NL1015770C1 - Kas of warenhuis voorzien van een reservoir voor het bergen van vloeistof, zoals regen- of hemelwater. - Google Patents

Kas of warenhuis voorzien van een reservoir voor het bergen van vloeistof, zoals regen- of hemelwater. Download PDF

Info

Publication number
NL1015770C1
NL1015770C1 NL1015770A NL1015770A NL1015770C1 NL 1015770 C1 NL1015770 C1 NL 1015770C1 NL 1015770 A NL1015770 A NL 1015770A NL 1015770 A NL1015770 A NL 1015770A NL 1015770 C1 NL1015770 C1 NL 1015770C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
greenhouse
department store
reservoir
store according
rainwater
Prior art date
Application number
NL1015770A
Other languages
English (en)
Inventor
Jacobus Hendrikus Maria Va Ham
Original Assignee
Waterblock B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL1013223A external-priority patent/NL1013223C2/nl
Application filed by Waterblock B V filed Critical Waterblock B V
Priority to NL1015770A priority Critical patent/NL1015770C1/nl
Priority to EP00121798A priority patent/EP1090545B1/en
Priority to AT00121798T priority patent/ATE268984T1/de
Priority to DE60011536T priority patent/DE60011536T2/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1015770C1 publication Critical patent/NL1015770C1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/24Devices or systems for heating, ventilating, regulating temperature, illuminating, or watering, in greenhouses, forcing-frames, or the like
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A40/00Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
    • Y02A40/10Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
    • Y02A40/25Greenhouse technology, e.g. cooling systems therefor

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)
  • Packages (AREA)

