NL1016107C2 - Inrichting voor het bereiden van een koffie-extract met een kleinbellige schuimlaag. - Google Patents

Inrichting voor het bereiden van een koffie-extract met een kleinbellige schuimlaag. Download PDF

Info

Publication number
NL1016107C2
NL1016107C2 NL1016107A NL1016107A NL1016107C2 NL 1016107 C2 NL1016107 C2 NL 1016107C2 NL 1016107 A NL1016107 A NL 1016107A NL 1016107 A NL1016107 A NL 1016107A NL 1016107 C2 NL1016107 C2 NL 1016107C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
coffee extract
buffer reservoir
liquid flow
inlet
foregoing
Prior art date
Application number
NL1016107A
Other languages
English (en)
Inventor
Gustaaf Frans Brouwer
Original Assignee
Sara Lee De Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to NL1016107A priority Critical patent/NL1016107C2/nl
Application filed by Sara Lee De Nv filed Critical Sara Lee De Nv
Priority to PT01975017T priority patent/PT1317199E/pt
Priority to ES01975017T priority patent/ES2223007T3/es
Priority to CNB018184944A priority patent/CN1267047C/zh
Priority to AU9438601A priority patent/AU9438601A/xx
Priority to CZ2003917A priority patent/CZ2003917A3/cs
Priority to HU0303571A priority patent/HU228773B1/hu
Priority to KR1020037003303A priority patent/KR100782427B1/ko
Priority to EP01975017A priority patent/EP1317199B1/en
Priority to DE60104319T priority patent/DE60104319T2/de
Priority to US10/363,631 priority patent/US6799504B2/en
Priority to PCT/NL2001/000655 priority patent/WO2002019876A1/en
Priority to AT01975017T priority patent/ATE270835T1/de
Priority to CA002421238A priority patent/CA2421238C/en
Priority to TR2004/02174T priority patent/TR200402174T4/xx
Priority to ARP010104218A priority patent/AR030611A1/es
Priority to AU2001294386A priority patent/AU2001294386B2/en
Priority to JP2002524365A priority patent/JP5076170B2/ja
Application granted granted Critical
Publication of NL1016107C2 publication Critical patent/NL1016107C2/nl
Priority to NO20031029A priority patent/NO322471B1/no

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47JKITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
    • A47J31/00Apparatus for making beverages
    • A47J31/44Parts or details or accessories of beverage-making apparatus
    • A47J31/4496Means to produce beverage with a layer on top, e.g. of cream, foam or froth
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47JKITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
    • A47J31/00Apparatus for making beverages
    • A47J31/44Parts or details or accessories of beverage-making apparatus
    • A47J31/46Dispensing spouts, pumps, drain valves or like liquid transporting devices
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47JKITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
    • A47J31/00Apparatus for making beverages
    • A47J31/44Parts or details or accessories of beverage-making apparatus
    • A47J31/46Dispensing spouts, pumps, drain valves or like liquid transporting devices
    • A47J31/462Dispensing spouts, pumps, drain valves or like liquid transporting devices with an intermediate liquid storage tank
    • A47J31/467Dispensing spouts, pumps, drain valves or like liquid transporting devices with an intermediate liquid storage tank for the infusion
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47JKITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
    • A47J31/00Apparatus for making beverages
    • A47J31/24Coffee-making apparatus in which hot water is passed through the filter under pressure, i.e. in which the coffee grounds are extracted under pressure

