NL1015276C2 - Weergeefinrichting met vloeibare kristallen. - Google Patents

Weergeefinrichting met vloeibare kristallen. Download PDF

Info

Publication number
NL1015276C2
NL1015276C2 NL1015276A NL1015276A NL1015276C2 NL 1015276 C2 NL1015276 C2 NL 1015276C2 NL 1015276 A NL1015276 A NL 1015276A NL 1015276 A NL1015276 A NL 1015276A NL 1015276 C2 NL1015276 C2 NL 1015276C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
light
liquid crystal
display device
crystal display
light pipe
Prior art date
Application number
NL1015276A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1015276A1 (nl
Inventor
Seiji Umemoto
Shuuji Yano
Original Assignee
Nitto Denko Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nitto Denko Corp filed Critical Nitto Denko Corp
Publication of NL1015276A1 publication Critical patent/NL1015276A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1015276C2 publication Critical patent/NL1015276C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G02OPTICS
    • G02BOPTICAL ELEMENTS, SYSTEMS OR APPARATUS
    • G02B6/00Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings
    • G02B6/0001Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings specially adapted for lighting devices or systems
    • G02B6/0011Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings specially adapted for lighting devices or systems the light guides being planar or of plate-like form
    • G02B6/0033Means for improving the coupling-out of light from the light guide
    • G02B6/0035Means for improving the coupling-out of light from the light guide provided on the surface of the light guide or in the bulk of it
    • G02B6/0038Linear indentations or grooves, e.g. arc-shaped grooves or meandering grooves, extending over the full length or width of the light guide
    • GPHYSICS
    • G02OPTICS
    • G02BOPTICAL ELEMENTS, SYSTEMS OR APPARATUS
    • G02B6/00Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings
    • G02B6/0001Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings specially adapted for lighting devices or systems
    • G02B6/0011Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings specially adapted for lighting devices or systems the light guides being planar or of plate-like form
    • G02B6/0013Means for improving the coupling-in of light from the light source into the light guide
    • G02B6/0023Means for improving the coupling-in of light from the light source into the light guide provided by one optical element, or plurality thereof, placed between the light guide and the light source, or around the light source
    • G02B6/0031Reflecting element, sheet or layer
    • GPHYSICS
    • G02OPTICS
    • G02BOPTICAL ELEMENTS, SYSTEMS OR APPARATUS
    • G02B6/00Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings
    • G02B6/0001Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings specially adapted for lighting devices or systems
    • G02B6/0011Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings specially adapted for lighting devices or systems the light guides being planar or of plate-like form
    • G02B6/0033Means for improving the coupling-out of light from the light guide
    • G02B6/005Means for improving the coupling-out of light from the light guide provided by one optical element, or plurality thereof, placed on the light output side of the light guide
    • G02B6/0053Prismatic sheet or layer; Brightness enhancement element, sheet or layer
    • GPHYSICS
    • G02OPTICS
    • G02BOPTICAL ELEMENTS, SYSTEMS OR APPARATUS
    • G02B6/00Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings
    • G02B6/0001Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings specially adapted for lighting devices or systems
    • G02B6/0011Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings specially adapted for lighting devices or systems the light guides being planar or of plate-like form
    • G02B6/0033Means for improving the coupling-out of light from the light guide
    • G02B6/005Means for improving the coupling-out of light from the light guide provided by one optical element, or plurality thereof, placed on the light output side of the light guide
    • G02B6/0055Reflecting element, sheet or layer
    • GPHYSICS
    • G02OPTICS
    • G02FOPTICAL DEVICES OR ARRANGEMENTS FOR THE CONTROL OF LIGHT BY MODIFICATION OF THE OPTICAL PROPERTIES OF THE MEDIA OF THE ELEMENTS INVOLVED THEREIN; NON-LINEAR OPTICS; FREQUENCY-CHANGING OF LIGHT; OPTICAL LOGIC ELEMENTS; OPTICAL ANALOGUE/DIGITAL CONVERTERS
    • G02F1/00Devices or arrangements for the control of the intensity, colour, phase, polarisation or direction of light arriving from an independent light source, e.g. switching, gating or modulating; Non-linear optics
    • G02F1/01Devices or arrangements for the control of the intensity, colour, phase, polarisation or direction of light arriving from an independent light source, e.g. switching, gating or modulating; Non-linear optics for the control of the intensity, phase, polarisation or colour 
    • G02F1/13Devices or arrangements for the control of the intensity, colour, phase, polarisation or direction of light arriving from an independent light source, e.g. switching, gating or modulating; Non-linear optics for the control of the intensity, phase, polarisation or colour  based on liquid crystals, e.g. single liquid crystal display cells
    • G02F1/133Constructional arrangements; Operation of liquid crystal cells; Circuit arrangements
    • G02F1/1333Constructional arrangements; Manufacturing methods
    • G02F1/1335Structural association of cells with optical devices, e.g. polarisers or reflectors
    • G02F1/1336Illuminating devices
    • G02F1/133615Edge-illuminating devices, i.e. illuminating from the side

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Optics & Photonics (AREA)
  • Nonlinear Science (AREA)
  • Liquid Crystal (AREA)
  • Mathematical Physics (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Crystallography & Structural Chemistry (AREA)
  • Optical Elements Other Than Lenses (AREA)

Description

- 1 - t
Weergeefinrichting met vloeibare kristallen
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een weergeefinrichting met vloeibare kristallen die uitstekend 5 is in licht gebruikseificiëntie en die een heldere weergave verschaft die eenvoudig te bekijken is.
Er is onderzoek naar een weergeef inrichting met vloeibare kristallen die gebruikt wordt in zowel een reflectie- als een transmissiemodus zodat de inrichting visueel * 10 herkend kan worden in een donkere plaats bij gebruik van de weergeefinrichting met vloeibare kristallen van het transmissietype, of dergelijke, door toevoeging van een belichter terwijl het voordeel van een weergeefinrichting met vloeibare kristallen van een reflectietype met klein 15 vermogensgebruik wijd gebruikt wordt. Bijvoorbeeld zijn een weergeefinrichting met vloeibare kristallen die gebruik maakt van een reflectieplaat van het half transmissietype, een weergeefinrichting met vloeibare kristallen waarin een achtergrondverlichting gebruikt wordt in een weergeefin-20 richting met vloeibare kristallen van een transmissietype gerangschikt als een voorgrondlicht op de visuele herken-ningszijde van vloeibare kristalcellen, etcetera, voorgesteld .
Het systeem dat gebruikmaakt van een dergelijke 25 reflectieplaat van een halftransmissietype heeft echter een nadeel dat het systeem in elke modus minder in helderheid was in vergelijking met een inrichting van het type uitsluitend voor gebruik in reflectie of transmissie, daar licht gescheiden werd in gereflecteerd en doorlatend licht 30 door een halfspiegeleffect. Rekening houdende met het nadeel, was er een voorstel om een verbetering te maken door gebruik te maken van een reflectiepolarisator voor het 1015276 - 2 - selectief reflecteren van gepolariseerd licht zodat de som van reflectiviteit en transmissiviteit in staat was om meer dan 100% te zijn. Echter waren er problemen daar de efficiëntie van lichtgebruiksefficiëntie in een transmissiemo-5 dus gereduceerd werd om niet hoger te zijn dan 50%, vanwege absorptie door een lichtabsorbeerder geplaatst voor het voorkomen van zowel weergaveinversie tussen reflectie en transmissie en nadruk van een zwarte weergave, en weergave was in elke modus moeilijk bij avondlicht te zien.
10 Anderzijds, was er een probleem dat het voorgrond- belichtingssysteem de neiging had om een weergave donkerder te maken in een transmissiemodus dan een weergeefinrichting met vloeibare kristallen van het algemene transmissietype vanwege licht dat naar lichtkristalcellen ging, of derge-15 lijke, en terugkwam. Dienovereenkomstig, werd een beschadiging van een lichtpijp of een vervuiling daarvan duidelijk als een heldere vlek, en werd weergavecontrast verminderd door leklicht uit een bovenoppervlak van de lichtpijp.
Een doel van de onderhavige uitvinding is het 20 verschaffen van een weergeefinrichting met vloeibare kristallen van goede visuele herkenning die uitstekend in helderheid en uniformiteit van helderheid is zowel in reflectie als transmissiemodus, en waarin weergaveinversie, vermindering van contrast als gevolg van leklicht, en de 25 visuele waarneming van verblindend licht niet optreedt.
Volgens de onderhavige uitvinding, wordt er voorzien in een weergeefinrichting met vloeibare kristallen bevattende: een lichtpijp bevattende lichtuitvoermiddelen 30 gevormd op een bovenoppervlak van de lichtpijp; een lichtbron geplaatst nabij een invalszijoppervlak van de lichtpijp zodat licht invallende op de lichtpijp van de lichtbron uitgevoerd wordt uit een onderopper-vlak van de lichtpijp door de lichtuitvoermiddelen; 35 een reflectielaag geplaatst op het onderoppervlak van de lichtpijp zodat gereflecteerd licht van het uitgevoerde licht doorgelaten wordt door het bovenoppervlak; 1015276 - 3 - een lichtdiffusielaag met polarisatie behoudende karakteristiek; en een sluiter met vloeibare kristallen geplaatst op het bovenoppervlak van de lichtpijp door de lichtdiffusie-5 laag, waarbij de sluiter met vloeibare kristallen vloeibare kristalcellen bevat en ten minste' één polarisatieplaat.
Volgens de onderhavige uitvinding, wordt er voorzien in een structuur waarin de lichtpijp en de polarisatie behoudende lichtdiffusielaag geplaatst zijn tussen de 10 reflectielaag en de vloeibare kristalcellen. Vermindering van lichtgebruiksefficiëntie in een reflectiemodus is niet meer dan absorptieverlies, reflectieverlies, etcetera als gevolg van de lichtpijp en de lichtdiffusielaag. Vermindering van de polarisatiemaat als gevolg van de lichtdiffu-15 sielaag is tevens gering. Als gevolg, kan een helderheid die ongeveer equivalent is aan die van een weergeefinrichting met vloeibare kristallen van het bekende reflectietype bereikt worden in een reflectiemodus. Bovendien, kan een helderheid die niet veel minder is dan die van een bekende • 20 weergeefinrichting met vloeibare kristallen van het trans-missietype bereikt worden in een transmissiemodus. Aanvullend treedt inversie van weergave niet op tussen reflectie en transmissie.
