NL1015362C2 - Plantsteunelement, werkwijze voor het aanbrengen van een dergelijk plantsteunelement, en plant voorzien van een dergelijk plantsteunelement. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Plantsteunelement, werkwijze voor het aanbrengen van een dergelijk plantsteunelement, en plant voorzien van een dergelijk plantsteunelement

De uitvinding heeft betrekking op een plantsteunelement, omvattende een langwerpige stang en ten minste een bevestigingsmiddel, waarbij het bevestigingsmiddel langwerpig, vervormbaar en in hoofdzaak onelastisch is. De uitvinding heeft voorts betrekking op 5 een werkwijze voor het aanbrengen van een dergelijk plantsteunelement. Tevens heeft de uitvinding betrekking op een plant welke is voorzien van een dergelijk plantsteunelement.

In de stand van de techniek zijn verschillende plantsteunele-menten en werkwijzen voor het gebruik daarvan bekend.

10 EP-A-0 465 385 openbaart een plantsteunelement met een langwer pige, verticaal langs een steel van een plant in een bodem te plaatsen stang. De stang is voorzien van een langsgroef, waarin een aantal paren draden zijn aangebracht die in de groef kunnen verschuiven. Een steel of stam van een plant wordt op een bepaalde hoogte 15 tussen de draden van een paar geplaatst, en vervolgens worden de beide draden in elkaar getwist voor het verbinden van de steel of stam met de stang.

Een bezwaar van het plantsteunelement volgens EP-A-0 465 385 is dat dit plantsteunelement duur is omdat het element uit diverse 20 speciaal te vervaardigen onderdelen bestaat, waarbij relatief veel assemblagetijd en inspanning vereist is. Een ander bezwaar is dat de bevestiging van planten aan dit plantsteunelement tijdrovend is aangezien steeds ten minste twee draden om de plant getwist moeten worden. Om deze reden is het plantsteunelement ook ongeschikt voor 25 grootschalige kweek. Een verder bezwaar van dit plantsteunelement is dat de draden bij verdraaiing en verschuiving in de groef snel uit de groef losschieten daar zij slechts met een kleine lus in de groef bevestigd zijn. Eveneens is een bezwaar van het plantsteunelement dat de ondersteuning die aan de plant geboden wordt beperkt is, aangezien 30 de in elkaar getwiste draden die de plant omvatten slechts met een lus, en daarom beweeglijk langs de stang, in de langsgroef bevestigd zijn.

1015362 -2- GB-A-2 311 200 openbaart een piantsteunelement dat twee spoelen gewikkeld van verend materiaal omvat die met elkaar verbonden zijn. Eén van deze spoelen wordt aangebracht om een plant of boom, de andere wordt aangebracht om een stang die naast de plant of boom in 5 de bodem geplaatst is. Het aanbrengen van het plantsteunelement vindt plaats door de spoelen, vergelijkbaar met een sleutel op een sleutelring, slag voor slag om de plant resp. de stang te winden. Er is een aanzienlijke ruimte tussen elke spoel en de plant resp. de stang.

10 Een bezwaar van het plantsteunelement volgens GB-A-2 311 200 is dat het aanbrengen van de spoelen zeer tijdrovend is omdat ze slag voor slag om de plant resp. de stang aangebracht moet worden. Een tweede bezwaar is het risico van beschadiging van de plant omdat bij het aanbrengen van de verende spoel dunne en kwetsbare stelen en 15 takken gemakkelijk kunnen breken. Voorts is een bezwaar dat de ondersteuning voor de plant gering is, aangezien de spoelen van verend materiaal vervaardigd zijn, er een ruimte aanwezig is tussen elke spoel en de plant resp. stang, en gezien de onderlinge afstand tussen de twee spoelen. Een verder aanzienlijk bezwaar is dat het 20 plantsteunelement onbetrouwbaar is aangezien de spoelen een sterke neiging hebben langs de steel of stam en/of de stang naar beneden te glijden.

