NL1015894C2

NL1015894C2 - Wafel en lekkernij voorzien van een wafel.

Info

Publication number: NL1015894C2
Application number: NL1015894A
Authority: NL
Inventors: Josephus Cornelus Ma Akkermans
Original assignee: Frisa N V
Priority date: 2000-08-08
Filing date: 2000-08-08
Publication date: 2002-02-12
Also published as: BE1014335A4

Description

WAFEL EN LEKKERNIJ VOORZIEN VAN EEN WAFEL

5 De uitvinding heeft betrekking op een wafel in de vorm van een houder voor het althans gedeeltelijk omhullen van een eetbare substantie teneinde een lekkernij te vormen, waarbij de wafel in hoofdzaak bestaat uit zijwanden die aan de onderkant samenkomen en aan de 10 bovenkant aan een opening grenzen, door welke opening de wafel kan worden gevuld.

Het is bekend dat een dergelijke wafel de vorm heeft van een kegeloppervlak dat aan de onderkant in een punt 15 toeloopt.

De wafel zal steeds worden beschreven in een rechtopgerichte stand, dat wil zeggen de opening aan de bovenkant en de punt aan de onderkant.

20

Een dergelijke wafel kan worden gebruikt als houder voor ijs of roomijs, of als houder voor een andere eetbare substantie, zodat de substantie tezamen met de houder kan worden opgegeten. De eetbare substantie kan geheel 25 worden omhuld door de wafel maar het is ook mogelijk om een gedeelte van de eetbare substantie tot buiten de wafel te laten reiken.

Hierna wordt onder de begrippen ijs en roomijs alle 30 soorten consumptie-ijs verstaan, vervaardigd met zowel dierlijke vetten als plantaardige vetten of vervaardigd zonder vetten.

Het deel van de eetbare substantie dat zich na het 35 vullen van de wafel in de opening bevindt, of dat tot buiten de opening reikt, kan worden afgedekt, bijvoorbeeld met een materiaal dat harder, of eventueel zachter, is dan de eetbare substantie (bij dezelfde

1 U

2 temperatuur), zoals chocolade, eventueel verrijkt met stukjes van een ander eetbaar materiaal.

In de praktijk is het voordelig gebleken als de 5 onderkant van de wafel toeloopt, omdat daarmee bij relatief minder eetbare substantie toch de indruk van volume wordt gewekt. Zelfs als het onderste gedeelte van de wafel niet (geheel) gevuld is met de eetbare substantie zal tijdens het eten de substantie daarin 10 worden verplaatst, zodat de indruk wordt gewekt dat de wafel geheel was gevuld.

Een belangrijke functie van de wafel is het verschaffen van de mogelijkheid om het lekkernij met de hand vast te 15 houden terwijl het wordt gegeten, waarbij de eetbare substantie zelf niet behoeft te worden aangeraakt met de vingers.

De bekende wafel in de vorm van een kegeloppervlak heeft 20 enkele kenmerken die soms als nadeel kunnen worden beschouwd. Zo is de inhoud van de wafel relatief groot ten opzichte van het oppervlak van de wafel, zodat de wafel met relatief veel eetbare substantie moet worden gevuld. Ook is de vorm niet optimaal om een aantal 25 lekkernijen gezamenlijk te verpakken. Het moeten aangrijpen van een gebogen oppervlak kan eveneens als nadeel worden gezien.

De uitvinding beoogt een wafel met een zodanige vorm dat 30 de wafel op voordelige wijze kan worden gebruikt voor het althans gedeeltelijk omhullen van een eetbare substantie teneinde een lekkernij te vormen.

Hiertoe hebben de zijwanden van de wafel tenminste twee 35 in hoofdzaak vlakke gedeelten. Bij voorkeur hebben de zijwanden op twee, aan weerskanten van het lekkernij gelegen plaatsen een vlak gedeelte. De vlakke gedeelten 3 verminderen de inhoud van de wafel zonder dat dat opvalt en ze zijn goed met de hand aan te pakken.

Het is voordelig dat bij een bepaalde inhoud van de 5 wafel het oppervlak ervan relatief groot is. Daardoor oogt het lekkernij groter dan het in werkelijk is. Een wafel met een kegelvorm heeft een maximale inhoud ten opzichte van zijn oppervlak. Een plat gedeelte van de wafel verkleind het oppervlak nauwelijks, terwijl de 10 inhoud van de wafel relatief sterk afneemt. In het algemeen kan gezegd worden dat de inhoud van de wafel verkleind wordt met het groter worden van de vlakke gedeelten.

15 Wanneer het lekkernij, bijvoorbeeld een ijsje, dat wil zeggen roomijs in een wafel, individueel verpakt wordt met een tegen het oppervlak van het lekkernij aansluitende verpakking, is het voordelig om vlakke gedeelten van de verpakking te hebben. Dat is zowel 20 voordelig bij het stapelen van de verpakte lekkernijen als voor het aanbrengen van bedrukking op de verpakking. Een merk of ander kenmerkende afbeelding komt vaak het best tot zijn recht op een vlakke ondergrond.

