NL1016099C2 - Gasdichte transportverpakking, alsmede werkwijze en inrichting voor het vervaardigen daarvan. - Google Patents

Gasdichte transportverpakking, alsmede werkwijze en inrichting voor het vervaardigen daarvan. Download PDF

Info

Publication number
NL1016099C2
NL1016099C2 NL1016099A NL1016099A NL1016099C2 NL 1016099 C2 NL1016099 C2 NL 1016099C2 NL 1016099 A NL1016099 A NL 1016099A NL 1016099 A NL1016099 A NL 1016099A NL 1016099 C2 NL1016099 C2 NL 1016099C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
package
layer
outer package
edge
upper edge
Prior art date
Application number
NL1016099A
Other languages
English (en)
Inventor
Peter Paul Van Eijndhoven
Richard Vos
Original Assignee
Kappa Packaging B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kappa Packaging B V filed Critical Kappa Packaging B V
Priority to NL1016099A priority Critical patent/NL1016099C2/nl
Priority to DE60131287T priority patent/DE60131287T2/de
Priority to AT01975014T priority patent/ATE377559T1/de
Priority to EP01975014A priority patent/EP1318945B1/en
Priority to AU2001294383A priority patent/AU2001294383A1/en
Priority to PCT/NL2001/000650 priority patent/WO2002020359A2/en
Priority to US10/363,336 priority patent/US7331481B2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1016099C2 publication Critical patent/NL1016099C2/nl
Priority to ZA200301614A priority patent/ZA200301614B/en
Priority to NO20031002A priority patent/NO327121B1/no

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D5/00Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper
    • B65D5/42Details of containers or of foldable or erectable container blanks
    • B65D5/56Linings or internal coatings, e.g. pre-formed trays provided with a blow- or thermoformed layer
    • B65D5/60Loose, or loosely attached, linings

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Packages (AREA)
  • Non-Silver Salt Photosensitive Materials And Non-Silver Salt Photography (AREA)
  • Packaging For Recording Disks (AREA)
  • Auxiliary Devices For And Details Of Packaging Control (AREA)
  • Bag Frames (AREA)
  • Containers And Plastic Fillers For Packaging (AREA)
  • Making Paper Articles (AREA)
  • Laminated Bodies (AREA)