GB-A-149 879 openbaart een plantsteunelement omvattende een buigbare clip waarvan een gedeelte een ronde doorsnede heeft en om de 25 stam of steel van een plant gewikkeld wordt en het andere gedeelte een platte doorsnede heeft en om een ondersteuningsstok geslagen of gewikkeld wordt.

Een bezwaar van het plantsteunelement volgens GB-A-149 879 is dat het aanbrengen van dit plantsteunelement tijdrovend is, omdat 30 ieder plantsteunelement handmatig zowel om de ondersteuningsstok als om de te ondersteunen plant moet worden gewikkeld. Daarnaast is de clip duur door de specifieke vormgeving daarvan.

GB-A-394-074 openbaart een plantsteunelement omvattende een in een curve met tussenruimten gewonden schroefveer. Hieraan is een lus 35 met grote diameter bevestigd die om de plant kan worden gelegd. Het gedeelte van het plantsteunelement dat gevormd is als een gebogen schroefveer wordt bij gebruik samengedrukt en over een naast de plant 1015362 -3- geplaatste stok geschoven. Door de gebogen vorm van de schroefveer klemt deze zich om de stok.

Een bezwaar van het plantsteunelement volgens GB-A-394-074 is dat het plantsteunelement onveilig is omdat de veer bij het plaatsen 5 op de gemakkelijk tot inklemmen van de huid van de vingers van de gebruiker leidt. Een tweede bezwaar is de tijdrovende plaatsing aangezien de gebruiker voor het aanbrengen van het plantsteunelement twee handen nodig heeft, te weten een om de stok vast te grijpen en een om de schroefveer om de stok aan te brengen. Ook zijn er twee 10 handelingen vereist voor het aanbrengen van het plantsteunelement, te weten het voornoemde plaatsen van de schroefveer op de stok gevolgd door het aanbrengen de lus om de plant. Een verder bezwaar is dat dit plantsteunelelement weinig ondersteuning biedt aangezien de lus een vaste diameter heeft die veel groter is dan die van de steel of de 15 stam van de plant.

US-A-3 302 328 openbaart een plantsteunelement dat een draadlus met aan beide uiteinden een schroefvormige winding en een knik omvat. De schroefvormige windingen worden over een naast de plant geplaatste stok geschoven en de beide knikken aan de uiteinden haken in elkaar. 20 De winding omgeeft de plant met grote speling.

Een bezwaar van het plantsteunelement volgens US-A-3 302 328 is de ingewikkelde en tijdrovende plaatsing die veel handelingen vereist omdat het element eerst om de plant moet worden geplaatst, daarna moet worden samengebogen, de knikken in elkaar moeten worden gehaakt, 25 en de eerste en tot slot de tweede lus over de stok geschoven moet worden. Een ander bezwaar is dat de toegestane mechanische toleranties van dit plantsteunelement zeer gering moeten zijn omdat kleine afwijkingen in diameter van een lus, een positie van een knik of de hoek van een knik er al voor zorgen dat het element niet meer om de 30 stok past dan wel uit zichzelf langs de stok naar beneden glijdt. Een verder bezwaar is dat dit plantsteunelement weinig ondersteuning biedt aan de plant omdat de ondersteunende lus met veel tussenruimte om de plant geplaatst is en een vaste diameter heeft.