Bovendien treedt vermindering van contrast door 25 leklicht uit de lichtpijp niet op. Door het effect van de diffusie door de lichtdiffusielaag, wordt de weergave uitstekend in uniformiteit van helderheid gemaakt. Tegelijkertijd, wordt visuele waarneming van verblindend licht veroorzaakt door zowel heldere lijnvormige lichtemissie als 30 metaalreflectie onder druk. Bovendien wordt een in weerga-vebeeld van de lichtuitvoermiddelen gevormd op de lichtpijp verzwakt, zodat het patroon van de lichtuitvoermiddelen weerhouden wordt om zichtbaar te worden. Als gevolg kan een weergeefinrichting met vloeibare kristallen met een goede 35 visuele herkenningseigenschap verkregen worden.
Bovendien kan een lichtweg in de lichtpijp in de transmissiemodus verlengd worden door verschaffing van de ü 1 52 7 6 - 4 - lichtuitvoermiddelen op het bovenoppervlak van de licht -pijp. Dientengevolge wordt lichtspreiding verbreed, zodat de intensiteit van een heldere lijn verminderd kan worden. Dit werkt op effectieve wijze voordelig op zowel het 5 voorkomen van het optreden van moiré als verbetering van uniformiteit van helderheid, zodat de reflectielaag geplaatst kan worden op het onderoppervlak van de lichtpijp teneinde in contact gebracht te worden met en geïntegreerd te worden met de lichtpijp door een klevende laag, of 10 dergelijke, op eenvoudige manier. Indien dergelijke lichtuitvoermiddelen voorzien zijn op het onderoppervlak van de lichtpijp, is het noodzakelijk om een onafhankelijke reflectieplaat afzonderlijk te. voorzien in. termen van de handhaving van de functie van de lichtuitvoermiddelen. Als 15 gevolg is de structuur van de inrichting gecompliceerd vanwege toename in het aantal onderdelen en rangschikking en bevestiging van de reflectieplaat. Als gevolg is er een nadeel dat het gewicht van de inrichting hoog wordt vanwege een dikke ondersteuning die vereist is voor het voorkomen 20 van verstoring van weergave die opgewekt wordt door het opwekken van kreukels.
Verder is de lichtpijp, in het geval van een lichtpijp met lichtuitvoermiddelen gevormd door hellingen zoals prisma-achtige onregelmatigheden, uitstekend in 25 richtingsgevoeligheid van gereflecteerd licht door de hellingen. Dienovereenkomstig kan licht voordelig voor de visuele herkenning in een transmissiemodus efficiënt gevormd worden, zodat een heldere weergave verkregen kan worden. De lichtpijp is verder uitstekend zowel in invals-30 efficiëntie van extern licht als transmissie-efficiëntie na reflectie daarvan. Dienovereenkomstig kan tevens in een reflectiemodus een helderdere bronweergave verkregen worden door uitstekende lichtemissie zowel in lichtgebruikseffi-ciëntie als in uniformiteit. Verder kan opwekking van moiré 35 als gevolg van de voorgaande richtingsgevoeligheid onderdrukt worden door hellende plaatsing van de lichtuitvoer- ü15276 - 5 - middelen, zodat blokkering van visuele herkenning als gevolg van verblindend licht voorkomen kan worden.
Zoals boven beschreven, in het geval van een lichtpijp voorzien van lichtuitvoermiddelen van een ver-5 strooiingstype zoals vlekken, ingedrukte onregelmatigheden, of dergelijke, wordt uitgevoerd licht uitgezonden onder een grotere hoek van ongeveer 60 graden, zodat weergave in een transmiss iemodus donker is en moeilijk te zien in een frontale (verticale) richting. Indien een prismalaag 10 geplaatst is voor het regelen van de lichtweg, wordt licht verstrooid in een reflectiemodus, zodat een weergave zeer donker gemaakt wordt daar een groot deel van het licht niet bij draagt tot visuele herkenning. Indien een diffusielaag met een sterk diffuserende eigenschap geplaatst is om te 15 voorkomen dat vlekken, of dergelijke, te duidelijk zichtbaar zijn, wordt een donkere weergave verkregen in een reflectiemodus daar zowel invallend als gereflecteerd licht daarvan van de reflectielaag tevens verstrooid wordt in de reflectiemodus.
20 Eigenschappen en voordelen van de uitvinding zullen duidelijk blijken uit- de volgende gedetailleerde beschrijving van de voorkeursuitvoeringen beschreven in samenhang met de bijgaande tekeningen. In de tekeningen toont: 25 figuur 1 een verduidelijkend doorsnedeaanzicht van een voorbeeld van een weergeefinrichting met vloeibare kristallen; figuur 2 een verduidelijkend zijaanzicht van lichtuitvoermiddelen in een lichtpijp; 3 0 figuur 3 een verduidelijkend aanzicht van een visuele herkenningstoestand in een transmissiemodus; en figuur 4 een verduidelijkend aanzicht van een visuele herkenningstoestand in een reflectiemodus.
De weergeefinrichting met vloeibare kristallen 35 volgens de onderhavige uitvinding bevat: een lichtpijp voorzien van lichtuitvoermiddelen gevormd op een bovenoppervlak van de lichtpijp; een lichtbron geplaatst nabij een ; 1276 - 6 - invalszijoppervlak van de lichtpijp zodat licht invallende op de lichtpijp van de lichtbron afgegeven wordt aan een onderoppervlak van de lichtpijp door de lichtuitvoermidde-len; een reflectielaag geplaatst op het onderoppervlak van 5 de lichtpijp zodat gereflecteerd licht van het uitgevoerde licht doorgelaten wordt door het bovenoppervlak; een lichtdiffusielaag met polarisatiebehoudende karakteristiek; en een sluiter met vloeibare kristallen geplaatst op het bovenoppervlak van de lichtpijp door de lichtdiffusielaag, 10 waarbij de sluiter met vloeibare kristallen vloeibare kristalcellen bevat, en ten minste een polarisatieplaat. De weergeefinrichting met vloeibare kristallen volgens de onderhavige uitvinding kan bij voorkeur zowel in een reflectie als een transmissiemodus gebruikt worden.
15 Figuur 1 toont een voorbeeld van de bovengenoemde weergeefinrichting met vloeibare kristallen. Verwijzings-cijfer 1 duidt een lichtpijp aan; 11 een bovenoppervlak van de lichtpijp waarop lichtuitvoermiddelen gevormd zijn; 2 een lichtbron; 3 een reflectielaag; 4 een lichtdiffusielaag 20 met polarisatiebehoudende karakteristiek;. 5 een sluiter met vloeibare kristallen; 51 en 53 polarisatieplaten, polarisa-tiefilms; en 52 vloeibare kristalcellen.
Zoals weergegeven in figuur 1, wordt een plaatachtig materiaal gebruikt als een lichtpijp die een bovenop- 2 5 pervlak 11, een onderoppervlak 12 tegenover het bovenopper vlak, en een invalszij oppervlak 13 gevormd door een zij oppervlak tussen de boven- en onderoppervlakken heeft die geconfigureerd is zodat licht invallende op het invalszij-oppervlak afgegeven wordt uit het onderoppervlak door de 30 lichtuitvoermiddelen gevormd op het bovenoppervlak 11.
De lichtpijp kan van een uniform diktetype zijn zoals weergegeven in figuur 1, of kan van een type zijn waarin de dikte van een tegenovergelegen einde 14 tegenover een invalszijoppervlak 13 ingesteld wordt op kleiner te 3 5 zijn dan die van het invalszij oppervlak. Reductie van de dikte van het tegenovergelegen einde is voordelig in termen van gewichtsreductie, efficiëntieverbetering van licht l.ü 1 52 7 5 - 7 - invallende op het invalszijoppervlak naar de lichtuitvoer-middelen van het bovenoppervlak, etcetera.
De lichtuitvoermiddelen voorzien op het bovenoppervlak van de lichtpijp kunnen gevormd zijn door een 5 geschikt element vertonende de bovengenoemde uitvoereigen-schap. Vanuit het oogpunt van het verkrijgen van uitstekende verlichtingsbelichting en frontale richtingsgevoeligheid door de reflectielaag, heeft het de voorkeur dat de lichtuitvoermiddelen hellingen hebben gericht naar het invals-10 zij oppervlak, in het bijzonder lichtuitvoermiddelen gevormd door prisma-achtige onregelmatigheden.
Hoewel de bovengenoemde prisma-achtige onregelmatigheden gevormd kunnen zijn door uitsteeksels of uitsparingen met equilaterale oppervlakken, heeft het vanuit het 15 oogpunt van lichtgebruiksefficiëntie, of dergelijke, de voorkeur dat de prisma-achtige onregelmatigheden gevormd worden door uitsteeksels of uitsparingen elk met een korte zijde en een lang zij oppervlak. Figuur 2 toont een voorbeeld van de prisma-achtige onregelmatigheden. Verwijzings- 2 0 cijfer 11a duidt een kort zij oppervlak aan; en 11b een lang zijoppervlak.
De lichtuitvoermiddelen die de voorkeur hebben vanuit het oogpunt van het bereiken van de bovengenoemde eigenschap zoals frontale richtingsgevoeligheid, of derge-25 lijke, worden gevormd door een herhalende structuur van onregelmatigheden elk met een helling die geheld is onder een hellingshoek van 35 tot 45 graden ten opzichte van een referentievlak op het onderoppervlak, en een plat oppervlak geheld onder een hoek van niet meer 10 graden. In het 30 bijzonder, zoals weergegeven in figuur 2, worden de lichtuitvoermiddelen gevormd door een herhalende structuur van prisma-achtige onregelmatigheden, waarvan elk een kort zijoppervlak lla (θχ) heeft geheld in benedenwaartse richting vanaf het invalszij oppervlak 13 naar het tegenoverge- 3 5 legen einde 14 onder een hellingshoek van 3 5 tot 45 graden ten opzichte van het referentievlak 12a van het onderoppervlak 12, en een lang zijoppervlak llb (θ2) geheld onder een 1015276 - 8 - hellingshoek van 0 tot 10 graden, met uitzondering van 10 graden, ten opzichte van hetzelfde referentievlak 12a.
