NL1015797C2 - Verbrandingsinrichting en werkwijze voor het besturen van een verbrandingsinrichting. - Google Patents

Verbrandingsinrichting en werkwijze voor het besturen van een verbrandingsinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL1015797C2
NL1015797C2 NL1015797A NL1015797A NL1015797C2 NL 1015797 C2 NL1015797 C2 NL 1015797C2 NL 1015797 A NL1015797 A NL 1015797A NL 1015797 A NL1015797 A NL 1015797A NL 1015797 C2 NL1015797 C2 NL 1015797C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
restriction
gas
passage
combustion device
ionization signal
Prior art date
Application number
NL1015797A
Other languages
English (en)
Inventor
Klaas Ophoff
Original Assignee
Nefit Buderus B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nefit Buderus B V filed Critical Nefit Buderus B V
Priority to NL1015797A priority Critical patent/NL1015797C2/nl
Priority to DE50110987T priority patent/DE50110987D1/de
Priority to EP01202810A priority patent/EP1176364B1/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1015797C2 publication Critical patent/NL1015797C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23NREGULATING OR CONTROLLING COMBUSTION
    • F23N1/00Regulating fuel supply
    • F23N1/02Regulating fuel supply conjointly with air supply
    • F23N1/027Regulating fuel supply conjointly with air supply using mechanical means
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23NREGULATING OR CONTROLLING COMBUSTION
    • F23N5/00Systems for controlling combustion
    • F23N5/02Systems for controlling combustion using devices responsive to thermal changes or to thermal expansion of a medium
    • F23N5/12Systems for controlling combustion using devices responsive to thermal changes or to thermal expansion of a medium using ionisation-sensitive elements, i.e. flame rods
    • F23N5/123Systems for controlling combustion using devices responsive to thermal changes or to thermal expansion of a medium using ionisation-sensitive elements, i.e. flame rods using electronic means
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23NREGULATING OR CONTROLLING COMBUSTION
    • F23N2225/00Measuring
    • F23N2225/26Measuring humidity
    • F23N2225/30Measuring humidity measuring lambda
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23NREGULATING OR CONTROLLING COMBUSTION
    • F23N2227/00Ignition or checking
    • F23N2227/20Calibrating devices
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23NREGULATING OR CONTROLLING COMBUSTION
    • F23N2235/00Valves, nozzles or pumps
    • F23N2235/02Air or combustion gas valves or dampers
    • F23N2235/06Air or combustion gas valves or dampers at the air intake
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23NREGULATING OR CONTROLLING COMBUSTION
    • F23N2235/00Valves, nozzles or pumps
    • F23N2235/12Fuel valves
    • F23N2235/16Fuel valves variable flow or proportional valves
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23NREGULATING OR CONTROLLING COMBUSTION
    • F23N2235/00Valves, nozzles or pumps
    • F23N2235/12Fuel valves
    • F23N2235/18Groups of two or more valves

Description

1 f
Korte aanduiding: Verbrandingsinrichting en werkwijze voor het besturen van een verbrandingsinrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een verbrandingsinrichting omvattende een brander voor het verbranden van een mengsel van gas en lucht, een gastoevoer met daarin een of meerdere gaskleppen en gasklepregelmiddelen voor het regelen van de toevoer van gas aan de 5 brander, een luchttoevoer en een besturingsinrichting voor het besturen van het verbrandingproces. Tevens heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het besturen van een verbrandingsinrichting.
De samenstelling van het gas varieert van regio tot regio.
10 Bovendien kan de samenstelling van het gas van een norm afwijken of met de tijd variëren. Een probleem is dat hierdoor in een verbrandingsinrichting de benodigde gas-luchtverhouding voor een optimale, zo schoon mogelijke verbranding varieert. Dit betekent dat een verbrandingsinrichting aan de gassamenstelling moet worden 15 aangepast.
In de stand van de techniek zijn verschillende inrichtingen en werkwijzen voor het instellen of aanpassen van een verbrandingsinrichting bekend.
