NL1016239C2 - Brandstofafgifte-inrichting. - Google Patents

Brandstofafgifte-inrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL1016239C2
NL1016239C2 NL1016239A NL1016239A NL1016239C2 NL 1016239 C2 NL1016239 C2 NL 1016239C2 NL 1016239 A NL1016239 A NL 1016239A NL 1016239 A NL1016239 A NL 1016239A NL 1016239 C2 NL1016239 C2 NL 1016239C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
fuel
tank
pump
electric
valve
Prior art date
Application number
NL1016239A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1016239A1 (nl
Inventor
Ronald Herman Roche
Original Assignee
Walbro Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Walbro Corp filed Critical Walbro Corp
Publication of NL1016239A1 publication Critical patent/NL1016239A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1016239C2 publication Critical patent/NL1016239C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F02COMBUSTION ENGINES; HOT-GAS OR COMBUSTION-PRODUCT ENGINE PLANTS
    • F02MSUPPLYING COMBUSTION ENGINES IN GENERAL WITH COMBUSTIBLE MIXTURES OR CONSTITUENTS THEREOF
    • F02M37/00Apparatus or systems for feeding liquid fuel from storage containers to carburettors or fuel-injection apparatus; Arrangements for purifying liquid fuel specially adapted for, or arranged on, internal-combustion engines
    • F02M37/04Feeding by means of driven pumps
    • F02M37/08Feeding by means of driven pumps electrically driven
    • F02M37/10Feeding by means of driven pumps electrically driven submerged in fuel, e.g. in reservoir
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F02COMBUSTION ENGINES; HOT-GAS OR COMBUSTION-PRODUCT ENGINE PLANTS
    • F02DCONTROLLING COMBUSTION ENGINES
    • F02D19/00Controlling engines characterised by their use of non-liquid fuels, pluralities of fuels, or non-fuel substances added to the combustible mixtures
    • F02D19/02Controlling engines characterised by their use of non-liquid fuels, pluralities of fuels, or non-fuel substances added to the combustible mixtures peculiar to engines working with gaseous fuels
    • F02D19/021Control of components of the fuel supply system
    • F02D19/022Control of components of the fuel supply system to adjust the fuel pressure, temperature or composition
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F02COMBUSTION ENGINES; HOT-GAS OR COMBUSTION-PRODUCT ENGINE PLANTS
    • F02MSUPPLYING COMBUSTION ENGINES IN GENERAL WITH COMBUSTIBLE MIXTURES OR CONSTITUENTS THEREOF
    • F02M21/00Apparatus for supplying engines with non-liquid fuels, e.g. gaseous fuels stored in liquid form
    • F02M21/02Apparatus for supplying engines with non-liquid fuels, e.g. gaseous fuels stored in liquid form for gaseous fuels
    • F02M21/0218Details on the gaseous fuel supply system, e.g. tanks, valves, pipes, pumps, rails, injectors or mixers
    • F02M21/0221Fuel storage reservoirs, e.g. cryogenic tanks
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F02COMBUSTION ENGINES; HOT-GAS OR COMBUSTION-PRODUCT ENGINE PLANTS
    • F02MSUPPLYING COMBUSTION ENGINES IN GENERAL WITH COMBUSTIBLE MIXTURES OR CONSTITUENTS THEREOF
    • F02M21/00Apparatus for supplying engines with non-liquid fuels, e.g. gaseous fuels stored in liquid form
    • F02M21/02Apparatus for supplying engines with non-liquid fuels, e.g. gaseous fuels stored in liquid form for gaseous fuels
    • F02M21/0218Details on the gaseous fuel supply system, e.g. tanks, valves, pipes, pumps, rails, injectors or mixers
    • F02M21/0245High pressure fuel supply systems; Rails; Pumps; Arrangement of valves
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F02COMBUSTION ENGINES; HOT-GAS OR COMBUSTION-PRODUCT ENGINE PLANTS
    • F02DCONTROLLING COMBUSTION ENGINES
    • F02D19/00Controlling engines characterised by their use of non-liquid fuels, pluralities of fuels, or non-fuel substances added to the combustible mixtures
    • F02D19/02Controlling engines characterised by their use of non-liquid fuels, pluralities of fuels, or non-fuel substances added to the combustible mixtures peculiar to engines working with gaseous fuels
    • F02D19/026Measuring or estimating parameters related to the fuel supply system
    • F02D19/027Determining the fuel pressure, temperature or volume flow, the fuel tank fill level or a valve position
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F02COMBUSTION ENGINES; HOT-GAS OR COMBUSTION-PRODUCT ENGINE PLANTS
    • F02MSUPPLYING COMBUSTION ENGINES IN GENERAL WITH COMBUSTIBLE MIXTURES OR CONSTITUENTS THEREOF
    • F02M37/00Apparatus or systems for feeding liquid fuel from storage containers to carburettors or fuel-injection apparatus; Arrangements for purifying liquid fuel specially adapted for, or arranged on, internal-combustion engines
    • F02M37/04Feeding by means of driven pumps
    • F02M37/08Feeding by means of driven pumps electrically driven
    • F02M2037/085Electric circuits therefor
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F02COMBUSTION ENGINES; HOT-GAS OR COMBUSTION-PRODUCT ENGINE PLANTS
    • F02MSUPPLYING COMBUSTION ENGINES IN GENERAL WITH COMBUSTIBLE MIXTURES OR CONSTITUENTS THEREOF
    • F02M21/00Apparatus for supplying engines with non-liquid fuels, e.g. gaseous fuels stored in liquid form
    • F02M21/02Apparatus for supplying engines with non-liquid fuels, e.g. gaseous fuels stored in liquid form for gaseous fuels
    • F02M21/0203Apparatus for supplying engines with non-liquid fuels, e.g. gaseous fuels stored in liquid form for gaseous fuels characterised by the type of gaseous fuel
    • F02M21/0209Hydrocarbon fuels, e.g. methane or acetylene
    • F02M21/0212Hydrocarbon fuels, e.g. methane or acetylene comprising at least 3 C-Atoms, e.g. liquefied petroleum gas [LPG], propane or butane
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F02COMBUSTION ENGINES; HOT-GAS OR COMBUSTION-PRODUCT ENGINE PLANTS
    • F02MSUPPLYING COMBUSTION ENGINES IN GENERAL WITH COMBUSTIBLE MIXTURES OR CONSTITUENTS THEREOF
    • F02M21/00Apparatus for supplying engines with non-liquid fuels, e.g. gaseous fuels stored in liquid form
    • F02M21/02Apparatus for supplying engines with non-liquid fuels, e.g. gaseous fuels stored in liquid form for gaseous fuels
    • F02M21/0218Details on the gaseous fuel supply system, e.g. tanks, valves, pipes, pumps, rails, injectors or mixers
    • F02M21/023Valves; Pressure or flow regulators in the fuel supply or return system
    • F02M21/0242Shut-off valves; Check valves; Safety valves; Pressure relief valves
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02TCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO TRANSPORTATION
    • Y02T10/00Road transport of goods or passengers
    • Y02T10/10Internal combustion engine [ICE] based vehicles
    • Y02T10/30Use of alternative fuels, e.g. biofuels