Description

Titel: Gasdichte transportverpakking, alsmede werkwijze en inrichting voor het vervaardigen daarvan.
De uitvinding heeft betrekking op een verpakking. Meer in het ... bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een gasdichte verpakking voor het transporteren van goederen, met name etenswaar.
Uit de praktijk is bekend etenswaar in afzonderlijke gasdichte 5 consumentenporties te verpakken. Deze zogenaamde Modified Atmosphere (MA) verpakkingen omvatten doorgaans een kunststof schoteltje, ter ondersteuning van het product en een folie die rondom het schoteltje met het product is gespannen en waarvan de randen gasdicht op elkaar zijn gelast (gesealed). In een dergelijke gasdichte verpakking kan een voor het 10 product gunstige omgeving worden gecreëerd, bijvoorbeeld door de lucht in de verpakking geheel of gedeeltelijk te vervangen door een mengsel van andere gassen, zoals stikstof of koolstofdioxide. Hierdoor kan bijvoorbeeld de houdbaarheid of de versheid van het product worden vergroot. De verpakking is bovendien geurdicht, zodat het verpakte product beschermd is 15 tegen geurinvloeden van buitenaf en het product omgekeerd de geur en smaak van nabijgelegen goederen niet kan aantasten. Een dergelijke MA-verpakking is daarmee uitermate geschikt voor het verpakken van geurgevoelige producten of producten die juist zelf een sterke geur afgeven zoals vlees of vis.
20 In FR 2.576.874 is voorgesteld een MA transportverpakking te vervaardigen, door een kartonnen doos te bekleden met een film van een thermoplastisch materiaal, welke film zich uitstrekt tot voorbij de bovenrand van de doos. Over de bovenzijde van de doos wordt, na vulling hiervan, een tweede film gespannen en vervolgens buiten de doos thermisch 25 vastgelast op de eerste film, waarbij een aambeeld wordt gebruikt als lasondergrond. De aldus verkregen verpakking is gas- en geurdicht en bezit bovendien voldoende draagsterkte voor het transporteren van grotere 2 hoeveelheden goederen. Deze bekende verpakking heeft echter als nadeel dat de randen waarlangs beide films op elkaar zijn gelast uitsteken tot voorbij het buitenoppervlak van de doos. De verpakkingen kunnen daardoor niet direct naast elkaar worden opgesteld en evenmin stabiel worden 5 gestapeld. Immers, de genoemde randen zullen elkaar bij het stapelen in de weg zitten en zullen de omringende dozen gedeeltelijk overlappen. Bovendien kunnen dergelijke randen het verwijderen van een in een stapel opgestelde verpakking bemoeilijken, aangezien de randen achter of tussen omringende verpakkingen kunnen blijven hangen, waardoor de verpakking 10 kan beschadigen. Ook is het mogelijk dat door het wegtrekken van een dergelijke ingeklemde rand een op deze rand geplaatste verpakking in beweging wordt gebracht en omvalt.
De uitvinding beoogt een transportverpakking, waarbij genoemde nadelen zijn opgeheven, met behoud van de voordelen daarvan. Daartoe 15 wordt een verpakking volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.
Doordat de twee lagen foliemateriaal die tezamen de binnenverpakking vormen tegen een wanddeel, bijvoorbeeld de bovenrand, van de buitenverpakking op elkaar zijn bevestigd is de verpakking vrij van 20 uitstekende randen. Dergelijke verpakkingen kunnen stabiel en compact op en naast elkaar worden geplaatst. De relatief stijve buitenverpakking beschermt daarbij de binnenverpakking en zorgt voor voldoende draagvermogen en stapelsterkte. De binnenverpakking sluit de producten gas- en reukdicht af waardoor bijvoorbeeld verschillende goederen bij elkaar 25 in één transporteenheid, bijvoorbeeld een koelcontainer, kunnen worden vervoerd, zonder dat zij eikaars smaak en/of geur beïnvloeden. Bovendien kan met een dergelijke verpakking de bewaartijd worden verlengd. De verpakking kan na gebruik eenvoudig worden gescheiden in een binnen- en buitenverpakking. De buitenverpakking kan afhankelijk van het materiaal 3 waaruit deze is vervaardigd ofwel worden gereinigd en hergebruikt, ofwel worden gerecycled, evenals de binnenverpakking.
In een nadere uitwerking wordt een verpakking volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 4.
5 In geval de buitenverpakking is vervaardigd van een warmtegevoehg materiaal, zoals bijvoorbeeld piepschuim of een thermoplastische kunststof, kan door het aanbrengen van een hittebestendige laag op het deel van de buitenverpakking waartegen de sealrand wordt aangebracht eenvoudig worden verhinderd dat deze 10 buitenverpakking beschadigd raakt tijdens het op elkaar lassen van de lagen foliemateriaal. Zo kan bijvoorbeeld, indien de sealrand wordt aangebracht op de bovenrand van de buitenverpakking, deze bovenrand worden voorzien van een aparte rand van karton, welke op de buitenverpakking kan worden gelijmd.
15 In een voordelige uitvoeringsvorm wordt een verpakking volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 6.
Een buitenverpakking van karton is eenvoudig en relatief goedkoop te vervaardigen, terwijl hiermee toch een bijzonder stijve verpakking kan worden gerealiseerd. Bovendien is karton relatief goed 20 bestand tegen hitte, zodat de bovenrand geen speciale aanpassing behoeft. Karton is voorts recyclebaar en kan worden opgenomen in reeds bestaande recyclestromen.
In nadere uitwerking wordt een verpakking volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 8.
25 Door het verstevigen van de buitenverpakking, in het bijzonder de zijwanden daarvan, nemen de stapelsterkte en het draagvermogen van de verpakking toe. Tevens wordt hierdoor de bovenrand beter ondersteund, zodat deze nog beter bestand is tegen de druk die tijdens het dichten van de binnenverpakking hierop wordt uitgeoefend. De zijwanden kunnen 30 bijvoorbeeld worden verstevigd door deze te vervaardigen uit twee of meer 4 lagen karton. Een bijkomend voordeel is dat het isolerende vermogen van de verpakking daardoor toeneemt. Tussen de lagen karton kunnen eventueel verstijvingselementen worden aangebracht, in de vorm van bijvoorbeeld U-profielen die zich haaks op het bodempaneel uitstrekken. Ook de hoeken 5 tussen aangrenzende zijwanden kunnen worden verstevigd, bijvoorbeeld door middel van zich haaks op het bodempaneel uitstrekkende kokerprofielen met een driehoekige of rechthoekige dwarsdoorsnede.
In een tweede voordelige uitvoeringsvorm wordt een verpakking volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 9.
10 Door de buitenverpakking uit te voeren in twee delen, een omdoos en een inzetstuk, kan de binnenverpakking nog eenvoudiger op de buitenverpakking worden gesealed en kan de buitenverpakking, met name de bovenrand, minder stijf worden uitgevoerd. Dit wordt bereikt doordat de binnenverpakking op de bovenrand van het inzetstuk kan worden gesealed, 15 terwijl dit zich nog in planovorm bevindt. In deze toestand kan de bovenrand eenvoudig worden ondersteund op een vlakke ondergrond. Na het aanbrengen van de seal, wordt het inzetstuk opgezet door de poten naar binnen te vouwen, waarna dit tezamen met de binnenverpakking in de omdoos wordt geschoven.
20 In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm wordt een verpakking volgens de uitvinding· gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 12.
Door de binnen- en buitenverpakking door middel van één of meer tussenpanelen onder te verdelen in kleinere compartimenten die elk afzonderlijk kunnen worden geopend, kunnen in één buitenverpakking 25 diverse afzonderlijke producten worden ondergebracht zonder dat deze elkaar aantasten. Dit kunnen bijvoorbeeld bij elkaar horende producten zijn, zoals een assortiment van verschillende soorten vis, of producten die op eenzelfde temperatuur moeten worden opgeslagen, of producten die bestemd zijn voor eenzelfde afnemer. Zelfs is het mogelijk om binnen elk afzonderlijk 30 compartiment een voor het betreffende product gunstige omgeving te : ' 1 0 2 5 creëren, bijvoorbeeld door dit compartiment te vullen onder een bepaalde gasdruk of met een specifiek gasmengsel. Ook is de verpakking geschikt om eenzelfde product in kleinere afzonderlijke porties te verpakken, die onafhankelijk van elkaar kunnen worden aangebroken.
