NL1015650C2 - Verpakking voor een flu´dum alsmede een flexibele zak en houder geschikt voor een dergelijke verpakking. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Verpakking voor een fluïdum alsmede een flexibele zak en houder geschikt voor een dergelijke verpakking.

De uitvinding heeft betrekking op een verpakking voor 5 een fluïdum, welke verpakking is voorzien van een ringvormige flens omvattende, hersluitbare tuit, welke flens is verbonden met een van het fluïdum afgekeerde buitenzijde van de verpakking, waarbij een wand van de verpakking zich onder de gehele tuit uitstrekt.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een flexibele 10 zak en een houder geschikt voor een dergelijke verpakking.

Bij een dergelijke uit US-A-5.101.999 bekende verpakking wordt nadat de verpakking is gevormd, met het fluïdum is gevuld en is afgesloten, de ringvormige flens met een van het fluïdum afgekeerde buitenzijde van de verpakking verbonden.

15 Bij de uit US-A-5.101.999 bekende verpakking is de wand van de verpakking aan een van het fluïdum afgekeerde zijde gedeeltelijk geperforeerd. De naar het fluïdum toegekeerde zijde van de wand is ononderbroken waardoor de inhoud van de verpakking steriel kan blijven.

In de tuit bevindt zich verder een scharnierbaar met 20 de tuit verbonden snijorgaan waarmee het in de tuit gelegen gedeelte van de wand kan worden geopend. De tuit is verder voorzien van een scharnierbaar daarmee verbonden deksel, waarmee de tuit kan worden afgesloten.

Alhoewel een dergelijke verpakking op zichzelf goed functioneert heeft het een aantal nadelen.

25 Zo dient de wand over een gedeelte van de dikte te worden voorzien van een perforatie om het openen van de verpakking met behulp van het snijorgaan mogelijk te maken. Het perforeren van de wand is tijdrovend. Bovendien bestaat hierbij het risico dat de perforatie ofwel te gering is waardoor het openen van de verpakking nagenoeg onmogelijk 30 is ofwel dat de perforatie de wand zover verzwakt dat het in de tuit gelegen gedeelte van de wand ongewenst kan openbreken.

Doordat de wand bovendien relatief dik is, blijft er na het ledigen van de verpakking relatief veel afvalmateriaal over, waardoor de verpakking relatief milieuonvriendelijk is.

35 Een verder nadeel is bovendien dat de op zich bekende tuit alleen geschikt is om te worden toegepast bij een verpakking die 1 Π 1 h fi ‘i Ö 2 handmatig, door kanteling van de verpakking, wordt geledigd.

De uitvinding beoogt een verpakking voor een fluïdum te verschaffen waarbij de hierboven aangegeven nadelen worden vermeden.

Dit doel wordt bij de verpakking volgens de uitvinding 5 bereikt doordat dat de verpakking een* flexibele zak omvat, waarin het fluïdum zich bevindt, welke zak aan een van het fluïdum afgekeerde buitenzijde is voorzien van de tuit, waarbij de verpakking verder is voorzien van een losneembaar met de tuit koppelbaar, langgestrekt koppelstuk dat is voorzien van een in de tuit positioneerbare, de zak 10 doordringbare punt.

De verpakking, die een flexibele zak omvat, kan zijn vervaardigd uit een relatief dunne bijvoorbeeld kunststoffen folie.

Om het fluïdum uit de verpakking te verwijderen, wordt het koppelstuk met de tuit verbonden, waarbij met behulp van het koppelstuk 15 een in de tuit gelegen gedeelte van de wand wordt doorboord. Het fluïdum kan vervolgens door het koppelstuk heen uit de verpakking stromen.

Het koppelstuk kan worden aangesloten op een machine met behulp waarvan het fluïdum uit de zak wordt gezogen. Doordat de zak flexibel is zal de vorm van de zak zich aanpassen aan de hoeveelheid 20 resterend fluïdum in de zak. Nadat al het fluïdum uit de zak is gezogen, zal de zak een volledig in elkaar gekrompen vorm hebben aangenomen en kan de zak worden weggegooid. Doordat de zak uit een relatief dunne folie is vervaardigd, is de hoeveelheid afval relatief gering.

Het is uiteraard ook mogelijk om de zak handmatig te 25 ledigen.

Een uitvoeringsvorm van de verpakking volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het koppelstuk de in de tuit positioneerbare, de zak doordringbare gesloten punt omvat en een op afstand van de punt gelegen opening die in verbinding staat met het inwendige van 30 het koppelstuk.

