL1016525 2000-11-01
NL1016525A NL1016525C2 (nl) 1999-11-01 2000-11-01 Luchtverversingssysteem voor een gebouw, warmte-ge´soleerd kanaal alsmede gebruik daarvan en gebouw voorzien daarvan.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1016525C2 true NL1016525C2 (nl) 2001-05-02

Family

ID=26643079

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1016525A NL1016525C2 (nl) 1999-11-01 2000-11-01 Luchtverversingssysteem voor een gebouw, warmte-ge´soleerd kanaal alsmede gebruik daarvan en gebouw voorzien daarvan.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1016525C2 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2019142129A1 (en) 2018-01-17 2019-07-25 Zehnder Group International Ag Tube element made of expanded polymer
US10921038B2 (en) 2014-12-30 2021-02-16 Carrier Corporation Access panel

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US10921038B2 (en) 2014-12-30 2021-02-16 Carrier Corporation Access panel
WO2019142129A1 (en) 2018-01-17 2019-07-25 Zehnder Group International Ag Tube element made of expanded polymer

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7410416B2 (en) Plastic HVAC component system and method for installing the same
US20070298702A1 (en) Vehicle air-conditioning systems
US6910253B2 (en) Method of construction of an insulating air conduit
IT8323761A1 (it) Impianto per il condizionamento di un ambiente
NL1016525C2 (nl) Luchtverversingssysteem voor een gebouw, warmte-ge´soleerd kanaal alsmede gebruik daarvan en gebouw voorzien daarvan.
US20070272320A1 (en) Reusable duct wrap
IT201800003296A1 (it) Apparecchiatura di raffreddamento
JPH0670528B2 (ja) ソーラーシステムハウス
RU72247U1 (ru) Система для удаления снега и наледи с крыш зданий
CZ308562B6 (cs) Větrací jednotka pro zpětné získávání tepla
EP0490960B1 (en) Filtering unit for cleaning supply air
FI83698B (fi) Anordning foer klimatisering av rum.
US445486A (en) andeews
CN100373097C (zh) 天窗型空调机
GB2043148A (en) Support beam and method of assembly: solar heating systems
JPH07122353B2 (ja) 融雪装置を備えた膜構造物
FI105500B (fi) Laitteisto rakenteiden kuivaamiseksi
JPH0518071A (ja) マルチソーラーシステム及びそれを備えた建物
JPH09178240A (ja) 換気兼熱交換装置
JP3399693B2 (ja) 空気調和装置
RU2036391C1 (ru) Устройство для вентиляции помещения
JPH0225067Y2 (nl)
NL9100101A (nl) Ventilatie-inrichting.
CZ33650U1 (cs) Větrací jednotka pro zpětné získávání tepla
JPH0533529A (ja) 融雪用温風吹出口

Legal Events

Date Code Title Description
PD2A A request for search or an international type search has been filed
RD1A Patents in respect of which a request for advice has been filed

Effective date: 20110609

RD1N Patents in respect of which a request for novelty search has been filed

Effective date: 20001102

RD2A Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (for advice)

Effective date: 20111004

MK Patent expired because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20201031