Description

Titel: Inrichting voor het bereiden van een koffie-extract met een kleinbellige schuimlaag.
De uitvinding heeft betrekking op de inrichting voor het bereiden van een koffie-extract met een kleinbellige schuimlaag, voorzien van tenminste een inlaat waaraan koffie-extract wordt toe gevoerd, tenminste een uitstroomopening voor het afgeven van het koffie-extract met de kleinbellige 5 schuimlaag en tenminste een vloeistofstroomtraject dat zich van de tenminste ene inlaat naar de tenminste ene uitstroomopening uitstrekt en waarlangs, in gebruik, het koffie-extract van de tenminste ene inlaat naar de tenminste ene uitstroomopening stroomt waarbij in het tenminste ene vloeistofstroomtraject een bufferreservoir is opgenomen met een opstaande 10 zijwand en een bodem waarbij de tenminste ene inlaat is voorzien van tenminste een uitspuitopening voor het genereren van tenminste een koffie-extractstraal die, in gebruik, in het bufferreservoir spuit wanneer het koffie-extract aan de tenminste ene inlaat wordt toegevoerd.
Een dergelijke inrichting is bekend uit de Europese 15 octrooiaanvrage 0 878 158.
Het blijkt dat een dergelijke inrichting bijzonder goed voldoet voor het bereiden van koffie-extract met een kleinbellige schuimlaag (ook wel café crème genoemd). De kleinbellige schuimlaag zijn koffiebellen die zijn gevuld met lucht.
20 Alhoewel de betreffende inrichting goed voldoet, beoogt de uitvinding de inrichting te verbeteren in die zin dat het bereik van het debiet van de tenminste ene koffie-extractstraal, waarbij een uniforme kleinbellige schuimlaag wordt gevormd, wordt vergroot. Met name heeft de uitvinding tot doel te bewerkstelligen dat eenzelfde of vergelijkbare 25 kleinbellige schuimlaag wordt gevormd wanneer het genoemde debiet toeneemt. Het variëren van het debiet, meer in de bijzonderheid het toenemen van het debiet, kan een gevolg zijn van bijvoorbeeld veroudering 2 van de inrichting. Veelal is de inrichting voorzien van op zich bekende middelen om onder druk koffie-extract aan de inlaat toe te voeren. Deze op zich bekende middelen zoals een napolitane inrichting, of een inrichting die een pomp omvat voor het genereren van de druk, hebben als eigenschap dat 5 de druk van het koffie-extract kan variëren. Deze variatie kan samenhangen met de leeftijd van de inrichting. Deze variatie hangt echter nog veel meer samen met de dikte van een koffiebed waar heet water doorheen moet worden geperst voor het verkrijgen van het koffie-extract dat aan de tenminste de ene inlaat wordt toegevoerd. Bij het toenemen van de 10 dikte zal de drukval over het koffiebed toenemen met als gevolg dat de druk van het koffie-extract dat aan de inlaat wordt toegevoerd afneemt.
Andersom zal de druk van het koffie-extract dat aan de inlaat wordt toegevoerd toenemen wanneer de dikte van het koffiebed kleiner wordt. Hierdoor zal het debiet van de tenminste ene koffie-extractstaal toenemen. 15 Ook wanneer de korrelgrootte van de gemalen koffie van het koffiebed toeneemt zal de druk toenemen. Hierdoor zal het debiet van de tenminste ene koffie-extractstraal toenemen. Het is dan ook een doel van de uitvinding om de karakteristieke eigenschappen van de gevormde kleinbellige schuimlaag minder afhankelijk te maken van het debiet van de koffie-20 extractstraal en daarmee minder afhankelijk van de druk van het koffie-extract dat aan de inlaat wordt toegevoerd. Op deze wijze wordt bereikt dat de inrichting goed kan functioneren bij toepassing van koffiebedden met een variërende dikte en korrelgrootte en bij inrichtingen, waarvan de druk van het koffie-extract dat aan de inlaat wordt toegevoerd, varieert.
25 De inrichting volgens de uitvinding is dienovereenkomstig gekenmerkt in dat in het bufferreservoir een op afstand van de opstaande zijwanden gelegen vloeistofstroomafremmende barrière is opgenomen.
De vloeistofstroomafremmende barrière heeft tot gevolg dat de grootte van vloeistofstromen en hiermee gepaard gaande turbulenties in het 30 bufferreservoir afneemt en wordt onderdrukt. Het blijkt dat zelfs wanneer 3 het debiet van de koffie-extractstraal fors toeneemt, de grootte van de stroming en hiermee gepaard gaande turbulenties in het bufferreservoir slechts een weinig toenemen. Het gevolg hiervan is weer dat het koffie-extract met een vergelijkbare fijnbellige schuimlaag wordt gevormd als bij 5 het lagere debiet van de tenminste één koffie-extractstraal.
Bij voorkeur geldt dat de vloeistofstroomafremmende barrière tussen een centraal gedeelte van het bufferreservoir en de opstaande zijwanden is opgenomen.
Hierbij geldt in het bijzonder dat de tenminste ene koffie-10 extractstraal naar het centrale gedeelte is gericht. De koffie-extractstraal die naar het centrale gedeelte is gericht, zal vanuit het centrale gedeelte de vloeistofstroom in de richting van de opstaande zijwanden van het bufferreservoir bewerkstelligen. De grootte van deze vloeistofstroom en de hiermee gepaard gaande turbulentie wordt beperkt doordat deze 15 vloeistofstroom de vloeistofstroomafremmende barrière op zijn pad vindt.
Hierbij geldt bij voorkeur dat het bufferreservoir is voorzien van tenminste een vloeistofafvoertraject voor het afvoeren van koffie-extract uit het bufferreservoir naar de tenminste ene uitstroomopening waarbij het tenminste ene vloeistofafvoertraject zijn oorsprong vindt buiten, vanaf het 20 centrale gedeelte gezien, de vloeistofstroomafremmende barrière. Hiermee wordt bereikt dat alle vloeistof, die via de tenminste één koffie-extractstraal aan het bufferreservoir wordt toegevoerd, de vloeistofafremmende barrière dient te passeren teneinde het bufferreservoir te kunnen verlaten. De werking van de vloeistofstroomafremmende barrière is hiermee zeer 25 efficiënt.
In het bijzonder geldt dat de vloeistofstroomafremmende barrière zich langs een eerste zich rond het centrale gedeelte uitstrekkende gesloten kromme uitstrekt. Het is gebleken dat een dergelijke uitvoeringsvorm op bijzonder efficiënte wijze de vloeistofstroom en de hiermee gepaard gaande 30 turbulentie binnen het bufferreservoir wordt onderdrukt.
4
Voorts geldt bij voorkeur dat de vloeistofstroomafremmende barrière zich voorts langs een tweede zich op afstand rond de eerste kromme uitstrekkende gesloten kromme uitstrekt. Het is gebleken dat een dergelijke uitvoeringsvorm op bijzonder efficiënte wijze de vloeistofstroom en de 5 hiermee gepaard gaande turbulentie binnen het bufferreservoir wordt onderdrukt. Voorts geldt in het bijzonder dat de vloeistofstroomafremmende barrière is voorzien van een aantal op afstand van elkaar gelegen zich vanaf de bodem van het bufferreservoir naar boven toe uitstrekkende obstakels. Deze obstakels kunnen bijvoorbeeld penvormig zijn uitgevoerd. Het is 10 eveneens mogelijk dat de vloeistofstroomafremmende barrière is voorzien van een zich vanaf de bodem van het bufferreservoir van de bodem af uitstrekkende gaaswand. Een dergelijke vloeistofstroomafremmende barrière blijkt eveneens goed te functioneren.
Bij voorkeur geldt voorts nog dat, althans een deel van de bodem is 15 voorzien van een geruwde oppervlaktestructuur. Het blijkt dat het geruwde oppervlak enerzijds bewerkstelligt dat ook bij de, ten opzichte van de bekende inrichting toegepaste kleinere debieten van de tenminste één vloeistofstroomstraal een uniforme kleinbellige schuimlaag wordt verkregen. Deze maatregel heeft dus eveneens tot gevolg dat de range van 20 het debiet van de tenminste één koffie-extractstraal, waarbij een met de bekende inrichting vergelijkbare fijnbellige schuimlaag wordt verkregen, ten opzichte van de bekende inrichting, is vergroot. De geruwde oppervlaktestructuur heeft bovendien als voordeel dat een meer uniforme kleinbellige schuimlaag wordt verkregen, dat wil zeggen dat de variatie in 25 diameter van de gevormde bellen kleiner is dan bij de bekende inrichting wanneer deze vergelijkbare dimensies zou hebben als de inrichting volgens de uitvinding.
Volgens de uitvinding wordt derhalve bereikt dat bij gelijke dimensies van de inrichting volgens de uitvinding en de bekende inrichting 30 de inrichting volgens de uitvinding een meer uniforme kleinbellige 10'! P1 t'7 < 5 schuimlaag wordt gevormd bij een range van debieten van de koffie -extractstraal, die groter is dan de range van debieten van de koffie-extractstraal bij de bekende inrichting. Hierbij heeft de vloeistofstroomafremmende barrière met name als gevolg dat het maximum 5 van de range wordt vergroot, terwijl de geruwde oppervlaktestructuur met name tot gevolg heeft dat het minimum van de range wordt vergroot.
In het bijzonder geldt dat de inrichting is voorzien van twee uitstroomopeningen, waarbij zich het vloeistofstroomtraject zich van de inlaat naar de eerste uitstroomopening uitstrekt en naar de tweede 10 uitstroomopening uitstrekt. Het blijkt dat de vloeistofstroomafremmende barrière bovendien als voordeel heeft dat een dergelijke inrichting aan beide uitstroomopeningen ongeveer eenzelfde hoeveelheid koffie-extract met een fijnbellige schuimlaag wordt toegevoerd. Indien elk der uitstroomopeningen één kopje dient te vullen, zullen beide kopjes thans nagenoeg gelijk worden 15 gevuld. Een en ander is te verklaren doordat de grootte van de vloeistofstroom en de hiermee gepaard gaande turbulenties in het bufferreservoir is afgenomen ten gevolge van de vloeistofstroomafremmende barrière. Het vloeistofoppervlak in het bufferreservoir is meer rustig en zal zich hierdoor meer gelijkelijk verdelen over twee vloeistofafvoertrajecten 20 voor het afvoeren van koffie-extract uit het bufferreservoir naar respectievelijk de eerste en tweede uitstroomopening.
De uitvinding zal thans nader worden toe gelicht aan de hand van de tekening. Hierin toont: figuur 1: een doorzicht een eerste en tweede uitvoeringsvorm van een 25 inrichting volgens de uitvinding; figuur 2: een dwarsdoorsnede van een gedeelte van de eerste uitvoeringsvorm van de inrichting volgens figuur 2; figuur 3: een dwarsdoorsnede van een gedeelte van de eerste en tweede uitvoeringsvorm van de inrichting volgens figuur 1; 6 figuur 4: een dwarsdoorsnede van een gedeelte van de eerste uitvoeringsvorm van de inrichting volgens figuur 1; figuur 5: een dwarsdoorsnede van een gedeelte van de tweede uitvoeringsvorm van de inrichting volgens figuur 1; en 5 figuur 6: een dwarsdoorsnede van een gedeelte van de tweede uitvoeringsvorm van de inrichting volgens figuur 1.