25 Bij voorkeur komen twee vlakke gedeelten van de zijwanden aan de onderkant samen, hetgeen bijdraagt tot een vorm van het lekkernij die geschikt is voor verpakken in grotere aantallen. In een voorkeursuitvoeringsvorm loopt de wafel aan de onderkant 30 vrijwel tot in een punt toe.

In een andere voorkeursuitvoering zijn de twee vlakke gedeelten van de zijwanden in hoofdzaak onderling evenwijdig, hetgeen meer schijnbare inhoud geeft aan het 35 lekkernij omdat het onderste gedeelte daardoor volumineus lijkt. In dat geval zal de onderkant van de wafel niet door een punt maar door een lijn worden 1 Q 1 5 8 η ^ 4 gevormd, zijnde de snijlijn van twee vlakke gedeelten van de zijwanden. Ook de aanwezigheid van een onderkant in de vorm van een lijn is een voorkeursuitvoering van de wafel.

5

In een voorkeursuitvoering heeft de wafel, vanaf tenminste een richting gezien, in zijaanzicht een in hoofdzaak rechthoekige vorm en heeft de wafel loodrecht op die richting een zijaanzicht met in hoofdzaak de vorm 10 van een cirkelsector ("taartpunt"). In dat geval kunnen een aantal lekkernijen worden verpakt met de onderkanten tegen elkaar, zodat de verpakking de vorm van een ronde schijf heeft, hetgeen een aantrekkelijke vorm is.

15 Bij voorkeur is de hoek tussen twee tegenover elkaar gelegen zijwanden, met name de vlakke gedeelten ervan, kleiner is dan 90°, bij voorkeur kleiner dan 60°.

In een voorkeursuitvoering bestaat wafel vrijwel geheel 20 uit vlakke gedeelten.

De uitvinding heeft voorst betrekking op een lekkernij omvattende een wafel zoals hiervoor omschreven, waarbij de wafel is gevuld met een eetbare substantie die 25 zachter is dan het materiaal van de wafel.

In een voorkeursuitvoering reikt de eetbare substantie tot buiten de opening van de wafel, zodat de eetbare substantie goed zichtbaar is wanneer wordt begonnen met 30 eten. Bij voorkeur ligt het zijoppervlak van het buiten de wafel reikende deel van de eetbare substantie in het verlengde van de zijwanden van de wafel.

Bij voorkeur is het niet door de wafel omhulde deel van 35 de eetbare substantie bedekt met een harder materiaal dan de eetbare substantie, bijvoorbeeld met chocolade.

n ,· · : 5

Bij voorkeur omvat de eetbare substantie ijs of roomijs. In het ijs of roomijs kunnen andere eetbare objecten zoals noten, sausen van allerlei aard, of rozijnen aanwezig zijn.

5

In een voorkeursuitvoering bevat de wafel verschillende eetbare substanties, waarbij de verschillende substanties zich in verticale richting in de wafel uitstrekken, zodat de in het midden gelegen substantie 10 verder tot de onderkant van de wafel reikt dan de ernaast gelegen andere substantie. Op deze wijze kan een goedkopere eetbare substantie in het middengedeelte worden aangebracht, waardoor van de duurdere substantie minder volume nodig is om ogenschijnlijk in dezelfde 15 mate aanwezig te zijn.

Ter verduidelijking van de uitvinding zullen, onder verwijzing naar de uitvinding, twee uitvoeringsvoorbeelden van de wafel worden beschreven.

20

Figuur 1 is een eerste uit voer ingsvoorbeeld van een wafel in perspectivisch aanzicht; figuur 2 is dezelfde wafel gevuld met roomijs, en figuur toont een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een 25 wafel.

Het eerste uitvoeringsvoorbeeld van een wafel in de vorm van een houder, zoals weergegeven in figuur 1, heeft een vlakke voorwand 1 die de vorm van een cirkelsector heeft 30 en een vlakke rechthoekige zijwand 2. De andere, nauwelijks zichtbare, zijwand 3 is eveneens vlak en rechthoekig en de achterwand 4 heeft dezelfde vorm als de voorwand 1. 1

De onderkant 5 van de houder wordt gevormd door een lijn waarin de twee zijwanden 2,3 samenkomen. De voorwand 1 is parallel ten opzichte van de achterwand 4.

6

Aan de bovenkant van de wafel bevindt zich een opening 6 die wordt begrenst door rand 7. De voorwand 1 en de achterwand 4 kunnen ook driehoekig zijn, zodat de rand 7 een rechthoek vormt.

5

Op het buitenoppervlak van de wafel is een reliëf getekend zoals dat soms gebruikelijk is.