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Oil, Petroleum & Natural Gas (AREA)
  • Cooling, Air Intake And Gas Exhaust, And Fuel Tank Arrangements In Propulsion Units (AREA)
  • Output Control And Ontrol Of Special Type Engine (AREA)
  • Electrical Control Of Air Or Fuel Supplied To Internal-Combustion Engine (AREA)
  • Fuel-Injection Apparatus (AREA)

Description

Brandstofafgifte-inrichting
De onderhavige uitvinding heeft in zijn algemeenheid betrekking op een brandstofafgifte-inrichting, zoals brandstof systemen voor voertuigen en meer in het bijzonder op een brandstofafgifte-inrichting welke gebruik 5 maakt van twee drukbronnen voor de afgifte van brandstof.
Voertuigen welke hedentendage gebruikt worden kunnen aangedreven worden door een breed gebied van brandstoffen zoals geloode en ongeloode benzine, dieselbrand-stof, methaan en propaan, om er maar enkele te noemen. Wat 10 voor brandstof er ook gebruikt wordt om een voertuig aan te drijven, het brandstofsysteem van het voertuig is specifiek ontworpen om continu brandstof te leveren voor de bevredigende werking van de motor. De brandstofsystemen voor de verschillende brandstoffen kan verschillen van 15 elkaar om rekening te houden met de verschillende eigenschappen van de verschillende brandstoffen.
Zo gebruiken bijvoorbeeld sommige benzinebrand-stofsystemen, zoals die welke gebruikt worden om brandstof aan marinemotoren af te geven, een lagedrukbrandstofpomp 2 0 aangebracht in de brandstoftank om brandstof af te geven aan een hogedrukpomp benedenstrooms ten opzichte van de brandstoftank, die de druk van de brandstof verder opvoert voor afgifte aan de motor. In sommige brandstofafgifte-inrichtingen kunnen meer dan twee brandstofpompen gebruikt 25 worden om brandstof te verschaffen aan de motor. Typisch, 101 62 39' 2 wordt tenminste één van de brandstofpompen electrisch aangestuurd waardoor de vermogensvraag op het electrische systeem van het voertuig toeneemt. Verder kunnen, onder tenminste sommige operationele condities van een voertuig, 5 minder dan alle brandstofpompen in het brandstofsysteem nodig zijn om aan de brandstofvraag van de motor te voldoen, en verschaft op deze wijze de werking van alle brandstofpompen onnodige, overvloedige brandstoftoevoer.
Bij propaanbrandstofsystemen is de druk van het 10 propaan in de tank voldoende om bij de meeste werkingstemperaturen een propaanhoeveelheid onder druk af te geven vanuit de tank naar de motor voor een bevredigende werking van de motor. De druk van propaan neemt echter dramatisch af bij lage temperaturen en bij ongeveer -40°F kan, voor 15 sommige kwaliteiten propaan, de druk ongeveer 0 PSI naderen. Op deze wijze kan, gedurende deze zeer lage druk-condities in de propaantank, de toevoer van propaan naar de motor ernstig gereduceerd zo niet beëindigd worden, waardoor de werking van de motor nadelig beïnvloed wordt.
20 Een brandstofafgifte-inrichting wordt verschaft die selectief twee drukbronnen bestuurt om brandstof af te geven vanuit een tank naar de motor voor verbruik door de motor. De uitvinding betreft daartoe een brandstofafgifte-inrichting, omvattende: 25 een brandstoftank geconstrueerd om een voorraad brandstof te bevatten; een electrische brandstofpomp met een inlaat waardoor brandstof gehaald wordt uit de brandstoftank, een uitlaat waardoor brandstof onder druk afgegeven wordt voor 30 afgifte naar een motor, en welke electrische brandstofpomp schakelbaar is tussen aan- en uit-toestanden waarin, wanneer aan, de electrische brandstofpomp brandstof af-geeft vanuit zijn uitlaat en wanneer uit, de electrische brandstofpomp geen brandstof afgeeft vanuit zijn uitlaat; 35 een eerste fluïdumleiding welke in verbinding staat met de uitlaat van de electrische brandstofpomp en waardoor brandstof afgeleverd wordt buiten de tank aan de 1016239 3 motor; met het kenmerk, dat de electrische brandstof-pomp aangebracht is binnen de brandstoftank, en dat de brandstofafgifte-inrichting verder omvat: 5 een tweede fluidumleiding in de brandstoftank en in verbinding met de eerste fluidumleiding benedenstrooms ten opzichte van de uitgang van de electrische brandstof-pomp en met het binnenste van de brandstoftank voor het verschaffen van brandstof van de brandstoftank door de 10 eerste fluidumleiding naar de motor, onafhankelijk van de electrische brandstofpomp; een terugslagklep in de tweede fluidumleiding, omvattende een klemkop welke meegevend voorbelast aangebracht is tegen de zitting van de klep in een gesloten 15 positie om de stroom van brandstof door de tweede leiding in de brandstoftank te voorkomen wanneer de electrische brandstofpomp in werking is om brandstof te leveren door de eerste fluidumleiding aan de motor en welke verplaatsbaar is van de zitting van de klep naar een open positie 20 zodat brandstof uit de tank door de tweede fluidumleiding kan stromen in de eerste f luidumleiding en naar de in werking zijnde motor wanneer de electrische pomp niet in werking is en de druk in de brandstoftank groter is dan de druk in de tweede fluidumleiding; en 25 een besturingseenheid welke in verbinding staat met de electrische brandstofpomp en bedienbaar om de toestand van de brandstofpomp te veranderen tussen zijn aan- en uit-toestanden waarbij, wanneer de uitvoer noodzakelijk is door de eerste fluidumleiding om brandstof te 30 leveren aan de motor, de besturingseenheid de electrische brandstofpomp aanzet en wanneer de uitvoer van de electrische brandstofpomp niet noodzakelijk is, de besturingseenheid de electrische brandstofpomp uitschakelt en brandstof uit de brandstoftank door de tweede f luidumleiding, langs 35 de terugslagklep en door de eerste fluidumleiding stroomt naar de werkende motor.
