NL1015653C2 - Eierbroedlade met rechtopstaande broedstand. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Eierbroedlade met rechtopstaande broedstand.

5 De uitvinding heeft betrekking op een eierbroedlade volgens conclusie 1. Daarnaast heeft de uitvinding betrekking op een eier-broedmachine voorzien van een dergelijke eierbroedlade, en op een werkwijze voor het voorbroeden van eieren onder gebruikmaking van een dergelijke eierbroedlade.

10 In de stand van de techniek zijn verschillende eierbroedlades voor broedmachines geopenbaard met behulp waarvan grote aantal eieren tegelijkertijd voorgebroed kunnen worden. De bekende laden kenmerken zich hierbij allen doordat in het bodemvlak meerdere naast elkaar voorziene ondersteuningssamenstellen zijn voorzien. Elk ondersteu-15 ningssamenstel omvat hierbij steunelementen voor het ondersteunen van een ei. Aangezien uit onderzoek gebleken is dat een aanzienlijke procesverbetering kon worden bereikt indien de eieren tijdens het broeden regelmatig rondom hun hartlijnen gekeerd werden, omvatten een aantal van de bekende laden geïntegreerde voorzieningen voor het in 20 de lade keren van de eieren. Uit onderzoek is verder gebleken dat een aanzienlijke procesverbetering kon worden bereikt indien de eieren tijdens het broeden enigszins schuin omhoog lagen, waarbij het spitse eideel zich op een lager niveau dan het stompe eideel bevond. Een aantal van de bekende laden omvat hiertoe ondersteuningssamenstellen 25 waarvan de steunelementen zodanig zijn uitgevoerd dat een daarin ondersteund ei de genoemde schuine stand aanneemt.

Bijvoorbeeld WO 97/14300 openbaart een eierbroedlade volgens de aanhef van conclusie 1. Hierbij omvat de lade meerdere in het bodemvlak naast elkaar voorziene ondersteuningssamenstellen met boog-30 vormige steunelementen. De boogvormige steunelementen zijn telkens per twee opgesteld, waarbij het ene steunelement zich op een hoger niveau dan het andere steunelement bevindt, zodat een daarin ondersteund ei schuin komt te liggen. Tussen elk steunelementpaar is in het bodemvlak een opening voorzien, via welke opening een op een 35 keerplaat voorziene vertanding tijdens het keren een kracht uit kan oefenen op de onderzijde van het ei. Door de keerplaat op gezette 2 tijden heen en weer te bewegen, worden de eieren rondom hun hartlijnen gekeerd.

Nadelig bij de eierlade uit WO 97/14300 en andere bekende ei-erbroedladen waarin de eieren in een schuine broedstand liggen is dat 5 de stompe eidelen niet of nauwelijks toegankelijk zijn. Volgens de nieuwste ontwikkeling dienen de eieren vlak voor het overleggen naar een uitkomstmachine nog geïnjecteerd te worden tegen bepaalde pluimveeziekten. Dit injecteren dient aan het stompe eideel plaats te vinden, alwaar zich een luchtkamer bevindt. Teneinde een injectie met 10 een injectienaald toch mogelijk te maken, worden de eieren momenteel tijdelijk rechtop gezet. Het rechtop zetten van de eieren in de eier-broedlade vormt een extra en complexe handeling, met name indien deze geautomatiseerd dient te worden. Bovendien zijn de bekende laden niet of nauwelijks aangepast aan het tijdelijk in een rechtopstaande stand 15 ondersteunen van de eieren. Ook indien de injecties niet wordt toegepast hebben de bekende laden een aantal kenmerken die nog voor verbetering in aanmerking komen. Zo benodigen zij per ondersteund ei een relatief groot vloeroppervlak, is het moeilijk om een gelijkmatige gecoditioneerde luchtstroom langs de eieren te voeren, en is het vaak 20 niet mogelijk om alle eieren over een even grote hoek te keren.