In figuur 1 is met een referentienummer (1) een inrichting voor het bereiden van een koffie-extract met een kleinbellige schuimlaag aangeduid. De inrichting is voorzien van tenminste een inlaat (2), waaraan koffie-10 extract kan worden toegevoerd. Voorts omvat de inrichting een eerste uitstroomopening (4.1) en een tweede uitstroomopening (4.2) voor het afgeven van het koffie-extract met de kleinbellige schuimlaag. In gebruik kan onder elke uitstroomopening (4.1) een kopje (5.1) en (5.2) worden geplaatst om te worden gevuld met het koffie-extract met de kleinbellige 15 schuimlaag (café crème). Ook is het mogelijk dat één kopje onder beide uitstroomopeningen (4.1) en (4.2) wordt geplaatst zodat slechts één kopje wordt gevuld vanuit beide uitstroomopeningen.
De inrichting omvat tenminste één vloeistofstroomtraject (6) dat zich van de tenminste ene uitlaat (2) naar de uitstroomopeningen (4.1) en (4.2) 20 uitstrekt. In gebruik stroomt het koffie-extract van het tenminste ene uitlaat langs het vloeistofstroomtraject (6) naar de eerste en de tweede uitstroomopening (4.1) en (4.2). De inlaat (2) is in dit voorbeeld voorzien van een eerste en tweede uitspuitopening (8.1) en (8.2), die elk zijn ingericht voor het genereren van een vloeistof koffie-extractstraal wanneer koffie-25 extract, in het voorbeeld via een leiding (10), aan de inlaat (2) wordt toegevoerd.
In het vloeistofstroomtraject (6) is een bufferreservoir (16) met een bodem (12) en een opstaande zijwand (18) opgenomen, een en ander dusdanig dat in gebruik de door de beide uitspuitopeningen gegenereerde 30 koffie-extractstralen (14.1) en (14.2) naar de bodem (12) spuiten wanneer 7 het koffie-extract onder druk via de leiding (10) aan de inlaat (2) wordt toe gevoerd.
Eén en ander brengt met zich dat in gebruik de koffie-extractstralen (14.1) en (14.2) in het bufferreservoir spuiten. Voorts geldt dat, althans een 5 deel van de bodem (12) is voorzien van een geruwde oppervlaktestructuur.
In dit voorbeeld is de gehele bodem (12) voorzien van een geruwde oppervlaktestructuur.
De inrichting is verder nog voorzien van op zich bekende middelen (20) voor het genereren van het koffie-extract en voor het onder een druk 10 van bijvoorbeeld 0,3 tot 3 atmosfeer toevoeren van het koffie-extract aan de leiding (10). De inlaat met de uitspuitopeningen bewerkstelligt een vergroting van de stroomsnelheid ten op zichte van de stroomsnelheid van het koffie-extract in de leiding (10). Het oppervlak van elk van de uitspuitopeningen (8.1) en (8.2) is hiertoe bijvoorbeeld gelijk aan 0,05-0,5 15 mm2.
Het bufferreservoir (16) bevindt zich in dit voorbeeld in een behuizing (22). De behuizing (22) omvat een bodem (24) met de uitstroomopeningen (4.1) en (4.2). Voorts is binnen de behuizing (22) nog buiten het bufferreservoir (16) een scheidingswand (26) aangebracht die een ruimte 20 midden in de behuizing (22), buiten het bufferreservoir (16), in twee van elkaar gescheiden delen (28.1) en (28.2) verdeelt. Een en ander is dusdanig ingericht dat de uitstroomopening (4.1) in fluïdum verbinding met het eerste deel (28.1) van de behuizing (22). Voorts staat de uitstroomopening (4.2) in fluïdum verbinding met het tweede deel (28.2) van de behuizing (22). Voorts 25 zijn in de bodem (12) van het bufferreservoir nog een eerste en een tweede opening (30.1) en (30.2) aangebracht. De eerste opening (30.1) vormt een fluïdumverbinding tussen de binnenzijde van het bufferreservoir (16) en het eerste deel (28.1) van de behuizing (22). Voorts verschaft de opening (30.2) een fluïdumverbinding tussen de binnenzijden van het bufferreservoir (16) 30 en het tweede deel (28.2) van de behuizing (22).
' '‘ ' ·' ' · ƒ % 8
In de opstaande zijwand (18) van het bufferreservoir is nog een eerste opening (32.1) aangebracht die zich vanaf een bovenzijde van de zijwand in de richting van de bodem (12) uitstrekt. De eerste opening (32.1) strekt zich echter niet tot aan de bodem (12) uit en vormt derhalve een overloop vanuit 5 het bufferreservoir (16) naar het eerste deel (28.1) van de behuizing (22). Evenzo is in de opstaande zijwand (18) van het bufferreservoir (16) een tweede opening (32.2) aangebracht die een overloop vormt vanuit het bufferreservoir (16) naar het tweede deel (28.2) van de behuizing (22).
De op zich bekende inrichting (20) voor het bereiden van het koffie-10 extract is in dit voorbeeld voorzien van een houder (40) die in gebruik gevuld wordt met water. In de houder (40) is een verwarmingselement (42) aangebracht. Het verwarmingselement (42) is rond een stijgbuis (44) aangebracht ,die uitmondt in de bodem van een sachethouder (46). In gebruik is in de sachethouder (46) een sachet (48) opgenomen dat is gevuld 15 met gemalen koffie (50). Bovenop de sachethouder (46) is een deksel (52) geplaatst die het reservoir (40) met daarin op genomen de sachethouder (46) en het sachet (48) dan dampdicht afsluit. De leiding (10) staat via de deksel (52) in verbinding met een binnenruimte van de houder (40).
In het bufferreservoir is nog een op afstand van de opstaande 20 zijwanden (18) gelegen vloeistofstroomafremmende barrière (50) aangebracht, die in figuur 1 slechts schematisch is aangegeven. De functie van de vloeistofstroomafremmende barrière is het verkleinen van vloeistofstromen en turbulenties die zich op macroschaal in het bufferreservoir voordoen. Zoals in figuur 2 goed te zien is, is de 25 vloeistofstroomafremmende barrière tussen een centraal gedeelte (52) van het bufferreservoir, dat gearceerd is aangeduid, en de opstaande zijwanden (18) opgenomen. De kleinste afstand tussen de vloeistofstroomafremmende barrière en de opstaande zijwand is in figuur 2 met 'D' aangeduid. Evenzo is de kleinste afstand tussen de vloeistofstroomafremmende barrière en het 30 centrale gedeelte (52) in figuur 2 met 'd' aangeduid. In het voorbeeld zijn de 9 koffie-extractstralen (14.1) en (14.2) naar het centrale gedeelte (52) gericht. Ze zullen dit centrale gedeelte (52) dan ook afhankelijk van de hoogte van het vloeistofniveau raken.
De openingen (30.1) en (30.2) bevinden zich tussen de opstaande 5 zijwand (18) en de vloeistofstroomafremmende barrière (50). Een en ander brengt met zich dat de openingen (30.1) en (30.2) alsmede de openingen (28.1) en (28.2) vloeistofafvoertrajecten vormen voor het afvoeren van koffie -extract uit het bufferreservoir naar de uitstroomopeningen, waarbij deze vloeistofafvoertrajecten hun oorsprong vinden buiten, vanaf het centrale 10 gedeelte gezien, de vloeistofstroomafremmende barrière (50).
In dit voorbeeld strekt de vloeistofstroomafremmende barrière (50) zich langs een eerste, zich rond het centrale gedeelte (52) uitstrekkende, gesloten kromme (54) uit. In dit voorbeeld is de gesloten kromme (54) een cirkel. Voorts strekt de vloeistofstroomafremmende barrière zich langs een 15 tweede gesloten kromme (56) uit, die zich, op afstand 'b', rond de eerste kromme (54) uitstrekt. In dit voorbeeld is de vloeistofstroomafremmende barrière (50) voorzien van een aantal op afstand van elkaar gelegen zich vanaf de bodem van het bufferreservoir naar boven toe uitstrekkende obstakels (58). In dit voorbeeld zijn de obstakels penvormig uitgevoerd. Elk 20 obstakel kan derhalve bestaan uit bijvoorbeeld een metalen pen die uit de bodem (12) omhoog reikt. De hoogte van de pen kan bijvoorbeeld gelijk zijn aan de totale hoogte van het bufferreservoir of de hoogte van het bufferreservoir bij de openingen (32.1).
In dit voorbeeld bevinden de penvormige obstakels (58) zich zowel op 25 de eerste kromme (54) als op de tweede kromme (56), die eveneens cirkelvormig is uitgevoerd.
De tot op dit punt omschreven inrichting werkt als volgt. Het reservoir (40) wordt gevuld met water. Hierna wordt met behulp van het verwarmingselement (42) het water verwarmd. Hierdoor zal de dampdruk 30 in de houder (40) stijgen. Het gevolg is dat het verwarmde water in de » , · !J . J : . f 10 stijgbuis (44) omhoog wordt gestuwd naar de sachethouder (46). In de sachethouder (46) zal het inmiddels hete water door het sachet (48) worden geperst. Hierdoor ontstaat koffie-extract dat onder druk aan de leiding (10) wordt toegevoerd. Het koffie-extract stroomt onder druk naar de inlaat (2).
5 Het koffie-extract die onder druk aan de inlaat (2) wordt toegevoerd, spuit respectievelijk via de uitspuitopeningen (8.1) en (8.2) naar buiten. Aldus spuit een eerste koffie-extractstraal 14.1 naar de bodem (12) in het bufferreservoir (16). Evenzo spuit een tweede koffie-extractstraal (14.2) naar de bodem (12) van het bufferreservoir (16). Wanneer de koffie-10 extractstralen de bodem (12) raken, zal ten gevolge van de inslag reeds enige bellen worden gevormd. Vervolgens zal het bufferreservoir (16) zich enigszins gaan vullen met het koffie-extract. De koffie-extractstralen (14.1) en (14.2) spuiten dan op het vloeistofoppervlak van het koffie-extract dat zich in het bufferreservoir (16) bevindt. Ten gevolge van een complex van 15 factoren, zoals de koffie-extractstralen die in de vloeistof spuiten, de koffie-extractstralen, die zij het afhankelijk van de hoogte van het vloeistofniveau in het bufferreservoir, tegen de bodem (12) spuiten, en de geruwde oppervlaktestructuur van de bodem die op microschaal lokale turbulenties veroorzaakt, wordt een kleinbellige schuimlaag op het koffie-extract 20 gevormd. Ook heeft de geruwde bodem hierbij met name de functie dat vloeistofstromen in het bufferreservoir worden beperkt c.q. verkleind. Wanneer het vloeistofniveau voldoende is gestegen, zal dit via de opening (32.1) naar het eerste deel (28.1) van de behuizing (22) stromen. Via het eerste deel (28.1) stroomt het koffie-extract dan via de uitstroomopening 25 (4.1) in het kopje (5.1). Tegelijkertijd zal koffie-extract met een kleinbellige schuimlaag via de opening (32.2) in de opstaande zijwand (18) naar het tweede gedeelte (28.2) van de behuizing (22) stromen. Van het tweede gedeelte (28.2) zal het koffie-extract met een kleinbellige schuimlaag via de uitstroomopening (4.2) naar het kopje (5.2) stromen.