De brandstofafgifte-inrichting volgens de uit- f Ö 1 O £ 0 g) 4 vinding heeft een paar brandstofaanvoerkanalen waardoor brandstof afgegeven kan worden vanuit de tank naar een hoofdbrandstoftoevoerleiding voor afgifte aan de motor. Eén brandstofkanaal staat in verbinding met een uitlaat 5 van een brandstofpomp aangebracht binnen de brandstoftank. Het tweede brandstofkanaal staat brandstof toe uit de tank te stromen in de hoofdbrandstofaanvoerleiding onafhankelijk van de brandstofpomp binnenin de tank. Bij voorkeur is een klep aangebracht in de tweede brandstofkanaal om 10 selectief een brandstofstroom toe te staan door de tweede brandstofkanaal. De brandstofafgifte-inrichting heeft ook een besturingseenheid die selectief vermogen toevoert aan de brandstofpomp, zodat de brandstofpomp in de brandstoftank alleen werkt wanneer het noodzakelijk is om brandstof 15 af te geven vanuit de tank.
In één uitvoeringsvorm gebruikt een propaan-brandstofinrichting een pomp in een propaantank om propaan af te geven onder druk aan de motor wanneer de druk in de tank onvoldoende is om een voldoende hoeveelheid propaan 2 0 af te geven aan de motor. Bij voorkeur staat een tempera-tuursensor in de propaantank in verbinding met de besturingseenheid zodat wanneer de temperatuur in de tank onder een van te voren bepaalde drempelwaarde is, welke correspondeert met een drempelwaarde van de druk in de tank, de 2 5 besturingseenheid de pomp kan activeren om de stroom van propaan uit de tank aan te vullen of in zijn geheel te leveren voor afgifte naar de motor. Tegengesteld is, wanneer de propaantanktemperatuur boven de drempelwaarde-temperatuur is, de druk in de tank voldoende om propaan op 3 0 een voldoende hoeveelheid en druk aan de motor te ver schaffen onafhankelijk van de pomp. Op deze wijze wordt het vermogen afgegeven aan de pomp afgesloten door de besturingseenheid om de pomp uit te schakelen. Dit reduceert de vraag voor electrisch vermogen van het brandstof-35 systeem en verlengt de in-service levensduur van de pomp.
In een andere uitvoeringsvorm levert een hoge-drukbrandstofpomp benedenstrooms ten opzichte van de 1016239 5 brandstoftank brandstof onder druk voor gebruik door de motor, en is het de hoofdzakelijke bron van brandstof naar de motor. Een tweede pomp aangebracht binnen de brandstoftank van een voertuig kan gebruikt worden om brandstof te 5 verschaffen vanuit de brandstoftank naar de hogedrukbrand-stofpomp, en is bij voorkeur alleen in gebruik gedurende het opstarten van de motor om de tijd te reduceren die nodig is om het brandstofsysteem te vullen met brandstof. Daarna kan de brandstofpomp gedeactiveerd worden waarbij 10 met de primaire brandstofpomp brandstof direct vanuit de brandstoftank onttrokken kan worden voor afgifte aan de motor. De primaire brandstofpomp kan van elk willekeurig soort zijn inclusief mechanische of electrische brandstof-pompen. De secundaire, vullende brandstofpomp is bij 15 voorkeur electrisch en wordt selectief geactiveerd door een besturingseenheid die selectief electrisch vermogen levert aan de pomp. Bij voorkeur kan de secundaire brandstofpomp gebruikt worden om op te starten, op te warmen en initiële werking van de motor te faciliteren'en kan daarna 20 gedeactiveerd om electrische vraag van het brandstofsysteem te reduceren en de inservice-levensduur van de secundaire brandstof te verlengen.
Doelen, kenmerken en voordelen van deze uitvinding omvatten het verschaffen van een brandstofafgifte-25 inrichting die: op efficiënte wijze brandstof toevoert aan een motor door middel van twee drukbronnen; de electrische vermogensvraag van het brandstofsysteem reduceert; de levensduur van een brandstofpomp verlengt en selectief de brandstofpomp in de brandstoftank bedient; een adequate 30 brandstoftoevoer naar de motor verzekert; het vullen en het initiële werking van een voertuigbrandstofinrichting verbetert; gebruikt kan worden met substantieel elk type brandstof omvattende, maar niet beperkt tot, propaan, diesel en benzinebrandstoffen; van een relatief eenvoudig 35 ontwerp is en economisch te maken is en samen te stellen is; betrouwbaar is; duurzaam is en een lange en nuttige gebruikslevensduur heeft.
1018239 6
Deze en andere doelen, kenmerken en voordelen van de uitvinding zullen duidelijk worden uit de volgende gedetailleerde beschrijving van de voorkeursuitvoeringsvormen en optimale uitvoeringsvorm, aanhangende conclu-5 sies, en begeleidende figuren waarin: figuur 1 een schematische aanblik is van de brandstofafgifte-inrichting volgens een eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, figuur 2 een schematische aanblik is van een 10 brandstofafgifte-inrischting volgens een tweede uitvoe ringsvorm van de onderhavige uitvinding, en figuur 3 een grafiek is van propaandruk versus temperatuur.
Refererend in meer detail naar de tekening, 15 illustreert figuur 1 een brandstofafgifte-inrichting 10 die propaan onder druk verschaft vanuit een brandstoftank 12 naar een motor 14. Propaan wordt afgegeven vanaf de tank 12 aan de hoofdbrandstoftoevoerleiding 16 door ofwel een brandstofpomp 18 binnen in de tank 12 ofwel door de 2 0 interne fluïdumdruk binnen de tank 12. De brandstofpomp 18 werkt bij voorkeur alleen wanneer de interne fluïdumdruk binnen de brandstoftank 12 onvoldoende is om een bevredigende fluïdumstroomhoeveelheid en/of druk te verschaffen naar de motor 14. Een besturingseenheid 20 welke in wer- 2 5 king treedt bij lage druktoestanden in de tank 12 bestuurt de werking van de pomp 18.
De pomp 18 in de brandstoftank wordt bij voorkeur aangedreven door een electrische motor 22 en kan van substantieel elk soort zijn die in staat is om propaan te 3 0 trekken in een inlaat 24, de druk van het propaan met een pompmechanisme 26 te verhogen, en om propaan af te geven onder druk vanuit zijn uitlaat 28 voor afgifte aan de motor 14. Een filter 30 onmgeeft bij voorkeur de pompin-laat 24 om onzuiverheden te verwijderen uit de brandstof 35 voor het in de pomp 18 getrokken wordt.