In de bovengegeven beschrijving, speelt het korte zij oppervlak 11a gevormd als een helling die naar beneden 5 helt van het invalszijoppervlak naar het tegenovergelegen einde een rol van het reflecteren van licht invallende op het korte zijoppervlak onder invallend licht gegeven door het invalszijoppervlak om daardoor het gereflecteerde licht af te geven aan het onderoppervlak (reflectielaag). In dit 10 geval, staat het instellen van de hellingshoek θχ van het korte zijoppervlak om te liggen in een bereik van 35 tot 45 graden toe dat doorgelaten licht goed loodrechte gereflecteerd wordt naar het onderoppervlak zoals getoond door de polygonale lijnpijl in figuur 3. Als gevolg kan uitgevoerd 15 licht (verlichtingslicht) dat uitstekend in frontale richtingsgevoeligheid is verkregen worden tot op efficiënte wijze door de reflectielaag 3.
De voorkeurshellingshoek θχ van het korte zijoppervlak vanuit het oogpunt van de bovengenoemde frontale 20 richtingsgevoeligheid, of dergelijke, licht in een bereik van 38 tot 44 graden, in het bijzonder in een bereik van 40 tot 43 graden, rekening houdende met het feit dat de toestand voor totale interne reflectie van licht doorgelaten in de binnenzijde van de lichtpijp op basis van de 2 5 brekingswetten van snel in het algemeen ± 41,8 graden is met een brekingsindex van, bijvoorbeeld, 1,5.
Anderzijds beoogt het lange zijoppervlak het doorlaten van licht gereflecteerd door het korte zijoppervlak en geïnverteerd door de reflectielaag 3 zoals getoond 30 door de polygonale lijnpijl in figuur 3, en beoogt het ontvangen van extern licht in een reflectiemodus en het doorlaten van het licht gereflecteerd door de reflectielaag 3 zoals getoond door de polygonale lijnpijl in figuur 4. Vanuit dit oogpunt, wordt de hellingshoek θ2 van het lange 35 zijoppervlak ten opzichte van het referentievlak 12a van het onderoppervlak bij voorkeur ingesteld om niet groter te zijn dan 10 graden. Indien de hellingshoek θ2 groter is dan 1015276 - 9 - 10 graden, wordt de verandering van de lichtweg als gevolg van breking groot, resulterende in de reductie van lichtintensiteit in de frontale richting, die nadelig voor weergave is.
5 Tussen twee haakjes kan de hellingshoek θ2 van het lange zijoppervlak ingesteld worden om 0 graden te zijn (het horizontale vlak). Echter, indien deze ingesteld wordt om groter dan 0 graden te zijn, wordt doorgelaten licht toegestaan om gecollimeerd te worden wanneer het doorgela-10 ten licht invallende op het lange zijoppervlak gereflecteerd wordt teneinde geleverd te worden aan het korte zijoppervlak. Dientengevolge kan de richtingsgevoeligheid van het gereflecteerde licht door het korte zijoppervlak verbeterd worden, hetgeen voordelig voor weergave is. 15 Vanuit het oogpunt van toename van lichtintensiteit in de frontale richting, collimatie van doorgelaten licht, of dergelijke, is de voorkeurshellingshoek θ2 van het lange zijoppervlak niet groter dan 8 graden, in het bijzonder niet groter dan 10 graden.
20 De bevoorkeurde lange zijoppervlakken zijn vanuit het oogpunt van de functie, of dergelijke, van de lange zij oppervlakken van de lichtpijp voorzien zodat het verschil tussen de hellingshoeken θ2 van de lange, zijoppervlakken ingesteld wordt om te liggen binnen 5 graden, in 25 het bijzonder binnen 4 graden, met name binnen 3 graden, over de gehele lichtpijp nadat het verschil tussen de hellingshoeken θ2 van naburige lange zijoppervlakken ingesteld wordt om te liggen binnen 1 graad, in het bijzonder binnen 0,3 graden, met name binnen 0,1 graden.
30 Het bovengenoemde verschil tussen de hellingshoe ken θ2 is ingesteld op de voorwaarde dat de hellingshoek van elk lang zijoppervlak niet groter is dan 10 graden zoals boven beschreven. Dat is, de voorwaarde is dat een dergelijk kleine hellingshoek θ2 ingesteld wordt om te 35 liggen in het toegestane bereik om deflectie van een , ‘ weergeefbeeld veroorzaakt door breking ten tijde van lichttransmissie door de lange zij oppervlakken te onder- 10i 52 76 - 10 - drukken. Dit beoogt het instellen van een observatiepunt in een richting nabij de verticale richting zodat de richting van optimale visuele herkenning van de weergeefinrichting met vloeibare kristallen die aldus geoptimaliseerd is, niet 5 veranderd wordt.
Een inrichting die uitstekend is in efficiëntie in invallend of extern licht en uitstekend in efficiëntie in lichttransmissie of het leveren van een weergeefbeeld door vloeibare kristalcellen heeft de voorkeur boven een inrich-10 ting die een helder weergeefbeeld kan verkrijgen. In dit opzicht zijn de prisma-achtige onregelmatigheden bij voorkeur voorzien zodat het geprojecteerde oppervlak van elk langs zijn oppervlak op een ref erentievlak van het onderoppervlak niet kleiner is dan 8 keer, in het bijzonder 15 10 keer, met name 15 keer het geprojecteerde oppervlak van elk kort zij oppervlak op het ref erentievlak. Door deze maatregel kan een groot deel van het weergeefbeeld door de vloeibare kristalcellen doorgelaten worden door de lange zij oppervlakken.
20 Tussen twee haakjes, wanneer' het weergavebeeld door de vloeibare kristalcellen doorgelaten wordt, wordt het weergavebeeld invallende op de korte zijoppervlakken gereflecteerd naar het invalszijoppervlak teneinde niet afgegeven te worden uit het onderoppervlak of wordt afgebo-25 gen in een aanzienlijk verschillende richting, bijvoorbeeld in de richting tegenover het weergavebeeld dat doorgelaten wordt door de lange zij oppervlakken met betrekking tot een normaallijn ten opzichte van het onderoppervlak teneinde afgegeven te worden. Dientengevolge heeft het weergavebeeld 30 invallende op de korte zijoppervlakken weinig invloed op het weergavebeeld doorgelaten door de lange zijoppervlakken .
Dienovereenkomstig heeft het in dit opzicht de voorkeur dat de korte zijoppervlakken niet relatief ten 35 opzichte van pixels van de vloeibare kristalcellen gelokaliseerd zijn. Logica tot het uiterste nemend, is het weergavebeeld door de lange zijoppervlakken in een richting 1015276 - 11 - nabij de verticale richting moeilijk te zien wanneer de korte zij oppervlakken als één geheel met de pixels overlappen. Vanuit het oogpunt van het voorkomen van een dergelijk onnatuurlijke weergave die veroorzaakt wordt door een 5 tekort aan transmissie van weergavelicht, of dergelijke, heeft het dientengevolge de voorkeur dat het overlappings-oppervlak van de korte zijoppervlakken met de pixels gereduceerd wordt om voldoende transmissiviteit van licht doorgelaten door de lange zij oppervlakken te garanderen.
10 De pixelspoed voor de vloeibare kristalcellen ligt in het algemeen in een bereik van 100 tot 300 μιη. Rekening houdende met het bovengenoemde punt, de vorming van prismaachtige onregelmatigheden, enzovoort, worden de korte zij oppervlakken bij voorkeur gevormd zodat de geprojecteer-15 de breedte van elk kort zijoppervlak op het referentievlak van het onderoppervlak niet groter is dan 4 0 μιη, in het bijzonder in een bereik van 1 tot 2 0 μπι, met name in een bereik van 3 tot 15 μιη.
Tussen twee haakjes, is een techniek van hoge 20 kwaliteit vereist voor het vormen van de korte zijoppervlakken daar de geprojecteerde breedte van elk kort zijoppervlak afneemt. Als gevolg, kan een verstrooiingseffeet optreden als een gevolg van de verstoring van het weergave-beeld, of dergelijke, wanneer de top van elk van de prisma-25 achtige onregelmatigheden afgerond wordt met een kromtestraal die niet kleiner is dan een voorafbepaalde waarde. Verder, tevens vanuit het oogpunt van de coherentielengte van een fluorescentiebuis die in het algemeen ingesteld is om ongeveer 2 0 μιη, of dergelijke te zijn, is er een tendens 3 0 dat diffractie, of dergelijke, de neiging heeft om op te treden als gevolg van vermindering van de weergavekwaliteit wanneer de geprojecteerde breedte van elk kort zijoppervlak afneemt. Hoewel het vanuit het bovengenoemde punt de voorkeur heeft dat het interval tussen de korte zijopper-35 vlakken relatief groot is, kan belichting ten tijde van het oplichten schaarser zijn om toch een onnatuurlijke weergave op te wekken wanneer het interval te groot is, daar de 1015276 - 12 - korte zij oppervlakken in hoofdzaak dienen als een deel met een functie voor het afgeven van licht invallende of op het zij oppervlak. Rekening houdende met deze punten, is de herhalingsspoed P van de prisma-achtige onregelmatigheden, 5 zoals bij wijze van voorbeeld getoond in figuur 2, bij voorkeur ingesteld om te liggen in een bereik van 50 μτη tot 1,5 mm.