De uitvinding beoogt een goedkope en simpele vorm van planton-35 dersteuning te bereiken middels een plantsteunelement dat zeer eenvoudig en seriematig te vervaardigen is. Om deze en andere doelen te bereiken is het plantsteunelement volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat een eerste gedeelte van het bevestigingsmiddel rond ί 015362 -4- de stang is geslagen, en dat een tweede gedeelte van het bevestigingsmiddel in hoofdzaak gestrekt is en zich onder een hoek met de langsrichting van de stang uitstrekt. Een voordeel van het plant-steunelement is dat het goedkoop is omdat het te vervaardigen is van 5 eenvoudige, zeer goedkope en algemeen verkrijgbare materialen. Het is met enkele eenvoudige handelingen seriematig te vervaardigen, deze vervaardiging kan zowel met de hand als mechanisch en op een eerder tijdstip plaatsvinden en behoeft niet in de nabijheid van de plant te gebeuren. Dit maakt bijvoorbeeld fabricage van het plantsteunelement 10 mogelijk in landen met lage arbeidskosten. Een verder voordeel is dat het plantsteunelelement arbeidsbesparend is omdat de inwerkingstelling van het plantsteunelement slecht enkele uiterst eenvoudige en uiterst snel te verrichten handelingen omvat, zoals hierna nog zal blijken, wat een belangrijke besparing in arbeidstijd en daarmee 15 arbeidskosten tijdens de kweek van de plant oplevert. Een ander voordeel is dat het plantsteunelement bij gebruik de plant effectief ondersteunt omdat de steel van de plant op zeer korte afstand van de stang wordt gefixeerd en er geen tussenruimte tussen het bevestiging-middel en de plantensteel behoeft te blijven bestaan. Door het 20 plantsteunelement van meerdere bevestigingsmiddelen te voorzien kan de ondersteuning tijdens de groeifase van de plant ook in twee of meer fasen in werking gesteld worden door eerst het onderste of de onderste bevestigingsmiddelen in werking te stellen en later, telkens wanneer de plant verder gegroeid is, een of meer verdere bevesti-25 gingsmiddelen in werking te stellen. Doordat het plantsteunelement zoals genoemd een zeer goedkope, arbeidsbesparende zowel als effective plantondersteuning biedt, levert het vooral bij gebruik in grootschalige plantenkweek duidelijke economische voordelen op.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het bevestigingsmiddel 30 draadvormig. Een voordeel hiervan is dat het bevestigingmiddel hierdoor goedkoop te fabriceren is. Daarnaast is een voordeel dat het bevestigingsmiddel hierdoor met een eenvoudige machinale of handmatige bewerking om de stang te slaan is en eventueel op de juiste lengte kan worden afgesneden. Onder draadvormige bevestigingsmiddelen worden 35 ook lintvormige bevestigingsmiddelen verstaan.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de dwarsdoorsnede van het bevestigingsmiddel langs de hele lengte hiervan gelijk. Dit heeft als voordeel dat dit een seriematige of machinale vervaardiging van het 1015362 -5- plantsteunelement vereenvoudigt. Andere uitvoeringvormen zijn mogelijk, waarbij het bevestigingsmiddel bijvoorbeeld is voorzien van ribbels.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het eerste gedeelte van het 5 bevestigingsmiddel schroefvormig om de stang gewonden. Voordeel hiervan is dat het bevestigingsmiddel stevig, maar desondanks door het overwinnen van wrijving tussen het schroefvormige gedeelte van het bevestigingsmiddel en de stang verschuifbaar aan de stang bevestigd is. Een verder voordeel hiervan is dat deze bevestiging met 10 een eenvoudige machinale dan wel handmatige bewerking uit te voeren is. Naast deze voorkeursuitvoeringsvorm zijn er vele andere mogelijkheden, het bevestigingsmiddel kan bijvoorbeeld met een strakgetrokken lus op de wijze van een lasso om de stang bevestigd zijn.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het eerste gedeelte ten 15 minste twee windingen. Dit zorgt ervoor dat tussen het bevestigingsmiddel en de langwerpige stang een aanzienlijke wrijving optreedt zodat het bevestigingsmiddel niet uit zichzelf langs de stang naar beneden kan glijden. In andere uitvoeringsvormen kan het eerste gedeelte van het bevestigingsmiddel een winding, slag, lus, of 20 meerdere slagen of lussen omvatten.

In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de windingen zonder tussenruimte aangebracht. Voordeel is dat de windingen elkaar steunen en mechanisch een sterk geheel vormen. De windingen, lussen of slagen kunnen ook met tussenruimte zijn aangebracht.