Een eerste fluïdumkanaal 32 verbindt de uitlaat 2 8 van de brandstofpomp 18 met de hoofdbrandstof toevoer- 1016239 7 leiding 16 waardoor propaan afgegeven wordt aan de motor 14. Een tweede fluidumkanaal 34 stroomt uit in de tank 12 en verbindt fluïdum binnen in de tank 12 met de hoofd-brandstoftoevoerleiding 16. Een terugslagklep 36 is bij 5 voorkeur aangebracht in het tweede fluïdumkanaal om de stroming van brandstof vanuit de tank 12 naar de hoofdbrandstof toevoerleiding 16 mogelijk te maken wanneer de druk in de tank 12 boven een drempeldruk is die voldoende is om de klep 36 te openen. De klep 36 voorkomt een tegen-10 gestelde stroming van fluïdum vanuit de hoofdbrandstof- toevoerleiding 16 naar de brandstoftank 12. Bij voorkeur omvat de klep 3 6 een klepkop welke voorbelast is door een veer 39 op een klepzitting 40 zoals in een conventionele terugslagklep. Bij voorkeur heeft de brandstofpomp 18 ook 15 ofwel een interne terugslagklep of een terugslagklep benedenstrooms ten opzichte van zijn uitlaat 28 om een tegengestelde stroming van fluïdum naar de hoofdbrandstof toevoerleiding 16 door de brandstofpomp 18 te voorkomen. Een omloop fluïdumkanaal 42 kan ook aangebracht zijn 20 in de tank 12 om de hoofdbrandstoftoevoerleiding 16 met de binnenkant van de tank 12 te verbinden om selectief pro-paanbrandstof om te leiden vanuit de hoofdbrandstoftoevoerleiding 16 naar de tank 12. Een terugslagklep 44 verbonden met het omloopfluidumkanaal 42 voorkomt de stro-25 ming van brandstof vanuit tank 12 naar de hoofdbrandstof-toevoerleiding 16 en staat stroming in tegengestelde richting toe vanuit de hoofdbrandstoftoevoerleiding 16 naar de tank 12 wanneer de druk in de hoof dbrandstof toevoerleiding 16 boven een van tevoren bepaalde drempelwaar-30 de is. Deze terugslagklep 44 is bij voorkeur ook van een algehele conventionele constructie met een klepkop 46 meegevend voorbelast door een veer 4 7 op een klepzitting 48 .
Een temperatuursensor 50 op de tank 12 reageert 35 op de brandstof temperatuur in de tank 12 en is verbonden met de besturingseenheid 20 om een signaal te verschaffen aan de besturingseenheid 20 dat een indicatie is voor de 1016239 8 brandstof temperatuur in de tank 12. De besturingseenheid 20 heeft een eerste ingang 52 die het signaal ontvangt van de temperatuursensor 50, een tweede ingang 54 die positieve of negatieve verbindingen ontvangt van een vermogens-5 bron 56 zoals een batterij en een uitgang 58 waardoor de vermogenstoevoer selectief verbonden is met de electromotor 22 van de brandstofpomp 18. Een interne schakelaar 60 (schematisch getoond) van de besturingseenheid 20 is reagerend ten opzichte van het signaal vanuit de tempera-10 tuursensor 50 om selectief electrisch vermogen te verschaffen vanuit de vermogensbron 56 naar de brandstofpomp 18 .
Zoals het best getoond in figuur 3, varieert de druk van propaan sterk afhankelijk van zijn temperatuur. 15 De grafiek van figuur 3 toont de druk tegen de temperatuur voor de HD-5 motor grade propaan die ongeveer 0 psig is bij -40 °F en meer dan 30 psig bij 140°F. Typisch maken propaantankvoorschriften het noodzakelijk dat een ontluch-tingsklep geïnstalleerd is in een tank om propaan binnen 20 in de tank 12 aan de atmosfeer af te geven wanneer de druk in de tank 12 312 psig overschrijdt.
Bij lage werkingstemperaturen kan de interne fluïdumdruk in de tank 12 extreem laag en onvoldoende worden om de gewenste stromingshoeveelheid en/of druk van 2 5 de brandstof naar de motor 14 te verschaffen. Daardoor reageert, wanneer de druk in de tank 12 onder een van tevoren bepaalde drempelwaardetemperatuur is, de besturingseenheid 2 0 op het signaal gegeven door de temperatuursensor 50 en verschaft electrisch vermogen aan de 3 0 brandstofpomp 18 om de brandstofpomp aan te zetten of van energie te voorzien zodat die propaan afgeeft onder druk aan de motor 14. Wanneer de temperatuur binnen de tank 12 de drempelwaardetemperatuur overschrijdt, voorkomt de besturingseenheid 20 de toevoer van electrisch vermogen 35 aan de brandstofpomp 18, zodat de brandstofpomp 18 uitgeschakeld wordt en de interne fluïdumdruk in de tank 12 de drukbron is die propaan onder druk verschaft aan de motor 1016239 9 14 door het tweede fluïdumkanaal 34 en de hoofdbrandstof-toevoerleiding 16.
In één propaanbrands tof inrichting 10 voor een brandstof geïnjecteerd automobielmotor opent de terugslag-5 klep 36 bij ongeveer 40 psig, opent de terugslagklep 44 bij ongeveer 45 psig, verschaft de electrische pomp wanneer in werking brandstof bij zijn uitlaat 28 bij een druk van ongeveer 45 psig, en staan de temperatuursensor 50 en besturingseenheid 20 toe dat de electrische pomp 18 in 10 werking gezet wordt om brandstof te leveren aan motor 14 telkens wanneer de propaanbrandstoftemperatuur onder ongeveer 30°F komt.
Zoals getoond in figuur 2 kan een fluidumbrand-stofafgifte-inrichting 100 volgens de onderhavige uitvin-15 ding ook gebruikt worden om vloeibare koolwaterstof brandstoffen, zoals dieselbrandstof of ongelode benzine, af te leveren aan een motor 102 zoals een marinemotor. De brandstof afgifte-inrichting 100 heeft een brandstoftank 104, geconstrueerd om een voorraad brandstof te bevatten, een 20 eerste brandstofpomp 106 aangebracht in de brandstoftank 104 en een tweede, hogedruk, brandstofpomp 108 die brandstof afgeeft onder druk aan de motor 102. Bij voorkeur kan de tweede, hogedruk, brandstofpomp 108 aangebracht zijn aan de buitenzijde van de brandstoftank 104 en kan alle 25 brandstof ontvangen afgegeven vanuit de brandstoftank 104 om de druk te vergroten van deze brandstof voor afgifte aan de brandstofinjectoren van de motor 102. Een besturingseenheid 110 verbindt selectief een vermogensleve-rantie 112 zoals een batterij met een electrische motor 30 114 die de eerste brandstofpomp 106 aandrijft om selectief de eerste brandstofpomp 106 te besturen.