Tussen twee haakjes, de herhalingsspoed van de prisma-achtige onregelmatigheden kan zo onregelmatig zijn 10 als verschaft zijn door een willekeurige spoed, als geleverd te zijn als bijvoorbeeld een willekeurige spoed, een willekeurige of regelmatige combinatie van een voorafbepaald aantal spöedeenheden, of dergelijke. In het algemeen, is de spoed bij voorkeur constant vanuit het oogpunt van 15 tegenmaatregel voor moiré-optreding, verbetering van extern uiterlijk ten opzichte van de visuele waarneming van het patroon van de prisma-achtige onregelmatigheden, etcetera.
In het geval dat de lichtuitvoermiddelen gevormd zijn door prisma-achtige onregelmatigheden, kan moiré 20 optreden vanwege de interferentie met pixels van de vloeibare kristalcellen. Hoewel moirévoorkoming uitgevoerd kan worden door het regelen van de spoed van de prisma-achtige onregelmatigheden, behoeft de spoed van de prisma-achtige onregelmatigheden in een voorkeursbereik zoals boven 25 beschreven te liggen. Dientengevolge wordt een tegenmaatregel voor moiré-optreding ondanks het spoedbereik een onderwerp van discussie.
Volgens de onderhavige uitvinding, kan er bij voorkeur een werkwijze gebruikt worden waarin de prisma-30 achtige onregelmatigheden gevormd worden om te hellen ten opzichte van het referentievlak van het invalszijoppervlak, zodat de prisma-achtige onregelmatigheden gerangschikt kunnen zijn om pixels te kruisen om daardoor moiré-optreding te voorkomen. In dit geval, indien de hellingshoek te 3 5 groot is, treedt afbuiging in reflectie door de korte zij oppervlakken op. Als gevolg, is de richting van uitge-voerd licht in grote mate voorbepaald, zodat anisotropie 1015276 - 13 - van uitgezonden lichtintensiteit in de lichtdoorlaatrich-ting van de lichtpijp groot wordt. Als gevolg is lichtge-bruiksefficiëntie tevens minder, en dit heeft de neiging om de weergavekwaliteit te verminderen.
5 Vanuit dit oogpunt is het wenselijk dat de rich ting van plaatsing van de prisma-achtige onregelmatigheden ten opzichte van het referentievlak van het invalszijoppervlak, dat is, de hellingshoek in de groef lijnrichting van de prisma-achtige onregelmatigheden licht binnen + 35 10 graden, bij voorkeur binnen + 3 0 graden, meer de voorkeur binnen + 25°C. Tussen haakjes, betekent het teken "+" de richting van helling ten opzichte van het invalszijoppervlak. Wanneer de resolutie van de vloeibare kristalcellen zo laag is dat moiré niet optreedt of verwaarloosbaar is, 15 wordt een beter resultaat verkregen als de richting van de rangschikking van de prisma-achtige onregelmatigheden meer parallel is aan het invalszijoppervlak.
Elke geschikte vorm kan gebruikt worden voor de lichtpijp zoals boven beschreven. Tevens wanneer de licht-20 pijp gevormd is als een wig, of dergelijke, kan de vorm van de lichtpijp bepaald worden op geschikte wijze en kan elk · geschikt oppervlaktevorm zoals een rechtelijnoppervlak, een gekromd oppervlak, of dergelijke gebruikt worden voor de lichtpijp. Tevens kan de helling vormende de lichtuitvoer-25 middelen en elk van de prisma-achtige onregelmatigheden gevormd worden in elke oppervlakteconfiguratie zoals een rechtelijnoppervlak, een brekingsoppervlak, een gekromd oppervlak, of dergelijke.
Verder kunnen de prisma-achtige onregelmatigheden 30 gevormd zijn door een combinatie van onregelmatigheden die verschillend zijn in vorm, of dergelijke, aanvullend op de spoed. Verder kunnen de prisma-achtige onregelmatigheden gevormd zijn als een serie uitsteeksels of uitsparingen met continue groeflijnen of kunnen gevormd zijn als intermitte-35 rende uitsteeksels of uitsparingen die discontinu gerangschikt zijn in een groef richting op intervallen van een voorafbepaalde spoed.
i . ,5276 - 14 -
De respectieve vormen van de onder- en invalszij-oppervlakken van de lichtpijp behoeven niet in het bijzonder beperkt te zijn maar kunnen op geschikte wijze bepaald worden. In het algemeen zijn deze oppervlakken voorzien als 5 een plat onderoppervlak en een invalszijoppervlak loodrecht op het onderoppervlak. Het invalszijoppervlak kan bijvoorbeeld gevormd zijn een concaaf gekromde vorm, of dergelijke, corresponderende met de buitenomtrek, of dergelijke, van de lichtbron, zodat verbetering van licht invalseffi-10 ciëntie verkregen wordt. Aanvullend kan een invalszijoppervlaktestructuur met een beginnend deel geplaatst tussen het invalszijoppervlak en de lichtbron verschaft zijn. De vorm van het beginnende deel kan op geschikte wijze bepaald worden in overeenstemming met de vorm van de lichtbron, of 15 dergelijke.
De lichtpijp kan vervaardigd zijn van elk geschikt materiaal dat transparantie vertoont in overeenstemming met het golflengtebereik van de lichtbron. Voorbeelden van het materiaal gebruikt in het zichtbare lichtbereik omvatten 20 transparante hars, bijvoorbeeld gepresenteerd door acry-laathars, polycarbonaathars, epoxyhars, of dergelijke; glas enzovoorts. Een lichtpijp vervaardigd van een materiaal vertonende geen dubbelbreking of slechts een lichte dubbel-breking wordt bij voorkeur gebruikt.
2 5 De lichtpijp kan gevormd zijn door een snij werk wijze of door elke geschikte werkwijze. Voorbeelden van de voorkeursvervaardigingswerkwijze vanuit het oogpunt van massaproductie, of dergelijke, zijn: een werkwijze voor het overbrengen van een vorm op thermoplastische hars in een 30 toestand dat de thermoplastische hars onder warmte gedrukt wordt tegen een vorm in staat tot het vormen van een voorafbepaalde vorm; een werkwijze voor het vullen van een vorm in staat tot het vormen van een voorafbepaalde vorm met een hot-melt thermoplastische hars of met hars die 3 5 gefluïdiseerd is door warmte of door een oplosmiddel; een werkwijze voor het uitvoeren van een polymerisatieproces na vulling van een vorm in staat tot het vormen van een 101 5276 - 15 - voorafbepaalde vorm met een vloeibaar hars dat polymeri-seerbaar is door warmte, ultraviolette stralen, straling, etcetera, of nagieten van de vloeibare hars in een vorm; enzovoorts.
5 Tussen twee haakjes, de lichtpijp kan gevormd zijn als een laminaat van delen vervaardigd van één soort materiaal of verschillende soorten materialen, zoals bijvoorbeeld een laminaat van een lichtgeleidingsdeel met een lichttransmissierol en een laag met lichtuitvoermidde-10 len (bovenoppervlak) , zoals prisma-achtige onregelmatigheden, of dergelijke, die daarop gevormd is. De laag is verbonden aan het lichtgeleidingsdeel. Dat is, het lichtgeleidingsdeel dient niet gevormd te zijn als een integraal enkellaagslichaam gevormd door één materiaalsoort.
15 De dikte van de lichtpijp kan op geschikte wijze bepaald worden op basis van de afmeting van de lichtpijp, de afmeting van de lichtbron, etcetera in overeenstemming met de gebruiksdoelen. De algemene dikte van de lichtpijp in gebruik voor het vormen van een weergeef inrichting met 20 vloeibare kristallen, of' dergelijke, is niet groter dan 5 mm, in het bijzonder in een bereik van 0,1 tot 3 mm, met name in een bereik van 0,3 tot 2 mm, op basis van het invalszijoppervlak daarvan.
Voorafgaand aan de bevestiging van de reflectie-25 laag, wordt de bevoorkeurde lichtpijp vanuit het oogpunt van het bereiken van een heldere weergave, of dergelijke, voorzien zodat de totale lichtstralentransmissiviteit van invallend licht in de richtingen van de boven- en onderop-pervlakken, in het bijzonder verticaal invallend licht van 3 0 het onderoppervlak naar het bovenoppervlak, niet lager is dan 90%, in het bijzonder niet lager dan 92%, met name niet lager dan 95% en dat de waas niet hoger is dan 30%, in het bijzonder niet hoger dan 15%, met name niet hoger dan 10%.
In overeenstemming met de bovengenoemde lichtpijp, 35 gaat invallend licht van de boven- en onderoppervlakken op effectieve wijze door het onder- of bovenoppervlak. Dientengevolge, maakt het gebruik van de lichtpijp het mogelijk 1015276 - 16 - om verscheidene inrichtingen te vormen zoals een weerga-veinrichting met vloeibare kristallen, die zowel in een reflectie- als een transmissiemodus gebruikt kan worden en die helder is, eenvoudig om te zien en uitstekend in laag 5 elektrisch vermogensverbruik daar licht op nauwkeurige wijze gecollimeerd wordt door de lichtpijp en afgegeven wordt in een richting die uitstekend loodrecht is bevorderend de visuele herkenning zodat het licht uitgezonden uit de lichtbron efficiënt gebruikt kan worden.
