NL1016174C1 - Werkwijze voor het oprichten van een gebouw, blok en deuvel daarvoor. - Google Patents

Description

WERKWIJZE VOOR HET OPRICHTEN VOOR EEN GEBOUW, BLOK EN

DEUVEL DAARVOOR

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze 5 voor het oprichten van een gebouw, omvattende het verschaffen van een aantal stapelbare blokken, met een bovenvlak en een ondervlak, welke blokken elk in het bovenvlak en het ondervlak voorzien van corresponderende kanalen van de in de kanalen passende deuvels. Bij het 10 oprichten van het gebouw worden de blokken gestapeld waarbij in de corresponderende kanalen van op elkaar liggende blokken deuvels worden opgenomen.

Deze werkwijze is bekend en wordt aangeduid als droogstapelsysteem. De van de blokken opgerichte muren 15 van het gebouw bevatten geen cement en de blokken liggen dus "los" op elkaar, waarbij de verbinding tegen afschui-ving gerealiseerd wordt door de deuvels.

De uitvinding beoogt een werkwijze van de in de aanhef omschreven soort verder te ontwikkelen, teneinde 20 de gebruiksmogelijkheden van een daarmee opgericht gebouw te vergroten.

Het doel wordt door de uitvinding bereikt doordat de blokken verschaft worden met de van het ondervlak tot het bovenvlak doorlopende kanalen en doordat de 25 deuvels in hoofdzaak buisvormig zijn waarbij door opeenvolgende kanalen in op elkaar liggende blokken en de daarin opgenomen deuvels leidingen worden aangebracht. Hierdoor is het voor het aanbrengen van leidingen, zoals elektriciteits-, waterleidingen en dergelijke niet nodig 30 .aparte sleuven in de gevormde wanden te maken. De leidingen kunnen eenvoudig door de kanalen worden aangebracht.

De uitvinding betreft en verschaft eveneens een blok voor toepassing bij de werkwijze volgens de uitvinding. Een dergelijk blok omvat een ondervlak en een 35 bovenvlak en tenminste een zich tussen deze vlakken uitstrekkend doorlopend kanaal, waarin de deuvels opgenomen kunnen worden.

1016174 2

De uitvinding betreft en verschaft uitvinding, eveneens een deuvel voor toepassing bij de werkwijze volgens de uitvinding. Deze deuvel wordt gekenmerkt doordat deze in hoofdzaak een buisvormig lichaam heeft dat inwen-5 dig een open doorvoer bepaalt. Door deze open doorvoer kunnen de leidingen worden aangebracht.

Een voorkeursuitvoering van de deuvel wordt gekenmerkt in conclusie 4. Deze is voorzien van een buitenwaarts uitstekende kraag op een tussen de einden 10 liggende hoogte. Aldus worden ten opzichte van de kraag twee aan weerszijden uitstekende buisvormige delen bepaalt . Bij het stapelen van de blokken kan telkens in de vrij liggende bovenvlakken een aantal deuvels worden gestoken die vervolgens met de kraag op het bovenvlak van 15 de blokken blijven rusten. Daarna kunnen eenvoudig de blokken van de volgende laag op de uitstekende delen van de deuvels geplaatst worden. Bij voorkeur worden de blokken voorzien van uitsparingen voor het opnemen van de kragen van de deuvels.

20 Volgens een verdere gunstige uitvoering is de lengte van de deuvel tenminste nagenoeg gelijk aan de hoogte van een blok. Aldus zullen de in de opeenvolgende kanalen deuvels en in het bijzonder de daardoor bepaalde open doorvoeren een doorgaand kanaal vormen waarin de 25 leidingen kunnen worden opgenomen.

Deze gunstige uitvoering is gekenmerkt in conclusie 6. Het afgeschuinde einde van de deuvel wordt naar boven gericht zodat de op een onderliggend, van de deuvel voorzien blok, het volgende blok eenvoudig kan worden ge-30 plaatst.

De uitvinding betreft en verschaft ten slotte een gebouw dat volgend de uitvinding is vervaardigd.

De uitvinding zal verder worden toegelicht in de volgende beschrijving aan de hand van de bij gevoegde 35 figuren.

Figuur 1 toont schematisch de werkwijze volgens de uitvinding en een daarmee opgerichte wand.

1016174 3

Figuur 2 toont een perspectivisch aanzicht van een deuvel volgens een voorkeursuitvoering van de uitvinding.

Figuur 3 toont een doorsnede volgens de lijn 5 III-III in figuur 1.

Figuur 4 toont een met een figuur 3 overeenkomende doorsnede van een alternatieve uitvoeringsvorm.