5 De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het tot stand brengen van een verpakking, gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 13.
Met een dergelijke werkwijze kunnen op relatief eenvoudige en efficiënte wijze transportverpakkingen worden vervaardigd die dankzij het 10 ontbreken van uitstekende folieranden dicht tegen elkaar kunnen worden op gesteld en stabiel op elkaar kunnen worden gestapeld. Aangezien de verpakkingen als afzonderlijke eenheden kunnen worden gemanipuleerd biedt deze wijze van verpakken bovendien vrijheid wat betreft de volgorde waarin de verpakkingen worden gevuld en afgesloten. Dit is met name 15 gunstig in geval de vultijden per verpakking sterk uiteenlopen. De verpakkingen kunnen eenvoudig gas- en geurdicht worden uitgevoerd.
In een nadere uitwerking wordt een werkwijze volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 16.
Tijdens transport, in het bijzonder luchttransport, kunnen 20 verpakkingen worden blootgesteld aan onderdruk in de omgeving. Hiermee kan bij voorbaat rekening worden gehouden, door in de binnenverpakking een geringe onderdruk aan te brengen, die bijvoorbeeld bij benadering overeenkomt met de te verwachten minimale of gemiddelde omgevingsdruk. Dit verhindert dat de binnenverpakking bij blootstelling aan een lagere 25 omgevingsdruk meer zal expanderen dan toelaatbaar en dientengevolge zal openscheuren.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting voor het op elkaar lassen van twee lagen foliemateriaal, gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 19.
6
Ter plaatse van onregelmatigheden in de lasondergrond vormen de op elkaar te lassen lagen foliemateriaal dankzij hun eigen stijfheid en dankzij de opspannende werking van de drukmiddelen een overbrugging met een meer geleidelijk verloop dan de onderliggende onregelmatigheden.
5 Doordat de drukmiddelen flexibel zijn kunnen deze de door het foliemateriaal enigszins afgevlakte overgangen goed volgen. Verrassenderwijs is gebleken dat de drukmiddelen hierdoor een contactdruk op het verwarmingselement en de folielagen kunnen uitoefenen welke voldoende is om het foliemateriaal ter plaatse van de onregelmatigheden 10 gasdicht op elkaar te sealen. Hiervoor is geen drukverhoging nodig, zoals bij de bekende inrichtingen. Derhalve is een inrichting volgens de uitvinding geschikt om met een relatief lage druk een gasdichte las tot stand te brengen op een relatief onregelmatige ondergrond, waarbij deze onregelmatigheden ten minste een planodikte kunnen bedragen.
15 In een voordelige uitvoeringsvorm wordt een inrichting volgens de uitvinding voorts gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 20.
Een flexibel verwarmingselement, in de vorm van bijvoorbeeld een lasdraad, kan met eventuele onregelmatigheden in de lasondergrond meebuigen. Hierdoor worden piekspanningen in het verwarmingselement 20 vermeden of ten minste gereduceerd, waardoor het verwarmingselement minder kans loopt op beschadiging.
In de verdere volgconclusies worden nadere voordelige uitvoeringsvormen van een verpakking, een werkwijze voor het tot stand brengen daarvan en een inrichting voor het aanbrengen van een gasdichte 25 las beschreven.
Ter verduidelijking van de uitvinding zal een uitvoeringsvoorbeeld van een transportverpakking volgens de uitvinding worden beschreven, alsmede een werkwijze en inrichting voor het vervaardigen daarvan aan de hand van de tekening. Daarin toont: 7 fig. 1 een doorsnede van een verpakking volgens de uitvinding; fig. 2 een perspectivisch aanzicht van een hoek van een buitenverpakking volgens de uitvinding; fig. 3 een plano voor een buitenverpakking uit fig.2; 5 fig. 4 schematisch een doorsnede in vooraanzicht van een lasinrichting voor het dichtsmelten van een binnenverpakking; fig. 5 een perspectivisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een verpakking volgens de uitvinding, waarbij de buitenverpakking uit twee delen bestaat; en 10 fig. 6 een perspectivisch aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van een verpakking volgens de uitvinding, waarbij de buiten- en binnenverpakking zijn onderverdeeld in compartimenten.
Figuur 1 toont een verpakking 1 volgens de uitvinding omvattende een relatief stijve, doosvormige buitenverpakking 3 en een uit foliemateriaal 15 gevormde binnenverpakking 4, welke zich in hoofdzaak binnen de buitenverpakking 3 uitstrekt. De binnenverpakking 4 omvat een eerste en een tweede laag foliemateriaal 6, 7 waartussen een gasdichte ruimte 9 is gevormd, door de lagen 6, 7 langs hun omtrek 8 thermisch op elkaar te lassen, in navolgende tevens aangeduid met de term sealen. In deze ruimte 20 9 kunnen goederen gas- en geurdicht worden afgesloten van de omgeving.
Daarmee is een dergelijke binnenverpakking 4 onder andere geschikt is voor het verpakken van ofwel producten met een sterke eigen geur, bijvoorbeeld vlees of vis, ofwel producten die gevoelig zijn voor de geur van andere producten, zoals fruit en groente. Dankzij de gasdichte afsluiting 25 kunnen deze verschillende soorten goederen in eikaars nabijheid worden opgeslagen en/of vervoerd, zonder dat zij eikaars geur of smaak zullen beïnvloeden. Bovendien kan binnen een dergelijke gasdichte verpakking 1 een voor het product gunstige atmosfeer worden gerealiseerd, waardoor het product bijvoorbeeld langer houdbaar of vers blijft. De buitenverpakking 3 30 beschermt de binnenverpakking 4 tegen externe krachten en verschaft de 8 nodige stijfheid en sterkte voor onder andere het verplaatsen, ondersteunen en stapelen van de met goederen gevulde binnenverpakking 4. Daarnaast biedt de buitenverpakking 3 weerstand tegen expansiekrachten van de binnenverpakking 4, welke krachten kunnen optreden als gevolg van een 5 lagere omgevingsdruk, bijvoorbeeld tijdens luchttransport. Met een verpakking volgens de uitvinding kunnen, afhankelijk van de gekozen materialen en constructie, eenvoudig hoge stapelsterkten worden verkregen, bijvoorbeeld meer dan 500 kg kan worden gedragen op een dergelijke doos. Stapelsterkten van 750 kg of 1000 kg of meer zijn zelfs goed 10 haalbaar.
In figuur 2 is een mogelijke buitenverpakking 3 getoond, althans één hoekgedeelte daarvan. Deze buitenverpakking 3 is van karton en kan worden gevouwen uit een plano 10 als getoond in figuur 3. In deze plano 10 zijn met de buitenverpakking 3 uit figuur 2 corresponderende delen met 15 eenzelfde verwijzingscijfer aangegeven. De buitenverpakking 3 omvat een rechthoekig bodempaneel 12, dat langs de lange en korte zijden is voorzien van respectievelijk een eerste en een tweede paar paarsgewijs evenwijdige opstaande zijwanden 13, 14. Deze zijwanden 13, 14 zijn aan de van het bodempaneel 12 afgekeerde zijde voorzien van een bovenrand 15, welke zich 20 in hoofdzaak evenwijdig aan het bodempaneel 12 uitstrekt. Deze bovenrand 15 dient enerzijds voor het op elkaar stapelen van verpakkingen tijdens transport en anderzijds als ondergrond waarop de binnenverpakking 4 kan worden dichtgelast op nog nader te beschrijven wijze. Ter verhoging van de stijfheid en sterkte van deze kartonnen buitenverpakking 3, in het bijzonder 25 de bovenrand 15, zijn de eerste zijwanden 13 aan de langszijden van het bodempaneel 12 dubbelwandig uitgevoerd. Daartoe zijn achtereenvolgens een met het bodempaneel 12 verbonden buitenzijpaneel 18, een bovenranddeel 15A en een binnenzijpaneel 19 langs respectieve vouwlijnen 50, 51, 52 over 90 graden naar binnen gevouwen, als getoond in figuur 2, 30 waarna het binnenzijpaneel 19 door middel van een daarmee verbonden . j j 9^ 9 eerste bevestigingsstrip 20 op het bodempaneel 12 is vastgezet. De stijfheid van de eerste zijwand 13 is verder verhoogd door middel van tussen het binnen- en buitenzijpaneel 18, 19 aangebrachte losse verstijvingselementen 21 welke zich haaks op het bodempaneel 12 uitstrekken en in het getoonde 5 geval een U-vormig profiel hebben. Het bovenranddeel 15B aan de kopse zijde van de buitenverpakking 3 is eveneens verstevigd. Dit is bereikt met behulp van een aan deze bovenrand 15B grenzend steunpaneel 22, dat langs vouwlijn 53 over meer dan 90 graden vanaf deze bovenrand 15B naar binnen is gevouwen en met een tweede bevestigingsstrip 23 op de 10 binnenzijde van de tweede zijwand 14 is vastgezet, als getoond in figuur 2.