Description

t
Korte aanduiding: Kas of warenhuis voorzien van een reservoir voor het bergen van vloeistof, zoals regen- of hemelwater.
BESCHRIJVING.
5 De uitvinding heeft betrekking op een kas of warenhuis voor het kweken van planten, bloemen, vruchten en/of groenten omvattende een vloer en reservoir voor het bergen van vloeistof, zoals regen- of hemelwater.
In de glasteelt worden diverse systemen gebruikt om 10 regen- of hemelwater en condenswater en sproei- of bevloeiingswater in de kas op te vangen voor gebruik c.q. hergebruik in de teelt. De huidige wetgeving op het gebied van de glasteelt bepaalt dat tuinders c.q. telers voor iedere hectare kasoppervlak 1000 m3 regen- of hemelwater moeten kunnen bergen, waartoe in de praktijk bergingsvijvers of bergingstanks worden 15 gebruikt.
Naar verwachting zal in of rond 2001 de hoeveelheid te bergen regen- of hemelwater voor nieuw te bouwen kassen worden verhoogd naar 2000 m3 per hectare. Voor bestaande kassen zal in of rond 2001 per hectare grondoppervl ak minimaal 500 m3 water moeten kunnen worden geborgen. 20 In de bloemen- en groententeelt bestaat thans al de vraag naar berging van 2000 a 3000 m3 regen- of hemelwater per hectare kasoppervlak en in de boomkwekersteelt ligt deze vraag momenteel bij 1500 a 2000 m3 per hectare kasoppervlak.
Uit een eenvoudige rekensom blijkt dat voor het 25 verschaffen van een bergingscapaciteit van 2000 a 3000 m3 regen- of hemelwater door middel van bergingsvi jvers met de bijbehorende taluds en/of bergingstanks, op een onrendabel grondbeslag van 10 a 15% per hectare kasoppervlak moet worden gerekend.
Naast dit economisch nadeel, hebben bergingsvijvers 30 tevens te lijden van vervuiling door blad, uitwerpselen van vogels enzovoorts, onkruidgroei op de taluds en het noodzakelijk verwijderen hiervan met behulp van bestrijdingsmiddelen, algengroei hetgeen een voedingsbodem voor de varenrouwmuglarven vormt, en verdamping van water. Zowel bij bergings-vijvers als bij bergingstanks treedt er ook het risico 35 op van vorstschade, schade aan tankhoezen of afdichtfolie en horizon-vervuiling. Door temperatuurstijging van het bergingswater bestaat er 1015770 2 tevens een risico op het ontstaan van ziekten, zoals de bekende veteranenziekte.
Het zal duidelijk zijn dat voor het in een optimale toestand houden van de bergingsvijvers en/of bergingstanks aanzienlijke 5 jaarlijkse onderhoudskosten moeten worden gemaakt.
In het algemeen is de kwaliteit van regen- of hemelwater voor de glasteelt, in het bijzonder voor de glastuinbouw, beter geschikt dan bron- of drinkwater en oppervlaktewater. Daarbij komt dat de kosten voor het onttrekken van grondwater door middel van dieptepompen jaarlijks 10 steeds hoger worden, met bijkomende strengere vergunningseisen. Grondwater is vaak voorts te koud en dient daarom verwarmd te worden. Ook bevat grondwater een (te hoog) ijzergehalte en bicarbonaat, hetgeen voorde glastuinbouw ongewenst is. Dit alles maakt dat het opvangen en bergen van zoveel mogel i jk regen- of hemelwater economisch grote voordelen kan hebben, 15 waarbij de kosten voor bergingsreservoirs en het jaarlijks onderhoud hiervan zo laag mogelijk dienen te zijn.
Aan de uitvinding ligt daarom de opgave ten grondslag een kas of warenhuis van het in de aanhef genoemde type te verschaffen, met een verbeterde bergingsmogelijkheid voor regen- of hemelwater en in 20 de kas opgevangen condens-, sproei- en bevloeiingswater.
Deze opgave wordt volgens de uitvinding opgelost doordat het reservoir ten minste gedeeltelijk onder de vloer in de kas of het warenhuis is gelegen.
Door deze ondergrondse berging van regen- of hemelwater 25 vervallen de bovengenoemde nadelen, in het bijzonder het onrendabele grondbeslag en de jaarlijkse onderhoudskosten als gevolg van vervuiling en beschadiging van bergingsvijvers en/of bergingstanks. Door de ondergrondse opslag blijft voorts de temperatuur van het bergingswater op een gewenst en in hoge mate constant niveau. Uiteraard behoort algen-30 groei tot het verleden en is er minder kan op verstopping.
Voor het verkrijgen van het zogeheten "milieukeur" is 100% opvang van regen- of hemelwater vereist. Het opvangen van 100% van het op de kas of het warenhuis neerdalende regen- of hemelwater is met de uitvinding vrij eenvoudig mogelijk, omdat het duidelijk zal zijn dat 35 de hoeveelheid te bergen water kan worden vergroot door het aanpassen van de diepte van het reservoir. Naast het feit dat een teler c.q. tuinder 1 Ü 'i b / / ö 3 of kweker hierdoor volledig aan de eigen waterbehoefte voor zijn bedrijf kan voldoen, is dit voor het milieu uiteraard zeer ontlastend.
In een uitvoeringsvorm van de kas of warenhuis volgens de uitvinding, is het reservoir opgebouwd uit een materiaal dat in hoge 5 mate vloeistof kan vasthouden en voldoende draagkracht bezit voor het dragen van de vloer van de kas of het warenhuis en de hierop tijdens gebruik uitgeoefende belasting. De omvang van het aan te leggen reservoir dient bijvoorkeur zodanig te zijn, dat bij een gemiddelde neerslag van 750 mm per jaar de berging toereikend is. Bij 90% opvang is dan een 10 capaciteit van 3000 m3 per hectare kasoppervlak nodig.
In een vrij eenvoudige uitvoeringsvorm van de uitvinding bezit het reservoir de vorm van een bak, waarvan de wanden en de bodem vloeistofdicht zijn en waarbij de bak bijvoorkeur is gevuld met één of verschillende van de navolgende vulmaterialen: gewassen zeeschelpen, Agrex-15 korrels, schelpen van kunststof, van openingen voorziene kunststof bollen, opengewerkte kunststof cassettes, kruk- of tafel vormige dragermodules, ribbeldrain, kunststof pijp zoals PVC, stapelbare goten zoals van beton, kunststof of plaatstaal. Het vulmateriaal zorgt voor een gelijkmatige ondersteuning van de vloer van de kas of het warenhuis.
20 In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding bestaat het vulmateriaal uit dragermodules, opgebouwd uit een langwerpige romp met aan een uiteinde een voet en aan een ander uiteinde één of meer zich in hoofdzaak dwars op de romp uitstrekkende armen.
De armen kunnen zodanig zijn gerangschikt, dat 25 bijvoorbeeld een kruis-, T-, L- of I-vormig bovenaanzicht wordt verschaft, voor dragermodules met respectievelijk vier, drie, twee of één arm(en).
Door de dragermodules koppel baar te maken, kan een maas-of roostervormige draagstructuur worden verschaft voor het gelijkmatig dragen van de vloer van de kas of het warenhuis.
30 Voor het verschaffen van een voldoende stabiliteit kunnen de dragermodules, dat wil zeggen de romp, de voet en de armen, van hol kunststof- of ander plaatmateriaal zijn vervaardigd voor het na plaatsing van de holle dragermodules vol storten daarvan met bijvoorbeeld beton. Ter versteviging kan, voorafgaand aan het vullen met beton, één 35 of meer wapeningsstaven in de gekoppelde dragermodules worden opgenomen.
4 A ' ;.·» m -1 ‘ , ü 4