Het doel van de onderhavige uitvinding is een eierbroedlade te verschaffen waarin deze nadelen worden ondervangen. In het bijzonder heeft de uitvinding tot doel een betrouwbaar werkende eierbroedlade te verschaffen waarin eieren zodanig kunnen worden ondersteund dat de 25 stompe eidelen beschikbaar blijven voor een gebruiker voor het desgewenst toedienen van een injectievloeistof zonder dat daartoe eerst de eieren in een andere stand hoeven te worden gebracht.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door een eierbroedlade volgens conclusie 1. Hierbij is de lade geconstrueerd om 30 tijdens het voorbroeden in hoofdzaak rechtopstaand te worden opgesteld. De lade omvat een hoofdvlak waarin meerdere naast elkaar voorziene ondersteuningssamenstellen zijn opgesteld. In de rechtopstaande broedstand is het hoofdvlak in hoofdzaak verticaal gelegen. Elk on-dersteuningssamenstel omvat steunelementen die zich in de broedstand 35 zijdelings van het hoofdvlak uitstrekken. De steunelementen zijn zodanig geconstrueerd dat een daarin ondersteund ei, in de broedstand van de lade enigzins schuin omhoog komt te liggen, dat wil zeggen dat de eihartlijn een stompe hoek met het in hoofdzaak verticale hoofd- I Π 1 k c e t 3 vlak insluit. De stompe eidelen zijn aldus op elk gewenst moment toegankelijk in een richting in hoofdzaak loodrecht op het hoofdvlak. Bijvoorbeeld het toedienen van een injectievloeistof is hierdoor een eenvoudige en weinig tijdrovende handeling, die eenvoudig geautomati-5 seerd kan worden. De tijdens het voorbroeden rechtopstaande laden benodigen bovendien weinig vloeroppervlak per ondersteund ei, en maken het goed mogelijk om een zeer gelijkmatige geconditioneerde luchtstroom langs de eieren te voeren. Desgewenst kunnen de eieren regelmatig worden gekeerd, dit kan zowel handmatig als geautomati-10 seerd plaatsvinden, waarbij de keerhoek voor elk ei gelijk gehouden kan worden.

Met voordeel is voor de eierbroedlade tevens een transport-stand voorzien waarin het hoofdvlak van de lade in hoofdzaak horizontaal gelegen is. Om vervolgens in de broedstand terecht te komen 15 dient de lade vanuit de liggende transportstand over 90° te worden gedraaid. In de transportstand kunnen de eieren eenvoudig en desgewenst geautomatiseerd tussen de steunelementen worden ingelegd, waarbij de eihartlijnen scherpe hoeken met de verticaal insluiten. Tevens is het mogelijk om de laden in de liggende transportstand te trans-20 porteren van bijvoorbeeld de legboerderij naar de broederij. De eieren worden tijdens het transport betrouwbaar ondersteund door de steunelementen, waarbij de zwaartekracht de eieren in de ondersteu-ningssamenstellen gedrukt houdt. Bij aankomst bij de broedmachines worden de laden rechtopgezet in de bovengenoemde broedstand. Na af-25 loop van het voorbroeden kunnen de laden desgewenst weer terug in de transportstand worden gedraaid, waarna het eenvoudig mogelijk is om de eieren desgewenst geautomatiseerd te injecteren en/of over te leggen naar uitkombakken van een uitkommachine. Het toedienen van injecties in de stompe eidelen kan in de transportstand met voordeel 30 plaatsvinden met behulp van reeds in de markt verkrijgbare injecteer-machines met verticaal op en neer beweegbare injectienaalden. In de praktijk is gebleken dat de scherpe hoeken die de eihartlijnen in de transportstand met de verticaal insluiten geen probleem vormt voor het nauwkeurig in de luchtkamers in de stompe eidelen toedienen van 35 de injecties.