Voorts zijn de door de eerste en tweede zijwanden 13, 14 ingesloten hoeken 16 verstevigd met behulp van een met de tweede zijwand 14 verbonden eerste en tweede hoekverstevigingspaneel 26, 27 en een derde bevestigingsstrip 28. Genoemde panelen 26, 27 en strip 28 worden tot een 15 zich verticaal uitstrekkend driehoekig kokerprofiel 25 gevouwen, langs de respectieve vouwlijnen 54, 55, 56 als getoond in figuur 2, waarbij het eerste hoekverstevigingspaneel 26 aanligt tegen het binnenzijpaneel 19 en de derde bevestigingsstrip 28 is vastgezet op de binnenzijde van de tweede zijwand 14. Het driehoekig kokerprofiel 25 wordt aan de bovenzijde 20 afgesloten door een driehoekige uitloper 15C van het bovenranddeel 15B, welke uitloper 15C met behulp van een daarmee verbonden vierde bevestigingsstrip 29 is vastgezet op het buitenzijpaneel 18. De uitloper 15C en het bovenranddeel 15A sluiten daarbij bij voorkeur naadloos en nagenoeg zonder hoogteverschil op elkaar aan, zodat een vlakke doorlopende 25 bovenrand 15 wordt verkregen, het belang waarvan verderop duidelijk zal worden. Voor een uitgebreide beschrijving van een vergelijkbare hoekversteviging wordt verwezen naar octrooiaanvrage EP 0 967 152 welke toebehoort aan de aanvraagster en welke aanvrage hierin door referentie wordt geacht te zijn opgenomen.
10
De hierboven beschreven doos is slechts één mogelijke uitvoeringsvorm van een buitenverpakking 3. Vele andere uitvoeringen zijn mogelijk binnen het toepassingsgebied van de uitvinding. Zo word in octrooiaanvrage EU 0 731 032 van de aanvraagster een verpakking 5 beschreven die vanwege de stevige constructie en vlakke bovenrand eveneens geschikt is als buitenverpakking 3 voor onderhavige uitvinding. Ook deze aanvrage wordt geacht hierin door referentie te zijn opgenomen. Voorts kan de buitenverpakking 3 in plaats van uit karton worden vervaardigd uit bijvoorbeeld hout, kunststof of piepschuim. Ook kan de 10 verpakking 3, in het bijzonder het bodempaneel 12, een andere dan de getoonde rechthoekige vorm hebben, bijvoorbeeld rond of veelhoekig.
Een verpakking 1 volgens de uitvinding wordt als volgt tot stand gebracht. Een buitenverpakking 3 als hierboven beschreven wordt langs de binnenzijde en bovenrand 15 bekleed met een laag thermoplastisch 15 folievormig materiaal 6. Om plooivorming van het folievormig materiaal 6 te minimaliseren, met name ter plaatse van de bovenrand 15, wordt dit foliemateriaal 6 tijdens het aanbrengen enigszins strak getrokken. Het foliemateriaal 6 kan los in de buitenverpakking 3 worden geplaatst, maar wordt bij voorkeur hierop bevestigd, bijvoorbeeld door dit vast te lijmen of 20 vast te smelten. De aldus beklede buitenverpakking 3 wordt vervolgens gevuld met de te transporteren goederen en eventuele toevoegingen zoals ijs, of gas in een gewenste samenstelling ter verhoging van de houdbaarheid. Hierna worden de goederen gasdicht afgesloten, door een tweede laag thermoplastisch foliemateriaal 7 over de bovenrand 15 van de 25 buitenverpakking 3 te spannen en op de eerste laag foliemateriaal 6 vast te smelten, met een lasinrichting 32 als schematisch getoond in figuur 4, welke hierna nader zal worden beschreven. Nadat de beide folielagen 6, 7 op elkaar zijn bevestigd wordt eventueel foliemateriaal dat tot voorbij de bovenrand 15 reikt afgesneden, waarna de verpakking 1 gereed is voor 30 transport en kan worden afgevoerd. De aldus verkregen verpakking heeft 10 i η η o 11 geen uitstekende of omkrullende folieranden en kan daardoor probleemloos naast en op andere verpakkingen worden gestapeld tot een stabiele configuratie. Ter vergroting van de handelbaarheid kunnen op, bij voorkeur in de zijwanden van de buitenverpakking handgrepen worden voorzien. De 5 verpakking is voorts relatief licht en toch zeer stevig en bovendien na gebruik eenvoudig te scheiden in twee delen, een binnen- en een buitenverpakking, die elk op zichzelf goed recyclebaar zijn. Een ander voordeel van deze verpakkingswijze is dat de verpakkingen afzonderlijk kunnen worden gemanipuleerd. Hierdoor kunnen de met een eerste 10 folielaag beklede buitenverpakkingen naar verschillende vullijnen worden gevoerd, welke vullijnen verschillende doorlooptijden zullen hebben afhankelijk van onder meer het formaat van de te vullen verpakking, de vulgraad en het type product dat wordt verpakt. Aansluitend op de vullijnen worden de verpakkingen naar een centrale sealeenheid gevoerd, alwaar de 15 tweede folielaag ter afsluiting van de binnenverpakking op de eerste folielaag wordt gelast. Doordat de verpakkingen afzonderlijk gemanipuleerd kunnen worden is men niet gebonden aan een vaste vul- of sealvolgorde, en zullen de uiteenlopende vultijden van de verpakkingen derhalve geen onnodig oponthoud veroorzaken.
20 Figuur 4 toont schematisch een doorsnede van een lasinrichting 32, geschikt voor het aanbrengen van een gasdichte seal 8 tussen twee lagen thermoplastisch foliemateriaal 6, 7 op een bovenrand 15, van een buitenverpakking 3. De lasinrichting 32 omvat daartoe een verwarmingselement 36 dat met behulp van drukmiddelen 34 op de lagen 25 foliemateriaal 6, 7 wordt gedrukt, zodanig dat onder invloed van warmte en druk beide folielagen 6,7 met elkaar versmelten, onder vorming van een gasdichte verbinding. Opdat deze verbinding ook daadwerkelijk gasdicht is worden de lagen 6, 7 bij de bekende lasinrichtingen tijdens het smelten met grote kracht op elkaar gedrukt op een daartoe geschikt aambeeld, dat naast 30 de verpakking is opgesteld en is voorzien van een zeer glad ondersteunend 12 oppervlak. Eventuele onregelmatigheden in de op elkaar te bevestigen folies 6, 7 worden onder invloed van grote druk vereffend. De onderhavige inrichting onderscheidt zich van de bekende inrichting doordat de gebruikte lasondergrond, de bovenrand 15, minder sterk is dan de doorgaans 5 gebruikte aambeelden en derhalve geen hoge werkdrukken toelaat.
Bovendien kan de bovenrand, zeker in vergelijking met genoemd aambeeld, een onregelmatig oppervlak hebben. Verrassenderwijs kan desondanks op de bovenrand een gasdichte las tot stand worden gebracht. De lasinrichting 32 volgens de uitvinding slaagt hierin door gebruik te maken van flexibele 10 drukmiddelen 34, bijvoorbeeld in de vorm van een uit rubber vervaardigd aandrukprofiel. Daarnaast leidt de eigen stijfheid van het foliemateriaal er toe dat het foliemateriaal een overgang in de lasondergrond niet exact volgt maar deze in een min of meer vloeiende lijn overbrugt. De flexibele drukmiddelen kunnen deze, door het foliemateriaal enigszins afgevlakte 15 overgangen goed volgen. Hierdoor kan de contactkracht tussen verwarmingselement 36 en folie 7 ter plaatse van onregelmatigheden bij benadering constant worden gehouden en kan een gasdichte las tot stand worden gebracht zonder de excessieve druktoename waarmee de bekende lasinrichtingen de onregelmatigheden elimineren. De benodigde druk 20 bedraagt bij benadering tussen 0,5 en 2,5 N/mm, meer in het bijzonder tussen 1,0 en 1,5, afhankelijk van de gebruikte materialen.
Ook het verwarmingselement 36 is bij voorkeur enigszins flexibel, bijvoorbeeld in de vorm van een lasdraad, zodat dit kan meebuigen met onregelmatigheden in de bovenrand 15. Hierdoor worden piekspanningen in 25 en daarmee gepaard gaande beschadiging van het verwarmingselement 36 vermeden. Om te verhinderen dat het verwarmingselement 36 aan de tweede folielaag 7 of de drukmiddelen 34 blijft kleven is voorts tussen genoemde onderdelen respectievelijk een eerste en tweede tussenlaag 37, 38 van bijvoorbeeld teflon voorzien. De eerste tussenlaag 37 is bij voorkeur zo 30 dun mogelijk, zodat hierdoor geen of slechts een minimum aan warmte 13 verloren gaat. De tweede tussenlaag 38 daarentegen is bij voorkeur dikker, zodat deze de drukmiddelen 34 beschermt tegen door het verwarmingselement 36 gegenereerde warmte. In plaats van twee aparte tussenlagen 37, 38 kan het verwarmingselement 36 zelf uiteraard rondom 5 worden bekleed met een anti-aankleeflaag.