25 In een voorkeursuitvoeringsvorm grenst het eerste gedeelte van het bevestigingsmiddel aan een uiteinde van het bevestigingsmiddel. Een tweede gedeelte van het bevestigingsmiddel dat gebruikt wordt voor het bevestigen van de plant omvat aldus slechts een uiteinde, en dit ene uiteinde vereist slechts een handeling om het bevestigingmid-30 del om de plant heen te slaan. In andere uitvoeringsvormen kan het eerste gedeelte van het bevestigingsmiddel zich op een andere plaats van het bevestigingmiddel bevinden, zoals bijvoorbeeld in het midden hiervan, waardoor twee uiteinden van het bevestigingsmiddel beschikbaar zijn voor een plantbevestiging.

35 In een voorkeursuitvoeringsvorm bestaat het bevestigingsmiddel ten minste gedeeltelijk uit metaal. Dit zorgt voor buigzaamheid zowel als mechanische stabiliteit van het bevestigingsmiddel. Andere 1015362 -6- uitvoeringsvormen zijn mogelijk, waarbij het bevestigingsmiddel bijvoorbeeld kunststof bevat.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het metaal staal ter beperking van de materiaalkosten. Dit heeft als voordeel dat de fabricage-5 kosten van het plantsteunelement laag gehouden kunnen worden. Andere uitvoeringsvormen zijn mogelijk waarbij het metaal bijvoorbeeld ijzer of koper is.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het staal roestvast staal.

Dit heeft als voordeel dat het bevestigingsmiddel niet door corrosie 10 dusdanig stroef kan worden dat het bevestigingsmiddel niet meer met de hand langs de stang kan worden bewogen. Andere uitvoeringsvormen zijn mogelijk, waarbij het staal tegen corrosie beschermd is door bijvoorbeeld verzinken of coaten.

In een voorkeursuitvoeringsvorm bestaat het bevestigingsmiddel 15 uit een metalen kern met een kunststof mantel. Dit heeft als voordeel dat het metaal tegen oxidatie of corrosie beschermd is en bovendien dat de kunststof mantel een bescherming biedt tegen insnijden van de steel van de plant door de metalen kern van het bevestigingsmiddel.

In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft de stang een in hoofdzaak 20 glad oppervlak. Dit heeft als voordeel dat het bevestigingsmiddel langs de stang op en neer kan worden bewogen om het op de gewenste hoogte aan de plant te bevestigen. Andere uitvoeringsvormen zijn mogelijk waarbij de stang bijvoorbeeld een ruw oppervlak heeft of is voorzien van langsribben.

25 In een voorkeursuitvoeringsvorm is de stang van bamboe of hout vervaardigd. Dit is een natuurlijk en niet milieubelastend product dat bovendien niet de neiging vertoont onder invloed van vocht of lichtinstraling krom te trekken. Ook zijn andere uitvoeringsvormen mogelijk, zoals bijvoorbeeld een kunststof of metalen stang.

30 In een voorkeursuitvoeringsvorm is de dwarsdoorsnede van de stang rond waardoor deze gemakkelijk te verwerken is. Het is ook mogelijk dat de stang een vierkante, rechthoekige of veelhoekige dwarsdoorsnede heeft.

De uitvinding omvat voorts een werkwijze voor het aanbrengen 35 van het plantsteunelement zoals hierboven beschreven, met het kenmerk, dat het eerste gedeelte van het bevestigingsmiddel om de stang wordt geslagen voorafgaand aan het bij een plant plaatsen van het plantsteunelement. Voordeel is dat deze werkwij ze uitsluitend 1015362 -7- eenvoudige en zeer kortdurende bewerkingen omvat die bijvoorbeeld machinaal kunnen worden uitgevoerd. Ten tweede is het mogelijk om het om de stang slaan van het bevestigingsmiddel elders, niet in de nabijheid van de plant, machinaal of tegen lager arbeidsloon, en 5 daarmee tegen lage kosten uit te voeren. Ten derde kunnen deze handelingen tevoren worden verricht op ieder willekeurig moment voor het in werking stellen van het plantsteunelement. Door deze voordelen is genoemde werkwijze uitermate geschikt voor grootschalige toepassing .