Een bekende oplossing is om de verbrandingsinrichting te 20 voorzien van een uitwisselbare restrictie die in een gastoevoer of luchttoevoer is geplaatst. Onder de term restrictie wordt in het kader van deze uitvinding ook een inspuiter verstaan. De restrictie is van invloed op de gas-luchtverhouding van het gas-luchtmengsel dat aan de brander wordt toegevoerd. Door keuze van een bepaalde 25 restrictie wordt bij een bepaalde samenstelling van het gas, een zodanige gas-luchtverhouding bereikt dat een zo optimaal en schoon mogelijke verbranding optreedt. Door plaatsing van een verkeerde restrictie of door verandering van de gassamenstelling of afwijking van het referentiegas waarmee de verbrandingsinrichting wordt 30 afgesteld, kan de vereiste gas-luchtverhouding voor een schone verbranding echter afwijken van de met de gekozen restrictie gerealiseerde gas-luchtverhouding, zodat de kans op uitstoot van schadelijke gassen en de kans op storingen groot is. Een ander nadeel is dat deze verschillende versies van de 35 verbrandingsinrichting tot een logistiek complexe situatie leiden ·» -μ - - 2 - aangezien er voor iedere naar gassamenstelling te onderscheiden regio een geschikte versie op voorraad moet zijn. Een verder nadeel is dat deze oplossing controle en daarmee tijd van de installateur vereist, aangezien bij installatie moet worden geverifieerd of de 5 geplaatste versie van de restrictie overeenstemt met de op grond van de ter plaatse aangeleverde gassamenstelling gewenste versie.
EP 0 962 703 openbaart een werkwijze voor het regelen van een gasbrander waarbij een ionisatiesignaal van een ionisatiesensor gebruikt wordt om het gas-lucht mengsel aan verschillende gas-10 kwaliteiten aan te passen. Hierbij wordt het ionisatiesignaal in het bereik van het maximaal vermogen van de brander, zijnde 60% tot 100% van het maximale vermogen, gebruikt om de gas-luchtverhouding zodanig in te stellen dat een vaste en vooraf bepaalde waarde van het ionisatiesignaal wordt bereikt. Buiten het bereik van het 15 maximaal vermogen wordt de gas-luchtverhouding afhankelijk van de als hierboven genoemd bepaalde verhouding bijvoorbeeld proportioneel ingesteld.
Een nadeel van deze werkwijze is dat deze regeling gevoelig is voor verloop. Het ionisatiesignaal, en daarmee de gekozen 20 instelling van de gas-luchtverhouding verloopt ten gevolge van veroudering, ten gevolge van spreiding op de plaatsing van de ionisatiesensor in de vlam bijvoorbeeld door kromtrekken van de sensor, en/of ten gevolge van vervuiling van de ionisatiesensor, zowel als ten gevolge van variaties in het door de brander 25 geleverde vermogen.
US 5 971 745 openbaart een werkwijze en inrichting voor het regelen van een gasvlam, die een ionisatiesensor en een regelbare gasklep en/of een regelbare luchttoevoer omvat. De regeling zoekt door bijstellen van de luchttoevoer of bijstellen van het 30 regelsignaal van de gasklep met een bepaald algoritme de piek in het ionisatiesignaal op, waarbij een bij benadering stochiometrische verbranding optreedt. Vervolgens wordt door bijstellen van de luchttoevoer dan wel van het regelsignaal voor de gasklep, de gas-luchtverhouding op een bepaalde afwijking ten 35 opzichte van stochiometrische verbranding ingesteld. Ook beschrijft deze publicatie de mogelijkheid om, na bepaling van de instelling als bovenstaand, de brander op een ander vermogen in te stellen door de nieuwe instelling van de lucht- en gastoevoer in een tabel op te zoeken of te berekenen, bijvoorbeeld op een proportionele 40 wijze.
J 0 1 «i 70 7 - 3 -
Een nadeel is dat geregeld schadelijke bestanddelen kunnen worden uitgestoten, aangezien de brander telkens wanneer de regeling het instelproces doorloopt, tijdens het opzoeken van de piek in het ionisatiesignaal tijdelijk met een niet optimale gas-5 luchtverhouding brandt. Een tweede nadeel is dat de regeling onnauwkeurig is, aangezien de gekozen instelling van de brander afhangt van de gedetecteerde piek in het ionisatiesignaal als functie van de gas-luchtverhouding. Deze piek in het ionisatiesignaal is echter door het geleidelijke verloop zeer vlak 10 en daardoor niet nauwkeurig te bepalen.
EP 0 909 922 openbaart een regelinrichting voor het regelen van gas- en luchttoevoer voor de verbranding in een verwarmingsinrichting. Deze regelinrichting is voorzien van een ionisatiesensor, een instelbare gasklep en regelmiddelen die een 15 microcontroller omvatten. Een meting van het ionisatiesignaal wordt gebruikt om de gasklep bij te regelen. Hiermee wordt de gas-luchtverhouding in de verbranding zodanig afgeregeld dat steeds een bepaalde vaste waarde van het ionisatiesignaal wordt gemeten.
Een nadeel van deze regeling is dat deze eveneens gevoelig is 20 voor verloop door veroudering, spreiding op de plaatsing van de ionisatiesensor, vervuiling en temperatuur, zoals hierboven beschreven is in verband met EP 0 962 703. Daarnaast is de regeling ongeschikt voor het regelen van de brander wanneer deze op een laag vermogen brandt, aangezien het signaal dat wordt geleverd door de 25 ionisatiesensor geen goede weerspiegeling van het verbrandingsproces verschaft wanneer de brander op een laag vermogen brandt. Dit betekent dat de regelinrichting bij branden op laag vermogen niet in staat is om de optimale gas-luchtverhouding te bepalen, waardoor een grotere emissie van schadelijke 30 bestanddelen optreedt.