11
Het blijkt dat dankzij het feit dat de bodem is voorzien van een geruwde oppervlaktestructuur bij een koffie-extractstraal (14.1), die een debiet van slechts 4 gram per seconde omvat, reeds een voorspelbare stabiele kleinbellige schuimlaag op het koffie-extract wordt gevormd.
5 Ditzelfde geldt voor de koffie-extractstraal (14.2). In dit voorbeeld is de inrichting (23) dusdanig gedimensioneerd dat elk der koffie-extractstralen een debiet van 6 gram per seconde omvatten. Een en ander brengt met zich dat zelfs wanneer de debieten van de koffie-extractstralen enigszins zullen variëren en bijvoorbeeld in de loop van de tijd om wat voor reden dan ook 10 kleiner worden, nog steeds dezelfde soort koffie-extract met een kleinbellige schuimlaag wordt gevormd. De vorming van koffie-extract met een kleinbellige schuimlaag is derhalve voorspelbaar. Bovendien blijkt dat dankzij het geruwde oppervlak dat de kleinbellige schuimlaag een relatief homogene structuur heeft. Dat wil zeggen dat de range van diameters van 15 gevormde bellen relatief klein is. Kenners spreken dan ook van een kleinbellige schuimlaag met een uniform karakter.
Wanneer na verloop van een vooraf bepaalde tijd de inrichting (27) stopt met het toevoeren van koffie-extract aan de inlaat (2), zullen de koffie-extractstralen (14.1) en (14.2) worden onderbroken. Het bufferreservoir kan 20 dan leeglopen via de openingen (30.1) en (30.2). Aldus loopt het bufferreservoir leeg naar de uitstroomopeningen (4.1) en (4.2).
Doordat in gebruik de openingen (28.1) en (28.2) in gelijke mate worden overstroomd en de openingen (30.1) en (30.2) in gelijke mate worden doorstroomd, zullen de kopjes (5.1) en (5.2) met een thans nagenoeg dezelfde 25 hoeveelheid koffie-extract worden gevuld.
Bij voorkeur geldt dat de oppervlaktestructuur van het oppervlak (12) een oppervlakteruwheid heeft dat overeenkomt met de oppervlakteruwheid van schuurpapier omvattende deeltjes met een gemiddelde diameter van 50 tot 2000 micrometer. In het bijzonder geldt dat de oppervlaktestructuur een 30 oppervlakteruwheid heeft dat overeenkomt met de oppervlakteruwheid van i · . ; ·*Ν 12 schuurpapier in de range van P12 tot P300. Bij voorkeur geldt dat de oppervlaktestructuur een oppervlakteruwheid heeft dat overeenkomt met de oppervlakteruwheid van schuurpapier in de range van P120 tot P300.
Uiteraard kan de ruwheid van de oppervlaktestructuur van de bodem 5 (12) ook met andere parameters kan worden vastgelegd.
Zo kan de oppervlaktestructuur eveneens een oppervlakteruwheid-Ra hebben in een range van 50 tot 2000 um. Bij voorkeur geldt echter dat Ra een range heeft van 50 tot 200 um.
De geruwde oppervlaktestructuur kan op diverse wijzen zijn 10 aangebracht. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een oppervlak dat is afgevonkt. Ook is het mogelijk dat het oppervlak (12) is gezandstraald. Daarnaast is het mogelijk dat het oppervlak chemisch is geëtst. Een combinatie van de genoemde technieken is eveneens mogelijk.
Het is ook mogelijk dat langs het oppervlak (12) een gaasje is 15 aangebracht voor het verkrijgen van de geruwde oppervlaktestructuur. Dit is getoond in figuur 5. Bij een gaasje kan bijvoorbeeld gedacht aan een weefsel van metaaldraden met een steekafstand en een diameter van de metaaldraden die respectievelijk overeenkomen met de steek en de diameter van draden van een verbandweefsel. Dit metalen weefsel kan bijvoorbeeld 20 met lijm op de bodem van het bufferreservoir zijn aangebracht. Ook is het mogelijk dat op het gaasje vervolgens weer een dunne plastic afdeklaag of een coating is aangebracht. Een feit zal echter zijn dat de bodem (12) een geruwde oppervlaktestructuur heeft.
Het effect van de vloeistofstroomafremmende barrière kan als volgt 25 worden omschreven. Wanneer de koffie-extractstralen (14.1) en (14.2) in het bufferreservoir spuiten, veroorzaken deze grote stromen in het bufferreservoir die gepaard gaan met grote turbulenties. Dit vertaalt zich in een woest kolkend vloeistofoppervlak in het bufferreservoir. Het is gebleken dat dit woest kolkende vloeistofoppervlak als gevolg heeft dat de mogelijke 30 range van het debiet van elk der koffie-extractstralen, waarbij een uniform v 13 en voorspelbare kleinbellige schuimlaag wordt gevormd, wordt beperkt. Er kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een debiet van 5 gram per seconde tot 5.5 gram per seconde waarbij een uniforme gelijkmatige kleinbellige schuimlaag wordt gevormd. Wordt het debiet om wat voor reden dan ook 5 groter of kleiner, zal een afwijkende of geen kleinbellige schuimlaag worden gevormd.
De vloeistofstroomremmende barrière heeft echter tot gevolg, dat de grootte van de vloeistofstromen binnen het bufferreservoir (16) en de hiermee gepaard gaande turbulenties worden verkleind. Het blijkt dat de 10 range van de debieten van elk der koffie-extractstralen (14.1) en (14.2), waarbij toch nog de gewenste uniforme kleinbellige schuimlaag wordt verkregen, wordt vergroot. Het maximum van de range wordt bijvoorbeeld vergroot tot 7 gram per seconde. Tegelijkertijd heeft de bodem (12) met zijn geruwde oppervlaktestructuur tot gevolg dat het minimum van de range 15 wordt verlaagd tot 4.5 gram per seconde. Aldus wordt de range van de debieten van de koffie-extractstralen aanzienlijk vergroot door de vloeistofstroomafremmende barrière.
De vloeistofstroomafremmende barrière wordt bijzonder effectief gebruikt doordat alle koffie-extract in principe de 20 vloeistofstroomafremmende barrière (50) moet passeren, doordat enerzijds de koffie-extractstralen (14.1) en (14.2) naar het centrale gedeelte (52) zijn gericht en doordat anderzijds de openingen (30.1) en (30.2) alsmede de openingen (28.1) en (28.2) zich buiten, vanaf het centrale gedeelte (52) gezien, de vloeistofstroomafremmende barrière bevinden. Met andere 25 woorden het koffie-extract met de kleinbellige schuimlaag kan het bufferreservoir verlaten via vloeistofafvoertrajecten waarvan de oorsprong, gezien vanaf het centrale gedeelte, zich buiten de vloeistofstroomafremmende barrière bevindt.
De vloeistofstroomafremmende barrière (50) heeft bovendien het 30 voordeel dat koffie-extract met de kleinbellige schuimlaag in gelijke mate 14 van het bufferreservoir naar de eerste en tweede uitstroomopening (4.1) en (4.2) zal stromen, zodat de kopjes (5.1) en (5.2) thans nagenoeg gelijk worden gevuld. Dit houdt direct verband met het feit dat dankzij de vloeistofstroomafremmende barrière, het vloeistofoppervlak in het 5 bufferreservoir relatief rustig is en weinig zal kolken ten gevolge van een onderdrukte turbulentie en vloeistofstromen in het bufferreservoir.
Aan de hand van de figuren 1, 5 en 6 wordt thans een tweede mogelijke uitvoeringsvorm van de inrichting 1 volgens de uitvinding besproken. Hierbij zijn met de eerste uitvoeringsvorm overeenkomende 10 onderdelen van dezelfde referentienummers voorzien. Bij deze inrichting is de bodem (12) van het vloeistofreservoir (16) voorzien van het eerder genoemde gaasje (60) voor het verkrijgen van het oppervlak met een geruwde oppervlaktestructuur, zoals hiervoor is besproken. Voorts geldt echter dat de vloeistofstroomafremmende barrière (50) is voorzien van een 15 zich vanaf de bodem (12) van het bufferreservoir (16) van de bodem af uitstrekkende opstaande gaaswand (62). De gaaswand (62) strekt zich langs de eerste kromme (54) uit. Langs de tweede kromme (56) strekt zich in dit voorbeeld geen gaas uit. De gaaswand (62) vormt derhalve een van gaas vervaardigde cilinderwand, die kan worden doorstroomd door het koffie-20 extract dat zich in het bufferreservoir (16) bevindt. De gaaswand bestaat bijvoorbeeld uit draden met een diameter van 0,3 millimeter. Deze draden zijn volgens een linnen binding geweven met een steek van 1,5 millimeter. De functie van de gaaswand is geheel vergelijkbaar met de functies van de penvormige uitsteeksels (58) van de inrichting volgens figuur 2, en zal 25 derhalve hier niet worden toegelicht.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor geschetste uitvoeringsvoorbeelden.
Zo kan de bodem (12) het bufferreservoir, volgens de figuren 1 tot 6 vanaf boven gezien, enigszins bol zijn uitgevoerd. Dit bevordert de leegloop 30 via de openingen (30.1) en (30.2). Ook behoeft de inrichting niet te zijn ' < Λ". - 15 voorzien van een bodem met een geruwde oppervlaktestructuur. De bodem kan dus bijvoorbeeld glad zijn uitgevoerd. Ook kan slechts een deel van de bodem 12 zijn voorzien van de geruwde oppervlaktestructuur. Dit deel kan bijvoorbeeld samen vallen met het gebied 52 en/of binnen de kromme 54 5 liggen. Ook kan bij de inrichting, volgens de figuren 1 tot 6, de inlaat (2) worden uitgevoerd met slechts één uitstroomopening (8.1), die zich dan bijvoorbeeld in het midden van de inlaat (2) bevindt. Aldus wordt slechts een koffie-extractstraal (14.1) in een bufferreservoir gespoten. De kleinbellige schuimlaag wordt echter op een geheel analoge manier 10 gevormd. Ook zullen de kopjes (5.1) en (5.2) respectievelijk via de openingen (28.1) en (28.2), de openingen (30.1) en (30.2), en de uitstroomopeningen (4.1) en (4.2) uit het bufferreservoir worden gevuld, zoals hiervoor is besproken.
Bij de inrichting volgens de figuren 1 tot 6 kan de bodem (12) van het 15 bufferreservoir samenvallen met de bodem (24) van de houder. Hierbij dient dan wel de opening (30.1) zich boven de uitstroomopening (4.1) te bevinden en de opening (30.2) zich boven de uitstroomopening (4.2) te bevinden. Het gedeelte van de scheidingswand (26) dat zich in figuur 1 tussen de bodem (12) en de bodem (24) bevindt, komt bij die uitvoeringsvorm te vervallen.
20 Ook de normaal van de bodem (12) van het bufferreservoir (16) kan met elk der koffie-extractstralen een hoek 'A' insluiten die kleiner is dan 80 graden, bijvoorbeeld gelijk is aan 45 graden en bij voorkeur gelijk is aan nul graden. Dergelijke varianten worden elk geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.