In een verdere uitvoeringsvorm van de kas of het warenhuis volgens de uitvinding, is de bak onder de vloer van de kas in de grond uitgegraven en zijn de wanden en de bodem van de bak bekleed met een waterdichte elastische rubber- of kunststoffolie met een voldoende 5 mechanische sterkte. Om beschadiging van de folie door bijvoorbeeld schelpen te voorkomen, bezit deze bijvoorkeur een naar de binnenzijde van de bak gekeerde borstel vormige structuur.
Om sproei- of bevloeiingswater en condenswater in de kas op te vangen, is in een verdere uitvoeringsvorm van de kas of het 10 warenhuis volgens de uitvinding het vulmateriaal afgedekt met een water- doorlatende deklaag, zoal s waterdoorl atend doek met een hierop aangebrachte laag van bijvoorbeeld drainzand of brekersgrind. Via de waterdoorlatende deklaag wordt alle water in de kas alsmede alle regen- of hemelwater in het vloeistofreservoir opgevangen. Door het reservoir zich over een afstand 15 van bijvoorbeeld 50-100 cm voorbij de omtrek van de kas te laten uitstrekken, wordt ook alle condens- of dampwater aan de buitenzijde van de kas via infiltratie weer in het reservoir opgenomen, zodat nadelige gevolgen voor het milieu achterwege blijven.
De bij het uitgraven vrijkomende grond kan met voordeel 20 worden gebruikt voor het ophogen van de kas of het warenhuis. Dat wil zeggen, als ophooglaag op de vloeistofdoorlatende afdeklaag, waarbij de ophoogl aag al naargel ang de teelt met tegelwerk, doek of bijvoorbeeld beton kan zijn afgewerkt. Het op deze wijze toepassen van het de lokale bodem eigen materiaal voorkomt tevens het opdrijven c.q. opdrukken van het 25 reservoir door de grondwaterdruk, wanneer het reservoir slechts voor een deel is gevuld. Door de ophoging is het ook mogelijk om een adequate en effectieve bescherming tegen wateroverlast in de kas of het warenhuis bij extreme regenval enzovoorts te verschaffen. Hierdoor kunnen ook lager gelegen gebieden voor glasteelt in aanmerking komen.
30 Het reservoir kan gecompartimenteerd worden uitgevoerd, waarbij een eerste compartiment is ingericht voor het bergen van water en een tweede compartiment is ingericht als overloopberging. Een dergel ijke overloopberging wordt aangebracht onder een vloeistofdichte vloer van de kas of het warenhuis, om te verhinderen dat in deze overloopberging 35 condenswater uit de kas of met de teelt in aanraking gekomen beregenings-of sproei- en/of bevloeiingswater terecht kan komen.
'ü ^ ^ - 5
Naar verwachting zal de wetgeving ook worden verscherpt ten aanzien van op het oppervlaktewater lozen van overtollig water uit de glasteelt, omdat dit overtollig water sporen kan bevatten van bestrijdingsmiddelen of meststoffen en dergelijke.
5 Omwille hiervan is de kas of het warenhuis in een nog weer verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding voorzien van een op het reservoir aansluitend regen- of hemelwaterafvoersysteem omvattende één of meer regen- of hemelwaterafvoerpijpen die uitmonden op een scheidings-filter dat in verbinding staat met het reservoir. Het scheidingsfilter 10 heeft afsluitbare verbindingen met zowel het bergingsgedeelte als het overloopgedeelte van het reservoir c.q. een afvoer naar het oppervlaktewater. Middels een dergelijke constructie wordt voorkomen dat de overloop-berging of het oppervlaktewater worden verontreinigd door in het bergings-reservoir aanwezige meststoffen of bestrijdingsmiddelen.
15 Doordat de temperatuur van het bergingswater in het reservoir van de kas of warenhuis volgens de uitvinding min of meer constant blijft, kan de in het algemeen bij de huidige kassen of warenhuizen toegepaste zogeheten dagvoorraadtank vervallen. In deze dagvoorraad-tank wordt de voor één dag noodzakelijke hoeveelheid water op een gewenste 20 gebruikstemperatuur gebracht en zodanig gemengd met mest- of andere stoffen.
Met voordeel kunnen één of meer compartimenten van het reservoir volgens de uitvinding thermisch geïsoleerd worden uitgevoerd. Hierin kan dan bijvoorbeeld in de zomer koud water, zoals koud bronwater, 25 worden opgeslagen voor bijvoorbeeld koelingsdoeleinden. In de winter kan dan bijvoorbeeld verwarmd water worden opgeslagen.
Bij de kas of het warenhuis volgens de uitvinding kan direct tussen een op het reservoir aangesloten pompsysteem en een in de kas aanwezig sproei- of bevloeiingssysteem een meng/doseerinrichting worden 30 aangebracht voor het goed gedoseerd vermengen van de vloeistof uit het reservoir.
In de kas of het warenhuis volgens de uitvinding kan bijgevolg de gehele waterhuishouding, inclusief leidingen, pompen en dergelijke binnen de kas worden gehouden. Dit levert een aanzienlijk 35 besparing aan apparatuur en leidingen op, in vergelijking tot de toepassing van bergingsvijvers en/of bergingstanks, die vaak op een relatief grote 101*770 6 afstand van een kas of warenhuis kunnen zijn aangebracht wanneer in de onmiddellijke nabijheid hiervan onvoldoende ruimte voorhanden is.
Om aan de waterbehoefte te kunnen voldoen in het geval van een tekort aan hemelwater, is in een uitvoeringsvorm van de uitvinding 5 een in het reservoir uitmondende aanvoerleiding verschaft voor het vanaf een externe bron in het reservoir bergen van vloeistof, zoals bijvoorbeeld bron-, oppervlakte- of drinkwater. Er zijn voorzieningen getroffen om te voorkomen dat in deze aanvoerleiding, welke vertakt kan uitmonden op verspreid in het reservoir gelegen uitmondingsopeningen, regen- of condens-10 of sproei- of bevloeiingswater uit de kas kan terecht komen.
Om een optimale opvang van regen- of hemelwater te bewerkstelligen en het risico van buiten de kas of het warenhuis vallend condenswater zoveel mogelijk te vermijden, bezit de kas of het warenhuis in de voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding aan de buitenzijde rechte 15 of verticale wanden, welke via een hellend dak en gootsysteem in de kas of het warenhuis aansluiten op zich in het reservoir uitstrekkende regen- of hemelwaterafvoerpijpen.
In het geval van een draagstijlkas kunnen door middel van een geschikte funderingsbak de draagstijlen op vloeistofdichte wijze 20 door het reservoir heen reiken, dan wel op of in het reservoir steunen.
De uitvinding zal in het navolgende aan de hand van een voorkeursuitvoeringsvoorbeeld nader worden toegelicht.
Figuur 1 toont schematisch een dwarsdoorsnede door een typische kas of warenhuis.
25 Figuur 2 toont schematisch het bovenaanzicht op de kas of het warenhuis van figuur 1.
Figuur 3 toont schematisch een bovenaanzicht op een kas of warenhuis volgens de uitvinding.
Figuur 4 toont schematisch een doorsnede-aanzicht van 30 de kas of het warenhuis volgens de uitvinding langs de lijn IV - IV in figuur 3.
Figuur 5 toont schematisch een gedeelte van het reservoir van de kas of het warenhuis volgens de uitvinding in doorsnede-aanzicht.
35 Figuur 6 toont schematisch een leidingdoorvoer door het reservoir volgens de uitvinding.
1015770
i I
7
Figuur 7 toont zeer schematisch een reservoir volgens de uitvinding, met een hierin gelegen leiding voor het onttrekken van vloeistof c.q. water met een pompsysteem.
Figuur 8 toont schematisch een doorsnede langs de lijn 5 VIII - VIII in figuur 7.