De uitvinding beoogt een verbrandingsinrichting te verschaffen die op gunstige wijze aanpasbaar is aan de gebruikssituatie. Om deze en andere doelen te bereiken is de verbrandingsinrichting daardoor gekenmerkt, dat in de gastoevoer in serie met de gasklep 35 of gaskleppen of in de luchttoevoer een restrictieinrichting met een door de besturingsinrichting instelbare doorlaat geplaatst is. Een voordeel is dat de verbrandingsinrichting universeel inzetbaar is, aangezien de verbrandingsinrichting op optimale wijze instelbaar is voor verschillen in samenstelling van het gas. Een 40 ander voordeel is de logistieke eenvoud en daardoor de kleinere I 0 1 *· fj " - 4 - voorraden, aangezien een enkele versie van de verbrandingsinrichting voor alle landen en regio's gebruikt kan worden. Een verder voordeel is dat de verbrandingsinrichting minder storingsgevoelig is, aangezien de brander steeds in hoofdzaak 5 optimaal ingesteld is.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de besturingsinrichting ingericht voor het instellen van de doorlaat van de restrictieinrichting op basis van de samenstelling van het gas. Een voordeel is dat een verhoogde uitstoot van vervuilende gassen door 10 een verkeerde instelling vermeden wordt aangezien er geen vergissingen bij de installatie, zoals bijvoorbeeld door de keuze van een verkeerde gasinspuiter, mogelijk zijn.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de besturingsinrichting ingericht voor het instellen van de doorlaat van de 15 restrictieinrichting op basis van een door de besturingsinrichting teweeggebrachte variatie van de doorlaat van de restrictieinrichting en een daaruit resulterende variatie van een door een ionisatie meetinrichting opgewekt ionisatiesignaal. Een voordeel is dat dit minder werk voor de installateur betekent, 20 aangezien geen controles of instellingen door de installateur nodig zijn.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de besturingsinrichting ingericht voor de meting van een eerste waarde van het ionisatiesignaal bij een eerste instelling van de instelbare 25 doorlaat van de restrictieinrichting en de meting van een tweede waarde van het ionisatiesignaal bij een tweede, van de eerste verschillende instelling van de doorlaat van de restrictieinrichting, en het instellen van de doorlaat van de restrictie op basis van de relatieve verandering van de tweede 30 gemeten waarde van het ionisatiesignaal ten opzichte van de eerste gemeten waarde van het ionisatiesignaal. Een belangrijk voordeel hiervan is dat de instelling van de verbrandingsinrichting ongevoelig is voor veroudering, vervuiling of positietoleranties van de ionisatiesensor. Een meting van ionisatie in een vlam met 35 een ionisatiesensor is namelijk gevoelig voor vervuiling van de sensor, is afhankelijk van het door de brander geleverde vermogen en van andere foutoorzaken, zoals veroudering of kromtrekken van de sensor. Door echter twee metingen met verschillende instelling van de doorlaat van de restrictieinrichting uit te voeren en de 40 doorlaat van de restrictieinrichting in te stellen op basis van de 4 - 5 - relatieve verandering in het ionisatiesignaal worden de genoemde foutoorzaken geëlimineerd. Dit betekent dat onnauwkeurigheden die samenhangen met de meting van het ionisatiesignaal worden geëlimineerd, dat calibraties, zoals die geregeld dienen te worden 5 uitgevoerd bij bekende gasherkenningssystemen, overbodig zijn, en dat de meting van het ionisatiesignaal en de instelling van de verbrandingsinrichting belastingsonafhankelijk zijn en daardoor over het gehele bereik van de brander kunnen worden uitgevoerd.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de besturingsinrichting 10 ingericht voor het vergelijken van de relatieve verandering van het tweede gemeten ionisatiesignaal ten opzichte van het eerste gemeten ionisatiesignaal met een of meer vooraf bepaalde waarden. Dit betekent dat de relatieve verandering van het ionisatiesignaal in gebieden wordt ingedeeld die door deze vooraf bepaalde waarden 15 worden begrensd. Deze gebieden bepalen groepen van mogelijke gassamenstellingen, en de besturingsinrichting kan hiermee per gebied een of meer keuzen voor de instelling van de doorlaat van de restrictieinrichting maken. Dit heeft het voordeel dat een eenvoudige besturing mogelijk is.