Met voordeel zijn de steunelementen van elk ondersteuningssa-menstel ingericht om een ei vast te grijpen. Hierdoor worden de eieren nog betrouwbaarder ondersteund, en kan de lade snel van de trans- 0 1 5 65 3 4 portstand naar de broedstand en vice versa worden gedraaid zonder daarbij bang te hoeven zijn dat één of meerdere eieren uit hun ondersteuning zullen vallen. Door bovendien de steunelementen van elk on-dersteuningssamenstel verdraaibaar ten opzichte van het bodemvlak en 5 rondom een centrale hartlijn op te stellen kunnen de eieren in de rechtopstaande broedstand van de lade eenvoudig rondom de eihartlijn worden gekeerd door een geschikte verdraaiing van de steunelementen. De verdraaibare steunelementen staan hierbij bij voorkeur in verbinding met bedieningsmiddelen waarmee nauwkeurig een gewenste keerhoek 10 van bijvoorbeeld 90 graden kan worden bereikt.

Verdere voorkeursuitvoèringsvormen van de eierbroedlade zijn vastgelegd in de onderconclusies.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een eierbroedmachine volgens één van de conclusies 9-11, en op een werkwijze voor het uit-15 broeden van eieren volgens één van de conclusies 12-14.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening, waarin: fig. 1 een schematisch aanzicht is in perspectief van drie naast elkaar opgestelde eierbroedlades volgens de uitvinding, waarbij 20 telkens slechts één van de bovenste hoekdelen van de eierbroedlades volledig is ingetekend; fig. 2 een zijaanzicht is van het bovenste deel van fig. 1; fig. 3 een vooraanzicht is van een samenstel van zes onder-steuningssamenstellen zoals getoond in fig. 1; 25 fig. 4 een aanzicht is in doorsnede over de lijn IV-IV; fig. 5 een achteraanzicht is in perspectief van fig. 3; fig. 6 een aanzicht is in perspectief met uiteengenomen delen van een variant van het ondersteuningssamenstel in fig. 1; fig. 7 een vooraanzicht is van het eierbekertje in fig. 6; 30 fig. 8 een aanzicht is in doorsnede van de bedieningsmiddelen in fig. 6; fig. 9 een deelaanzicht is op vergrote schaal van fig. 8; fig. 10 een aanzicht is in doorsnede van de bevestigingsplaat in fig. 6; en 35 fig. 11 een deelaanzicht is op vergrote schaal van fig. 10.

In fig. 1 en 2 zijn van een eierbroedmachine slechts steunmid-delen 1 getoond, die hier worden gevormd door U-profielen. Tegen de steunmiddelen 1 zijn drie eierbroedlades 2 volgens de uitvinding af-

1 Π 1 R Λ R X

5 gesteund. Elke eierbroedlade 2 omvat twee zijwanden 3, een geprofileerde bovenste en onderste opsluitrand 4, en meerdere naast elkaar voorziene ondersteuningssamenstellen 5. Van de ondersteuningssamen-stellen 5 is slechts een klein aantal weergegeven. Het zal duidelijk 5 zijn dat in de praktijk het gehele hoofdvlak 10 dat zich uitstrekt tussen de zijwanden 3 en de opsluitranden 4 gevuld zal zijn met dergelijke ondersteuningssamenstellen 5. Elk ondersteuningssamenstel 5 omvat steunelementen 7 voor het ondersteunen van een ei 8. De steunelementen 7 van elk ondersteuningssamenstel 5 strekken zich in de in 10 fig. 1 en 2 getoonde broedstand zijdelings van het rechtopstaande hoofdvlak 10 uit. De broedstand voor de laden 2 is hierbij volgens de uitvinding gedefinieerd als die waarbij het hoofdvlak 10 van elke lade 2 in hoofdzaak verticaal gelegen is. De steunelementen 7 zijn zodanig uitgevoerd dat zij in deze broedstand de eieren 8 zodanig 15 ondersteunen dat de eihartlijnen 12 scherpe hoeken α met de horizontaal en stompe hoeken β met het hoofdvlak 10 insluiten. De hoeken α zijn in het bijzonder circa 20 graden. De eieren 8 worden hierbij met hun spitse eideel naar beneden en met hun stompe eideel naar boven in de steunelementen 7 geplaatst.