Figuur 2 toont dezelfde wafel als figuur 1, waarbij die 10 wafel gevuld is met roomijs 8,9,10,11. Het roomijs reikt tot buiten de opening 6 en het oppervlak van het roomijs ligt in het verlengde van het buitenoppervlak van de wanden 1,2,3,4, van de wafel. Daardoor heeft het lekkernij, bestaande uit de wafel en het roomijs, de 15 vorm van een sector van een schijf, ofwel van een taartpunt.

Volgens figuur 2 is de wafel gevuld met vier soorten roomijs, die met de verwijzingscijfers 8, 9, 10 en 11 20 zijn aangegeven. Het scheidingsvlak tussen de verschillende ijssoorten loopt verticaal zoals met de lijnen 12 is aangegeven. Daardoor is de hoeveelheid roomijs van de soorten 8 en 11 veel minder dan de hoeveelheid van de soorten 9 en 10, hoewel de hoeveelheden ogenschijnlijk 25 ongeveer gelijk zijn, omdat de zichtbare delen van de verschillende ijssoorten ongeveer gelijk zijn. Hiervan kan gebruik worden gemaakt als het wenselijk is van een duurder soort roomijs 8, 11 minder aanwezig te laten zijn dan van minder dure roomijs 9,10.

30

Figuur 3 toont een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een wafel. Ook hier hebben de vlakke voorwand 1 en de vlakke achterwand 4 de vorm van een cirkelsector, doch zij lopen niet parallel, maar komen samen aan de onderkant 35 13 in een punt. Daardoor hebben de twee vlakke zijwanden 2,3 een driehoekige vorm.

λ V

7

De voordelen van de wafel volgens figuur 3 zijn voor een groot deel dezelfde als de voordelen van het eerste uitvoeringsvoorbeeld dat is weergegeven in de figuren 1 en 2.

5

Uiteraard zijn er ook andere uitvoeringsvormen van de wafel waarbij een aantal vlakke delen in de wand aanwezig zijn.

Claims

1. Wafel in de vorm van een houder voor het althans gedeeltelijk omhullen van een eetbare substantie 5 teneinde een lekkernij te vormen, waarbij de wafel in hoofdzaak bestaat uit zijwanden die aan de onderkant samenkomen en aan de bovenkant aan een opening grenzen, door welke opening de wafel kan worden gevuld, met het kenmerk, dat de zijwanden 10 tenminste twee in hoofdzaak vlakke gedeelten hebben.

2. Wafel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zijwanden op twee, aan weerskanten van het 15 lekkernij gelegen plaatsen een vlak gedeelte hebben.

3. Wafel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat twee vlakke gedeelten van de 20 zijwanden aan de onderkant samenkomen.

4. Wafel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de wafel aan de onderkant vrijwel tot in een punt toeloopt. 25

5. Wafel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de twee vlakke gedeelten van de zijwanden in hoofdzaak onderling evenwijdig zijn.

6. Wafel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de onderkant van de wafel in hoofdzaak wordt gevormd door de snijlijn van twee samenkomende vlakke gedeelten van de zijwanden. 1 ! -

7. Wafel volgens en der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de wafel, vanaf tenminste een richting, in zijaanzicht een in hoofdzaak . rechthoekige vorm heeft.

8. Wafel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de wafel, loodrecht op die richting gezien, een 5 zijaanzicht heeft met in hoofdzaak de vorm van een cirkelsector ("taartpunt").

9. Wafel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de hoek tussen twee tegenover 10 elkaar gelegen zijwanden kleiner is dat 90°, bij voorkeur kleiner dan 60°.

10. Wafel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de wafel vrijwel geheel uit vlakke 15 gedeelten bestaat.

11. Lekkernij omvattende een wafel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de wafel is gevuld met een eetbare substantie die 20 zachter is dan het materiaal van de wafel.

12. Lekkernij volgens conclusie 11, met het kenmerk dat de eetbare substantie tot buiten de opening van de • wafel reikt. 25

13. Lekkernij volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het zij oppervlak van het buiten de wafel reikende deel van de eetbare substantie in het verlengde van de zijwanden van de wafel ligt. 30

14. Lekkernij volgens een der conclusies 11-13, met het kenmerk, dat het niet door de wafel omhulde deel van de eetbare substantie bedekt is met een harder materiaal dan de eetbare substantie. 35

15. Lekkernij volgens een der conclusies 11-14, met het kenmerk, dat de eetbare substantie ijs omvat.

. 16. Lekkernij volgens een der conclusies 11-15, met het kenmerk, dat de wafel verschillende eetbare substanties bevat.

17. Lekkernij volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de verschillende substanties zich in verticale richting in de wafel uitstrekken, zodat de in het midden gelegen substantie verder tot de onderkant van de wafel reikt dan de ernaast gelegen andere 10 substantie.