20 In voorkeursuitvoeringsvormen is de besturingsinrichting ingericht voor het in hoofdzaak eenmalig bij eerste inbedrijfstelling van de verbrandingsinrichting instellen van de doorlaat van de restrictieinrichting waarbij bij voorkeur de besturingsinrichting is ingericht voor het meten van het 25 ionisatiesignaal binnen een bepaalde tijd na een ontbranden van de vlam, waarbij de besturingsinrichting bij voorkeur is ingericht voor het opnieuw instellen van de doorlaat van de restrictieinrichting indien de waarde van het ionisatiesignaal niet binnen een bepaalde marge overeenkomt met een waarde die eerder 30 gemeten is. Een voordeel hiervan is dat de verbrandingsinrichting zich geheel autonoom afstelt aangezien de verbrandingsinrichting zelf bij eerste inbedrijfstelling de gewenste restrictie instelt. Een verder voordeel is dat ook na langdurig gebruik een uitstoot van giftige verbrandingsgassen ontstaan door een verkeerde 35 instelling door bijvoorbeeld een met de tijd variërende gassamenstelling vermeden wordt, aangezien de verbrandingsinrichting zichzelf bij voorkeur geregeld controleert en bij voorkeur zichzelf opnieuw instelt indien bij deze controle blijkt dat het gemeten ionisatiesignaal te sterk van een eerder 40 gemeten waarde afwijkt.
- 6 -
Hoewel de restrictieinrichting een continu variabele doorlaat kan hebben, bestaat de restrictieinrichting in een voorkeursuitvoeringsvorm uit een eindig aantal in- en uitschakelbare restricties waarbij bij voorkeur een of meer in- en 5 uitschakelbare restricties verschillende oppervlakte van de doorlaat en daarmee een verschillende restrictiewaarde hebben of ten minste twee in- en uitschakelbare restricties een gelijke oppervlakte van de doorlaat en daarmee gelijke restrictiewaarde hebben. Een voordeel is dat de instelbare restrictieinrichting 10 hiermee eenvoudig te realiseren is door in- en uitschakelen van een aantal restricties met een gelijke of een verschillende doorlaat.
In verdere voorkeuruitvoeringsvormen zijn ten minste twee van de restricties parallel geschakeld, is de restrictie door middel van een verdeelstuk met een gastoevoermiddel of luchttoevoermiddel 15 verbonden en is een selectiemiddel aanwezig dat de restrictie in-en uitschakelt door een doorgang van het gastoevoermiddel of luchttoevoermiddel naar de restrictie te openen en te sluiten waarbij het selectiemiddel bij voorkeur een pneumatische zuiger of een magneetklep omvat. Een voordeel is dat de instelbare 20 restrictieinrichting hiermee eenvoudig, goedkoop en betrouwbaar te produceren is aangezien van beproefde middelen om een gasstroom te leiden gebruik wordt gemaakt.
De uitvinding omvat voorts een werkwijze voor het besturen van een verbrandingsinrichting voor het verbranden van een mengsel van 25 gas en lucht, gekenmerkt door het meten van een eerste ionisatiesignaal bij een eerste instelling van een in de gastoevoer opgenomen restrictieinrichting met een instelbare doorlaat en het meten van een tweede ionisatiesignaal bij een tweede, van de eerste verschillende instelling van de restrictieinrichting, en het 30 instellen van de doorlaat van de restrictieinrichting op basis van de relatieve verandering van het tweede gemeten ionisatiesignaal ten opzichte van het eerste gemeten ionisatiesignaal. Een voordeel is dat de instelling van de gas-luchtverhouding correct is omdat ze afgestemd is op de ter plekke aanwezige en via het ionisatiesignaal 35 gemeten gassamenstelling. Een tweede voordeel is dat de instelling nauwkeurig is aangezien ze niet afhankelijk is van veroudering, vervuiling of positietoleranties van de ionisatiesensor.
Andere conclusies, kenmerken en voordelen van de uitvinding zullen duidelijk worden aan de hand van de bijgaande tekening 40 waarin een niet beperkend uitvoeringsvoorbeeld is getoond, I il 1 t; 70 7 - 7 - waarbij : fig. 1 een schematische opbouw van een verbrandingsinrichting volgens de uitvinding; en fig. 2 een schematische opbouw van een alternatieve 5 uitvoeringsvorm van de restrictieinrichting met instelbare doorlaat toont.