Claims (23)

1. Inrichting voor het bereiden van een koffie-extract met een kleinbellige schuimlaag, voorzien van tenminste een inlaat waaraan koffie-extract wordt toegevoerd, tenminste een uitstroomopening voor het afgeven van het koffie-extract met de kleinbellige schuimlaag en tenminste een 5 vloeistofstroomtraject dat zich van de tenminste ene inlaat naar de tenminste ene uitstroomopening uitstrekt en waarlangs, in gebruik, het koffïe-extract van de tenminste ene inlaat naar de tenminste ene uitstroomopening stroomt waarbij in het tenminste ene vloeistofstroomtraject een bufferreservoir is opgenomen met een opstaande 10 zijwand en een bodem waarbij de tenminste ene inlaat is voorzien van tenminste een uitspnitopening voor het genereren van tenminste een koffïe-extractstraal die, in gebruik, in het bufferreservoir spuit wanneer het koffie-extract aan de tenminste ene inlaat wordt toegevoerd, met het kenmerk, dat in het bufferreservoir een op afstand van de opstaande 15 zijwanden gelegen vloeistofstroomafremmende barrière is opgenomen.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vloeistofstroomafremmende barrière tussen een centraal gedeelte van het bufferreservoir en de opstaande zijwanden is opgenomen.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de tenminste 20 ene koffie-extractstraal naar het centrale gedeelte is gericht.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het bufferreservoir is voorzien van tenminste een vloeistofafvoertraject voor het afvoeren van koffie-extract uit het bufferreservoir naar de tenminste ene uitstroomopening waarbij het tenminste ene vloeistofafvoertraject zijn 25 oorsprong vindt buiten, vanaf het centrale gedeelte gezien, de vloeistofstroomafremmende barrière. 10 16;o?*
5. Inrichting volgens conclusie 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat de vloeistofstroomafremmende barrière zich langs een eerste zich rond het centrale gedeelte uitstrekkende gesloten kromme uitstrekt.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de 5 vloeistofstroomafremmende barrière zich voorts langs een tweede zich op afstand rond de eerste kromme uitstrekkende gesloten kromme uitstrekt.
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vloeistofstroomafremmende barrière is voorzien van een aantal op afstand van elkaar gelegen zich vanaf de bodem van het bufferreservoir 10 naar boven toe uitstrekkende obstakels.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de obstakels penvormig zijn uitgevoerd.
9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vloeistofstroomafremmende barrière is voorzien van een zich vanaf 15 de bodem van het bufferreservoir van de bodem af uitstrekkend gaaswand.
10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bodem, althans voor een deel, is voorzien van een geruwde oppervlaktestructuur.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de 20 oppervlaktestructuur een oppervlakteruwheid heeft dat overeenkomt met de oppervlakteruwheid van schuurpapier omvattende deeltjes met een gemiddelde diameter van 50-2000 micro meter.
12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de oppervlaktestructuur een oppervlakteruwheid heeft dat overeenkomt met de 25 oppervlakteruwheid van schuurpapier in de range van P12 tot P600.
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de oppervlaktestructuur een oppervlakteruwheid heeft dat overeenkomt met de oppervlakteruwheid van schuurpapier in de range van P50 tot P300.
14. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de 30 oppervlaktestructuur een oppervlakteruwheid-Ra heeft van 50-2000 um. 101 61G 7^
15. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de oppervlaktestructuur een oppervlakteruwheid-Ra heeft van 50-200 um.
16. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 10-15, met het kenmerk, dat de bodem is afgevonkt.
17. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 10-16, met het kenmerk, dat de bodem is gezandstraald.
18. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 10-17, met het kenmerk, dat de bodem chemisch is geëtst.
19. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 10-18, met het 10 kenmerk, dat op de bodem een gaasje is aangebracht voor het verkrijgen van de geruwde oppervlaktestructuur.
20. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een normaal van de bodem een hoek A insluit met de koffie-extract-straal die kleiner is dan 80 graden.
21. Inrichting volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de normaal van de bodem een hoek A insluit met de koffie-extract-straal die ongeveer gelijk is aan 45 graden.
22. Inrichting volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de normaal van het botsingsoppervlak een hoek A insluit met de koffie-extract-straal die 20 ongeveer gelijk is aan nul graden.
23. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting verder is voorzien van middelen voor het bereiden van de koffie-extract en voor het onder druk toevoeren van de koffïe-extract aan de tenminste ene inlaat. 1016i 0 7^
NL1016107A 2000-09-05 2000-09-05 Inrichting voor het bereiden van een koffie-extract met een kleinbellige schuimlaag. NL1016107C2 (nl)