20 Zoals te zien zijn de stompe eidelen goed toegankelijk in een richting in hoofdzaak loodrecht op het hoofdvlak 10. De steunelementen 7 strekken zich in hoofdzaak slechts over de onderste helft van de eieren 8 uit. Met voordeel kunnen de laden 2 eenvoudig uit de steunmiddelen 1 van de broedmachine verwijderd worden en naar een 25 transportstand gedraaid worden. De transportstand voor de laden 2 is hierbij volgens de uitvinding gedefinieerd als die waarbij het hoofdvlak 10 in hoofdzaak horizontaal gelegen is. De eieren 8 komen dan meer rechtop te staan, en de steunelementen 7 zullen de eieren 8 in deze transportstand zodanig ondersteunen dat de eihartlijnen 12 30 scherpe hoeken met de verticaal en stompe hoeken met het hoofdvlak 10 insluiten. De stompe eidelen liggen in de transportstand als het ware vrij naar boven, en kunnen snel en betrouwbaar worden geïnjecteerd en/of met behulp van een zuignap worden gemanipuleerd.

Met voordeel omvat de eierbroedmachine ventilatiemiddelen die 35 tijdens het voorbroeden een geconditioneerde luchtstroom af kunnen geven die in verticale richting langs de rechtopstaande laden 2 wordt gevoerd. De richting van de luchtstroom wordt hierbij bij voorkeur 1015653 6 regelmatig omgekeerd, teneinde een optimale conditionering van de eieren te bereiken.

In fig. 1 en 2 zij de steunmiddelen 1 bovendien zo uitgevoerd dat de laden 2 daarin telkens per tweetal zodanig opgesteld dienen te 5 worden dat de hoofdvlakken 10 van elkaar afgekeerd staan. Hierdoor ontstaat tussen de beide laden 2 een verticaal luchtdoorvoerkanaal 15 dat langs de tegenover elkaar liggende stompe eidelen voert. Dit maakt een efficiënte ventilatie mogelijk. Gedurende het gehele voor-broedproces kunnen gelijkmatige luchtsnelheden met een gewenste rela-10 tieve vochtigheid en temperatuur langs de eieren worden gevoerd.

De steunelementen 7 zijn uitgevoerd om een ei 8 vast te grijpen. Daarnaast zijn de steunelementen 7 verdraaibaar rondom een centrale hartlijn opgesteld. Deze centrale hartlijn komt overeen met de eihartlijn 12. Verder zijn bedieningsmiddelen 20 voorzien voor het 15 ten opzichte van het hoofdvlak 10 verdraaien van de steunelementen 7. In de getoonde uitvoeringsvorm strekken de bedieningsmiddelen 20 zich uit aan de achterzijde van het hoofdvlak 10. Door de bedi''· 'ngsmidde-len 20 tijdens het voorbroeden op regelmatige tijden te bedienen, zullen de eieren 8 rondom hun eihartlijnen 12 worden gekeerd. Een 20 uitvoeringsvorm van een ondersteuningssamenstel met verdaaibare steunelementen en bedieningsmiddelen zal hieronder worden toegelicht aan de hand van fig. 6-11.

De ondersteuningssamenstellen 5 zijn in de richting van het hoofdvlak 10 gezien in een honingraatstructuur opgesteld. Hierdoor 25 kan per lade 2 een maximale capaciteit aan eieren worden ingelegd.

Door de honingraatstructuur bovendien op te stellen op de wijze zoals getoond in fig. 3, ontstaan naast elkaar liggende, tegenover elkaar versprongen verticale rijen eieren, waartussen met minimale weerstand een verticale luchtstroom kan worden geleid. De luchtstroom 30 is hierbij schematisch aangegeven met pijlen 15.

De U-profielen van de steunmiddelen 1 kunnen eenvoudig op grotere of kleinere afstanden van 'elkaar worden voorzien. Hierdoor kunnen de onderlinge afstanden van de eierladen naar wens gevarieerd worden in afhankelijkheid van de luchthoeveelheden die tijdens het 35 voorbroeden langs de eieren dienen te worden gevoerd. Met voordeel kunnen de steunmiddelen ook boven elkaar worden voorzien, zodat meerdere eierbroedladen boven elkaar kunnen worden geplaatst. Ruimtebe- 0 1 5 6 5 3 7 sparingen aan vloeroppervlakte tot meer dan 50% zijn hierdoor mogelijk.