Fig. 1 toont een verbrandingsinrichting met een brander 1 en een ionisatiesensor 2 die de ionisatie in de vlam meet en via een met een onderbroken lijn aangeduide verbinding een ionisatiesignaal 10 aan een besturingsinrichting 3 doorgeeft. De brander wordt van lucht voorzien via een luchttoevoer met een ventilator 4 die regelbaar en stuurbaar is vanuit de besturingsinrichting 3. De lucht wordt vervolgens naar een menger 5 geleid waar de lucht met gas wordt gemengd. Het te verbranden gas wordt toegevoerd via een 15 gastoevoer 6 waarin een gasblok 7 is geplaatst. Dit gasblok 7 omvat een veiligheidsklep 8 waarmee de besturingsinrichting 3 de toevoer van gas kan afsluiten, en een regelklep 9 die vrijgegeven wordt door de besturingsinrichting 3 en in dit voorbeeld de toegevoerde hoeveelheid gas regelt afhankelijk van de hoeveelheid door de 20 ventilator 4 aangezogen lucht. Voorts is in de gastoevoer 6 een restrictieinrichting 15 met instelbare doorlaat geplaatst die in dit voorbeeld drie parallel geschakelde en niet instelbare restricties 10, 11 en 12 met een verschillende oppervlakte van de doorlaat en dientengevolge met een verschillende restrictiewaarde 25 omvat. De restricties 11 en 12 zijn met een respectief ventiel 13 en 14 dat door de besturingsinrichting 3 gestuurd wordt, in- en uit te schakelen. De ventielen 13 en 14 kunnen op bekende wijze door de besturingsinrichting 3 elektromagnetisch worden geopend en sluiten op bekende wijze door veerkracht. Met de instelbare 30 restrictieinrichting 15 is de hoeveelheid gas.die in de menger 5 bij de lucht wordt gemengd, en daarmee de gas-luchtverhouding van het mengsel dat naar de brander 1 wordt geleid, instelbaar.
Bij inbedrijfstelling van de verbrandingsinrichting stelt de besturingsinrichting 3 de restrictieinrichting 15 op een eerste 35 instelling van de doorlaat in waarbij het ventiel 13 geopend en ventiel 14 gesloten is. Na ontbranden van het gas-luchtmengsel in de brander 1 voert de besturingsinrichting met de ionisatiesensor 2 een eerste meting van het ionisatiesignaal uit. Daarna voert de besturingsinrichting 3 een tweede meting van het ionisatiesignaal 40 uit bij een tweede instelling van de doorlaat van de 18157^7 - 8 - restrictieinrichting 15 waarbij zowel ventiel 13 als ventiel 14 geopend zijn. Vervolgens bepaalt de besturingsinrichting 3 de relatieve verandering in het ionisatiesignaal tussen de eerste en de tweede meting. Deze relatieve verandering wordt door de 5 besturingsinrichting 3 vergeleken met twee drempelwaarden. In het geval de zojuist berekende relatieve verandering van het ionisatiesignaal beneden de eerste drempelwaarde ligt kiest de besturingsinrichting 3 voor het inschakelen van uitsluitend restrictie 10 door de kleppen 13 en 14 naar de restricties 11 en 12 10 te sluiten. In het geval waarin de relatieve verandering tussen de eerste en de tweede drempelwaarde ligt opent de besturingsinrichting 3 ventiel 13 en sluit de besturingsinrichting 3 ventiel 14, waardoor de restricties 10 en 11 parallel geschakeld worden. In het geval waarin de relatieve verandering in het 15 ionisatiesignaal boven de tweede drempelwaarde ligt worden de ventielen 13 en 14 beide geopend waardoor de restricties 10, 11 en 12 parallel komen te staan. Nu is de restrictieinrichting 15 zodanig ingesteld dat een mengsel met een passende gasluchtverhouding die een schone verbranding mogelijk maakt aan de 20 brander 1 wordt toegevoerd. Tenslotte doet de besturingsinrichting een meting van het ionisatiesignaal bij de gekozen instelling van de restrictieinrichting en slaat deze als vergelijkingswaarde Inormaal op.
Door vergelijking van de relatieve verandering in het 25 ionisatiesignaal met een tweetal vaste waarden wordt de variatie in samenstelling van het gas feitelijk in drie groepen ingedeeld waarbij voor elke groep een bijpassende doorlaat van de restrictieinrichting 15 gekozen wordt. Deze indeling in groepen is gebaseerd op de daadwerkelijk benodigde gas-luchtverhouding.
30 Na de bovenstaand beschreven instelling van de restrictieinrichting 15 meet de besturingsinrichting 3 van de verbrandingsinrichting na ieder volgend ontbranden van de brander 1 de ionisatie met de ionisatiesensor 2 en vergelijkt het ionisatiesignaal met het ionisatiesignaal Inormaal dat zoals genoemd direct na de instelling 35 van de restrictieinrichting 15 gemeten is. Indien het ionisatiesignaal niet binnen een bepaalde tolerantie met deze eerder gemeten waarde van het ionisatiesignaal overeenstemt voert de besturingsinrichting de bovenstaand beschreven instelling van de restrictieinrichting opnieuw uit. Indien het ionisatiesignaal 40 daarentegen wel binnen deze tolerantie met het eerder gemeten *'V ·' ' - 9 - signaal Inormaal overeenkomt verandert de besturinginrichting de instelling van de restrictieinrichting niet.