Indien de buitenverpakking 3 is vervaardigd van een warmtegevoelig materiaal, bijvoorbeeld een thermoplastische kunststof of piepschuim, kan de bovenrand 15 voor aanbrenging van de binnenverpakking 4 worden afgedekt door een hittebestendige laag, 10 bijvoorbeeld een rand van karton die op de bovenrand wordt gelijmd.
Hiermee wordt verhinderd dat de bovenrand 15 tijdens het bevestigen en vastlassen van de beide folielagen 6, 7 beschadigd raakt onder invloed van de toegevoerde warmte. Een zelfde resultaat kan worden bereikt door de bovenrand tijdelijk, gedurende het aanbrengen van de seal, te bedekken met 15 een warmte-isolerend laag, welke na voltooiing van de seal kan worden verwijderd. Ook kan de eerste folielaag 6 uit meerdere lagen zijn opgebouwd, waarbij de naar de bovenrand gekeerde laag warmte-isolerend is.
Figuur 5 toont een tweede uitvoeringsvorm van een 20 transportverpakking 101, waarbij de buitenverpakking 103 uit twee delen bestaat, te weten een in hoofdzaak bakvormige omdoos 102 en een inzetstuk 105. De omdoos 102 omvat een bodempaneel 112, dat wordt omgeven door opstaande zijwanden 113, 114. De omdoos 102 kan op de hiervoor beschreven wijze zijn verstevigd door middel van dubbelwandig uitgevoerde 25 zijwanden, verstijvingselementen en/of hoekverstevigingsprofielen, welke omwille van de duidelijkheid zijn weggelaten in figuur 5. Aan het inzetstuk 105 ligt een plano 111 ten grondslag als getoond in figuur 5a. De plano 111 omvat een middenvlak 117, dat in hoofdzaak gelijkvormig is aan het bodempaneel 112 van de omdoos 102. Het middenvlak 117 is voorzien van 30 een opening 124, omgeven door een bovenrand 115. Voorts zijn vier poten 14 131 zwenkbaar langs vier vouwlijnen 133 met het middenvlak 117 verbonden. Alvorens de plano 111 wordt opgezet tot het inzetstuk 105, wordt de binnenverpakking 104 op de bovenrand 115 van de plano dichtgelast, waarbij ten minste deze bovenrand 115 van de plano wordt 5 ondersteund op een vlakke ondergrond. Eventueel kan in deze ondergrond een uitsparing zijn voorzien ter opname en ondersteuning van de binnenverpakking 104. Na het aanbrengen, vullen en sealen van de binnenverpakking 104 op een wijze die hiervoor reeds is beschreven, wordt de plano 111 opgezet tot het inzetstuk 105, waarbij de poten 131 langs 10 vouwlijnen 133 richting het middenvlak 117 worden gevouwen over een hoek van 90 graden. Vervolgens worden het inzetstuk 105 en de binnenverpakking 104 tezamen in de omdoos 102 geschoven, als getoond in figuur 5b, waarbij de poten 131 het middenvlak 117 en de binnenverpakking 104 ten minste gedeeltelijk ondersteunen. Omdat de 15 bovenrand 115 tijdens het sealen van de binnenverpakking 104 kan worden ondersteund, behoeft de bovenrand 115 op zichzelf niet zeer stijf te zijn en kan de buitenverpakking als geheel relatief eenvoudig worden uitgevoerd.
Figuur 6 toont een derde uitvoeringsvorm van een transportverpakking 1 volgens de uitvinding, waarbij de buitenverpakking 20 3 is onderverdeeld in twee compartimenten 41, 42, door middel van een verticaal tussenpaneel 45. Dit tussenpaneel 45 strekt zich vanaf het bodempaneel 12 uit tot aan de bovenzijde van de verpakking en is ter hoogte van de bovenrand 15 voorzien van een vlakke tussenrand 15D, die bij voorkeur naadloos, althans zonder hoogteverschil aansluit op genoemde 25 bovenrand 15. De buitenverpakking 3 wordt op dezelfde wijze als hiervoor beschreven bekleed met een eerste laag foliemateriaal 6, welke op de bovenrand 15 en bij voorkeur ook op de tussenrand 15C wordt vastgezet. Vervolgens worden de twee compartimenten 41, 42 elk met een te transporteren product gevuld en afgedekt met een tweede laag 30 foliemateriaal 7. Deze wordt rondom elk compartiment vastgelast, hetgeen 15 in figuur 5 met onderbroken lijnen is aangegeven, zodat twee binnenverpakkingdelen ontstaan die elk afzonderlijk kunnen worden geopend. In plaats van twee aparte lassen kan ter plaatse van de tussenrand 15C ook met één gemeenschappelijke las worden volstaan.
5 Verder is het mogelijk het tussenpaneel 45 dubbelwandig uit te voeren en de tussenrand 15C te voorzien van een scheidingslijn (niet getoond) waarlangs de buitenverpakking 3 in twee afzonderlijke, afgesloten deelverpakkingen kan worden gescheiden. De in figuur 5 getoonde transportverpakking 1 is onder andere geschikt voor producten die bij 10 elkaar horen, bijvoorbeeld diverse soorten vis, maar die niet in dezelfde ruimte kunnen worden verpakt omdat ze in dat geval eikaars smaak zouden kunnen beïnvloeden. Daarnaast biedt een dergelijke onderverdeelde verpakking het voordeel dat, doordat de compartimenten afzonderlijk kunnen worden geopend, de afnemer de producten in relatief kleine, beter 15 op de behoefte afgestemde porties uit de beschermende verpakking kan nemen. Het spreekt voor zichzelf dat het aantal compartimenten naar gelieven kan worden uitgebreid door de buitenverpakking van meerdere tussenpanelen te voorzien.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de beschrijving en de 20 tekeningen getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Vele variaties daarop zijn mogelijk binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding.
Zo kunnen beide lagen foliemateriaal op de zijwanden van de buitenverpakking op elkaar worden gelast, hetzij aan de binnenzijde, hetzij aan de buitenzijde. De zijwanden bieden daartoe voldoende ruimte en 25 kunnen bovendien eenvoudig plaatselijk worden verstevigd om de bij het sealen optredende drukken te kunnen weerstaan. Ook is een combinatie mogelijk waarbij het foliemateriaal op twee tegenover elkaar gelegen bovenranddelen wordt bevestigd en op twee tegenover elkaar gelegen zijwanden, welke zijwanden zich uitstrekken tussen genoemde twee 30 bovenranddelen. Hiermee kan plooivorming van het foliemateriaal nabij de 16 hoeken van de buitenverpakking worden vermeden. Bovendien hoeft de buitenverpakking in dit geval slechts aan twee tegenover elkaar gelegen zijden te zijn uitgerust met een vlakke bovenrand. Voorts kunnen de folielagen op de nog ongevouwen plano van de buitenverpakking worden 5 dichtgelast, waarna de plano rondom de binnenverpakking tot een omhullende buitenverpakking wordt gevouwen. Deze omkering van volgorde biedt het voordeel dat de bovenrand minder stijf behoeft te zijn. Immers, tijdens het optreden van de grootste krachten, te weten tijdens het op elkaar sealen van de lagen foliemateriaal kan de bovenrand in de plano 10 eenvoudig worden ondersteund op een vlakke ondergrond. Eenmaal in gevouwen toestand, hoeft de bovenrand slechts voldoende stapelsterkte te bezitten, welke veelal geringer zal zijn dan de sterkte die nodig is voor het weerstaan van genoemde sealkrachten. Een andere mogelijkheid om met een minder stijve bovenrand te kunnen volstaan, is door de bovenrand 15 tijdens het op elkaar lassen van de folielagen tijdelijk te ondersteunen met behulp van een als aambeeld dienend ondersteunend element. Daartoe kunnen bijvoorbeeld de zijwanden van de verpakking hol worden uitgevoerd, zodat het ondersteunend element vanaf een open onderzijde daarin kan worden geschoven. Verder kan de buitenverpakking worden 20 voorzien van een waterafstotende laag. De buitenverpakking kan worden uitgerust met een deksel ter bescherming van de tweede folielaag. De drukmiddelen in de lasinrichting kunnen in plaats van uit een flexibel materiaal te zijn vervaardigd, flexibel worden ondersteund door middel van een veer en/of demper. Uiteraard is ook een combinatie van beide mogelijk. 25 Deze en vele variaties worden geacht binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding te vallen.
,n1SjyC, :