10 In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt het tweede gedeelte van het bevestigingsmiddel om een steel of stam van de plant geslagen. Voordeel is dat op het moment dat de plant voldoende gegroeid is en ondersteuning behoeft, uitsluitend deze ene handeling behoeft te worden uitgevoerd. Een verder voordeel is dat dit een zeer kortduren-15 de en efficiënte beweging is die met een hand kan worden uitgevoerd. Bovendien biedt deze werkwijze optimale ondersteuning aan de plant omdat de steel bij het eromheen slaan van het bevestigingsmiddel optimaal en zonder tussenruimte omsloten kan worden.

Tot slot omvat de uitvinding een plant voorzien van een plant-20 steunelement zoals bescheven.

In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt de steel of stam tegen de stang gefixeerd door het bevestigingsmiddel. Dit heeft als voordeel dat de steel of stam zich zo dicht mogelijk tegen de stang aan bevindt en daarmeee zo stevig mogelijk ondersteund wordt. Andere 25 uitvoeringsvormen zijn mogelijk, waarbij het bevestigingsmiddel bijvoorbeeld op een afstand van de stang in een lus om de steel geslagen wordt.

In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt een deel van het tweede gedeelte van het bevestigingsmiddel althans gedeeltelijk om de stang 30 geslagen. Voordeel hiervan is dat de plant hiermee steviger ondersteund wordt. Uiteraard zijn ook andere uitvoeringsvormen mogelijk waarbij het tweede gedeelte van het bevestigingsmiddel bijvoorbeeld uitsluitend om de plant geslagen wordt.

Andere conclusies, kenmerken en voordelen van de uitvinding 35 zullen duidelijk worden aan de hand van de bijgaande tekening, waarin een niet-beperkend uitvoeringsvoorbeeld is getoond, waarbij: fig. 1 een perspectivisch aanzicht toont van een plantsteunele-ment volgens de uitvinding,· 1015362 -8- fig. 2 een perspectivisch detail toont van een alternatieve uitvoeringsvorm; fig. 3 een perspectivisch detail toont van een andere alternatieve uitvoeringsvorm; 5 fig. 4 een perspectivisch aanzicht toont van een plant die is voorzien van een plant steunelement volgens de uitvinding; en fig. 5 een dwarsdoorsnede toont van een detail van fig. 4.

In de verschillende figuren hebben gelijke verwijzingscijfers betrekking op gelijke onderdelen of onderdelen met een gelijke 10 functie.

Fig. 1 toont een plantsteunelement bestaande uit een langwerpige stang 1 voorzien van drie stuks bevestigingsmiddelen 2 die met hun eerste gedeelte 3 rond de stang 1 zijn gewikkeld en waarvan het tweede gedeelte 4 in hoofdzaak gestrekt is en zich in hoofdzaak dwars 15 op de stang 1 uitstrekt.

Fig. 2 toont een detail van een alternatieve uitvoeringsvorm van het plantsteunelement waarbij het tweede gedeelte 4 van het bevestigingsmiddel 2 zich onder een andere hoek met de langsrichting van de stang 1 uitstrekt. Deze uitvoeringsvorm maakt het mogelijk de 20 plantsteunelementen ruimtebesparend te tranporteren en op te slaan.

Fig. 3 toont een detail van een andere alternatieve uitvoeringsvorm waarbij het bevestigingsmiddel 2 zodanig om de stang 1 geslagen is dat dit twee uiteinden 4a, 4b heeft. Deze uitvoeringsvorm maakt het mogelijk een van beide uiteinden 4a, 4b van het bevesti-25 gingsmiddel 2 te gebruiken dan wel beide uiteinden 4a, 4b om een plantensteel te slaan ter vergroting of versteviging van de ondersteuning.