De eerste brandstofpomp 106 kan van elk willekeurig geschikte soort zijn die in staat is om brandstof aan te trekken door een inlaat 115 en brandstof onder druk 35 af te geven door uitlaat 116 voor afgifte aan de hoofdbrandstof leiding 118 en de motor 102. Bijvoorbeeld kan brandstofpomp 106 een positieve verplaatsingspomp zijn 1016239 10 zoals een tandradrotor bands tof pomp van het type dat getoond is in US-octrooi nummer 5.219.277, of een regeneratieve of turbinebrandstofpomp zoals het type beschreven in US-octrooi nummer 5.257.916. De tweede of hogedruk 5 brandstoftank 108 is over het algemeen een mechanische brandstofpomp van substantieel elk soort geschikt voor afgifte van brandstof onder druk bij een voldoende stro-mingshoeveelheid en druk aan de motor 102.
Een eerste fluïdumkanaal 102 in de brandstoftank 10 104 verbindt de uitlaat 116 van de eerste brandstofpomp 106 met de hoofdbrandstoftoevoerleiding 118. Bij voorkeur verbindt een tweede fluïdumkanaal 122 in de brandstoftank 104 de brandstof in de brandstoftank 104 met de hoofdbrandstof toevoerleiding 118 en de tweede of hogedruk 15 brandstofpomp 108. Een terugslagklep 124 verbonden met het tweede fluïdumkanaal 122 voorkomt de stroming van brandstof vanuit de hoofdbrandstoftoevoerleiding 118 in de brandstoftank 104 en staat de stroming van fluïdum vanuit brandstoftank 104 in de hoofdbrandstoftoevoerleiding 118 20 toe wanneer een voldoende drukverschil aanwezig is over de terugslagklep 124. De terugslagklep 124 omvat bij voorkeur een klepkop 126 meegevend voorbelast, zoals door een veer 127, op een klepzitting 128.
Bij voorkeur is de drukval gecreëerd door tweede 25 brandstofpomp 108 voldoende om de terugslagklep 124 te openen om brandstof direct naar de tweede brandstofpomp 108 te trekken door het tweede brandstofkanaal 122 en hoofdbrandstofaanvoerleiding 118 onafhankelijk van de eerste brandstofpomp 106. Bij voorkeur en optioneel ver-30 bindt een derde of omlopend brandstofkanaal 130 in de brandstoftank 104 de hoofdbrandstofaanvoerleiding 118 met de brandstoftank 104 wanneer de druk in de hoofdbrandstof-aanvoerleiding 118 boven een drempelwaardedruk is. Een terugslagklep 132 verbonden met het omloopbrandstofkanaal 35 130 voorkomt dat de stroom brandstof vanuit de brandstof tank 104 naar de hoofdbrandstofaanvoerleiding 118. De terugslagklep 132 in het omloop brandstofkanaal 130 omvat 1016239 11 bij voorkeur een klepkop 134 meegevend voorbelast, zoals door een veer 135, op een klepzitting 13 6, waarbij de voorspanningskracht gecallibreerd is om de druk te besturen waarbij brandstof omgeleid wordt naar de brandstoftank 5 104 en aldus de maximumdruk van brandstof toegeleverd door de elektrische pomp 106 naar de tweede pomp 108.
Dit brandstofafgiftesamenstel 108 volgens de tweede uitvoeringsvorm kan gebruikt worden voor een mari-nemotor waarbij de eerste brandstofpomp 106 een lagedruk 10 brandstofpomp is welke door de besturingseenheid 110 alleen aangezet wordt gedurende de allereerste opstartfase van de motor om snelle vulling van de brandstofkanalen 120, 122, 130, tweede brandstofpomp 108 en de rest van het systeem met vloeibare brandstof te vergemakkelijken. 15 Hierdoor hoeft de motor niet te werken om brandstof te pompen via brandstofpomp 108 voor de eerste vulling van het brandstofsamenstel. Daarna kan de besturingseenheid 110 voorkomen dat elektrisch vermogen naar de elektromotor 114 van de eerste brandstofpomp 106 toegevoerd wordt 20 daarbij de eerste brandstofpomp 106 uitschakelend om het trekken van elektrisch vermogen van het systeem te reduceren. Met de eerste brandstofpomp 106 uit treedt brandstof-afgifte naar de motor 102 alleen op door middel van het tweede brandstofkanaal 122 en het hoofdbrandstofkanaal 118 25 als aangetrokken door de tweede brandstofpomp 108 en daarna afgegeven door de tweede brandstofpomp 108 naar de motor 102. De brandstofpomp 106 kan een elektrische brandstofpomp zijn of een mechanische brandstofpomp aangedreven door de motor 102 zoals een mechanisch geactueerde dia-30 fragma brandstofpomp.
In de marinemotortoepassing is de terugslagklep 124 bij het tweede brandstofkanaal 122 bij voorkeur veer-belast en dient als een anti-sifonklep om te voorkomen dat de brandstoftank 104 leeggetrokken wordt door een sifon 3 5 gecreëerd in hoofdbrandstofkanaal 118 wanneer de motor niet draait. Dit brandstofafgiftesamenstel 100 kan ook bruikbaar zijn in vele andere toepassingen omvattende 1016239 12 industriële motoren en automobiel, om enkele te noemen.
In één brandstofafgiftesamenstel 100 voor een motor opent de terugslagklep 124 bij ongeveer 1 psig of minder, de terugslagklep 132 opent bij ongeveer 47 psig, 5 de elektrische pomp levert in werking brandstof aan zijn uitlaat 116 bij een druk van ongeveer 47 psig, en de besturingseenheid 20 staat toe dat de elektrische pomp 118 aangezet wordt om brandstof naar de motor 14 te leveren voor een duur van ongeveer 30 seconden wanneer de motor in 10 het begin opgestart wordt om brandstofafgiftesamenstel 118 te vullen.
In elke uitvoeringsvorm heeft het brandstofaf-giftesysteem 10, 100 een eerste brandstofdrukbron welke selectief bediend wordt door een besturingseenheid 20, 110 15 en een tweede brandstofdrukbron die, onder tenminste sommige operationele toestanden, de afgifte kan veroorzaken van voldoende brandstof vanuit de tank 12, 104 voor afgifte aan de motor 14, 102 om aan de brandstofvraag van de motor te voldoen. De selectieve werking van de eerste 20 brandstofbron kan gebruikt worden om ofwel tweede brand stofdrukbron aan te vullen wanneer het onvoldoende is om de brandstofvraag van de motor te voldoen, of kan gebruikt worden om het brandstofafgiftesysteem te vullen bij het opstarten of bij de initiële opwarming van de motor. In 25 elk geval reduceert selectieve werking van de eerste brandstofdrukbron, die bij voorkeur een elektrische motor-aangedreven pomp 18, 106 is, de elektrische vraag van het brandstofafgiftesysteem en verlengt de inservice-levens-duur van de eerste brandstofdrukbron. Verder ondersteunt 30 het brandstofafgiftesysteem het gebruik van propaanbrand-stof in koude weerscondities.
1016239