Claims (21)

1. Verpakking, omvattende een uit relatief stijf materiaal gevormde buitenverpakking (3) en een uit ten minste twee lagen foliemateriaal (6, 7) gevormde binnenverpakking (4), waarbij de twee lagen foliemateriaal (6, 7) nabij hun omtrek gasdicht met elkaar zijn verbonden door middel van een 5 in zichzelf gesloten sealrand (8), welke is gevormd tegen een wanddeel van de buitenverpakking (4).
2. Verpakking volgens conclusie 1, waarbij de buitenverpakking (3) een bodempaneel (12) omvat, dat rondom is voorzien van opstaande zijwanden (13, 14), welke zijwanden (13, 14) aan de van het bodempaneel 10 (12) afgekeerde zijde zijn voorzien van een in hoofdzaak vlakke bovenrand (15), waarbij een eerste laag foliemateriaal (6) zich vanaf de bovenrand (15) tot langs de binnenzijde van de buitenverpakking (3) uitstrekt, en een tweede laag foliemateriaal (7), ter afsluiting van de binnenverpakking (4) op de eerste laag (6) is gesealed ter plaatse van de bovenrand (15).
3. Verpakking volgens conclusie 1 of 2, waarbij de bovenrand (15) in hoofdzaak evenwijdig is aan het bodempaneel (12).
4. Verpakking volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de binnenverpakking (4) is vervaardigd van kunststof, in het bijzonder een thermoplastische kunststof.
5. Verpakking volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste het als ondergrond voor het vormen van de sealrand (8) dienende wanddeel van de buitenverpakking (3) is vervaardigd van een hittebestendig materiaal, in het bijzonder karton.
6. Verpakking volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de 25 buitenverpakking (3) is vervaardigd van karton, bij voorkeur massief karton. i. ·
7. Verpakking volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de buitenverpakking (3) is gevouwen uit een plano (10).
8. Verpakking volgens conclusie 6 of 7, waarbij de buitenverpakking (3) nabij de zijwanden (13,14) verstijvingselementen (21, 25) omvat, welke 5 zich vanaf het bodempaneel (12) uitstrekken tot aan de bovenrand (15), ter ondersteuning van deze bovenrand (15).
9. Verpakking volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de buitenverpakking (103) is opgebouwd uit tenminste een omdoos (102) en een inzetstuk (105), waarbij het inzetstuk (105) is opgezet uit een in hoofdzaak 10 vlakke plano (111) voorzien van een middenvlak (117) en een aantal met het middenvlak zwenkbaar verbonden poten (131), waarbij in het middenvlak (117) een opening (124) is voorzien omgeven door een bovenrand (115) voor het opnemen van de binnenverpakking (104), waarbij in opgezette toestand het inzetstuk (105) binnen de omdoos (102) passend is opgenomen en het 15 middenvlak (117) met de binnenverpakking (104) althans gedeeltelijk door de poten (131) in de omdoos (102) wordt gedragen en waarbij de sealrand (108) op de bovenrand (115) is gevormd.
10. Verpakking volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de buitenverpakking (3) stapelbaar is op de bovenrand (15) van een tweede 20 buitenverpakking (3) en waarbij de optredende stapelkrachten in hoofdzaak door de buitenverpakking (3) worden opgenomen.
11. Verpakking volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de buitenverpakking (3) een stapelsterkte heeft van ten minste 5000 N, bij voorkeur ongeveer 7500 N.
12. Verpakking volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de buitenverpakking (3) door middel van ten minste één tussenpaneel (45) is verdeeld in compartimenten (41, 42), waarbij het ten minste ene tussenpaneel (45) aan de van het bodempaneel (12) gekeerde zijde is voorzien van een in hoofdzaak vlakke rand (15D), op welke rand (15D) de 30 tweede laag foliemateriaal (7) op de eerste laag foliemateriaal (6) kan ‘ : ; · - · » } -r.; * ‘ ':j -4 worden gesealed, een en ander zodanig dat binnenverpakkingdelen in de compartimenten (41, 42) afzonderlijk kunnen worden geopend.
13. Werkwijze voor het tot stand brengen van een verpakking, omvattende de volgende stappen 5. aanbrengen van een eerste laag foliemateriaal (6) in een in hoofdzaak bakvormige buitenverpakking (3), vullen van de aan een binnenzijde met de eerste laag foliemateriaal (6) beklede buitenverpakking (3) met een te verpakken product, en 10. vorming van een gesloten binnenverpakking (4) door op een wanddeel van de buitenverpakking (3), in het bijzonder op een bovenrand (15), een tweede laag foliemateriaal (7) op de eerste laag foliemateriaal (6) te sealen.
14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij de eerste laag 15 foliemateriaal (6) voorafgaand aan het sealen thermisch wordt gestrekt, ter verwijdering van plooien.
15. Werkwijze volgens conclusie 13 of 14, waarbij de eerste laag foliemateriaal (6) voorafgaand aan het sealen op de bovenrand (15) van de buitenverpakking (3) wordt bevestigd, bij voorkeur door verhitting.
16. Werkwijze volgens een van de conclusies 13-15, waarbij de binnenverpakking (4) wordt gevuld onder een gasdruk die gelijk is aan of lager is dan de omgevingsdruk en bij voorkeur ongeveer 0.8 Bar is.
17. Werkwijze volgens een van de conclusies 13-16, waarbij de lagen foliemateriaal (6, 7) op elkaar worden gesealed onder werking van een 25 relatief lage sluitdruk, gelegen tussen ongeveer 0,5 en 2,5 N/mm, in het bijzonder tussen 1,0 en 1,5 N/mm.
18. Werkwijze volgens een van de conclusies 13-17, waarbij foliemateriaal (6, 7) dat tot voorbij de bovenrand (15) van de buitenverpakking (3) uitsteekt wordt afgesneden.
19. Inrichting voor het op elkaar lassen van een eerste en een tweede laag foliemateriaal (6, 7), omvattende een verwarmingselement (36) en drukmiddelen (34) voor het aandrukken van het verwarmingselement (36) op het foliemateriaal (6, 7), waarbij de drukmiddelen (34) zodanig flexibel 5 zijn, dat hiermee een gasdichte seal tussen de lagen foliemateriaal (6, 7) kan worden gevormd op een wanddeel van een verpakking.
20. Inrichting volgens conclusie 19, waarbij het verwarmingselement (36) flexibel is.
21. Inrichting volgens conclusies 19 of 20, waarbij het 10 verwarmingselement (36) aan een tijdens gebruik naar de lagen foliemateriaal (6, 7) gekeerde zijde alsmede aan een naar de drukmiddelen (34) gekeerde zijde is afgedekt door een anti-aankleeflaag, bij voorkeur vervaardigd van teflon. 101bO 9 y«.
NL1016099A 2000-09-04 2000-09-04 Gasdichte transportverpakking, alsmede werkwijze en inrichting voor het vervaardigen daarvan. NL1016099C2 (nl)