Priority Applications (19)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016107A NL1016107C2 (nl) 2000-09-05 2000-09-05 Inrichting voor het bereiden van een koffie-extract met een kleinbellige schuimlaag.
US10/363,631 US6799504B2 (en) 2000-09-05 2001-09-05 Apparatus for preparing a coffee extract with a fine-bubble froth layer using a liquid flow decelerating barrier
CNB018184944A CN1267047C (zh) 2000-09-05 2001-09-05 应用液体流动减速挡板制备有细泡泡沫层的咖啡萃取物的装置
AU9438601A AU9438601A (en) 2000-09-05 2001-09-05 Apparatus for preparing a coffee extract with a fine-bubble froth layer using a liquid flow decelerating barrier
CZ2003917A CZ2003917A3 (cs) 2000-09-05 2001-09-05 Zařízení pro přípravu kávového extraktu s vrstvou pěny z jemných bublinek používající přepážku pro zpomalování proudu kapaliny
HU0303571A HU228773B1 (en) 2000-09-05 2001-09-05 Apparatus for preparing a coffee extract with a fine-bubble frothlayer using a liquid flow decelerating barrier
KR1020037003303A KR100782427B1 (ko) 2000-09-05 2001-09-05 액체 유동 감속 방벽을 사용하는 미세 거품의 포말층을가진 커피 추출물 제조 장치
EP01975017A EP1317199B1 (en) 2000-09-05 2001-09-05 Apparatus for preparing a coffee extract with a fine-bubble froth layer using a liquid flow decelerating barrier
PT01975017T PT1317199E (pt) 2000-09-05 2001-09-05 Equipamento para preparacao de um extracto de cafe com uma camada de espuma finae cremosa, usando uma barreira desaceleradora do escoamento liquido
ES01975017T ES2223007T3 (es) 2000-09-05 2001-09-05 Aparato para preparar un extracto de cafe con una capa de espuma de burbujas finas utilizando una barrera de deceleracion de flujo liquido.
PCT/NL2001/000655 WO2002019876A1 (en) 2000-09-05 2001-09-05 Apparatus for preparing a coffee extract with a fine-bubble froth layer using a liquid flow decelerating barrier
AT01975017T ATE270835T1 (de) 2000-09-05 2001-09-05 Brühgerät für kaffee mit einer feinporigen schaumschicht, wobei das gerät eine strömungsbarriere hat
CA002421238A CA2421238C (en) 2000-09-05 2001-09-05 Apparatus for preparing a coffee extract with a fine-bubble froth layer using a liquid flow decelerating barrier
TR2004/02174T TR200402174T4 (tr) 2000-09-05 2001-09-05 Sıvı akışını yavaşlatıcı bir bariyeri kukkanarak ince kabarcıklı bir köpüğe sahip bir kahve ekstratının hazırlanması için bir cihaz
ARP010104218A AR030611A1 (es) 2000-09-05 2001-09-05 Aparato para preparar un extracto de cafe con una capa de espuma de burbujas finas usando una barrera de desaceleracion de flujo de liquido
AU2001294386A AU2001294386B2 (en) 2000-09-05 2001-09-05 Apparatus for preparing a coffee extract with a fine-bubble froth layer using a liquid flow decelerating barrier
JP2002524365A JP5076170B2 (ja) 2000-09-05 2001-09-05 液流減速バリアを用いた、微細な気泡の泡層を有するコーヒー抽出液を製造する装置
DE60104319T DE60104319T2 (de) 2000-09-05 2001-09-05 Brühgerät für kaffee mit einer feinporigen schaumschicht, wobei das gerät eine strömungsbarriere hat
NO20031029A NO322471B1 (no) 2000-09-05 2003-03-05 Apparat for a fremstille en kaffeekstrakt med et finboblet skumlag ved anvendelse av en barriere som bremser vaeskestrom