Claims (14)

1. Brandstofafgifte-inrichting, omvattende: een brandstoftank geconstrueerd om een voorraad brandstof te bevatten; een electrische brandstofpomp met een inlaat 5 waardoor brandstof gehaald wordt uit de brandstoftank, een uitlaat waardoor brandstof onder druk afgegeven wordt voor afgifte naar een motor, en welke electrische brandstofpomp schakelbaar is tussen aan- en uit-toestanden waarin, wanneer aan, de electrische brandstofpomp brandstof af-10 geeft vanuit zijn uitlaat en wanneer uit, de electrische brandstofpomp geen brandstof afgeeft vanuit zijn uitlaat; een eerste fluïdumleiding welke in verbinding staat met de uitlaat van de electrische brandstofpomp en waardoor brandstof afgeleverd wordt buiten de tank aan de 15 motor; met het kenmerk, dat de electrische brandstofpomp aangebracht is binnen de brandstoftank, en dat de brandstofafgifte-inrichting verder omvat: een tweede fluïdumleiding in de brandstoftank en 20 in verbinding met de eerste fluïdumleiding benedenstrooms ten opzichte van de uitgang van de electrische brandstofpomp en met het binnenste van de brandstoftank voor het verschaffen van brandstof van de brandstoftank door de eerste fluïdumleiding naar de motor, onafhankelijk van de 25 electrische brandstofpomp; een terugslagklep in de tweede fluïdumleiding, omvattende een klemkop welke meegevend voorbelast aangebracht is tegen de zitting van de klep in een gesloten positie om de stroom van brandstof door de tweede leiding 30 in de brandstoftank te voorkomen wanneer de electrische brandstofpomp in werking is om brandstof te leveren door de eerste fluïdumleiding aan de motor en welke verplaatsbaar is van de zitting van de klep naar een open positie zodat brandstof uit de tank door de tweede f luïdumleiding 1016239 kan stromen in de eerste f luïdumleiding en naar de in werking zijnde motor wanneer de electrische pomp niet in werking is en de druk in de brandstoftank groter is dan de druk in de tweede fluïdumleiding; en 5 een besturingseenheid welke in verbinding staat met de electrische brandstofpomp en bedienbaar om de toestand van de brandstofpomp te veranderen tussen zijn aan- en uit-toestanden waarbij, wanneer de uitvoer noodzakelijk is door de eerste fluïdumleiding om brandstof te 10 leveren aan de motor, de besturingseenheid de electrische brandstofpomp aanzet en wanneer de uitvoer van de electrische brandstofpomp niet noodzakelijk is, de besturingseenheid de electrische brandstofpomp uitschakelt en brandstof uit de brandstoftank door de tweede fluïdumleiding, langs 15 de terugslagklep en door de eerste fluïdumleiding stroomt naar de werkende motor.
2. Brandstofafgifte-inrichting volgens conclusie 1, waarin de brandstoftank geconstrueerd is om propaan te bevatten en een tweede drukbron propaan is in de fluïdum- 20 tank.
3. Brandstofafgifte-inrichting volgens conclusie 2, welke ook een temperatuursensor omvat reagerend op de temperatuur van propaan in de brandstoftank en die in verbinding staat met de besturingseenheid om een signaal 25 naar de besturingseenheid te sturen welke indicatief is voor de temperatuur van het propaan in de brandstoftank en waarbij de besturingseenheid geconstrueerd is om toe te staan dat de electrische pomp opnieuw aangezet wordt, wanneer de temperatuur in de brandstoftank onder een van 30 de tevoren bepaalde drempelwaarde is en om te voorkomen dat de electrische pomp aangezet wordt wanneer de temperatuur in de brandstoftank boven de drempelwaarde komt.
4. Brandstofafgifte-inrichting volgens conclusie 1, welke eveneens een tweede drukbron omvat in de brand- 35 stoftank, welke tweede drukbron brandstof ingericht is voor het doen stromen van brandstof door de tweede flu-idumleiding en doen afgegeven van brandstof uit de brand- 1016239 stoftank door de eerste fluidumleiding voor afgifte aan de motor, onafhankelijke van de electrische brandstofpomp.
5. Brandstofafgifte-inrichting volgens conclusie 4, welke eveneens een terugslagklep omvat verbonden met de 5 tweede fluïdumleiding en geconstrueerd om toe te staan dat brandstof vanuit de brandstoftank in de tweede fluïdumleiding stroomt en om tegengestelde brandstofstroming vanuit de tweede fluïdumleiding in de brandstoftank te voorkomen.
6. Brandstofafgifte-inrichting volgens conclusie 5, waarbij de terugslagklep een klepkop omvat meegevend voorbelast tegen de zitting van de klep en verplaatsbaar van de zitting van de klep wanneer de druk in de brandstoftank een kracht veroorzaakt welke werkt op de kop van 15 de klep, die groter is dan de kracht welke er toe neigt om de kop van de klep op de zitting van de klep dicht te drukken.
7. Brandstofafgifte-inrichting volgens conclusie 5, waarbij de tweede drukbron een tweede brandstofpomp is, 20 aangebracht benedenstrooms ten opzichte van de brandstoftank en voorzien van een inlaat in verbinding met de eerste fluïdumleiding en een uitlaat waardoor brandstof onder druk afgegeven kan worden voor afgifte aan de motor.
8. Brandstofafgifte-inrichting volgens conclusie 25 7, waarin de tweede brandstofpomp brandstof haalt vanuit de brandstoftank door de tweede fluïdumleiding voor afgifte aan de motor.
9. Brandstofafgifte-inrichting volgens conclusie 4, welke eveneens een omloop brandstofleiding omvat in 30 verbinding met één uiteinde met de eerste fluïdumleiding benedenstrooms ten opzichte van de electrische brandstof-pompuitlaat en met zijn andere uiteinde met de binnenzijde van de brandstoftank, en een klep verbonden met de omloop fluïdumleiding geconstrueerd om brandstofstroming toe te 35 staan vanuit de omloop fluïdumleiding naar de brandstoftank wanneer het drukverschil over de kop van de klep boven een van tevoren bepaalde drempelwaarde is. 1016239
10. Brandstofafgifte-inrichting volgens conclusie 9, waarin de terugslagklep van de omloop brandstof-leiding een klepkop heeft die meegevend voorbelast is in een gesloten positie, verbonden met de zitting van de klep 5 om te voorkomen dat brandstof stroomt vanuit de brandstoftank naar de omloop fluidumleiding met een zodanige voorbelastende kracht, gecalibreerd om te voorkomen dat brandstof vanuit de omloop fluidumleiding stroomt naar de brandstoftank wanneer het drukverschil over de kop van de 10 klep onder een drempelwaarde is.
11. Brandstofafgifte-inrichting volgens conclusie 7, waarin de besturingseenheid de electrische brandstoftank aanzet wanneer de motor in eerste instantie gestart is om voeden van de fluïdumleidingen en de tweede 15 brandstofpomp toe te staan, en de besturingseenheid de electronische brandstofpomp na een van tevoren bepaalde tijdsduur uitschakelt.
12. Brandstofafgifte-inrichting volgens conclusie 1, waarin de electrische brandstofpomp aangedreven is 20 door een electrische motor en de besturingseenheid selectief electrisch vermogen verschaft aan de electrische motor om selectief de electrische brandstofpomp te schakelen tussen zijn aan- en uit-toestanden.
13. Brandstofafgifte-inrichting volgens 5, 25 waarin de besturingseenheid een schakelaar omvat aangepast om de electrische motor aan te zetten wanneer in een eerste toestand en om de electrische motor af te zetten wanneer in een tweede toestand.
14. Brandstofafgifte-inrichting volgens conclu-3 0 sie 9, waarin de klep verbonden met de omloop f luidumleiding aangebracht in de brandstoftank. 1016239
NL1016239A 1999-10-13 2000-09-22 Brandstofafgifte-inrichting. NL1016239C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US41793999 1999-10-13
US09/417,939 US6314947B1 (en) 1999-10-13 1999-10-13 Fuel delivery system