10 In de weergeefinrichting met vloeibare kristallen gebruikt zowel in de reflectie- als transmissiemodi, is de rangschikking van de reflectielaag essentieel voor het verkrijgen van een weergave in de reflectiemodus. Volgens de onderhavige uitvinding, is de ref'lectielaag gerangschikt 15 op het onderoppervlak 12 van de lichtpijp zoals getoond in figuur 1. Hoewel de reflectielaag 3 verplaatst kan zijn zodat deze afzonderlijk is van het onderoppervlak van de lichtpijp, heeft het de voorkeur vanuit het oogpunt van het voorkomen van vervorming inducerende vervorming van een 20 gereflecteerd beeld, efficiëntie in het samenstellen van de weergeefinrichting met vloeibare kristallen op basis van integrale hantering, etcetera, om te zorgen dat de reflectielaag 3 contact maakt met het onderoppervlak teneinde geïntegreerd te zijn met het onderoppervlak zoals getoond 25 in figuur 1. De reflectielaag kan vervaardigd zijn van een geschikt materiaal volgens de stand der techniek. In het bijzonder zijn voorbeelden van de voorkeursmaterialen: een bedekkingslaag van minder hars geïmpregneerd met poeder van een metaal met hoge reflectiviteit zoals aluminium, zilver, 30 goud, chroom, koper, tin, zink, indium, palladium, platinum, of dergelijke, of een legering daarvan; een laag van het bovengenoemde metaal of een diëlektrische meerlaagsfilm afgezet door een geschikte dunne filmvormende werkwijze zoals een vacuümverdampingswerkwijze, een verstuivingswerk-35 wijze, of dergelijke; een reflectielaag van de bovengenoemde bekleding of afgezette laag ondersteund door een basismateriaal van een glas of harsfilm, of dergelijke; en een 1 01 5276 - 17 - reflectielaag vervaardigd van metaalfolie of gerolde metaalplaat, of dergelijke.
Het heeft de voorkeur vanuit het oogpunt van voorkoming van moiré-optreding, verbetering in uniformiteit 5 van weergave, of dergelijke, op de basis van vermindering van de heldere lijnintensiteit dat de reflectielaag voorzien is zodat diffusie reflectie optreedt. Daar grote reductie van de bovengenoemde lichtrichtingsgevoeligheid nadelig is, is de diffusieintensiteit bij voorkeur inge-10 steld om te liggen in een bereik van ongeveer 5 tot 15 graden in 'termen van de gemiddelde diffusiehoek maar is niet daartoe beperkt. De reflectielaag van het diffusietype kan gevormd worden door elke geschikte werkwijze zoals een werkwijze voor het ruw maken van een reflectieoppervlak,'of 15 dergelijke, volgens de stand der techniek.
Een werkwijze voor het in contact brengen van de bovengenoemde reflectielaag met het onderoppervlak van de lichtpijp om de reflectielaag met de lichtpijp te integreren, kan uitgevoerd worden door elke geschikte werkwijze 20 zoals een werkwijze die gebruikmaakt van hechtmiddelen zoals een klevende laag, een andere hechtende laag, of dergelijke, als een tussenmiddel, een werkwijze voor het vormen van de bovengenoemde bekledingen of afgezette laag rechtstreeks op het onderoppervlak van de lichtpijp, of 25 dergelijke. In dit geval, heeft het de voorkeur vanuit het oogpunt van het voorkomen van beschadiging, oxidatieve vermindering, etcetera van het reflectieoppervlak dat het buitenoppervlak van de reflectielaag beschermd is door een bekleding. In dit opzicht, kan de bovengenoemde reflectie-30 laag, of dergelijke, de voorkeur hebben. Volgens de reflectielaag, kan de bovengenoemde reflectielaag van het diffu-sietype eenvoudig gevormd worden door het ruw gemaakte oppervlak van het filmbasismateriaal, of dergelijke.
Tussen twee haakjes, de behandeling voor het ruw 35 maken van het oppervlak van de bovengenoemde reflectielaag of het steunbasismateriaal daarvan kan uitgevoerd worden door een geschikte werkwijze zoals een mechanische of 1015276 - 18 - chemisch verwerkingswerkwijze van het type dat gebruikmaakt van indrukken, rollen of het overbrengen van een ruwe oppervlaktevorm van een metaalvorm, een werkwijze voor het impregneren van de reflectielaag met geschikte deeltjes 5 zoals anorganische deeltjes van silica, alumina, titania, zirkonia, tinoxide, indiumoxide, cadmiumoxide, antimoon-oxide, etcetera die elektrisch geleidend kunnen zijn, organische deeltjes van brugverbonden of niet-brugverbonden polymeren, etcetera, of dergelijke, een werkwijze voor het 10 aanbrengen van de geïmpregneerde laag, of dergelijke.
Wanneer de weergeefinrichting met vloeibare kristallen gevormd dient te worden, wordt de lichtbron 2 geplaatst nabij het invalszijoppervlak 13 van de lichtpijp 1 zoals getoond in figuur 1, zodat de lichtbron 2 dient als 15 een achtergrondverlichting van het zijlichttype. Elk geschikt materiaal kan gebruikt worden als de lichtbron. Voorbeelden van het materiaal dat bij voorkeur gebruikt kan worden zijn: een lineaire lichtbron zoals een (koude of hete) kathodebuis, of dergelijke; een puntlichtbron zoals 20 een licht emitterende diode, of dergelijke; een reeks van punt lichtbronnen gerangschikt in een lijn, een vlak, of dergelijke; een lichtbron gebruikmakend van een systeem voor het converteren van een puntlichtbron in een lineaire licht emitterende toestand met regelmatige intervallen of 25 onregelmatige intervallen; etcetera.
Volgens de onderhavige uitvinding is de lichtbron voorzien om visuele herkenning mogelijk te maken in een transmissiemodus. Dienovereenkomstig is de lichtbron voorzien om in/uitgeschakeld te worden daar het niet 3 0 noodzakelijk is om de lichtbron in te schakelen voor visuele herkenning in een reflectiemodus. Elke werkwijze kan gebruikt worden als een werkwijze voor het in/uitscha-kelen van de lichtbron. Elk van de bekende werkwijzen kan gebruikt worden. Tussen twee haakjes, kan de lichtbron 35 vooraf bevestigd zijn aan de lichtpijp zodat de lichtpijp geplaatst kan worden in de vorm van een lichtpijp met een lichtbron.
|1 0 1 52 7 6 - 19 -
Voor het vormen van de weergeef inrichting met vloeibare kristallen, kan' de lichtbron voorzien zijn als een combinatielichaam waarin geschikte hulpmiddelen zoals een lichtbronhouder voor het omgeven van de lichtbron voor 5 het leiden van verstrooid licht van de lichtbron 2 naar het invalszijoppervlak 13 van de lichtpijp 1 verplaatst is indien dit het geval is. Een harslaag met daaraan bevestigd een dunne metaalfilm met hoge reflectiviteit, metaalfolie, of dergelijke, wordt in het algemeen gebruikt als de 10 . lichtbronhouder. Wanneer de lichtbron verbonden is aan een einddeel van de lichtpijp door een hechtmiddel, of dergelijke, kan de vorming van de lichtuitvoermiddelen in het hechtende deel weggelaten worden.
Tussen twee haakjes, zoals getoond in figuur 1, 15 wordt de weergeefinrichting met vloeibare kristallen in het algemeen gevormd door het geschikt samenstellen van de vloeibare kristalcellen 52 voorzien van een transparante elektrode (niet weergegeven) teneinde te dienen als een sluiter met vloeibare kristallen; een aansturingsinrichting 20 bevestigd aan de vloeibare kristalcellen 52; de polarisa-tieplaten 51 en 53, de achtergrondverlichting 1 en 2, de reflectielaag 3 en opbouwende delen zoals een verschilplaat voor het compenseren van fase, etcetera, indien het geval dat eist. In dit geval, volgens de onderhavige uitvinding, 25 is de lichtdiffusielaag. 4 met polarisatie behoudende karakteristiek geplaatst tussen de lichtpijp 1 en de vloeibare kristalsluiter zoals getoond in figuur l.
De rangschikking van de lichtdiffusielaag beoogt het diffuseren van licht afgegeven uit de lichtpijp en 30 extern licht zowel in een transmissiemodus als een reflec-tiemodus om lichtemissie uniform te maken voor verbetering van een visuele herkenningseigenschap, etcetera. In het bijzonder geven volgens de onderhavige uitvinding, de bovengenoemde hellende delen gevormd door de korte zijop-3 5 pervlakken en dergelijke van de lichtuitvoermiddelen van de lichtpijp, die een rol hebben van het reflecteren van licht invallende op de zijoppervlakken van de lichtuitvoermidde- ; υ 1 52 7 6 - 20 - len naar de onderappervlakzijde, geen licht dat gereflecteerd wordt op het onderoppervlak, van het bovenoppervlak. Bovendien kan elk licht opgewekt worden in een transmissie-modus, zodat heldere lijnen en donkere lijnen opgewekt 5 kunnen worden onder een hoek van visuele erkenning. In dit geval, wordt het patroon van de lichtuitvoermiddelen zichtbaar en benadeelt aanzienlijk de weergavekwaliteit. Dientengevolge is de rangschikking van de lichtdiffusielaag effectief voor het voor het verzwakken van de heldere 10 lijnen en de donkere lijnen om het verschil tussen licht en donker te nivelleren om daardoor te voorkomen dat het patroon zichtbaar wordt. Bovendien is het nivelleren van het verschil tussen licht en donker tevens effectief voor het voorkomen van moiré-optreding en het onderdrukken van 15 de visuele waarneming van verblindend licht veroorzaakt door metaalreflectie.
In de bovengenoemde beschrijving, wordt volgens de onderhavige uitvinding een laag met polarisatie behoudende karakteristiek voor het diffuseren van gepolariseerd licht 20 onder het behoud van de polarisatietoestandtoestand van het licht zo voldoende als mogelijk gebruikt als de lichtdiffu-sielaag. Dit beoogt te voorkomen dat zowel aandrijf als weergavekwaliteit verminderd wordt. Dat is, wanneer de polarisatieplaat 53 geplaatst wordt op de visuele erken-25 ningsachteroppervlak van de lichtkristalcellen 52 zoals getoond in figuur 1, wordt lineair gepolariseerd licht invallende op de lichtdiffusielaag 4 door de polarisatie-plaa't 53 in een reflectiemodus terwijl licht gereflecteerd door de reflectielaag 3 doorgelaten wordt door de polarisa-30 tieplaat 53. Indien het lineair gepolariseerde licht in dit geval weggelaten wordt, treedt absorptieverlies als gevolg van de polarisatieplaat 53 op zodat zowel helderheid als weergavekwaliteit verminderd worden.