Figuur 9 toont schematisch, in meer detail, de scheidingsfilter in het afvoersysteem volgens de uitvinding.
Figuur 10 toont schematisch, in detail een uitmondings-punt aan het einde van een aanvoerleiding volgens de uitvinding.
10 Figuren lla-i tonen schematisch, perspectivisch verschillende vulmaterialen voor toepassing in de uitvinding.
Figuur 12 toont schematisch een langsdoorsnede van een voorkeursuitvoeringsvorm van een dragermodule voor toepassing in de uitvinding.
15 Figuur 13 toont schematisch een bovenaanzicht op de dragermodule, zoals getoond in figuur 12.
Figuur 14 toont schematisch, in meer detail, een gedeelte van de langsdoorsnede van de dragermodule volgens figuur 12.
Figuur 15 toont schematisch, in doorsnede op vergrote 20 schaal, een detail van een koppel verbinding van de dragermodule, zoals getoond in figuur 12.
Figuur 16 toont schematisch, in bovenaanzicht, een uit dragermodules, zoals de dragermodule getoond in figuur 12, in een reservoir, zoals getoond in figuur 5, opgebouwde draagconstructie voor 25 het dragen van een boven het reservoir gelegen vloer van een kas of warenhuis.
Figuur 17 toont schematisch een bovenaanzicht op een deksel te gebruiken bij de gekoppelde dragermodules volgens figuur 16.
Figuur 1 toont schematisch een dwarsdoorsnede door 30 een typische kas of warenhuis 1, met draagstijlen 2 welke in de bodem onder de vloer 3 van de kas of het warenhuis 1 in de grond afsteunen. Verwijzingscijfer 4 geeft de noklijn van de kas of het warenhuis 1 aan, terwijl het verwijzingscijfer 5 de plaats van afwateringsgoten ofwel de gootlijn aanduidt voor afvoer van regen- of hemelwater, dat op de kas of 35 het warenhuis 1 valt. Zoals bekend, is de kas of het warenhuis zoveel
1 M U 7 A
δ mogelijk uit glas opgebouwd, om een zo maximaal mogelijke lichtinval te bewerkstelligen.
Figuur 2 toont schematisch het bovenaanzicht op de kas of het warenhuis 1 van figuur 1. Met onderbroken lijnen 6 zijn (één of 5 meer) afvoerlei dingen voor regen- of hemelwater van de kas of het warenhuis 1 naar een bergingsvijver 7 getoond. Van de bergingsvijver 7 loopt een leiding 8 voor het onttrekken van water aan de bergingsvijver 7 naar een niet-getoonde, zogeheten dagtank, waarin het water op de gewenste temperatuur wordt gebracht en/of gemengd met voedings-, mest- of andere 10 stoffen voor toediening aan de teelt in de kas of het warenhuis 1.
De bergingsvi jver 7 is van het type dat boven het maaiveld 9 uitsteekt, met een talud 11. Op het talud 11 en de bodem 12 bevindt zich een bekleding van rubber- of kunststoffolie 13. Bij ruimtegebrek kan de bergingsvijver soms op relatief grote afstand van de kas of het waren-15 huis zijn gelegen, waardoor een omvangrijke en derhalve dure aan- en afvoerinstal1atie voor regen- of hemelwater nodig is.
Zoals in de inleiding reeds genoemd heeft een dergelijke bergingsvi jver 7 een groot aantal nadelen, waaronder vervuiling door blad, takken enzovoorts, uitwerpselen van vogels, onkruidgroei op het talud 11 20 en het noodzakelijk verwijderen hiervan met behulp van milieu onvriendelijke bestrijdingsmiddelen en algengroei, hetgeen een voedingsbodem voor de varenrouwmuglarven vormt en verdamping van water. Zowel bij de bergings-vijver 7 als bij een bergingstank bestaat er een groot risico op vorstschade, schade aan tankhoezen of de folie op het talud en horizon-25 vervuiling. Door temperatuurstijging van het bergingswater bestaat er in de praktijk tevens een risico op het ontstaan van ziekten, zoals de bekende veteranenziekte.
Voor een bergingsvijver 7 van 2000-3000 m3 water per hectare vloeroppervlak van de kas of het warenhuis 1, is een tamelijk 30 omvangrijke bergingsvijver nodig, met alle nadelen van economisch onrendabel grondbeslag en horizonvervuiling.
Figuur 3 toont schematisch een bovenaanzicht op een kas of warenhuis 15 volgens de uitvinding. Verwi jzingsci jfers 17, 18 duiden respectievelijk de onderkant of voet en de bovenkant van het talud 16 aan, 35 voorzover van toepassing. De kas of het warenhuis bestaat uit een glasgedeelte 19, met een buitenwand 20, noklijnen 21 en gootlijnen 22. De 1 0 1 5 7 7 0 9 toegang tot de kas of het warenhuis 15 is met het verwijzingscijfer 23 aangegeven.
Overeenkomstig de uitvinding is onder de, door het glasgedeelte 19 bedekte vloer 24 een reservoir 25 aangebracht. In de getoonde 5 voorkeursuitvoeringsvorm strekt het reservoir 25 zich bovendien over circa 50-100 cm ondergronds voorbij de buitenwand 20 van het glasgedeelte 19 naar buiten uit. De begrenzingslijn van het reservoir is met het verwijzingscijfer 26 aangegeven.
Op langs de gootlijnen 22 lopende goten 27 voor de 10 opvang van regen- of hemelwater, sluiten verspreid in de kas of het warenhuis 15 opgestelde regen- of hemelwaterafvoerpijpen 28 aan, die bijvoorkeur via scheidingsfilters 29 in verbinding staan met het reservoir 25. Om overstroming door het vollopen van het reservoir 25 te verhinderen, is een overloopsysteem voor overtollig hemelwater geïnstalleerd, omvattende 15 één of meer op de scheidingsfilters 29 aangesloten overlooplei dingen 30 en afsluiter(s) 31. Het overloopsysteem kan afvoeren op bijvoorbeeld het oppervlaktewater.
Het is echter ook mogelijk om het reservoir 25 te compartimenteren, zodat een eerste compartiment 32 voor de berging van 20 regen- of hemelwater fungeert en een tweede compartiment (schematisch aangegeven met onderbroken lijnen) als overloopreservoir 33. Het zal duidelijk zijn dat het overloopsysteem dan aansluit op dit overloopreservoir 33, desgewenst met een aanvullende aansluiting naar het oppervlaktewater. Uiteraard kunnen meer dan twee compartimenten worden 25 gevormd, waarbij zowel het eigenlijke bergingsreservoir 32 alsook het overloopreservoir uit verschillende (gekoppelde) compartimenten kunnen bestaan.
Door het thermisch isoleren van een compartiment, kan hierin water op een bepaalde temperatuur worden gehouden, zoals koud water 30 in de zomer voor koeling en warm water in de winter voor verwarming en dergelijke.
Voor het vullen van het reservoir bij extreem weinig regenval of sterk wisselende regenval, en desgewenst voor het schoon- of doorspoelen daarvan, is een in het reservoir 25 uitmondende aanvoer-35 leiding 35 verschaft, welke bijvoorkeur vertakt 36 aansluit op verspreid gelegen uitmondingspunten 37. Via deze aanvoerleiding 35 kan dan bron-, ί 0 1 5 7 7 0 10 oppervlakte- of drinkwater worden toegevoerd. De toevoer kan zodanig zijn, dat het water eerst in het reservoir 25 wordt opgeslagen, om bijvoorbeeld vermenging met het daarin nog aanwezige water en meststoffen enzovoorts te bewerkstelligen, alsmede het op een gewenste gebruikstemperatuur brengen 5 van het toegevoerde water, of het toevoerwater kan direct aan de teelt worden afgegeven, zonodig via tussenkomst van een inrichting (zoals een kleine dagtank of dergelijke) voor het opwarmen van het water. In de toevoerleiding zijn voor regel- en stuurdoeleinden één of meer afsluiters 38 opgenomen. Bij drinkwatertoevoer wordt bijvoorkeur uit 10 veiligheidsoverwegingen een dubbele afsluiter 38 geïnstalleerd.