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016107A NL1016107C2 (nl) 2000-09-05 2000-09-05 Inrichting voor het bereiden van een koffie-extract met een kleinbellige schuimlaag.
NL1016107 2000-09-05

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1016107C2 true NL1016107C2 (nl) 2002-03-07

Family

ID=19772027

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1016107A NL1016107C2 (nl) 2000-09-05 2000-09-05 Inrichting voor het bereiden van een koffie-extract met een kleinbellige schuimlaag.

Country Status (18)

Country Link
US (1) US6799504B2 (nl)
EP (1) EP1317199B1 (nl)
JP (1) JP5076170B2 (nl)
KR (1) KR100782427B1 (nl)
CN (1) CN1267047C (nl)
AR (1) AR030611A1 (nl)
AT (1) ATE270835T1 (nl)
AU (2) AU9438601A (nl)
CA (1) CA2421238C (nl)
CZ (1) CZ2003917A3 (nl)
DE (1) DE60104319T2 (nl)
ES (1) ES2223007T3 (nl)
HU (1) HU228773B1 (nl)
NL (1) NL1016107C2 (nl)
NO (1) NO322471B1 (nl)
PT (1) PT1317199E (nl)
TR (1) TR200402174T4 (nl)
WO (1) WO2002019876A1 (nl)