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1016239A1 NL1016239A1 (nl) 2001-04-17
NL1016239C2 true NL1016239C2 (nl) 2002-06-25

Family

ID=23655980

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1016239A NL1016239C2 (nl) 1999-10-13 2000-09-22 Brandstofafgifte-inrichting.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US6314947B1 (nl)
JP (1) JP2001132572A (nl)
IT (1) IT1316233B1 (nl)
NL (1) NL1016239C2 (nl)

Families Citing this family (36)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US7225941B2 (en) * 1999-05-25 2007-06-05 Fenton Ronald L Reconditioned propane cylinders
US6698401B2 (en) * 2000-11-15 2004-03-02 Yamaha Marine Kabushiki Kaisha Fuel supply control system for an outboard motor
DE10143892A1 (de) * 2001-09-07 2003-03-27 Pierburg Gmbh Vorducksteueranordnung
ITTO20010887A1 (it) * 2001-09-18 2003-03-18 Fiat Ricerche Sistema e procedimento per l'alimentazione di gpl ad un motore a combustione interna.
DE10148646A1 (de) * 2001-10-02 2003-04-10 Bosch Gmbh Robert Brennkraftmaschinensteuerung sowie Verfahren zum Betrieb einer Brennkraftmaschinensteuerung
KR100633397B1 (ko) * 2002-05-09 2006-10-16 현대자동차주식회사 엘피아이 시스템에서의 연료라인의 압력강하 방지장치와그 제어방법
US7131430B2 (en) * 2002-09-10 2006-11-07 Tecumseh Products Company Emissions control system for small internal combustion engines
US7086493B2 (en) * 2003-03-11 2006-08-08 Ford Motor Company Fuel system comprising vehicle impact shutoff
US6817343B1 (en) * 2003-04-23 2004-11-16 Caterpillar Inc. Electronic control system for fuel system priming
US7007893B2 (en) * 2004-02-10 2006-03-07 The Boeing Company Methods and systems for controlling flammability control systems in aircraft and other vehicles
DE102004009792B3 (de) * 2004-02-28 2005-09-22 Daimlerchrysler Ag Kraftstoffzuführeinrichtung zur Versorgung der Injektoren an Brennräumen einer Brennkraftmaschine mit Kraftstoff
US7207319B2 (en) * 2004-03-11 2007-04-24 Denso Corporation Fuel injection system having electric low-pressure pump
US7093789B2 (en) * 2004-05-24 2006-08-22 The Boeing Company Delta-winged hybrid airship
JP2006082713A (ja) * 2004-09-16 2006-03-30 Yamaha Marine Co Ltd 船外機の燃料供給装置
US20060070941A1 (en) * 2004-10-05 2006-04-06 Arvin Technologies, Inc. In-tank fuel module
US20060070667A1 (en) * 2004-10-06 2006-04-06 Gaynor Scott C Anti-siphonable inlet check valve
JP4494200B2 (ja) * 2004-12-28 2010-06-30 トヨタ自動車株式会社 加圧ポンプ付き高圧流体容器構造
JP2007071061A (ja) * 2005-09-05 2007-03-22 Kokusan Denki Co Ltd エンジン制御装置
JP4370528B2 (ja) * 2005-12-28 2009-11-25 株式会社デンソー 燃料供給装置
JP5128784B2 (ja) * 2006-04-19 2013-01-23 株式会社ニッキ エンジンの燃料供給装置
US7940165B1 (en) * 2006-08-21 2011-05-10 Nmhg Oregon, Llc Low fuel warning systems for a motorized vehicle
US9000905B2 (en) * 2006-08-21 2015-04-07 Nmhg Oregon, Llc Auxiliary fuel tank
US7950267B2 (en) * 2008-07-30 2011-05-31 Bi-Phase Technologies, Llc Liquid propane gas injector testing system and methods
US7845330B2 (en) * 2008-12-03 2010-12-07 Gm Global Technology Operations, Inc. Multi-pump fuel system and method
US7980120B2 (en) * 2008-12-12 2011-07-19 GM Global Technology Operations LLC Fuel injector diagnostic system and method for direct injection engine
US7938101B2 (en) * 2009-02-11 2011-05-10 GM Global Technology Operations LLC Adaptive control of fuel delivery in direct injection engines
US20110232270A1 (en) * 2010-03-23 2011-09-29 Burkitt Joseph S Fuel system having multi-functional electric pump
WO2011163130A1 (en) * 2010-06-22 2011-12-29 Franklin Fueling Systems, Inc. Apparatus and methods for conserving energy in fueling appalications
KR101371761B1 (ko) * 2012-12-26 2014-03-07 기아자동차(주) Lpg봄베장치
LT3074677T (lt) * 2013-11-25 2020-09-25 Chart Inc. Suskystintų gamtinių dujų talpyklos trapi uždaromoji mova
US9468875B2 (en) * 2014-01-14 2016-10-18 Caterpillar Inc. Filter system and filtration method for fluid reservoirs
US9248390B2 (en) * 2014-01-14 2016-02-02 Caterpillar Inc. Filter system and filtration method for fluid reservoirs
US10710693B2 (en) * 2014-05-30 2020-07-14 Wärtsilä Finland Oy Fuel tank arrangement of a marine vessel and method of operating a tank container of a marine vessel
US10337459B2 (en) * 2015-02-13 2019-07-02 GM Global Technology Operations LLC Natural gas fueled vehicle
US20160341134A1 (en) * 2016-08-05 2016-11-24 Caterpillar Inc. Fuel delivery system
FR3066007B1 (fr) * 2017-05-05 2020-10-02 Gaztransport Et Technigaz Installation de stockage pour un gaz liquefie