Figuur 4 toont een doorsnede-aanzicht van de kas of het warenhuis 15 langs de lijn IV - IV in figuur 3. Duidelijk is te zien dat het glasgedeelte 19 aan de buitenomtrek eindigt in een rechte of verticale wand 39. Vanaf de noklijn 21 van de verticale wand 39 sluit het 15 dak 14 schuin naar binnen toe aan op een goot 27 voor hemelwaterafvoer. Middels deze constructie kan het gehele waterafvoersysteem (goten 27 en afvoerpijpen 28) in de kas of het warenhuis worden gehouden en geïnstalleerd. Langs de wand 39 naar beneden stromend water, afkomstig van slagregen of condensatie, kan direct in het gedeelte van het 20 reservoir 25 vloeien dat zich buiten de omtrek van de kas of het warenhuis, c.q. het glasgedeelte uitstrekt. Dit water komt dus ook weer in het water-bergingssysteem terecht, zonder nadelige gevolgen voor het milieu. Hiermee kan op efficiënte wijze worden voldaan aan voorschriften terzake.
In figuur 5 is een gedeelte van het reservoir 25 van 25 de kas of het warenhuis 15 in doorsnede-aanzicht weergegeven.
Het reservoir 25 bestaat in wezen uit een bak 40, die geheel of gedeeltelijk in de grond onder de vloer 24 is gelegen. Het bij het uitgraven van de bak 40 vrijkomende, gebiedeigen materiaal 41 kan met voordeel als ophoging voor de vloer 24 worden gebruikt en afhankelijk van 30 de teelt geschikt worden voorzien van tegelwerk, doek, beton enzovoorts. Door de ophoging is het mogelijk om kassen of warenhuizen te vestigen in bijvoorbeeld laaggelegen gebieden, waarbij het risico van overstroming wordt verminderd. De ophooglaag 41 verhindert door zijn gewicht ook het onder invloed van het grondwaterpeil opdrijven of opduwen van de bak 40, 35 c.q. het reservoir, wanneer deze niet of nagenoeg niet is gevuld.
1 ft 1 5 7 7 ft 11
De bak 40 is gevuld met een materiaal 42, dat voldoende draagkracht bezit voor het gelijkmatig dragen van de vloer 24 en de hierop aanwezige teelt en andere op de vloer uitgeoefende krachten door hier overheen bewegende machines en dergelijke. Als vulmateriaal is elk 5 materiaal geschikt, dat een voldoende draagkracht bezit, zoals gewassen zeeschelpen, Agrex-korrels, schelpen van kunststof, van openingen voorziene kunststof bollen, opengewerkte kunststof cassettes, ribbeldrain, kunststof pijp zoals PVC, stapel bare goten zoals van beton, kunststof of plaatstaal.
Gewassen zeeschelpen hebben een volume-gewicht van circa 10 800 kg/m3. Losgestort kan circa 750 liter water per m3 schelpen worden vastgehouden. In min of meer verdichte toestand loopt deze hoeveelheid iets terug tot circa 600 liter. Voor gebruik in de uitvinding verdient het de voorkeur de vulling zodanig aan te brengen, dat een berging van circa 700 liter per m3 mogelijk blijft. Bij een opvang van bijvoorbeeld 15 90% van het regenwater is per ha vloeroppervlak van de kas of het warenhuis een laag van minimaal 50 cm schelpen nodig om 3000 m3 water te bergen. Ook zijn er varianten van dikkere schelplagen te realiseren, bijvoorbeeld om een zwaarder te belasten transportweg in de kas of het warenhuis te verschaffen, of daar waar een zware vloerbelasting is te verwachten.
20 Voor de mogelijke alternatieve materialen geldt een vloeistofbergingscapaciteit van: Agrex-korrels circa 400 liter/m3; schelpen nagemaakt van kunststof circa 800 liter/m3, kunstofbollen met openingen circa 850 liter/m3, kunststof cassettes die zijn opengewerkt circa 900 liter/m3, ribbeldrain circa 900 liter/m3, P.V.C pijp circa 800 liter/m3 25 en gestapelde (prefab) goten van beton, kunststof, plaatstaal enzovoorts, circa 700 liter/m3.
Zoals in figuur 5 is te zien, wordt het vulmateriaal 42 bijvoorkeur afgedekt met een waterdoorlatende deklaag 43, zoals waterdoorlatend doek, met een hierop aangebrachte laag 44 van circa 30 10 cm drainzand of brekersgrind of soortgelijk materiaal.
De wanden en de bodem van de bak 40 zijn bekleed met een waterdichte, elastische rubber- of kunststoffolie 45, met een voldoende mechanische sterkte, welke folie 45 een naar de binnenzijde van de bak gekeerde borstel vormige structuur 46 bezit. In het bijzonder in het geval 35 van de toepassing van schelpen als vulmateriaal 42 fungeren de borstels 1 n 1 R 7 7 n 12 om beschadiging van de folie te voorkomen. Bij andere vulmaterialen is de borstel structuur 46 niet per se noodzakelijk.
In het linkerdeel van figuur 5 is schematisch een gedeelte van het regen- of hemelwaterafvoersysteem van de kas of het 5 warenhuis 15 getoond. De afvoerpijp 28 mondt uit in een scheidings-filter 29 dat via een pijp 47 aansluit op de bak 40 c.q. het reservoir 25.
In het rechterdeel van figuur 15 is schematisch een draagstijl 48 van het glasgedeelte 19 getoond, welke draagstijl steunt 10 in een funderingsbak 49. De funderingsbak kan bijvoorbeeld op het vulmateriaal 42 steunen maar op vloeistofdichte wijze ook door de bak 40 heen op of in de grond daaronder zijn aangebracht, zoals met onderbroken lijnen aangeduid.
De overloopleiding 30 penetreert de bak 40 c.q. de 15 folie 45 eveneens op vloeistofdichte wijze, bijvoorbeeld door middel van een flexibele manchet of leidingdoorvoer 50 om bewegingen door verzakking/opdrijven te weerstaan, zoals schematisch getoond in figuur 6. Dit geldt uiteraard ook voor de toevoerleiding 35 naar het reservoir 25, die uitmondt in uitmondingspunten 37.
20 Figuur 7 toont zeer schematisch een reservoir 25 volgens de uitvinding, met een hierin gelegen leiding 52 voor het onttrekken van vloeistof c.q. water met een pompsysteem 53. Op het pompsysteem 53 sluit een in de kas of het warenhuis aangebracht besproeiings- of bevloeiings-systeem 54 aan, schematisch gerepresenteerd door een leiding. Tussen het 25 pompsysteem 53 en het besproeiings- of bevloeiingssysteem 54 is een meng/doseerinrichting 55 aangebracht voor het gedoseerd mengen van de vloeistof uit het reservoir 25 en bijvoorbeeld mest of andere stoffen.
Figuur 8 toont schematisch een doorsnede langs de lijn VIII - VIII in figuur 7. De leiding 53 (of een aantal leidingen 53) is 30 (zijn) in deze voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding centraal in het reservoir 25 c.q. de bak 40 verdiept gelegen, voor het optimaal onttrekken van vloeistof aan het reservoir 25. De leiding 53 is bijvoorbeeld over zijn lengte geperforeerd en door filtermateriaal omringd, zoals een kunststofdoek, om verstopping en dergelijke te voorkomen.
35 Figuur 9 toont in meer detail het scheidingsfilter 29 in het afvoersysteem. Het scheidingsfilter 29 is opgebouwd uit een 1 0 1 5 7 7 0 13 bijvoorkeur met een wegneembaar deksel 55 afsluitbare opvangbak 56, met een onder het deksel 55 gelegen inlaatopening 57 en een uitlaatopening 58 voor aansluiting op het reservoir. Onder het deksel 55 ligt in de opvangbak 56 een vervangbaar scheidingsfilter 59, waardoorheen ten minste 5 één regen- of hemelwaterafvoerpijp 28 reikt, zodanig dat in de opvangbak 56 verzameld regen- of hemelwater 62 de inlaatopening 57 alleen na filtering via de naar het reservoir lopende pijp 47 of de naar het overloopreservoir lopende pijp 60 kan worden afgevoerd. In de pijp 47 naar het reservoir is bijvoorkeur een afsluiter 61 geïnstalleerd.