Fig. 4 en 5 tonen een plant 5 voorzien van een plantsteunelement bestaande uit een stang 1 en een bevestigingsmiddel 2 dat met 30 het eerste gedeelte 3 daarvan om de stang 1 gewikkeld is en met het tweede gedeelte 4 om de plant heen geslagen is.

Fig. 5 toont een doorsnede van een ronde stang 1 met daaromheen het eerste gedeelte 3 van het bevestigingsmiddel 2 gewikkeld. Ook toont de figuur een doorsnede van de steel van de plant 5 waar het 35 bevestigingsmiddel 2 omheen geslagen is. In deze dwarsdoorsnede is zichtbaar dat in een voorkeursuitvoering het bevestigingsmiddel 2 dusdanig om de plant 5 is geslagen dat de steel van de plant 5 zo dicht mogelijk tegen de stang 1 aan gefixeerd wordt. Tevens toont de 1015362 -9- figuur enkele voorbeelden van varianten hiervan, waarin het tweede gedeelte van het bevestigingsmiddel doorloopt tot de met 6, 7 of 8 gemerkte posities.

1015362

Claims (17)

1. Plantsteunelement, omvattende een langwerpige stang en ten minste een bevestigingsmiddel, waarbij het bevestigingsmiddel langwerpig, vervormbaar en in hoofdzaak onelastisch is, met het kenmerk, dat een eerste gedeelte van het bevestigingsmiddel 5 rond de stang is geslagen, en dat een tweede gedeelte van het bevestigingsmiddel in hoofdzaak gestrekt is en zich onder een hoek met de langsrichting van de stang uitstrekt.

2. Plantsteunelement volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het 10 bevestigingsmiddel draadvormig is.

3. Plantsteunelement volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de dwarsdoorsnede van het bevestigingsmiddel langs de hele lengte hiervan gelijk is. 15

4. Plantsteunelelement volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eerste gedeelte van het bevestigingsmiddel schroefvormig om de stang is gewonden. 2 0 5. Plantsteunelement volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het eerste gedeelte ten minste twee windingen omvat.

5. Plantsteunelement volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de windingen zonder tussenruimte zijn aangebracht. 25

7. Plantsteunelement volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eerste gedeelte van het bevestigingsmiddel grenst aan een uiteinde van het bevestigingsmiddel. 3 0 8. Plantsteunelement volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bevestigingsmiddel ten minste gedeeltelijk uit metaal bestaat.

9. Plantsteunelement volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het 35 metaal staal is. 1015362 -11-

10. PI ant steunelement volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het staal roestvast staal is.

11. Plantsteunelement volgens een van de conclusies 8, 9 of 10, met 5 het kenmerk, dat het bevestigingsmiddel bestaat uit een metalen kern met een kunststof mantel.

12. Plantsteunelement volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de stang een in hoofdzaak glad oppervlak 10 heeft.

13. Plantsteunelement volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de stang van bamboe of hout is vervaardigd.

14. Plantsteunelement volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de dwarsdoorsnede van de stang rond is.

15. Werkwij ze voor het aanbrengen van het plantsteunelement volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eer- 20 ste gedeelte van het bevestigingsmiddel om de stang wordt ge slagen voorafgaand aan het bij een plant plaatsen van het plantsteunelement.

16. Werkwijze volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het tweede 25 gedeelte van het bevestigingsmiddel om een steel of stam van de plant wordt geslagen.

17. Plant voorzien van een plantsteunelement volgens een van de conclusies 1 - 14. 30

18. Plant volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de steel of stam tegen de stang wordt gefixeerd door het bevestigingsmiddel.

19. Plant volgens conclusie 17 of 18, met het kenmerk, dat een deel van het tweede gedeelte van het bevestigingsmiddel althans gedeeltelijk om de stang wordt geslagen. 1015362