Fig. 2 toont een andere uitvoeringsvorm van de restrictieinrichting 15 met een instelbare doorlaat. In deze 5 uitvoeringsvorm zijn afzonderlijke restricties 10, 11, 12 met een cilinder 20 verbonden waarin een beweegbare zuiger 21 is gevat.
Door inschuiven respectievelijk uitschuiven van de zuiger 21 kunnen een of meer restricties 10, 11, 12 gesloten respectievelijk geopend worden. De zuiger 21 kan op bekende wijze, bijvoorbeeld pneumatisch 10 door de besturingsinrichting 3 worden in of uitgeschoven.
Naast de bovenstaand beschreven voorbeelden zijn ook alternatieve uitvoeringsvormen mogelijk waarbij de restrictieinrichting niet in de gastoevoer maar in een luchttoevoer kanaal geplaatst is waardoor de luchttoevoer in plaats van de 15 gastoevoer aangepast wordt om de gas-luchtverhouding van het gasmengsel dat aan de brander wordt toegevoerd bij te stellen.
In andere alternatieve uitvoeringsvormen kan de doorlaat van de restrictieinrichting ingesteld worden door de gewenste instelling per regio in een tabel op te slaan en bij installatie de regio aan 20 de besturingsinrichting bekend te maken, of door via een al of niet draadloze netwerkverbinding, bijvoorbeeld een internetverbinding of een draadloze telefoonverbinding, de gewenste instelling of de aangeboden gassamenstelling aan de besturingsinrichting bekend te maken.
25 0 1 15 7 0 7

Claims (17)

1. Verbrandingsinrichting omvattende een brander (1) voor het verbranden van een mengsel van gas en lucht, een gastoevoer (6) met daarin een of meerdere gaskleppen (8,9) en gasklepregelmiddelen voor het regelen van de toevoer van 5 gas aan de brander (1), een luchttoevoer (4) en een besturingsinrichting (3) voor het besturen van het verbrandingproces, met het kenmerk, dat in de gastoevoer (6) in serie met de gasklep of gaskleppen (8,9), of in de luchttoevoer (4), een restrictieinrichting (15) met een 10 door de besturingsinrichting (3) instelbare doorlaat geplaatst is.
2. Verbrandingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de besturingsinrichting (3) is ingericht voor 15 het instellen van de doorlaat van de restrictieinrichting (15) op basis van de samenstelling van het gas.
3. Verbrandingsinrichting volgens een van de bovenstaande conclusies, met het kenmerk, dat de besturingsinrichting 20 (3) is ingericht voor het instellen van de doorlaat van de restrictieinrichting (15) op basis van een door de besturingsinrichting (3) teweeggebrachte variatie van de doorlaat van de restrictieinrichting (15) en een daaruit resulterende variatie van een door een ionisatie 25 meetinrichting (2) opgewekt ionisatiesignaal.
4. Verbrandingsinrichting volgens conclusies 3, met het kenmerk, dat de besturingsinrichting (3) is ingericht voor de meting van een eerste waarde van het ionisatiesignaal 30 bij een eerste instelling van de instelbare doorlaat van de restrictieinrichting (15) en de meting van een tweede waarde van het ionisatiesignaal bij een tweede, van de eerste verschillende instelling van de doorlaat van de restrictieinrichting (15), en het instellen van de doorlaat 35 van de restrictie (15) op basis van de relatieve verandering van de tweede gemeten waarde van het ionisatiesignaal ten opzichte van de eerste gemeten waarde van het ionisatiesignaal. f0 1 5 797 - 11 -
5. Verbrandingsinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de besturingsinrichting (3) is ingericht voor het vergelijken van de relatieve verandering van het tweede 5 gemeten ionisatiesignaal ten opzichte van het eerste gemeten ionisatiesignaal met een of meer vooraf bepaalde waarden.
6. Verbrandingsinrichting volgens conclusie 5, met het 10 kenmerk, dat de besturingsinrichting (3) is ingericht voor het in hoofdzaak eenmalig bij eerste inbedrijfstelling van de verbrandingsinrichting instellen van de doorlaat van de restrictieinrichting (15).
7. Verbrandingsinrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de besturingsinrichting (3) is ingericht voor het meten van het ionisatiesignaal binnen een bepaalde tijd na een ontbranden van de vlam.
8. Verbrandingsinrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de besturingsinrichting (3) is ingericht voor het opnieuw instellen van de doorlaat van de restrictieinrichting (15) indien de waarde van het ionisatiesignaal niet binnen een bepaalde marge overeenkomt 25 met een waarde die eerder gemeten is.
9. Verbrandingsinrichting volgens een van de bovenstaande conclusies, met het kenmerk, dat de restrictieinrichting (15) bestaat uit een eindig aantal in- en uitschakelbare 30 restricties (10,11,12).
10. Verbrandingsinrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat een of meer in- en uitschakelbare restricties (11,12) verschillende oppervlakte van de doorlaat en 35 daarmee een verschillende restrictiewaarde hebben.
11. Verbrandingsinrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat ten minste twee in- en uitschakelbare restricties (11,12) een gelijke oppervlakte van de doorlaat 1015797 - 12 - en daarmee gelijke restrictiewaarde hebben.
12. Verbrandingsinrichting volgens een van de conclusies 9 - 11, met het kenmerk, dat ten minste twee van de restricties 5 parallel (10,11,12) geschakeld kunnen worden.
13. Verbrandingsinrichting volgens een van de conclusies 9 - 12, met het kenmerk, dat de restrictie (10,11,12) door middel van een verdeelstuk met een gastoevoermiddel (6) of 10 luchttoevoermiddel (4) verbonden is.
14. Verbrandingsinrichting volgens een van de conclusies 9 - 13, met het kenmerk, dat een selectiemiddel (13,14) aanwezig dat de restrictie (11,12) in- en uitschakelt door 15 een doorgang van het gastoevoermiddel (6) of luchttoevoermiddel (4) naar de restrictie (11,12) te openen en te sluiten.
15. Verbrandingsinrichting volgens conclusie 14, met het 20 kenmerk, dat het selectiemiddel (13,14) een pneumatische zuiger omvat.
16. Verbrandingsinrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het selectiemiddel (13,14) een magneetklep 2. omvat.
17. Werkwijze voor het besturen van een verbrandingsinrichting voor het verbranden van een mengsel van gas en lucht, omvattende 30. het meten van een ionisatie; en het instellen van een gas - luchtverhouding in de verbrandingsinrichting op basis van de gemeten ionisatie, gekenmerkt door: het meten van een eerste ionisatiesignaal bij een eerste 35 instelling van een in de gastoevoer (6) of in de luchttoevoer (4) opgenomen restrictieinrichting (15) met een instelbare doorlaat en het meten van een tweede ionisatiesignaal bij een tweede, van de eerste verschillende instelling van de restrictieinrichting 1015797 - 13 - (15), en - het instellen van de doorlaat van de restrictieinrichting (15) op basis van de relatieve verandering van het tweede gemeten ionisatiesignaal ten opzichte van het eerste 5 gemeten ionisatiesignaal. f015797
NL1015797A 2000-07-25 2000-07-25 Verbrandingsinrichting en werkwijze voor het besturen van een verbrandingsinrichting. NL1015797C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1015797A NL1015797C2 (nl) 2000-07-25 2000-07-25 Verbrandingsinrichting en werkwijze voor het besturen van een verbrandingsinrichting.
DE50110987T DE50110987D1 (de) 2000-07-25 2001-07-23 Verbrennungseinrichtung und Verfahren zum Steuern einer Verbrennungseinrichtung.
EP01202810A EP1176364B1 (de) 2000-07-25 2001-07-23 Verbrennungseinrichtung und Verfahren zum Steuern einer Verbrennungseinrichtung.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1015797A NL1015797C2 (nl) 2000-07-25 2000-07-25 Verbrandingsinrichting en werkwijze voor het besturen van een verbrandingsinrichting.
NL1015797 2000-07-25

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1015797C2 true NL1015797C2 (nl) 2002-01-28

Family

ID=19771798

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1015797A NL1015797C2 (nl) 2000-07-25 2000-07-25 Verbrandingsinrichting en werkwijze voor het besturen van een verbrandingsinrichting.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP1176364B1 (nl)
DE (1) DE50110987D1 (nl)
NL (1) NL1015797C2 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1024388C2 (nl) 2003-09-26 2005-03-31 Betronic Design B V Vlambewakingssysteem.