Priority Applications (9)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016099A NL1016099C2 (nl) 2000-09-04 2000-09-04 Gasdichte transportverpakking, alsmede werkwijze en inrichting voor het vervaardigen daarvan.
DE60131287T DE60131287T2 (de) 2000-09-04 2001-09-03 Gasdichte oder teilweise gasdurchlässige transportverpackung sowie verfahren und vorrichtung zu deren herstellung
AT01975014T ATE377559T1 (de) 2000-09-04 2001-09-03 Gasdichte oder teilweise gasdurchlässige transportverpackung sowie verfahren und vorrichtung zu deren herstellung
EP01975014A EP1318945B1 (en) 2000-09-04 2001-09-03 Gas-tight or partly gas-permeable transport package, and method and apparatus for manufacturing same
AU2001294383A AU2001294383A1 (en) 2000-09-04 2001-09-03 Gas-tight or partly gas-permeable transport package, and method and apparatus for manufacturing same
PCT/NL2001/000650 WO2002020359A2 (en) 2000-09-04 2001-09-03 Gas-tight or partly gas-permeable transport package, and method and apparatus for manufacturing same
US10/363,336 US7331481B2 (en) 2000-09-04 2001-09-03 Gas-tight or partly gas-permeable transport package, and method and apparatus for manufacturing same
ZA200301614A ZA200301614B (en) 2000-09-04 2003-02-27 Gas-tight or partly gas-permeable transport package, and method and apparatus for manufacturing same.
NO20031002A NO327121B1 (no) 2000-09-04 2003-03-04 Gasstett eller delvis gasspermeabel transportpakke, og fremgangsmate og apparat for fremstilling av samme