Een uitvoeringsvorm van het ondersteuningssamenstel is nader uitgewerkt in fig. 3-11. Elk ondersteuningssamenstel omvat een beves-5 tigingsplaat 25, een opengewerkt eierbekertje 26, en een bedienings-ring 27. De bevestigingsplaat 25 is voorzien van drie klikvingers 30 met snapranden 31. Het eierbekertje 26 is aan zijn buitenomtrek voorzien van een ringvormige gleuf 35 waarmee het verdraaibaar tussen de snapranden 31 kan worden bevestigd. Het eierbekertje 26 is aan de 10 onderzijde voorzien van een buitenvertanding 37 die bestemd is om samen te werken met een binnenvertanding 38 van de bedieningsring 27. De bedieningsring 27 is voorzien van een naar achteren toe uitstekende bedieningsarm 40.

Indien gemonteerd in een eierbroedlade strekt het bodemvlak 15 van de bevestigingsplaat 25 zich in hoofdzaak evenwijdig aan het hoofdvlak van de lade uit. Teneinde de gewenste schuine stabiele broedstand te bereiken zijn de snapranden 31· ten opzichte van de bevestigingsplaat 25 op verschillende hoogtes voorzien. Hiermee wordt automatisch een schuine stand van het eierbekertje 26 bereikt, zonder 20 afbreuk te doen aan de verdraaibaarheid daarvan.

Teneinde een eenvoudige montage mogelijk te maken, zijn een binnenrand van een uitsparing in de bevestigingsplaat 25 en een buitenrand van de bedieningsring 27 voorzien van complementaire snapranden 50 respectievelijk 51. In de gemonteerde stand zijn de bedie-25 ningsring 27 en het eierbekertje 26 op de bevestigingsplaat 25 vastgeklikt, en grijpen de vertandingen 37 respectievelijk 38 gedeeltelijk in elkaar aan. Een geschikte bediening van de arm 40 zorgt voor een verdraaiing van de bedieningsring 27 en daardoor van het eierbekertje 26 ten opzichte van de bevestigingsplaat 25.

30 De bedieningsarmen 40 kunnen bijvoorbeeld worden bediend met behulp van een tussen de laden door te bewegen verticaal op- en neergaand bedieningsprofiel. In de lade zelf kunnen aanslagen worden opgenomen voor het begrenzen van de maximale slag van de bedieningsarmen 40, welke bijvoorbeeld overeenkomt met een maximale keerhoek van 35 90°. Bij de opstelling zoals getoond in fig. 1 en 2 kunnen de bedie ningsarmen van twee naast elkaar liggende eierladen tegelijkertijd worden bediend. Met voordeel worden de bedieningsprofielen van meer- 1015653 8 dere rijen eieren en desgewenst meerdere eierladen met elkaar verbonden, zodat zij vanuit een centraal punt aangestuurd kunnen worden.

In plaats van een op- en neergaand profiel kunnen de bedie-ningsarmen ook velerlei andere wijzen worden bediend, bijvoorbeeld 5 met luchtdruk of met behulp van kabels.

Het eierbekertje 26 is bij voorkeur grotendeels opengewerkt teneinde een ventilatiestroom zoveel mogelijk langs een daarin opgenomen eideel te laten stromen.

Het eierbekertje 26 is verder voorzien van drie verende klem-10 vingers 55. Deze zorgen ervoor dat een ei stevig kan worden vastgehouden, terwijl bovendien zowel grote als kleine eieren kunnen worden vastgeklemd. Het eierbekertje 26 en de daarin voorziene klemvingers 55 dragen er tezamen zorg voor dat een ei goed en stevig daarin ondersteund kan worden. Bovendien zorgt de zwaartekracht als gevolg van 15 de schuine stand van het eierbekertje in zowel de transportstand als in de broedstand ervoor dat de eieren in de eierbekertjes 26 gedrukt worden.