Door de gesloten punt wordt het in de tuit gelegen gedeelte van de wand eerst vervormd, waarbij de flexibele wand zich om de punt heen gaat uitstrekken. Pas na verder verplaatsen van het koppelstuk in de tuit, zal de punt de zak doordringen. Hierbij ligt de wand van de 35 zak echter reeds stevig tegen de punt aan waardoor een hermetische afsluiting tussen de punt en de geopende wand tot stand is gebracht.

1 0 1 5 6 5 0 3

Hierdoor treedt geen lekkage van het fluïdum op. Bovendien treedt er geen besmetting op van het fluïdum vanuit de buiten de zak gelegen ruimte.

Een andere uitvoeringsvorm van de verpakking volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de tuit is voorzien van schroefdraad 5 waarbij de tuit afsluitbaar is met behulp van een schroefdop.

Hierdoor is het mogelijk om een nog niet volledig lege zak af te sluiten, zodat de zak bijvoorbeeld in een koelkast kan worden opgeborgen.

Een verdere uitvoeringsvorm van de verpakking volgens 10 de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de verpakking verder is voorzien van een houder waarin de zak positioneerbaar is, welke houder verder is voorzien van een de tuit ondersteunend orgaan.

Met behulp van de houder is het handmatig ledigen van de zak relatief eenvoudig. Na het ledigen van de zak, wordt de zak 15 weggegooid en kan de houder telkenmale opnieuw worden gebruikt voor het ondersteunen van een nieuwe zak.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen waarin: fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een zak voor 20 een verpakking volgens de uitvinding toont, fig. 2 een perspectivisch aanzicht van een tuit voor een verpakking volgens de uitvinding toont, fig. 3 een perspectivisch aanzicht van de in fig. 1 weergegeven zak met daarop bevestigd de in fig. 2 weergegeven tuit toont, 25 fig. 4 een dwarsdoorsnede door de in fig. 3 weergegeven zak toont, fig. 5 een perspectivisch aanzicht van een koppelstuk voor een verpakking volgens de uitvinding toont, fig. 6A-6D verschillende aanzichten tonen van het 30 koppelen van het in fig. 5 weergegeven koppelstuk met de in fig. 3 weergegeven zak, fig. 7 een perspectivisch aanzicht van een met een in fig. 3 weergegeven zak gekoppelde, in fig. 5 weergegeven koppelstuk toont, fig. 8 een perspectivisch aanzicht van een houder van 35 een verpakking volgens de uitvinding toont, fig. 9 een perspectivisch aanzicht van de in fig. 8 10 1 5 6 5 0 4 weergegeven houder met daarin gepositioneerd de in fig. 3 weergegeven zak.

In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van eenzelfde verwijzingscijfer.

Fig. 1 toont een zak 1 van een verpakking volgens de 5 uitvinding die is vervaardigd uit een kunststoffen folie. Als kunststof kan bijvoorbeeld polypropyleen, polyamide, laminaat van bijvoorbeeld 20-500 ji/m worden toegepast. De dikte van de folie is mede afhankelijk van het in de zak te verpakken volume. Zo kan de zak geschikt zijn om 200 ml fluïdum of 20 liter te verpakken. De kunststoffen folie wordt aan een 10 machine toegevoerd waarbij in de machine de folie tot een buis wordt gevormd en een langsnaad 2 wordt gecreëerd. Vervolgens wordt de buisvormige folie nabij een te vormen onderzijde 3 gesloten. Daarna wordt de aldus gevormde zak met het gewenste fluïdum gevuld waarna een van de onderzijde 3 afgekeerde bovenzijde 4 wordt afgesloten en de in fig. 1 weergegeven met 15 fluïdum gevulde zak 1 is verkregen. Een dergelijke werkwijze is op zich bekend en zal niet nader worden toegelicht.

Fig. 2 toont een tuit 5 van een verpakking volgens de uitvinding welke tuit is voorzien van een ringvormige flens 6 en een zich dwars daarop uitstrekkende cilindervormige kraag 7. De kraag 7 is aan een 20 buitenzijde voorzien van schroefdraad 8 (zie fig. 4). De tuit 5 is verder voorzien van een losneembare, van inwendige schroefdraad voorziene schroefdop 9.

Fig. 3 toont een zak volgens de uitvinding waarbij de tuit 5 met behulp van de flens 6 met de van het fluïdum afgekeerde 25 buitenzijde 10 van de zak 1 is verbonden. De verbinding tussen de flens 6 en de buitenzijde 10 van de zak 1 kan plaatsvinden door middel van ultrasoonlassen, lijmen of een andere bevestigingstechniek waarmee een fluïdumdichte afdichting te verkrijgen is.