Families Citing this family (21)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1020837C2 (nl) 2002-06-12 2003-12-15 Sara Lee De Nv Inrichting en werkwijze voor het bereiden van koffie met een fijnbellige schuimlaag, in het bijzonder cappuccino.
US7735414B2 (en) 2003-01-06 2010-06-15 Koninklijke Philips Electronics N.V. Container receiving unit with even distribution of beverage
US6935222B2 (en) 2003-07-09 2005-08-30 Electrical And Electronics Limited Locking device sustaining high pressure for coffee maker lid
US7836818B2 (en) * 2003-08-19 2010-11-23 Koninklijke Philips Electronics N. V. Beverage making device comprising a frothing member
US7617763B2 (en) 2003-12-23 2009-11-17 Electrical & Electronics Limited Motorized and remote-controlled cabinet design of filter holder for pressurized espresso machines
US7237475B2 (en) 2003-12-23 2007-07-03 Electrical And Electronics, Limited Cabinet design of filter holder for pressurized espresso machines
EP1713360B1 (en) * 2004-02-06 2010-10-13 Bunn-O-Matic Corporation Apparatus, system and method for retaining beverage brewing substance
CA2555286A1 (en) * 2004-02-09 2005-08-25 Bunn-O-Matic Corporation Apparatus, system and method for infusing a pre-packaged pod
US20060000364A1 (en) * 2004-07-01 2006-01-05 Chiaphua Industries Limited Coffee machine with creme production facility
DE102004046450A1 (de) * 2004-09-24 2006-04-06 BSH Bosch und Siemens Hausgeräte GmbH Kaffeemaschine mit einem Auslauftopf
NL1028101C2 (nl) 2005-01-24 2006-07-25 Sara Lee De Nv Samenstel voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank, rigide lichaam van het samenstel en werkwijze voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank met het samenstel.
NL1028133C2 (nl) 2005-01-27 2006-07-31 Sara Lee De Nv Werkwijze en inrichting voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank.
US8180204B2 (en) * 2007-07-02 2012-05-15 Brewl Technologies, Inc. Hot beverage brewing apparatus
TWI442897B (zh) * 2007-11-14 2014-07-01 Nestec Sa 飲料攪打機
AU2009248206A1 (en) * 2008-05-15 2009-11-19 Nestec S.A. Beverage dispenser outlet
MX2012004262A (es) * 2009-10-14 2012-05-08 Koninkl Philips Electronics Nv Unidad de preparacion para preparar cafe.
BE1019167A3 (nl) * 2010-02-02 2012-04-03 Hoorelbeke Alain Kamiel Jean Inzetstuk voor het vervaardigen van dranken.
DE102010012788B4 (de) * 2010-03-16 2018-05-17 Wmf Group Gmbh Espressomaschine oder Kaffeevollautomat mit automatischer Homogenisierung
EP2543289A1 (en) 2011-07-08 2013-01-09 Koninklijke Philips Electronics N.V. Device for preparing a beverage
CA2985321C (en) * 2015-05-20 2023-07-11 Caffitaly System S.P.A. Delivery unit for an apparatus for making a beverage and apparatus comprising that delivery unit
CN107136935B (zh) * 2016-03-01 2019-06-21 允慧科技(上海)有限公司 排放装置以及包括该排放装置的冲泡器和饮品制作机

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5151199A (en) * 1989-07-21 1992-09-29 Nestec S.A. Process and apparatus for controlling froth of an instant coffee beverage
EP0709131A1 (en) * 1994-10-26 1996-05-01 Societe Des Produits Nestle S.A. Mixing of fluids
EP0878158A2 (en) 1997-05-13 1998-11-18 Sara Lee/DE N.V. Apparatus for preparing coffee having a small-bubbled foam layer.

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US515199A (en) * 1894-02-20 denoyer
US4903585A (en) * 1988-01-04 1990-02-27 Nestec, S.A. Apparatus for dispensing coffee having a foamed surface
TW199884B (nl) * 1991-05-08 1993-02-11 Sociere Des Produits Nestle S A
GB9316717D0 (en) * 1993-08-11 1993-09-29 Gen Foods Ltd Cartridge and method for the preparation fo whipped beverages
US5638740A (en) * 1995-02-24 1997-06-17 Cai; Zhihua Apparatus for brewing espresso and cappuccino
JP3688806B2 (ja) * 1996-05-14 2005-08-31 彦六 杉浦 スタティックミキサー
JP3818611B2 (ja) * 1997-11-06 2006-09-06 能美防災株式会社 泡消火装置
JP3446019B2 (ja) * 1998-03-25 2003-09-16 シャープ株式会社 洗濯機

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5151199A (en) * 1989-07-21 1992-09-29 Nestec S.A. Process and apparatus for controlling froth of an instant coffee beverage
EP0709131A1 (en) * 1994-10-26 1996-05-01 Societe Des Produits Nestle S.A. Mixing of fluids
EP0878158A2 (en) 1997-05-13 1998-11-18 Sara Lee/DE N.V. Apparatus for preparing coffee having a small-bubbled foam layer.

Also Published As

Publication number Publication date
AU2001294386B2 (en) 2006-02-02
KR20030027115A (ko) 2003-04-03
TR200402174T4 (tr) 2004-10-21
NO20031029D0 (no) 2003-03-05
CN1535120A (zh) 2004-10-06
CN1267047C (zh) 2006-08-02
JP2004508078A (ja) 2004-03-18
HUP0303571A3 (en) 2004-12-28
EP1317199A1 (en) 2003-06-11
NO322471B1 (no) 2006-10-09
CA2421238C (en) 2008-11-18
HU228773B1 (en) 2013-05-28
DE60104319T2 (de) 2005-08-25
EP1317199B1 (en) 2004-07-14
AU9438601A (en) 2002-03-22
PT1317199E (pt) 2004-11-30
NO20031029L (no) 2003-05-02
CZ2003917A3 (cs) 2003-08-13
AR030611A1 (es) 2003-08-27
KR100782427B1 (ko) 2007-12-05
US6799504B2 (en) 2004-10-05
ES2223007T3 (es) 2005-02-16
JP5076170B2 (ja) 2012-11-21
HUP0303571A2 (hu) 2004-03-29
ATE270835T1 (de) 2004-07-15
CA2421238A1 (en) 2002-03-14
DE60104319D1 (de) 2004-08-19
WO2002019876A1 (en) 2002-03-14
US20040094472A1 (en) 2004-05-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1016107C2 (nl) Inrichting voor het bereiden van een koffie-extract met een kleinbellige schuimlaag.
NL1016106C2 (nl) Inrichting voor het bereiden van een koffie-extract met een kleinbellige schuimlaag.
AU2002211054A1 (en) Apparatus for preparing a coffee extract with a fine-bubble froth layer using a rough impact surface
AU2001294386A1 (en) Apparatus for preparing a coffee extract with a fine-bubble froth layer using a liquid flow decelerating barrier
NL1006039C2 (nl) Inrichting voor het bereiden van koffie met een kleinbellige schuimlaag.
CA2489272C (en) Apparatus for preparing a consumable beverage with a fine-bubbled foam layer
JP4636880B2 (ja) 飲料製造器用のパッド支持体、パッド支持体を含むフォームユニット及び飲料製造器並びにパッド支持体を用いたフォーム層を有する飲料の調製方法
NL1020836C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het bereiden van koffie met een fijnbellige schuimlaag, in het bijzonder cappuccino.
NL1020834C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank met een fijnbellige schuimlaag.
AU2002328466A1 (en) Cappuccino preparation
EP1435813A2 (en) Cappuccino preparation
EP1906801A1 (en) System and method for preparing a beverage suitable for consumption, and a use of such a system, a receiving chamber and a holder
NL1013270C2 (nl) Inrichting voor het bereiden van een koffie-extract met een fijnbellige schuimlaag.
US20020083843A1 (en) Coffee maker
AU2022255297A1 (en) A water reservoir for a drinks machine

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060401