Een reflectiepolarisator, of dergelijke, die 35 selectief licht reflecteert dat gepolariseerd is in de bovengenoemde voorafbepaalde toestand, zodat de som van de reflectiviteit en transmissiviteit groter kan zijn dan 1 Ü 1 5276 - 21 - 100%, kan opgenotnen worden zodat weergave verkregen wordt door gebruik van licht dat lineair of circulair gepolariseerd is door de ref lectiepolarisator. In dit geval is er een probleem dat, wanneer bijvoorbeeld de reflectiepolari-5 sator voorzien is als een systeem dat gebruikmaakt van circulair gepolariseerd licht, zwart niet weergegeven kan worden indien de polarisatietoestand van het licht door de lichtdiffusielaag verandert.
Een geschikte laag in staat tot het behouden van 10 de polarisatietoestand van licht, zoals een lichtdoorlaat-bare harslaag bevattende ondergedompelde kralen, gedisper-geerde transparante deeltjes, gedispergeerde bellen door snelle verdamping van een oplosmiddel, of dergelijke; een lichtdoorlaatbare harslaag· met krassen of een fijne ruwe 15 oppervlaktestructuur verkregen door een mechanische behandeling of door een proces onder gebruikmaking van een oplosmiddel; of dergelijke; kan gebruikt worden als de polarisatie behoudende lichtdiffusielaag. In het bijzonder heeft een laag die uitstekend in licht doorlaatbaarheid is 2 0 en die een dergelijk diffusievermogen heeft dat de polari-satiekarakteristiek van het licht niet geëlimineerd wordt, bij voorkeur gebruikt.
Tussen twee haakjes heeft het de voorkeur in termen van de maat van de polarisatie behoudende karakte-25 ristiek dat de transmissiviteit van leklicht veroorzaakt door het elimineren van polarisatie niet hoger is dan 2%, in het bijzonder niet hoger dan 1,8%, met name niet hoger dan 1,5%, bijvoorbeeld in de toestand dat prismapolarisato-ren, of dergelijke, geplaatst in een gekruiste Nicol 30 gebruikt worden zodat volledig gepolariseerd licht invalt op de lichtdiffusielaag geplaatst tussen de prismapolarisa-toren. Anderzijds, is de bevoorkeurde lichtdoorlaatbaarheid van de lichtdiffusielaag niet minder dan 80%, in het bijzonder niet minder dan 85%, met name niet minder dan 35 90%, in termen van totale lichtstralendoorlaatbaarheid door gebruik van een integrerende boor.
1 0 1 52 7 6 - 22 -
De bovengenoemde polarisatie behoudende lichtdif-fusielaag kan bijvoorbeeld verkregen worden door het zo veel als mogelijk reduceren van dubbelbreken, in het bijzonder het reduceren van het faseverschil tot niet meer 5 dan 3 0 nm, het reduceren van het gemiddelde aantal ver-strooiingskeren in een plaats van lichtstralen, etcetera, daar eliminering van polarisatie in het algemeen veroorzaakt wordt door dubbelbreking en meervoudige verstrooiing. In dit opzicht, kan de polarisatie behoudende lichtdiffu-10 sielaag verkregen worden op voordelige wijze als een lichtdoorlaatbare harslaag bevattende gedispergeerde transparante deeltjes, een lichtdoorlaatbare harslaag met een fijne ruwe structuur op zijn oppervlak, of dergelijke, zoals boven beschreven.
15 Een geschikt lichtdoorlaatbaar materiaal kan gebruikt worden als de bovengenoemde lichtdoorlaatbare hars. In het bijzonder, kan een optisch isotroop materiaal van geringe dubbelbreking zoals triacetylcellulosehars, polymethylmethacrylaat, polycarbonaat of norborneenhars bij 20 voorkeur gebruikt worden vanuit het oogpunt van het reduceren van dubbelbreking.
Anderzijds, zijn voorbeelden van de gedispergeerde transparante deeltjes opgenomen in de lichtdoorlaatbare harslaag anorganische fijne deeltjes van siliciumoxide,. 2 5 glas, aluminiumoxide, titania, zirkoonoxide, tinoxide, indiumoxide, cadmiumoxide, antimoonoxide, etcetera die elektrisch geleidend kunnen zijn; organische fijne deeltjes van kruisverbonden of niet kruisverbonden polymeren zoals acrylaatpolymeer, polyacrylonitril, polyester, epoxyhars, 30 melaminehars, urethaanhars, polycarbonaat, polystyreen, siliconenhars, benzoguanamine, melaminebenzoguanaminecon-densaat en benzoguanamine-formaldehydecondensaat, etcetera.
Een soort of twee of meer soorten van transparante deeltjes kunnen gebruikt worden. In de transparante deel-35 tjes, heeft een deeltjesgrootte in het bereik van 1 tot 20 μιη de voorkeur vanuit het oogpunt van lichtdif fusie, diffusieuniformiteit, etcetera. Anderzijds kan de deeltjes- i υ 1 52 7 6 - 23 - vorm van de transparante deeltjes naar keuze geselecteerd worden. In het algemeen wordt een (zuivere) bol, een secundaire aggregaat van bollen, of dergelijke als de deeltjesvorm gebruikt. In het bijzonder, kunnen transparan-5 te deeltjes waarin de brekingsindexverhouding van de transparante deeltjes ten opzichte van de optisch isotrope lichtdoorlaatbare hars liggen in een bereik van 0,9 tot 1,1 bij voorkeur gebruikt worden vanuit het oogpunt van de polarisatie behoudende karakteristiek.
10 De lichtdiffusielaag bevattende dergelijke deel tjes kan gevormd worden door een geschikte werkwijze volgens de stand der techniek, waarbij een dergelijke werkwijze het extrusievormen van een laag, of dergelijke, uit een mengsel van een harsoplossing en transparante 15 deeltjes; een werkwijze voor het gieten van een laag, of dergelijke, uit een mengsel van een harsoplossing of monomeer en transparante deeltjes en indien noodzakelijk het uitvoeren van een polymerisatieproces; of een werkwijze voor het toepassen van een harsoplossing bevattende trans-20 parante deeltjes op een voorafbepaald oppervlak, een polarisatie behoudende ondersteuningsfilm, of dergelijke bevatten. Dientengevolge kan de lichtdoorlaatbare harslaag gevormd worden door een klevende laag, of dergelijke.
Anderzijds, kan de lichtdiffusielaag met een fijne 2 5 ruwe structuur als zijn oppervlak gevormd worden door een.
geschikte werkwijze zoals een werkwijze voor het ruw maken van een oppervlak van een laag van een lichtdoorlaatbaar hars door een polijstproces onder gebruikmaking van zandstralen, of dergelijke, of door een diepdrukproces, of 3 0 dergelijke; of een werkwijze voor het vormen van een laag van een lichtdoorlaatbaar materiaal met uitsteeksels op een oppervlak van de laag.
De bovengenoemde fijne ruwe structuur op het oppervlak van de lichtdif fusielaag wordt bij voorkeur 35 gevormd door acyclische onregelmatigheden met een opper-vlakteruwheid die niet kleiner is dan de golflengte van invallen licht en niet groter dan 100 μτη vanuit het oogpunt , u 1 52 7 6 - 24 - van lichtdiffusie, diffusieuniformiteit, etcetera. Tussen twee haakjes, heeft voor 'de vorming van de bovengenoemde lichtdiffusielaag van het type bevattende transparante deeltjes of het type met een fijne ruwe oppervlaktestruc-5 tuur, het in het bijzonder de voorkeur voor het zoveel als mogelijk onderdrukken van de toename van het faseverschil in de basislaag van de lichtdoorlaatbare hars vanwege fotoelasticiteit en oriëntatie vanuit het oogpunt van polarisatie behoudende karakteristiek, etcetera.
10 Een lichtdif fusielaag of. twee of meer lichtdiffu- sielagen kunnen geplaatst worden tussen de lichtpijp en de sluiter met vloeibare kristallen, bij voorkeur de vloeibare kristalcellen daarvan. Wanneer twee of meer lichtdiffusie-lagen geplaatst zijn, kunnen de lichtdiffusielagen gelijk 15 zijn of verschillend zijn maar de lichtdif fusielagen dienen als geheel een polarisatie behoudende karakteristiek te hebben. De lichtdif fusielaag kan in eng contact zijn met naburige delen teneinde geïntegreerd te zijn met de naburige delen of kan uitsluitend gestapeld zijn op naburige 20 delen teneinde gescheiden te zijn van de natuurlijke delen op eenvoudige wijze. Tussen twee haakjes, wanneer de sluiter met vloeibare kristallen 5 de polarisatieplaat 53 op zijn visuele herkenningsachteroppervlak heeft zoals getoond in figuur 1, kan één polarisatie behoudende licht-25 diffusielaag 4 geplaatst zijn op elke vloeibare kristalcel-zijde 25 of lichtpijpzijde 1 van de polarisatieplaat 53 of twee polarisatie behoudende lichtdiffusielagen 4 kunnen geplaatst zijn op beide zijden van de polarisatieplaat 53.
De vloeibare kristalcellen gebruikt voor het 30 vormen van de sluiter met vloeibare kristallen is niet in het bijzonder beperkt. Bijvoorbeeld, in een classificatie gebaseerd op de oriëntatievorm van vloeibare kristallen, kunnen geschikte cellen gebruikt worden zoals TN vloeibare kristalcellen, loodrecht georiënteerde cellen of HAN 35 cellen, gedraaide type vloeibare kristalcellen zoals OCB cellen of niet gedraaide typen vloeibare kristalcellen, gast-gastheertype vloeibare kristalcellen of ferroelektri- 1015276 - 25 - sche vloeibare kristaltype cellen, etcetera. Verder is de aanstuurwerkwijze voor de vloeibare kristallen niet in het bij zonder beperkt.
Bijvoorbeeld kan een geschikte aanstuurwerkwijze 5 zoals een actieve matrixwerkwijze, een passieve matrixwerk-wijze of dergelijke gebruikt worden.