AT505442B1 (de) * 2007-07-13 2009-07-15 Vaillant Austria Gmbh Verfahren zur brenngas-luft-einstellung für einen brenngasbetriebenen brenner
ES2628903T3 (es) * 2011-09-16 2017-08-04 BSH Hausgeräte GmbH Unidad de válvula de gas
DE102012023606B4 (de) * 2012-12-04 2019-02-21 Robert Bosch Gmbh Verfahren zur Verbrennungsregelung bei einem Gas-oder Ölbrenner
EP3228936B1 (en) 2016-04-07 2020-06-03 Honeywell Technologies Sarl Method for operating a gas burner appliance

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3280774A (en) * 1965-02-12 1966-10-25 Robert M English Combustion apparatus and controlled draft inducer
EP0050840A1 (de) * 1980-10-23 1982-05-05 Karl Dungs GmbH & Co. Verfahren zur Einstellung von Verbundreglern für Brenner in Wärmeerzeugungsanlagen
DE3937290A1 (de) * 1988-11-10 1990-05-17 Vaillant Joh Gmbh & Co Verfahren und einrichtung zur herstellung eines einer verbrennung zuzufuehrenden brennstoff-verbrennungsluft-gemisches
DE4225789A1 (de) * 1991-08-06 1993-02-11 Vaillant Joh Gmbh & Co Verfahren zum einstellen
EP0909922A1 (en) 1997-10-17 1999-04-21 IABER S.p.A. Combined gas-air control system for controlling combustion in gas fired boilers
EP0915295A2 (de) * 1997-11-04 1999-05-12 Miele & Cie. GmbH & Co. Gasbeheiztes Gerät mit einer Einrichtung zur Regelung des Heizbetriebes
US5971745A (en) 1995-11-13 1999-10-26 Gas Research Institute Flame ionization control apparatus and method
EP0962703A2 (de) 1998-06-02 1999-12-08 Honeywell B.V. Regelungsverfahren für Gasbrenner

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3280774A (en) * 1965-02-12 1966-10-25 Robert M English Combustion apparatus and controlled draft inducer
EP0050840A1 (de) * 1980-10-23 1982-05-05 Karl Dungs GmbH & Co. Verfahren zur Einstellung von Verbundreglern für Brenner in Wärmeerzeugungsanlagen
DE3937290A1 (de) * 1988-11-10 1990-05-17 Vaillant Joh Gmbh & Co Verfahren und einrichtung zur herstellung eines einer verbrennung zuzufuehrenden brennstoff-verbrennungsluft-gemisches
DE4225789A1 (de) * 1991-08-06 1993-02-11 Vaillant Joh Gmbh & Co Verfahren zum einstellen
US5971745A (en) 1995-11-13 1999-10-26 Gas Research Institute Flame ionization control apparatus and method
EP0909922A1 (en) 1997-10-17 1999-04-21 IABER S.p.A. Combined gas-air control system for controlling combustion in gas fired boilers
EP0915295A2 (de) * 1997-11-04 1999-05-12 Miele & Cie. GmbH & Co. Gasbeheiztes Gerät mit einer Einrichtung zur Regelung des Heizbetriebes
EP0962703A2 (de) 1998-06-02 1999-12-08 Honeywell B.V. Regelungsverfahren für Gasbrenner

Also Published As

Publication number Publication date
DE50110987D1 (de) 2006-10-26
EP1176364A1 (de) 2002-01-30
EP1176364B1 (de) 2006-09-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2188616C (en) Process and circuit for controlling a gas burner
EP2667097B1 (en) Method for operating a gas burner
US7241135B2 (en) Feedback control for modulating gas burner
EP3228936B1 (en) Method for operating a gas burner appliance
DE4121987C2 (de) Verfahren und Vorrichtung zur Steuerung des Brennstoff-Luftverhältnisses in der Brenngaszuführung eines Strahlungsbrenners
NL1015797C2 (nl) Verbrandingsinrichting en werkwijze voor het besturen van een verbrandingsinrichting.
CA2641352A1 (en) A method for starting a combustion device under unknown basic conditions
EP3073195B1 (en) Method for calibrating a gas burner
US6287108B1 (en) Control of the burner heat output in a gas-operated cooking or baking appliance
US6019593A (en) Integrated gas burner assembly
EP2631541A1 (en) Method for operating a gas burner
KR0157359B1 (ko) 가스연소장치
JP2001173949A (ja) 燃焼装置
US20230090905A1 (en) Flame monitoring device for a gas burner appliance and gas burner appliance
EP4033148B1 (en) Method and controller for operating a gas burner appliance
US11287131B2 (en) Method for operating a gas burner appliance
EP4119846A1 (en) Method and controller for operating a gas burner appliance
EP4092325B1 (en) Method and controller for operating a gas burner appliance
EP4119845A1 (en) Method and controller for operating a gas burner appliance
EP3699492A1 (en) Method and controller for operating a gas burner appliance
KR930006610B1 (ko) 복수의 조작부를 구비한 원격 조작장치
CN104285103A (zh) 用于电子调节例如馈送至燃烧器的气体的可燃混合物的改进方法
JP2522978B2 (ja) ガス燃焼機器の空燃比調整装置
JPH08166128A (ja) 機器の制御装置
JPH02169919A (ja) 強制送風式燃焼装置の制御装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20180801