De bodem van het eierbekertje 26 is voorzien van een uitsparing 57, terwijl de bedieningsring 27 een centrale opening 58 vrij-20 laat. De uitsparing 57 en de opening 58 zijn zodanig groot gekozen dat de mogelijkheid bestaat indien een ei gebroken is, dit ei met een vinger naar buiten te duwen en daarna met de vingers van de andere hand weg te nemen.

Het aldus uitgevoerde ondersteuningssamenstel is goedkoop te 25 vervaardigen, eenvoudig uitwisselbaar, goed reinigbaar en draagt zorg voor een betrouwbaar keren van de eieren rondom hun eihartlijnen. Eierbroedlades kunnen eenvoudig in gewenste afmetingen worden geassembleerd, waarbij gebruik kan worden gemaakt van hetzelfde type onder steuningssamens tellen.

30 Een geschikte werkwijze voor het voorbroeden van eieren met de getoonde eierbroedlade begint met het in een transportstand plaatsen van de lade waarin het hoofdvlak in hoofdzaak horizontaal ligt. In deze stand kan de lade eenvoudig en snel worden volgelegd met eieren. Indien gewenst kan de lade vervolgens getransporteerd worden om uit-35 eindelijk in een eierbroedmachine in een broedstand geplaatst te worden, in welke broedstand het hoofdvlak van de lade in hoofdzaak verticaal komt te liggen. Vervolgens worden de eieren gedurende een bepaalde broedtijd voorgebroed, gedurende welke voorbroedtijd de eieren

Λ 1 E C E T

9 regelmatig rondom hun hartlijnen gekeerd worden, en er een geconditioneerde luchtstroom langs de eieren gevoerd wordt. Na afloop van de broedtijd worden de eieren overgelegd naar een uitkommachine. Alvorens de eieren over te leggen naar een uitkommachine kunnen de eieren 5 met voordeel in hun stompe delen geïnjecteerd worden met een injec-tievloeistof. Dit injecteren kan zowel in de broedstand van de lade plaatsvinden, alsook in de genoemde transportstand.

Naast de getoonde uitvoeringsvorm zijn vele varianten mogelijk. Zo kan het hoofdvlak zoals getoond in fig. 1 en 2 een fictief 10 vlak zijn dat zich uitstrekt door de meerdere bevestigingsplaten van de ondersteuningssamenstellen, maar ook één plaatvormig element zijn waarop de ondersteuningssamenstellen zijn aangebracht.

Aldus is volgens de uitvinding een eierbroedlade verschaft waarmee het voorbroeden van de eieren plaats kan vinden met een in 15 hoofdzaak rechtopstaande eierbroedlade. De tijdens het broeden rechtopstaande eierbroedladen besparen veel ruimte, en maken tevens het betrouwbaar keren van elk ei mogelijk, zonder daarbij afbreuk te doen aan de tijdens het broeden te handhaven procesomstandigheden. De eierbroedlade is uiterst gebruiksvriendelijk en maakt het herpositione-20 ren van de eieren na afloop van het transport en/of na afloop van de broedtijd in de lade overbodig, aangezien de lade eenvoudig naar een transportstand kan worden overgebracht waarin de stompe eidelen van bovenaf beschikbaar zijn.

1 n 1 ε; β k 7

Claims (14)

1. Eierbroedlade (2) voor het opnemen van voor te broeden eieren, omvattende: 5. meerdere in een hoofdvlak (10) naast elkaar voorziene onder- steuningssamenstellen (5), waarbij elk ondersteuningssamenstel (5) steunelementen (7)omvat voor het ondersteunen van een ei (8), waarbij een broedstand voor de lade (2) is voorzien waarin de 10 eieren (8) in een stabiele broedstand ondersteund zijn, in welke stabiele broedstand de eihartlijnen (12), die zich uitstrekken van de spitse naar de stompe eidelen, scherpe hoeken (a) met de horizontaal insluiten, met het kenmerk, dat 15 een broedstand voor de lade (2) voorzien is waarin het hoofd vlak (10) van de lade (2) in hoofdzaak verticaal gelegen is, waarbij de steunelementen (7) zich zijdelings van het rechtopstaande hoofdvlak (10) uitstrekken voor het in de stabiele broedstand ondersteunen van de eieren (8), in welke stabiele broedstand de ei-20 hartlijnen (12) stompe hoeken (β) met het hoofdvlak insluiten.