Verder kan een geschikte plaat gebruikt worden als de polarisatieplaat. Vanuit het oogpunt van het verkrijgen van een weergave met een goede contrastverhouding op basis 10 van invallend licht met een hoge maat aan lineaire polarisatie, etcetera, kan een plaat met een hoge mate aan polarisatie zoals een iodinetype of kleurstoftype absorptie lineaire polarisator de voorkeur hebben. Tussen twee haakjes, twee polarisatieplaten kunnen voorzien zijn op 15 beide zijden van de vloeibare kristalcellen 52 zoals getoond in figuur 1 of slechts één polarisatieplaat kan voorzien zijn op elke zijde van de vloeibare kristalcellen, in het bijzonder op de visuele herkenningszijde daarvan.
Voor het vormen van de weergeef inrichting met 20 vloeibare kristallen, kan bijvoorbeeld een geschikt optisch element zoals een lichtdiffusielaag, een antiverblindings-laag of een beschermende laag voorzien zijn op de visuele herkenningszijde of een geschikt optisch element zoals een laag voor het compenseren van faseverschil voorzien zijn 25 tussen de vloeibare kristalcellen en de polarisatieplaat. Dienovereenkomstig kan de bovengenoemde polarisatie behoudende lichtdiffusielaag geplaatst zijn om in eng contact te zijn met een dergelijk optisch element dat naburig geplaatst dient te worden. In dit geval, kan de polarisatie 30 behoudende lichtdiffusielaag voorzien zijn als een bevesti-gingslaag, zoals een bekledingslaag aan te brengen op het optische element.
Teneinde dubbelbreking te compenseren in afhankelijkheid van de golflengte om daardoor de visuele herken-35 ningseigenschappen etcetera te verbeteren, wordt de bovengenoemde plaat voor het compenseren van faseverschil verplaatst tussen de polarisatieplaat op de visuele herken- 1015276 - 26 - ningszijde en de vloeibare kristalcellen en/of tussen de polarisatieplaat en het achteroppervlak en de vloeibare kristalcel, of dergelijke, in afhankelijkheid van het geval. Volgens de onderhavige uitvinding heeft het echter 5 vanuit het oogpunt van het behouden van de lichtuitvoerka-rakteristiek van de lichtpijp om een zo voldoend als mogelijke wijze de voorkeur dat het aantal optische lagen geplaatst tussen de vloeibare kristalcellen en de lichtpijp zo klein als mogelijk is. Tussen twee haakjes, één geschik-10 te plaat kan gebruikt worden als de plaat voor het compenseren van faseverschil in overeenstemming met het golfleng-tebereik of dergelijke. De plaat voor het compenseren van faseverschil kan gevormd zijn als een enkele laag of als een laag van een superpositie van twee of meer fasever-15 schillagen.
Visuele herkenning op de weergeefinrichting met vloeibare kristallen volgens de onderhavige uitvinding wordt uitgevoerd door licht uitgezonden uit de lange zij oppervlakken van de lichtpijp zoals boven beschreven. 20 Tussen twee haakjes, wordt in een transmissiemodus licht a uitgezonden uit het onderoppervlak van de lichtpijp 1 in een aangeschakelde toestand van de lidhtbron zoals getoond door de pijl in figuur 3 gereflecteerd door de reflectie-laag 3 en doorgelaten door de lange zijoppervlakken 11b van 25 de lichtpijp 1, zodat een weergavebeeld (a) visueel herkend wordt via de lichtdiffusielaag 4, de polarisatieplaten 53 en 51, en de vloeibare kristalcellen 52.
Anderzijds, wordt in een reflectiemodüs extern licht γ zoals getoond door de pijl in figuur 4 in de 30 uitgeschakelde toestand van de lichtbron doorgelaten door de lange zij oppervlakken 11b van het bovenoppervlak van de lichtpijp 1 via de polarisatieplaten 51 en 53, de vloeibare kristalcellen 52, en de lichtdiffusielaag 4. Vervolgens wordt doorgelaten licht gereflecteerd door de reflectielaag 35 3 en doorgelaten door de lange zijoppervlakken llb van de lichtpijp 1 op dezelfde manier zoals boven beschreven in de transmissiemodus, zodat een weergavebeeld (ar) visueel '2 7 6 - 27 - herkend wordt via de lichtdiffusielaag 4, de polarisatie-plaat 53 en 51, en de vloeibare kristalcellen 52.
Volgens de onderhavige uitvinding kunnen optische elementen of delen zoals de lichtpijp, de lichtdiffusie-5 laag, de vloeibare kristalcellen, de polarisatieplaten, etcetera vormende de bovengenoemde weergeefinrichting met vloeibare kristallen geheel of gedeeltelijk gelamineerd of bevestigd zijn teneinde geïntegreerd te zijn met elkaar of geplaatst zijn op een eenvoudig scheidbare toestand. Vanuit 10 het oogpunt van het voorkomen van het verminderen van het contrast als gevolg van het onderdrukken van tussenschei-dingsvlakreflectie, of dergelijke, heeft het de voorkeur dat de optische elementen of delen bevestigd zijn. Een geschikte transparante lijm zoals een lijm kan gebruikt 15 worden voor het bevestigen en het contacteringsproces. Aanvullend kan de transparante hechtlaag geïmpregneerd zijn met de bovengenoemde fijne deeltjes, of dergelijke, zodat de transparante hechtlaag voorzien kan zijn als een hechtlaag vertonende een diffusiefunctie.
20 Voorbeeld 1
Een oppervlak van een polymethylmethacrylaatplaat vooraf bewerkt in een voorafbepaalde vorm· werd gesneden door een diamantboor zodat een lichtpijp met lichtuitvoer-middelen aan zijn bovenoppervlak verkregen werd. De licht-25 pijp was 40 mm breed en 25 mm diep. De lichtpijp was 1 mm dik bij zijn invalszijoppervlak en 0,6 mm dik aan zijn tegenovergelegen einde. Boven- en onderoppervlakken van de lichtpijp waren plat. De lichtpijp had prisma-achtige onregelmatigheden op zijn bovenoppervlak. De prisma-achtige 30 onregelmatigheden werden gerangschikt op intervallen van een spoed van 210 /xm om parallel te zijn met het invalszij-oppervlak. Elk van de prisma-achtige onregelmatigheden had een kort zijoppervlak geheld onder een hellingshoek veranderende in een bereik van 42,5 tot 43 graden, en een 3 5 langszij oppervlak geheld onder een hellingshoek veranderende in een bereik van 1,8 tot 3,5 graden. De verandering van de hellingshoek tussen naburige lange zij oppervlakken lag 2 i £2 7 6 - 28 - binnen 0,1 graden. De geprojecteerde breedte van de korte zij oppervlakken op het onderoppervlak lag tussen 10 tot 16 μιη. De geprojecteerde oppervlakteverhouding van lang zijoppervlak/kort zij oppervlak op het onderoppervlak was 5 niet kleiner dan 12. Tussen twee haakjes, de lichtuitvoer-middelen werden gevormd om zich uit te strekken van een positie op een afstand van 2 mm van het invalszijoppervlak.
Een koude kathodebuis (vervaardigd door HARISON ELECTRIC Co., Ltd.) met een diameter van 2,4 mm werd 10 geplaatst nabij het invalszijoppervlak van de lichtpijp. Een rand van de koude kathodebuis werd omgeven door een lichtbronhouder vervaardigd van een witte lampreflectielaag om in eng contact te komen met de boven- en ondereindopper-vlakken van de lichtpijp. Een inverteerder en een gelijk-15 stroombron werden verbonden met de koude kathodebuis. Een reflectielaag van het diffusietype werd verbonden door zijn zilverdamp afgezet oppervlak op het onderoppervlak van de lichtpijp door een klevende laag. Een sluiter met vloeibare kristallen van het monochrome TN type werd afgezet op het 2 0 bovenoppervlak van de lichtpijp door een lichtdiffusielaag.
Aldus werd een weergeef inrichting niet vloeibare kristallen verkregen.
Tussen twee haakjes, de bovengenoemde lichtbron was in staat om in/uitgeschakeld te worden door het in/uit-25 schakelen van de gelijkstroombron. Verder was de bovengenoemde diffusietypereflectielaag van een diffusietype waarin een dampafzettingslaag van zilver gevormd werd op een gematteerde filmbasismateriaal en waarin een oppervlak van de dampaf zettingslaag bekleed was met een transparante 30 harslaag teneinde, beschermd te zijn.
Verder was de lichtdiffusielaag gevormd door het bekleden van één oppervlak van een 8 0 μτη dikke triacetyl-cellulosefilm met een 25 μνα dikke laag bevattende 100 delen (gewichtsdelen, hetgeen hierna ook het geval zal zijn) van
3 5 een hechtmiddel (vaste stofinhoud) , en 3 0 delen TOSPEARL
145 (vervaardigd door Toshiba Silicone Co., Ltd.) gedisper-geerd in de lijm. Het faseverschil van de lichtdiffusielaag 101 52 7 6 - 29 - was 6 mm. De hoeveelheid leklicht veroorzaakt door eliminering van polarisatie in de toestand dat de lichtdiffusie-laag verplaatst werd tussen Glan-Thompson prisma's in gekruiste Nicol (deze toestand zal hierna ook gelden) was 5 1,1% van het totale invallende licht. De totale lichtstra len doorlaatbaarheid en waas gemeten door een waasmeter (vervaardigd door Murakami Color Research Laboratory volgens JIS 7105, hetgeen hierna ook zal gelden) waren respectievelijk 94% en 84%. Tussen twee haakjes, het 10 faseverschil werd onderzocht op de triacetylcellulosefilm door een faseverschilanalysator (vervaardigd door Oji Scientific Instruments Co., Ltd.).
Voorbeeld 2
Een weerge'ef inrichting met vloeibare kristallen 15 werd verkregen volgens voorbeeld 1 met uitzondering daarvan dat de lichtdiffusielaag verbonden werd aan de celbasis-plaat en dat een polarisatieplaat hechtend verbonden werd op de buitenzijde van de lichtdiffusielaag.
Voorbeeld 3 20 Een weergeefinrichting met vloeibare kristallen werd verkregen volgens voorbeeld, 1, met uitzondering daarvan dat de lichtdiffusielaag niet geplaatst werd.