10 Figuur 10 toont schematisch, in detail een uitmondings- punt 37 aan het einde van een aanvoerleiding 35, 36. Het uitmondings-punt 37 is hierin opgebouwd uit een de uitmondingsopening 63 afdichtende deksel 64, met vanaf de vloer gezien onder de uitmondingsopening 63 gelegen uitstroomopeningen 65, zodat het terugstromen van eventueel vervuild water 15 vanaf de kas of teelt in het toevoersysteem wordt voorkomen.
Figuur lla-g tonen schematisch, perspectivisch, niet op schaal verschillende vulmaterialen zoals respectieveli jk Agrex-korrels, schelpen (zeeschelpen of kunststof imitatie), geperforeerde kunststof bolletjes, PVC ribbel drain, opengewerkte kunststof cassettes, PVC-pijp 20 en goot-materiaal van beton, kunststof, metaal, zoals plaatstaal voor het verschaffen van een gelijkmatige, zonodig laagsgewijs opgebouwde ondersteuning van de vloer van een kas of warenhuis boven een met het vulmateriaal gevuld reservoir voor waterberging. Figuur llh, i tonen schematisch, perspectivisch, niet op schaal, respectievelijk een 25 kruk- en tafel vormige dragermodule als vulmateriaal voor gebruik in overeenstemming met de uitvinding. Uiteraard komen ook andere geschikte materialen of constructies als vulmateriaal in aanmerking.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding bestaat het vulmateriaal uit dragermodules, van het type zoals 30 geïllustreerd in de figuren 12 tot en met 17.
Figuur 12 toont schematisch in langsdoorsnede-aanzicht een dragermodule 70 bestaande uit een langwerpige romp 71. Een uiteinde van de romp 71 sluit aan op een voet 72 en nabij het andere uiteinde van de romp 71 bevinden zich één of meer zich in hoofdzaak dwars op de romp 35 71 uitstrekkende armen 73, 74.
ή in 1 & 7 7 r'} 14
Figuur 13 toont een bovenaanzicht op de drager-module 70, waaruit duidelijk is te zien, dat deze vier armen 73, 74 bezit met een onderlinge hoek van 90°.
In plaats van vierarmige dragermodules kunnen uiteraard 5 ook drie-armige, twee-armige en zelfs éénarmige dragermodules worden vervaardigd. De drie-armige dragermodules kunnen bijvoorbeeld een T-vormig bovenaanzicht bezitten, de twee-armige dragermodules kunnen een L-vormig bovenaanzicht hebben en de éénarmige dragermodule kan een I-vormig bovenaanzicht bezitten (niet getoond).
10 Zoals meer in detail getoond in figuur 14, zijn de romp 71 en de voet 72 losse met elkaar koppel bare elementen, waardoor een grote mate van vrijheid bij het plaatsen van de dragermodules 70 in een reservoir wordt verkregen, waarbij de lengte van de romp 71 kan variëren afhankelijk van de diepte van het reservoir.
15 De dragermodules 70, in de verschillende genoemde varianten, zijn bijvoorkeur vervaardigd van een kunststof materiaal of ander plaatmateriaal met drinkwaterkwaliteit. Dat wil zeggen, dat het materiaal geschikt is voor drinkwatertoepassingen. De dragermodules 70, dat wil zeggen de romp 71, de voet 72 en de armen 73, 74 zijn bijvoorkeur 20 hol uitgevoerd voor het ter versteviging en verzwaring vol storten daarvan met construct!ebeton of een ander materiaal, dat voldoende stevigheid verschaft. Extra versteviging kan worden verkregen door het bijvoorbeeld in een holte in de romp opnemen van één of meer wapeningsstaven 76, zoals in doorsnede getoond in figuur 12.
25 Voor het koppelen van de romp 71 en de voet 72 zijn op zichzelf verschillende in de praktijk bekende methoden toepasbaar, welke bij een deskundige bekend zijn en voor het doel van de uitvinding geen verdere toelichting behoeven.
In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm van de drager-30 module 70 zijn de armen 73, 74 onderling koppelbaar uitgevoerd, dat wil zeggen een arm 73 van de ene dragermodule kan worden gekoppeld met een arm 74 van de andere dragermodule, bijvoorbeeld met een koppeling zoals meer gedetailleerd getoond in figuur 15.
Een eerste arm 74 van een dragermodule 70 is hierbij 35 voorzien van een inwendige, in het verlengde van de arm lopende, zaagtandvormige vertanding 77.
01 ü 7 7 n » 15
Een tweede arm 73 van de dragermodule 70 bezit een, in het verlengde hiervan gelegen, naar buiten uitstekende zaagtandvormige vertanding 78. De vertandingen 77 en 78 zijn zodanig op elkaar afgestemd, dat een tweede arm 73 van een eerste dragermodule in een eerste arm 74 5 van een tweede aangrenzende dragermodule kan worden gestoken, waarbij de vertandingen 77 en 78 over elkaar glijden, terwijl bij het in de tegenovergestelde richting verplaatsen van de armen, dat wil zeggen, bij het uit een eerste arm 74 verplaatsen van een tweede arm 73, de vertandingen 77 en 78 stevig, gearreteerd op elkaar aangrijpen. Naast 10 een zaagtandvormige vertanding, zoals getoond, zijn voor een deskundige andere vertandingen denkbaar of andere koppeltechnieken voor het met de armen 73, 74 koppelen van dragermodules 70.
Met de dragermodules kan een maas- of roostervormige draagconstructie 79 worden opgebouwd, zoals schematisch getoond in 15 figuur 16. Hierin zijn vierarmige dragermodules 70, drie-armige dragermodules 80 en twee-armige dragermodules 81 op gearceerde wijze schematisch aangegeven. Het zal duidelijk zijn, dat de afmetingen van de draagconstructie 79 kan variëren afhankelijk van de afmetingen van het reservoir.
20 Voor een deskundige zal het duidelijk zijn, dat de drie- armige en twee-armige en desgewenst éénarmige dragermodules ook kunnen worden vervaardigd uit een vierarmige dragermodule 70 door het bijvoorbeeld afzagen van één of meer van de armen 73, 74.
Voor het afdekken van de openingen 82 tussen de 25 armen 73, 74 van de met elkaar gekoppelde dragermodules zijn deksels 83 voorzien, zoals schematisch in bovenaanzicht getoond in figuur 17.
De draagconstructie 79 met de deksels 83 verschaft een gelijkmatig dragende ondersteuning voor de vloer van een kas of warenhuis, zoals de vloer 24 in figuur 4. Voor verder versteviging zijn de deksels 30 83 van zich over het oppervlak hiervan uitstrekkende verstevigingsribben 84 voorzien.
Zoals in figuur 12 getoond, kunnen de dragermodules 70, 80, 81 op een waterdichte folie 85 op een gronddoek 86 op de bodem in een reservoir worden opgesteld, zoals het reservoir of de 35 bak 40 getoond in figuur 5.
1015770 16
Hoewel een voorkeursuitvoeringsvorm van de dragermodules als vulmateriaal in een reservoir volgens de uitvinding is getoond, is het voor deskundigen mogelijk om verdere verbeteringen en/of wijzigingen op deze dragermodules aan te brengen, welke binnen het kader van de 5 uitvinding vallen.
Hoewel de uitvinding in het voorgaande is uiteengezet aan de hand van een voorkeursuitvoeringsvorm waarbij het reservoir 25 zich volledig onder de vloer 24 van de kas of het warenhuis uitstrekt, zal het duidelijk zijn dat het reservoir zich ook gedeeltelijk onder de vloer kan 10 uitstrekken en meer of minder onder de grond buiten de kas of het warenhuis.
1 o 1 5 7 Ί 0