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016099A NL1016099C2 (nl) 2000-09-04 2000-09-04 Gasdichte transportverpakking, alsmede werkwijze en inrichting voor het vervaardigen daarvan.
NL1016099 2000-09-04

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1016099C2 true NL1016099C2 (nl) 2002-03-07

Family

ID=19772018

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1016099A NL1016099C2 (nl) 2000-09-04 2000-09-04 Gasdichte transportverpakking, alsmede werkwijze en inrichting voor het vervaardigen daarvan.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US7331481B2 (nl)
EP (1) EP1318945B1 (nl)
AT (1) ATE377559T1 (nl)
AU (1) AU2001294383A1 (nl)
DE (1) DE60131287T2 (nl)
NL (1) NL1016099C2 (nl)
NO (1) NO327121B1 (nl)
WO (1) WO2002020359A2 (nl)
ZA (1) ZA200301614B (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
USPP16020P3 (en) 2002-06-28 2005-10-04 Vletter & Den Haan Beheer B..V. Lily plant named ‘Manissa’
US7185760B2 (en) 2003-06-11 2007-03-06 Applied Materials, Inc. Non-contact protective packaging for surface-sensitive articles
US9027825B2 (en) * 2012-06-12 2015-05-12 Conagra Foods Rdm, Inc. Container assembly and foldable container system
FI127609B (fi) * 2016-03-15 2018-10-15 Jospak Oy Tuotepakkaus ja menetelmä sen valmistamiseksi
WO2017158239A1 (en) 2016-03-15 2017-09-21 Jospak Oy Product package and a method for producing the package
FR3062376B1 (fr) * 2017-02-02 2020-10-23 Savencia Sa Decoupe plane pliable en carton et emballage pour fromage a la coupe realise par pliage de ladite decoupe
EP3851387A1 (en) * 2020-01-16 2021-07-21 Packable B.V. Method for top sealing a cardboard tray lined with a plastic foil and cardboard tray therefor

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3195425A (en) * 1962-06-06 1965-07-20 American Can Co Leakproof carton and method of making same
WO1979000171A1 (fr) * 1977-10-03 1979-04-05 Parisienne Impression Cartonna Emballage comprenant une partie en carton et une partie en matieres synthetique associees
EP0192537A1 (fr) * 1985-02-04 1986-08-27 SOCIETE CONTINENTALE DU CARTON ONDULE SOCAR Société Anonyme dite: Conditionnement étanche à l'humidité et aux gaz, et obturable par un film de matière thermoplastique
EP0731032A1 (en) * 1995-03-07 1996-09-11 Gsf Verpakkingen B.V. Box and blank for a box

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1576088A (en) * 1925-04-10 1926-03-09 Charles J Bunz Container
US2019870A (en) * 1933-01-20 1935-11-05 Colonial Cake Company Inc Box
SE361640B (nl) * 1971-06-30 1973-11-12 Christenssons Maskiner
US4555381A (en) * 1980-11-07 1985-11-26 Societe Parisienne D'impression Et De Cartonnage Process of making folded cardboard container covered by a layer of synthetic material and provided with a peripheral frame
FR2511342A1 (fr) * 1981-08-17 1983-02-18 Impression Cartonnage Ste Pari Contenant en carton revetu interieurement d'une feuille en matiere synthetique comprenant des reliefs crees par des fentes du carton dont les bords sont decales
FR2644138B1 (fr) * 1989-03-09 1991-11-15 Socar Plateau d'emballage a revetement interieur thermoforme
US6112890A (en) * 1998-10-29 2000-09-05 Tres Fresh. Llc Packaging system for preserving perishable items

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3195425A (en) * 1962-06-06 1965-07-20 American Can Co Leakproof carton and method of making same
WO1979000171A1 (fr) * 1977-10-03 1979-04-05 Parisienne Impression Cartonna Emballage comprenant une partie en carton et une partie en matieres synthetique associees
EP0192537A1 (fr) * 1985-02-04 1986-08-27 SOCIETE CONTINENTALE DU CARTON ONDULE SOCAR Société Anonyme dite: Conditionnement étanche à l'humidité et aux gaz, et obturable par un film de matière thermoplastique
EP0731032A1 (en) * 1995-03-07 1996-09-11 Gsf Verpakkingen B.V. Box and blank for a box

Also Published As

Publication number Publication date
DE60131287T2 (de) 2008-08-28
AU2001294383A1 (en) 2002-03-22
NO20031002L (no) 2003-05-05
NO327121B1 (no) 2009-04-27
WO2002020359A2 (en) 2002-03-14
EP1318945B1 (en) 2007-11-07
US7331481B2 (en) 2008-02-19
ATE377559T1 (de) 2007-11-15
US20040094611A1 (en) 2004-05-20
EP1318945A2 (en) 2003-06-18
DE60131287D1 (de) 2007-12-20
ZA200301614B (en) 2003-09-05
WO2002020359A3 (en) 2002-08-08
NO20031002D0 (no) 2003-03-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5273362A (en) Stand up plastic bag and method of manufacture
JP4837092B2 (ja) 液密性レセプタクル付カートン
US7611102B2 (en) Holder with integral gripper for transporting a flexible pouch during manufacturing
US20050084186A1 (en) Tubular bag
US20050136156A1 (en) End-load carton packaging including food delivery system
JP2008541885A (ja) 吊り下げ及び陳列用バスケット
NL1012113C2 (nl) Verpakking, voorzien van een reeks subverpakkingen.
JP2008087485A (ja) 製品を収蔵する容器の製造方法
JP2004525835A (ja) 区分けされたコンテナに変形可能なカートン
NL1016099C2 (nl) Gasdichte transportverpakking, alsmede werkwijze en inrichting voor het vervaardigen daarvan.
CN101193805B (zh) 从属包装件
US11753202B2 (en) Packaging containers, systems, and methods
WO2008029134A1 (en) Improvements in or relating to cartons for holding food or other commodities
US3358900A (en) Packaging
JP5009699B2 (ja) 物流システムの梱包具
KR20220051980A (ko) 재활용 가능한 빙과류 포장지
US20090238498A1 (en) Compaction Package
WO1995031370A1 (en) Self-standing pouch, and assembly thereof
NL1026382C2 (nl) Werkwijze, doos, plano en sealinrichting voor het realiseren van een verpakking.
NL1005405C2 (nl) Verpakking, een stapel van die verpakkingen, werkwijze voor de vervaardiging van die verpakking, werkwijze voor het vullen van die verpakking, alsmede werkwijze voor de distributie van produkten.
JPH111274A (ja) 果実梱包材
JP2005255224A (ja) 包装用箱及びその製作方法
NL2003684C2 (nl) Houder met een te bewaren product en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
RU2810838C2 (ru) Контейнеры, системы и способы для упаковки
JPH10250705A (ja) 傷みやすい柔軟な食品ディスク用のパッキング、およびディスクを挿入する方法

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Owner name: KAPPA "GSF" B.V.

Effective date: 20060501

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20100401