2. Eierbroedlade (2) volgens conclusie 1, waarbij een transport-stand voor de lade (2) voorzien is waarin het hoofdvlak (10) van de lade (2) in hoofdzaak horizontaal gelegen is en de eieren (8) in een 25 stabiele transportstand worden ondersteund, in welke stabiele trans-portstand de eihartlijnen (12) een scherpe hoek met de verticaal insluiten.

3. Eierbroedlade (2) volgens conclusie 1 of 2, waarbij de steun-30 elementen (7) zijn ingericht om een ei (8) vast te grijpen.

4. Eierbroedlade (2) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de steunelementen (7) van elk ondersteuningssamenstel (5) verdraaibaar rondom een centrale hartlijn zijn opgesteld voor het 35 rondom de eihartlijn (12) keren van een daarin ondersteund ei (8) . 015653

5. Eierbroedlade (2) volgens conclusie 4, waarbij bedieningsmid-delen (20) zijn voorzien voor het verdraaien van de steunelementen (7) .

6. Eierbroedlade (2) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de steunelementen (7) van elk ondersteuningssamenstel (5) tezamen een opengewerkt eierbekertje (26) definiëren.

7. Eierbroedlade volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij 10 de steunelementen van elk ondersteuningssamenstel ten minste drie verende klemvingers (55) omvatten.

8. Eierbroedlade (2) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de ondersteuningssamenstellen (5) in de richting van het 15 hoofdvlak (10) gezien in een honingraat zijn opgesteld.

9. Eierbroedmachine omvattende ten minste één eierbroedlade (2) volgens één van de conclusies 1-8, steunmiddelen (1) voor het in een broedstand in de machine ondersteunen van de lade (2) waarbij het 20 hoofdvlak (10) van de lade (2) in hoofdzaak verticaal is.

10. Eierbroedmachine volgens conclusie 9, waarbij ventilatiemidde-len zijn voorzien voor het in de broedstand van de lade (2) in een verticale richting langs de lade (2) voeren van een ventilatiestroom. 25

11. Eierbroedmachine volgens conclusie 9 of 10, omvattende meerdere eierbroedladen (2) volgens één van de conclusies 1-8, waarbij de steunmiddelen (1) zijn ingericht voor het paarsgewijs ondersteunen van de laden (2), waarbij de hoofdvlakken (10) van elk ladenpaar van 30 elkaar afgekeerd staan.

12. Werkwijze voor het uitbroeden van eieren onder gebruikmaking van een eierbroedlade (2) volgens één van de conclusies 1-8, omvattende de stappen: 35. het in een transportstand plaatsen van de eierbroedlade (2), waarin het hoofdvlak (10) van de lade (2) in hoofdzaak horizontaal is; Λ A ET O rr t (8) ; het in de ondersteuningssamenstellen (5) plaatsen van eieren het in een broedstand plaatsen van de lade (2), waarin het hoofdvlak (10) van de lade (2) in hoofdzaak verticaal is; 5. het gedurende een bepaalde broedtijd voorbroeden van de eieren (8); en het overleggen van de eieren (8) naar een uitkommachine.

13. Werkwijze volgens conclusie 12, verder omvattende de stap: 10. het volgens een bepaald tijdschema regelmatig keren van de eie ren (8) rondom de eihartlijnen (12), in het bijzonder over een hoek van 90°.

14. Werkwijze volgens conclusie 12 of 13, verder omvattende de 15 stappen: het na een bepaalde broedtijd terugbrengen van de eierbroedlade (2) in de transportstand; en het injecteren van de eieren (8) in het stompe eideel met een injectievloeistof, in het bijzonder een medicijn tegen pluimveeziek-20 ten. 25 10 1 5 6 5 3