Claims (36)

1. Kas of warenhuis voor het kweken van planten, bloemen vruchten en/of groenten, omvattende een vloer en een reservoir voor het 5 bergen van vloeistof, zoals regen- of hemelwater, met het kenmerk, dat het reservoir ten minste gedeeltelijk onder de vloer in de kas of het warenhuis is gelegen.
2. Kas of warenhuis volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het reservoir gedeeltelijk ondergrond buiten de kas of warenhuis is 10 gelegen.
3. Kas of warenhuis volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het reservoir is opgebouwd uit materiaal, dat in hoge mate vloeistof kan vasthouden en voldoende draagkracht bezit voor het dragen van de vloer en de hierop tijdens gebruik uitgeoefende 15 belasting.
4. Kas of warenhuis volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het reservoir de vorm van een vloeistofdichte bak heeft, die is gevuld met een de vloer van de kas of het warenhuis gelijkmatig dragend vulmateriaal .
5. Kas of warenhuis volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de bak is gevuld met één of verschillende van de navolgende vulmaterialen: gewassen zee-schelpen, Agrex-korrels, schelpen van kunststof, van openingen voorziene kunststof bollen, opengewerkte kunststof cassettes, kruk- of tafelvormige dragermodules, ribbeldrain, kunststof pijp, zoals 25 PVC, stapelbare goten zoals van beton, kunststof of plaatstaal.
6. Kas of warenhuis volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het vulmateriaal bestaat uit dragermodules, opgebouwd uit een langwerpige romp met aan een uiteinde een voet en aan een ander uiteinde één of meer zich in hoofdzaak dwars op de romp uitstrekkende armen.
7. Kas of warenhuis volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de dragermodules zijn uitgerust met respectievelijk vier, drie, twee of één arm(en).
8. Kas of warenhuis volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de armen zijn voorzien van middelen voor het koppelen 35 van armen van aangrenzend opgestelde dragermodules. 101*770 • »
9. Kas of warenhuis volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de koppelmiddelen worden gevormd door een inwendig in het verlengde van een eerste arm gelegen eerste zaagtandvormige vertanding en een in het verlengde van een tweede arm gelegen naar buiten uitstekende tweede 5 zaagtandvormige vertanding, welke eerste en tweede vertandingen zodanig op elkaar zijn afgestemd, dat een eerste arm in een tweede arm kan worden gestoken, waarbij de vertandingen over elkaar geleiden, terwijl bij het in de tegenovergestelde richting verplaatsen van de armen, dat wil zeggen, bij het uit een eerste arm verplaatsen van een tweede arm, de vertandingen 10 stevig, gearreteerd op elkaar aangrijpen.
10. Kas of warenhuis volgens conclusie 6, 7, 8 of 9, met het kenmerk, dat de romp en de voet van de dragermodule zijn voorzien van verdere koppelmiddelen voor het onderling koppelen daarvan.
11. Kas of warenhuis volgens conclusie 6, 7, 8, 9 of 10, 15 met het kenmerk, dat de romp, de voet en de armen van een dragermodule hol zijn uitgevoerd voor het ter versteviging en verzwaring vol storten daarvan met constructiebeton of een ander materiaal, dat voldoende zwaarte en stevigheid verschaft.
12. Kas of warenhuis volgens conclusie 11, met het kenmerk. 20 dat de romp van de dragermodule is voorzien van een holte voor het opnemen van één of meer wapeningsstaven.
13. Kas of warenhuis volgens conclusie 6, 7, 8, 9, 10, 11 of 12, gekenmerkt door een rooster- of maasvormige draagconstructie opgebouwd uit met elkaar gekoppelde dragermodules en met de openingen of 25 mazen tussen de gekoppelde armen afdichtende deksels.
14. Kas of warenhuis volgens conclusie 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12 of 13, met het kenmerk, dat de dragermodule van kunststof materiaal of plaatmateriaal met drinkwaterkwaliteit is vervaardigd.
15. Kas of warenhuis volgens conclusie 5-14, 30 met het kenmerk, dat de bak is uitgegraven en de wanden en de bodem zijn bekleed met een waterdichte, elastische rubber- of kunststoffolie met een voldoende mechanische sterkte, welke folie een naar de binnenzijde v.an de bak gekeerde borstel vormige structuur bezit. P-7 *** «...
16. Kas of warenhuis volgens conclusie 3-15, met het kenmerk, dat het vulmateriaal is afgedekt met een waterdoorlatende deklaag, zoals waterdoorl atend doek met een hierop aangebrachte laag drain-zand of brekersgrind of soortgelijk materiaal.
17. Kas of warenhuis volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat door het in de grond uitgraven van de bak vrijgekomen materiaal geheel of gedeeltelijk op de afdeklaag wordt aangebracht in de vorm van een ophooglaag, op welke ophooglaag de vloer van de kas of het warenhuis wordt aangebracht in de vorm van bijvoorbeeld tegelwerk, doek of beton of 10 combinaties hiervan.
18. Kas of warenhuis volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het reservoir is ingericht voor het bergen van minimaal 500 m3 vloeistof per ha vloer of bodemoppervlak van de kas of het warenhuis en bijvoorkeur 2000 m3 tot aan 3000 m3 of meer indien 15 gewenst.
19. Kas of warenhuis volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het reservoir is gecompartimenteerd.
20. Kas of warenhuis volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat een eerste compartiment is ingericht voor het bergen van vloeistof 20 en een tweede compartiment is ingericht als overloopberging.
21. Kas of warenhuis volgens conclusie 19 of 20, met het kenmerk, dat één of meer van de compartimenten thermisch is geïsoleerd.
22. Kas of warenhuis volgens één of meer van de voorgaande 25 conclusies, gekenmerkt door een op het reservoir aansluitend regen- of hemelwaterafvoersysteem voor het afvoeren van door de kas of het warenhuis opgevangen regen- of hemelwater, omvattende ten minste één regen- of hemelwaterafvoerpijp die uitmondt op ten minste één scheidingsfilter, dat in verbinding staat met het reservoir.
23. Kas of warenhuis volgens conclusie 22. gekenmerkt door in de kas of het warenhuis verspreid opgestelde hemelwaterafvoerpijpen en bijbehorende scheidingsfilters, waarbij één of meer van de scheidings-filters aansluit op een overloopreservoir of -berging. 1015770
24. Kas of warenhuis volgens conclusie 22 of 23, met het kenmerk, dat het scheidingsfilter is opgebouwd uit een bijvoorkeur met een wegneembare deksel afsluitbare opvangbek, met een onder het deksel gelegen inlaatopening en een ui tlaatopening voor aansluiting op het 5 reservoir, een vanaf het deksel gezien onder de inlaatopening gelegen vervangbaar scheidingsfilter waardoorheen ten minste één regen- of hemel-waterafvoerpijp reikt, zodanig dat in de opvangbek verzamelde regen- of hemelwater de inlaatopening van het afvoersysteem kan bereiken en naar het reservoir of overloopreservoir kan worden afgevoerd.
25. Kas of warenhuis volgens één of meer van de voorgaande conclusies, gekenmerkt door ten minste één in het reservoir aangebrachte leiding voor het onttrekken van hierin geborgen vloeistof welke via een pompsysteem aansluit op een in de kas of het warenhuis aangebracht besproeiings- of bevloeiingssysteem.
26. Kas of warenhuis volgens conclusie 25. gekenmerkt door een centraal in het reservoir verdiept gelegen leiding voor het onttrekken van vloeistof aan het reservoir.
27. Kas of warenhuis volgens conclusie 25 of 26, met het kenmerk, dat de leiding voor het onttrekken van vloeistof over 20 zijn lengte is geperforeerd en door filtermateriaal wordt omringd, zoals een kunststof doek.
28. Kas of warenhuis volgens conclusie 25, 26 of 27, met het kenmerk, dat tussen het pompsysteem en het besproeiings- of bevloeiingssysteem een meng/doseerinrichting is aangebracht voor het 25 gedoseerd vermengen van de vloeistof uit het reservoir en bijvoorbeeld mest of andere stoffen.
29. Kas of warenhuis volgens één of meer van de voorgaande conclusies, gekenmerkt door een in het reservoir uitmondende aanvoer-leiding voor het vanaf een externe bron hierin bergen van vloeistof, zoals 30 bijvoorbeeld bron-, oppervlakte- en/of drinkwater.
30. Kas of warenhuis volgens conclusie 29, met het kenmerk, dat de aanvoerleiding vertakt uitmondt op verspreid in het reservoir gelegen uitmondingsopeningen.
31. Kas of warenhuis volgens conclusie 30, gekenmerkt door 35 een de uitmondingsopening afdichtende deksel, met vanaf de vloer gezien onder de uitmondingsopening gelegen uitstroomopeningen. 101*770 I t
32. Kas of warenhuis volgens één of meer van de conclusies 25 tot en met 31, met het kenmerk, dat de kas of het warenhuis aan de buitenzijde eindigt met een rechte of verticale wand welke via een hellend dak en gootsysteem aansluit op zich in het reservoir uitstrekkende 5 regen- of hemelwaterafvoerpijpen.
33. Kas of warenhuis volgens conclusie 32, met het kenmerk, dat het reservoir zich over een afstand rondom de kas of het warenhuis naar buiten uitstrekt, bijvoorbeeld een afstand van 50-100 cm.
34. Kas of warenhuis volgens één of meer van de voorgaande 10 conclusies, met het kenmerk, dat draagstijlen van een draagstijlkas of -warenhuis door middel van een funderingsbak op of in het reservoir rusten.
35. Kas of warenhuis volgens conclusie 34, met het kenmerk, dat de draagstijlen op vloeistofdichte wijze door het reservoir heen 15 reiken.
36. Dragermodule voor gebruik in een kas of warenhuis opgebouwd volgens één of meer van de conclusies 6-14.
NL1015770A 1999-10-06 2000-07-21 Kas of warenhuis voorzien van een reservoir voor het bergen van vloeistof, zoals regen- of hemelwater. NL1015770C1 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1015770A NL1015770C1 (nl) 1999-10-06 2000-07-21 Kas of warenhuis voorzien van een reservoir voor het bergen van vloeistof, zoals regen- of hemelwater.
EP00121798A EP1090545B1 (en) 1999-10-06 2000-10-05 Greenhouse comprising a reservoir for storing liquid, such as rain water
AT00121798T ATE268984T1 (de) 1999-10-06 2000-10-05 Gewächshaus mit einem behälter zur lagerung von flussigkeit, wie regenwasser
DE60011536T DE60011536T2 (de) 1999-10-06 2000-10-05 Gewächshaus mit einem Behälter zur Lagerung von Flussigkeit, wie Regenwasser