Fig. 4 toont een dwarsdoorsnede door de in fig. 3 30 weergegeven zak 1 met een daaraan bevestigde tuit 5 waarbij de schroefdop 9 van de tuit 5 is verwijderd. Zoals duidelijk zichtbaar in fig. 4 strekt de wand 10 van de zak 1 zich onder de gehele tuit 5 door uit waarbij door een in het cilindrische gedeelte 7 gelegen wanddeel 11 het in de zak 1 gelegen fluïdum is afgesloten van de in het cilindrische gedeelte 7 gelegen 35 ruimte 12.

Fig. 5 toont een koppelstuk 13 van een verpakking 1015650 5 volgens de uitvinding die is voorzien van een gesloten cilindervormige punt 14, een daarop aansluitend conusvormig gedeelte 15 en een daarop aansluitend enigszins conisch (1°) cilindervormig gedeelte 16 dat aan een van de punt 14 afgekeerde zijde is voorzien van weerhaakvormige ringen 17.

5 Het cilindervormige gedeelte 16 is hol en is nabij het conische gedeelte 15 voorzien van een aantal zich radiaal uitstrekkende openingen 18. De openingen 18 strekken zich uit vanuit een in het cilindrische gedeelte 16 gelegen ruimte 19 naar de buitenzijde van koppelstuk 13. Het koppelstuk 13 is verder voorzien van een ringvormig, van inwendige schroefdraad voorzien 10 vergrendelingsorgaan 20.

Fig. 6A-6D tonen het bevestigen van het koppelstuk 13 met de met de zak 1 verbonden tuit 5. Hiertoe wordt eerst de schroefdop 9 van de tuit verwijderd.

Vervolgens wordt de met fluïdum gevulde zak 1 op een 15 ondergrond gepositioneerd en wordt het koppelstuk 13 in de door pijl PI aangegeven richting in de tuit 5 gebracht. Hierbij komt als eerste de gesloten punt 15 in aanraking met het in de tuit 5 gelegen wanddeel 11 (fig. 6A). Vervolgens wordt het koppelstuk 13 verder in de door pijl PI aangegeven richting verplaatst, waarbij de flexibele folie waaruit de 20 wand 11 is vervaardigd, zich om de gesloten punt 15 gaat uitstrekken (zie fig. 6B). Bij het nog verder in de door pijl PI aangegeven richting verplaatsen van het koppelstuk 13 gaat de folie zich ook uitstrekken om het conisch gedeelte 15. Uiteindelijk zal de folie scheuren, welke scheuring zal aanvangen vanuit een nabij de punt 14 gelegen gedeelte. De 25 folie strekt zich hierbij uit om het conische gedeelte 15 waardoor een fluïdumafdichting tussen het in de zak aanwezige fluïdum en de buiten de zak 1 gelegen ruimte behouden blijft (fig. 6C).

Uiteindelijk zal het koppelstuk 13 de in fig. 6D weergegeven positie bereiken waarbij het vergrendel ingsorgaan 20 met behulp 30 van de schroefdraad met de tuit 5 worden verbonden. In deze positie zijn de openingen 18 in de zak 1 gelegen en kan het in de zak 1 aanwezige fluïdum via de openingen 18 in de door het cilindrische gedeelte 16 begrensde ruimte 19 stromen.

Fig. 7 toont een perspectivisch aanzicht van de in 35 fig. 6D weergegeven zak 1 met een daarmee verbonden koppelstuk 13.

Op het koppelstuk 13 kan een slang (niet weergegeven) ! Π 1 ς β ς λ 6 worden aangesloten die met behulp van de weerhaakvormige ringen 17 stevig met het koppelstuk 13 kan worden verbonden. Via de slang kan de zak 1 worden geledigd, waarbij gebruik kan worden gemaakt van de zwaartekracht. Het is echter ook mogelijk om de zak 1 door zuiging te ledigen.

5 Bij het ledigen van de zak 1, zal de wand 10 in elkaar vouwen waardoor er op een relatief eenvoudige wijze bereikt wordt dat de volledige inhoud van de zak 1 uit de zak 1 kan worden verwijderd.

Bovendien neemt een aldus geledigde zak 1 een relatief geringe ruimte in. Aangezien bovendien de zak lis vervaardigd uit een 10 relatief dunne folie, is het volume en het gewicht (bijvoorbeeld 8 gram) van het weg te gooien materiaal relatief gering.

Alvorens de zak 1 wordt weggegooid, wordt het koppelstuk 13 uit de zak 1 verwijderd.