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH05118254A (ja) * 1991-09-27 1993-05-14 Matsuda Sangyo Kk Lpgエンジン用燃料供給装置
US5479906A (en) * 1995-03-16 1996-01-02 Ford Motor Company Multiple phase fuel supply system for internal combustion engine
US5623907A (en) * 1995-06-09 1997-04-29 Walbro Corporation Liquid propane fuel delivery system
US5775282A (en) * 1994-06-21 1998-07-07 The Energy Research And Development Corporation Auxiliary injector
DE19827439A1 (de) * 1997-06-26 1999-01-07 Avl List Gmbh Einspritzsystem für eine mit Flüssiggas betriebene Brennkraftmaschine mit innerer Verbrennung
JPH1136990A (ja) * 1997-07-18 1999-02-09 Nippon Soken Inc エンジンの燃料供給装置

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4369751A (en) * 1980-08-13 1983-01-25 Ayres Technologies, Inc. Liquefied propane carburetor modification system
US4453523A (en) * 1982-03-08 1984-06-12 Outboard Marine Corporation Pressure balanced flow regulator for gaseous fuel engine
US4450821A (en) * 1982-09-13 1984-05-29 Vcd Fuel Systems Gaseous fuel delivery system
EP0371759A3 (en) * 1988-11-29 1990-08-22 The University Of British Columbia Intensifier-injector for gaseous fuel for positive displacement engines
US5219277A (en) 1990-05-29 1993-06-15 Walbro Corporation Electric-motor fuel pump
US5127230A (en) * 1991-05-17 1992-07-07 Minnesota Valley Engineering, Inc. LNG delivery system for gas powered vehicles
US5257916A (en) 1992-11-27 1993-11-02 Walbro Corporation Regenerative fuel pump
ES2134401T3 (es) * 1994-12-22 1999-10-01 Siemens Ag Disposicion para el funcionamiento de un motor de combustion interna con diferentes combustibles.
US5857448A (en) * 1995-03-23 1999-01-12 AVL Gesellschaft fur Verbrennungskraftmaschinen und Messtechnik m.b.H. Prof.Dr.Dr.h.c. Hans List Injection system for an internal combustion engine
US6161525A (en) * 1996-08-30 2000-12-19 Ficht Gmbh & Co. Kg Liquid gas engine

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH05118254A (ja) * 1991-09-27 1993-05-14 Matsuda Sangyo Kk Lpgエンジン用燃料供給装置
US5775282A (en) * 1994-06-21 1998-07-07 The Energy Research And Development Corporation Auxiliary injector
US5479906A (en) * 1995-03-16 1996-01-02 Ford Motor Company Multiple phase fuel supply system for internal combustion engine
US5623907A (en) * 1995-06-09 1997-04-29 Walbro Corporation Liquid propane fuel delivery system
DE19827439A1 (de) * 1997-06-26 1999-01-07 Avl List Gmbh Einspritzsystem für eine mit Flüssiggas betriebene Brennkraftmaschine mit innerer Verbrennung
JPH1136990A (ja) * 1997-07-18 1999-02-09 Nippon Soken Inc エンジンの燃料供給装置

Non-Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 017, no. 486 (M - 1473) 3 September 1993 (1993-09-03) *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 1999, no. 05 31 May 1999 (1999-05-31) *

Also Published As

Publication number Publication date
US6314947B1 (en) 2001-11-13
ITRM20000536A0 (it) 2000-10-09
ITRM20000536A1 (it) 2002-04-09
JP2001132572A (ja) 2001-05-15
IT1316233B1 (it) 2003-04-03
NL1016239A1 (nl) 2001-04-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1016239C2 (nl) Brandstofafgifte-inrichting.
US7506636B2 (en) Check value placement in an electronic returnless fuel system
CN100582471C (zh) 用于机动车的燃油供给装置
US9422897B2 (en) Fuel system for an internal combustion engine
US8960161B2 (en) Fuel injection system
JPH06159177A (ja) 燃料を燃料タンクから自動車の内燃機関に搬送する装置
US5431143A (en) Return fuel accumulating module
US20090095259A1 (en) Fuel System for Improved Engine Starting
US5615656A (en) Fuel-injection system for an internal combustion engine, in particular for a diesel motor, and a method for monitoring the same
US6520162B1 (en) Fuel injection system
JP4399697B2 (ja) 燃料供給装置および燃料濾過装置
JP4707156B2 (ja) 内燃機関の液化ガス燃料供給装置
US6718948B2 (en) Fuel delivery module for petrol direct injection applications including supply line pressure regulator and return line shut-off valve
WO2018017010A1 (en) Fuel system for an internal combustion engine
EP3143272A1 (en) Fuel system for an internal combustion engine and a method for controlling a fuel system
WO2017003359A1 (en) Fuel system for an internal combustion engine
CN111587317A (zh) 用来将水供应到设置在机动车中的内燃机的燃料高压泵中的设备和方法
JP2006022649A (ja) ディーゼルエンジンの液化ガス燃料供給装置
US10174735B2 (en) Injection device for an internal combustion engine
CN110273796B (zh) 用于机动车辆的燃料系统
US20090000673A1 (en) Electronically controlled pressure regulator for a mechanical returnless fuel system
CZ292967B6 (cs) Topný přístroj, zejména pro vozidlo
US7178511B2 (en) Apparatus for controlling a pressure in a fuel inflow line
JP5519999B2 (ja) 石油系燃料・バイオ燃料混合供給装置
CN107882609B (zh) 供油单元和机动车辆

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20020220

PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Owner name: TO TI GROUP AUTOMOTIVE SYSTEMS, L.L.C.

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20100401