In figuur 1 is schematisch een van een aantal blokken opgebouwde wand van een gebouw 1 weergegeven. Op 10 verder op zichzelf bekende wijze worden de blokken 2 tot deze wand opgestapeld.

Elk blok 2 is bij deze uitvoeringsvorm voorzien van twee kanalen 3 op een kwart van de korte zijde van het blok. De hart af stand van de twee kanalen komt aldus 15 overeen met de helft van een blok 2.

Deze kanalen 3 zijn doorgaand van het bovenvlak naar het ondervlak. In de kanalen zijn deuvels 4 opgenomen die gedeeltelijk in het ene blok en gedeeltelijk in het daar opgestapelde bovenliggende blok uitsteken.

20 In één of meer van de blokken 2 kunnen openin- gen 5 zijn gevormd of worden aangebracht, die in verbinding staan met één of meer van de doorgaande kanalen 3 in het blok. In de figuren is deze opening 5 bijvoorbeeld geschikt voor het daarin opnemen van een elektrische 25 wandcontactdoos. Leidingen 6 kunnen via de opeenvolgende kanalen en deuvels naar de in de opening 5 opgenomen doos worden gevoerd. Uiteraard kunnen ook anders gevormde openingen in de blokken worden aangebracht, bijvoorbeeld voor het monteren van een muurplaat voor een waterkraan.

30 De openingen 5 kunnen vooraf in de blokken worden gevormd of kunnen naderhand, nadat de muur is opgebouwd, in de blokken worden aangebracht.

Zoals figuur 2 toont heeft de deuvel 4 een buisvormig lichaam 8 dat inwendig een open doorvoer 11 35 bepaalt. Op een tussenliggende hoogte is aan dit buisvormige lichaam 8 een kraag 10 gevormd. Zoals figuur 3 laat zien, kan deze kraag 10 rusten op het bovenvlak van een blok zodanig dat het daarop positioneren van een volgend 1016174 4 blok eenvoudig wordt. Om dit positioneren verder te vereenvoudigen is de deuvel aan zijn boveneinde voorzien van een binnenwaartse afschuining 9, zodat de bovenste doorsnede van de deuvel kleiner is dan het kanaal in het 5 blok, waardoor dit laatste makkelijk te plaatsen is.

Zoals figuur 3 verder laat zien is het doorlopende kanaal 3 in het blok 2 aangepast aan de vorm van de deuvels 4, zodat de open doorvoeren van de deuvels 4 en de resterende gedeelten van de kanalen 3 een nagenoeg 10 gladde continue binnenwand vormen.

Bij de uitvoeringsvorm zoals getoond in figuur 4 kunnen de deuvels 12 een lengte hebben die tenminste nagenoeg gelijk is aan de hoogte van het blok, zodat de deuvels 12 in de gemonteerde toestand op elkaar aanslui-15 ten en een doorlopende doorvoer vormen.

1016174

Claims (7)

1. Werkwijze voor het oprichten van een gebouw, 5 omvattende het verschaffen van een aantal stapelbare blokken, met een bovenvlak en een ondervlak, welke blokken elk in het bovenvlak en het ondervlak voorzien zijn van corresponderende kanalen en van in de kanalen passende deuvels, en het stapelen van de blokken met in de 10 corresponderende kanalen van op elkaar liggende blokken opgenomen deuvels, waarbij de blokken verschaft worden met van het ondervlak tot het bovenvlak doorlopende kanalen en de deuvels in hoofdzaak buisvormig zijn en het door opeenvolgende kanalen in op elkaar liggende blokken 15 en de daarin opgenomen deuvels aanbrengen van leidingen.

2. Blok voor toepassing bij de werkwijze volgens conclusie 1, omvattende een ondervlak en een bovenvlak en ten minste een zich tussen deze vlakken uitstrekkend doorlopend kanaal.

3. Deuvel voor toepassing bij de werkwijze volgens conclusie 1, met in hoofdzaak een buisvormig lichaam dat inwendig een open doorvoer bepaalt.

4. Deuvel volgens conclusie 3, voorzien van een buitenwaarts uitstekende kraag op een tussen de einden 25 liggende hoogte.

5. Deuvel volgens conclusie 3 of 4, waarvan de lengte ten minste nagenoeg gelijk is aan de hoogte van een blok.

6. Deuvel volgens een van de conclusies 3-5, 30 waarbij de wand van het basislichaam aan ten minste een einde binnenwaarts afgeschuind is.

7. Gebouw vervaardigd met de werkwijze volgens conclusie 1. 1 1016174