Ook is het mogelijk om het koppelstuk 13 te verwijderen 15 indien de nog niet volledig lege zak 1 tijdelijk dient te worden opgeslagen. Na verwijdering van het koppelstuk 13, wordt de schroefdop 9 op de schroefdraad 8 bevestigd waardoor de zak 1 is afgesloten. De zak 1 kan nu bijvoorbeeld in een koeling worden opgeslagen.

Behalve het met behulp van het koppelstuk 13 ledigen 20 van de zak 1 is het ook mogelijk om de zak 1 handmatig te ledigen. Na het met behulp van het koppelstuk 13 of een andersoortig gereedschap doorboren van het randgedeelte 11 wordt de zak 1 zodanig gekanteld dat het in de zak 1 aanwezige fluïdum uit de tuit 5 kan stromen. Aangezien de zak 1 uit een relatief flexibele folie is vervaardigd is het handmatig hanteren van 25 een dergelijke zak 1 relatief lastig.

Derhalve omvat de verpakking volgens de uitvinding verder een houder 21 zoals weergegeven in fig. 8. De houder 21 omvat een vanaf een bovenzijde 22 enigszins conisch toelopende bak 23 die aan een onderzijde 24 is afgesloten. De houder 21 is nabij de open bovenzijde 22 30 voorzien van een handvat 25. Tegenover het handvat 25 is de bak 23 voorzien van een U-vormige opening 26.

Fig. 9 toont de in fig. 8 weergegeven houder 21 met een daarin gepositioneerde zak 1. De tuit 5 is in de U-vormige opening 26 gepositioneerd waarbij de flens 6 wordt geblokkeerd in de bak 23, terwijl 35 het cilindrische gedeelte 7 en de daarop bevestigde schroefdop 9 zich uitstrekken tot buiten de bak 23. De zak 1 kan nu eenvoudig worden geledigd i Λ 1 k e c λ * k 7 door het verwijderen van de dop 9, het doorboren van de wand 11 met een willekeurig geschikt gereedschap en het vervolgens kantelen van de houder 21. Hierbij zal het in de zak 1 aanwezige fluïdum uit de tuit 5 stromen. Nadat de zak 1 volledig is geledigd, wordt de zak 1 weggegooid 5 en kan de houder 21, desgewenst na reiniging, opnieuw worden gebruikt.

Het is ook mogelijk om de opening 26 als een omgekeerd-sleutelgatvormige opening uit te voeren.

Het is ook mogelijk om de dop en het vergrendelingsor-gaan met behulp van een kliksysteem, bajonetsysteem etc. met de tuit te 10 verbinden.

1 0 1 ü fi ς n

Claims (9)

1. Verpakking voor een fluïdum, welke verpakking is voorzien van een ringvormige flens omvattende, hersluitbare tuit, welke 5 flens is verbonden met een van het fluïdum afgekeerde buitenzijde van de verpakking, waarbij een wand van de verpakking zich onder de gehele tuit uitstrekt, met het kenmerk, dat de verpakking een flexibele zak omvat, waarin het fluïdum zich bevindt, welke zak aan een van het fluïdum afgekeerde buitenzijde is voorzien van de tuit, waarbij de verpakking 10 verder is voorzien van een losneembaar met de tuit koppel baar, langgestrekt koppelstuk dat is voorzien van een in de tuit positioneerbare, de zak doordringbare punt.

2. Verpakking volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het koppelstuk de in de tuit positioneerbare, de zak doordringbare gesloten 15 punt omvat en een op afstand van de punt gelegen opening die in verbinding staat met het inwendige van het koppelstuk.

3. Verpakking volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het koppelstuk is voorzien van een losneembaar met de tuit te koppelen vergrendeli ngsorgaan.

4. Verpakking volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat een van de punt afgekeerde zijde van het koppelstuk is voorzien van organen voor koppeling met een slang.

5. Verpakking volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de punt een cilindrisch gedeelte en een daarop aansluitend conisch 25 gedeelte omvat.

6. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tuit is voorzien van schroefdraad waarbij de tuit afsluitbaar is met behulp van een schroefdop.

7. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, met 30 het kenmerk, dat de verpakking verder is voorzien van een houder waarin de zak positioneerbaar is, welke houder verder is voorzien van een de tuit ondersteunend orgaan.

8. Flexibele zak geschikt voor een verpakking volgens een der voorgaande conclusies, welke flexibele zak aan een buitenzijde is 35 voorzien van een ringvormige flens omvattende hersluitbare tuit, waarbij een wand van de zak zich onder de gehele tuit uitstrekt. 1 fl 1 K ft £ n

9. Houder geschikt voor een verpakking volgens een der voorgaande conclusies. 5 n < c r r λ