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1013223 1999-10-06
NL1013223A NL1013223C2 (nl) 1999-10-06 1999-10-06 Kas of warenhuis voorzien van een reservoir voor het bergen van vloeistof, zoals regen- of hemelwater.
NL1015770 2000-07-21
NL1015770A NL1015770C1 (nl) 1999-10-06 2000-07-21 Kas of warenhuis voorzien van een reservoir voor het bergen van vloeistof, zoals regen- of hemelwater.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1015770C1 true NL1015770C1 (nl) 2001-04-09

Family

ID=26643060

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1015770A NL1015770C1 (nl) 1999-10-06 2000-07-21 Kas of warenhuis voorzien van een reservoir voor het bergen van vloeistof, zoals regen- of hemelwater.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP1090545B1 (nl)
AT (1) ATE268984T1 (nl)
DE (1) DE60011536T2 (nl)
NL (1) NL1015770C1 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1025706C2 (nl) * 2004-03-12 2005-09-20 Klimrek I E B V Vloer van een kweekruimte.
EP2338327A1 (en) * 2009-12-22 2011-06-29 Korea Institute of Geoscience & Mineral Resources Water curtain cultivation system capable of geological circulation of groundwater and artificial recharge of rainwater
CN106879401A (zh) * 2016-12-30 2017-06-23 浙江金石生物科技有限公司 一种大棚的水肥一体装置
CN108353706A (zh) * 2018-02-02 2018-08-03 北京锄禾环保技术有限公司 一种全天候玻璃温室雨水集蓄系统

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN1050967C (zh) * 1993-03-11 2000-04-05 赵冰 立体植物培植设施
GB2314367A (en) * 1996-06-20 1997-12-24 Peter Alan Jones Rainwater collection and dispersal system
JPH10262479A (ja) * 1997-03-21 1998-10-06 Norihisa Matsuoka 有機廃棄物を利用した複合農産施設

Also Published As

Publication number Publication date
EP1090545A1 (en) 2001-04-11
ATE268984T1 (de) 2004-07-15
DE60011536D1 (de) 2004-07-22
EP1090545B1 (en) 2004-06-16
DE60011536T2 (de) 2005-08-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1642493B1 (en) Greening apparatus
TWI321034B (nl)
US5437698A (en) Particularly, a structured body for the drainage treatment for the preparation for tree-planting ground, and its impounding and flushing system
JP2007267732A (ja) 屋上緑化システム
JP2007267731A (ja) 緑化システム
NL1015770C1 (nl) Kas of warenhuis voorzien van een reservoir voor het bergen van vloeistof, zoals regen- of hemelwater.
DE102017114887B4 (de) Gebäudeflächen-Pflanzsystem und Kulturtopf für Pflanzen
US10973176B2 (en) Systems and methods for rainwater collection and controlled outflow
NL1013223C2 (nl) Kas of warenhuis voorzien van een reservoir voor het bergen van vloeistof, zoals regen- of hemelwater.
JPH06319378A (ja) 雨水貯留型植栽地盤
CA2016375C (en) Portable watering & drainage system & combined heating system
CN211745621U (zh) 一种蓄水树池
WO2008035964A1 (en) Growing location, method and holder
EP3504383B1 (en) Device for adjustment of water-flow and water-drainage from roofs with flat or low-sloped structure
CN213296567U (zh) 一种园林用排水结构
NL1006507C1 (nl) Afvalwater zuiveringsinstallatie.
RU2794772C1 (ru) Осушительно-увлажнительная система в условиях северо-восточной части республики беларусь
KR101817758B1 (ko) 빗물 저장형 화분
CN217896674U (zh) 雨水收集灌溉系统
NL8005309A (nl) Afdekbaanrol.
THAMES 3.11 WATER HARVESTING
CN208669033U (zh) 一种绿植拼装式立体停车棚
Tunç et al. Water Harvesting Techniques and Importance for Arid and Semi-Arid Areas
Schuch et al. Landscape Management Practices to Optimize Passive Rainwater Harvesting and Plant Health
JP2024075072A (ja) 潅水装置

Legal Events

Date Code Title Description
VD2 Discontinued due to expiration of the term of protection

Effective date: 20060721