- Voorbeeld 4
Een weergeefinrichting met vloeibare kristallen 25 werd verkregen volgens voorbeeld 1, met uitzondering daarvan dat de lichtdiffusielaag hechtend geplaatst werd tussen de lichtpijp en de reflectielaag van het diffusiety-pe ·
Voorbeeld 5 30 Een weergeefinrichting met vloeibare kristallen werd verkregen volgens voorbeeld 1, met uitzondering daarvan dat een laag onder gebruikmaking van een 50 μιτι-dikke polyesterfilm met een faseverschil van 1780 nm als een vervangen voor de triacetylcellulosefilm gebruikt werd 35 als de lichtdiffusielaag zodat de hoeveelheid leklicht veroorzaakt door eliminering van polarisatie 5,3% van het totale invallende licht was, en de totale lichtstralen- 101 52 7 6 - 30 - transmissiviteit en waas waren respectievelijk 93% en 83%. Tussen twee haakjes, het faseverschil werd onderzocht door een spectrale dubbelbrekingsmeetsysteem (vervaardigd door ORC Manufacturing Co., Ltd.).
5 Voorbeeld 6
Een weergeefinrichting met vloeibare kristallen werd verkregen volgens voorbeeld 2, met uitzondering daarvan dat de lichtdiffusielaag vervangen werd door die gebruikt in voorbeeld 5.
10 Analvsetest
Met betrekking tot de weergeefinrichting met vloeibare kristallen verkregen in elk van de voorbeelden 1 tot en met 5, werd frontale helderheid in een witte weerga-vetoestand in elk van een transmissie en reflectiemodus 15 onderzocht door een helderheidsmeter (BM7, vervaardigd door TOPCON Corp.). Tussen twee haakjes, frontale helderheid in een transmissiemodus werd geëvalueerd in de toestand dat de lichtbron ingeschakeld was in een donkere kamer. Anderzijds, werd frontale helderheid in een reflectiemodus 20 geëvalueerd in de toestand dat de lichtbron uitgeschakeld was in de donkere kamer maar de inrichting werd belicht door een ringachtige verlichting geplaatst in een positie op een afstand van 10 cm boven het centrale deel van de inrichting.
25 Resultaten van de voorgaande analysetest waren zoals getoond in de volgende tabel.
Voorbeeld 123456
Frontale Transmissie- 314 311 342 309 175 162 helderheid modus (cd/m2)
Reflectiemodus 827 819 875 807 594 469 30 Gezien de weergavekwaliteit in de transmissie- en reflectiemodi in de bovengenoemde toestand en de voorgaande tabel, zijn voorbeelden 1 en 2 in het bijzonder uitstekend vanwege uniforme helderheid verkregen in de richting als een geheel zowel in de transmissie als de ref lectiemodus i υ 1 5276 - 31 - zodat de visuele- waarneming van het patroon van de licht-uitvoermiddelen zwak was alsmede de visuele waarneming van verblindend licht vermeden werd. In voorbeelden 1 en 2, was de weergave helder, scherp en helder.
5 Daarentegen werd in voorbeelden 3 en 4 het patroon van de lichtuitvoermiddelen duidelijk zichtbaar. In het bijzonder werd in de reflectiemodus in voorbeeld 4 de weergave intensief in de visuele waarneming van verblindend licht veroorzaakt door metaalreflectie. In voorbeelden 5 en 10 6 was de weergave donker zowel in de transmissie als de reflectiemodus. In het bijzonder trad in voorbeeld 6 onnatuurlijke verkleuring waargenomen volgens de kijkhoek op om daardoor een visuele waarneming te geven van verblindend licht die verschillend is van die veroorzaakt door metaal-15 reflectie, zodat de4 weergavekwaliteit aanzienlijk verminderd werd.
Het is duidelijk uit de bovengegeven beschrijving dat de lichtbron in/uitgeschakeld kan worden door het in/uitschakelen van de voedingsbron om daardoor een weer-2 0 geef inrichting met vloeibare kristal-len te verkrijgen die goede weergavekarakteristieken vertoont zowel in een transmissie- als een ref lectiemodus en dat gebruik van. de reflectiemodus samen met de transmissiemodus toestaat dat elektrisch vermogen bespaard wordt zodat de levensduur van 25 een batterij gebruikt in een draagbare weergeefinrichting, of dergelijke, verlengd kan worden.
Hoewel de uitvinding beschreven is in, zijn voor-keursvorm met een bepaalde mate aan bijzonderheid, zal het duidelijk zijn dat de onderhavige beschrijving van de 30 voorkeursvorm in constructiedetails en in de combinatie en de rangschikking van delen veranderd kan worden zonder af te wijken van de geest en de omvang van de uitvinding zoals hierna beschreven in de conclusies.
1 Ü 1 52 7 0

Claims (12)

1. Weergeefinrichting met vloeibare kristallen bevattende: een lichtpijp bevattende lichtuitvoermiddelen 5 gevormd op een bovenoppervlak van de lichtpijp; een lichtbron geplaatst nabij een invalszijoppervlak van de lichtpijp zodat licht invallende op de lichtpijp van de lichtbron uitgevoerd wordt uit een onderopper-vlak van de lichtpijp door de lichtuitvoermiddelen; 10 een reflectielaag geplaatst op het onderoppervlak van de lichtpijp zodat gereflecteerd licht van het uitgevoerde licht doorgelaten wordt door het bovenoppervlak; 'een lichtdiffusielaag met polarisatie behoudende karakteristiek; en 15 een sluiter met vloeibare kristallen geplaatst op het bovenoppervlak van de lichtpijp door de lichtdiffusielaag, waarbij de sluiter met vloeibare kristallen vloeibare kristalcellen bevat en ten minste één polarisatieplaat.
2. Weergeefinrichting met vloeibare kristallen 20 volgens conclusie 1, waarin de lichtbron in en uitgeschakeld kan worden.
3. Weergeefinrichting met vloeibare kristallen volgens conclusie 1, waarin de lichtuitvoermiddelen voorzien op het bovenoppervlak van de lichtpijp voorzien zijn 2. van: hellingen gericht naar het invalzijoppervlak en geheld onder een hoek van 35 tot 45 graden ten opzichte van een referentievlak van het onderoppervlak; platte oppervlakken geheld onder een snijhoek niet 3. groter dan 10 graden ten opzichte van het ref erentievlak en voorzien zodat geprojecteerd oppervlak van de platte oppervlakken op het referentievlak niet kleiner zijn dan 8 1 0 1 52 7 6 - 33 - keer een geprojecteerd oppervlak van de hellingen op het referentievlak.
4. Weergeefinrichting met vloeibare kristallen volgens conclusie 1, waarin de lichtuitvoermiddelen op het 5 bovenoppervlak van de lichtpijp een herhalende structuur heeft van continue of discontinue prisma-achtige onregelmatigheden gerangschikt op intervallen van een spoed van 50 μπ\ tot 1,5 nm, waarbij elk van de prisma-achtige onregelmatigheden voorzien is van: 10 een kort zijoppervlak gevormd door hellingen die naar beneden gericht zijn van het invalszijoppervlak naar een tegenovergelegen einde bij een héllingshoek van 35 tot 45 graden ten opzichte van het ref erentievlak van het onderoppervlak; ën 15 een lang zij oppervlak gevormd door een helling geheld onder een hellingshoek in een bereik van 0 tot 10 graden, met uitzondering van 0 graden, ten opzichte van het referentievlak zodat het verschil in de hellingshoek onder alle hellingen van het lange zijoppervlak liggen binnen 5 20 graden en het verschil in de hellingshoek tussen naburige lange zij oppervlakken ligt binnen 1 graad, waarin een geprojecteerd oppervlak van de lange zij oppervlakken op het referentievlak niet kleiner is dan 8 keer een geprojecteerd oppervlak van de korte zijoppervlak-25 ken op het referentievlak.
5. Weergeefinrichting met vloeibare kristallen volgens conclusie 4, waarin de herhalingsspoed van de prisma-achtige onregelmatigheden constant is.
6. Weergeefinrichting met vloeibare kristallen 30 volgens conclusie 4, waarin een geprojecteerde breedte van elk van de korte zij oppervlakken op het referentievlak niet groter is dan 40 μτη.
7. Weergeefinrichting met vloeibare kristallen volgens conclusie 4, waarin een groeflijnrichting van de 3. prisma-achtige onregelmatigheden ligt binnen + 35 graden ten opzichte van een referentievlak van het invalszij oppervlak . 101 5276 - 34 -
8. Weergeefinrichting met vloeibare kristallen volgens conclusie 1, waarin invallend licht uit het onder-oppervlak doorgelaten wordt door het bovenoppervlak bij totale lichtstralentransmissiviteit van niet minder dan 5 90%.
9. Weergeefinrichting met vloeibare kristallen volgens conclusie 1, waarin de reflectielaag vervaardigd is van ten minste één geselecteerd uit de groep bestaande uit goud, zilver, aluminium en een diëlektrische meerlaagsfilm.
10. Weergeefinrichting met vloeibare kristallen volgens conclusie 1, waarin de reflectielaag in eng contact staat met het onderoppervlak van de lichtpijp teneinde daarmee geïntegreerd te zijn.
11. Weergeefinrichting met vloeibare kristallen 15 volgens conclusie 1, waarin de reflectielaag licht reflecteert terwijl dat licht gediffuseerd wordt.
12. Weergeefinrichting - met vloeibare kristallen volgens conclusie 1, waarin de polarisatie behoudende lichtdiffusielaag een lichttransmissiviteit vertoont van 20 niet hoger dan 2% wanneer de lichtdiffusielaag geplaatst is tussen gekruiste Nicolprisma's. 1015276
NL1015276A 1999-05-24 2000-05-23 Weergeefinrichting met vloeibare kristallen. NL1015276C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP11143495A JP2000330107A (ja) 1999-05-24 1999-05-24 液晶表示装置
JP14349599 1999-05-24

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1015276A1 NL1015276A1 (nl) 2000-11-28
NL1015276C2 true NL1015276C2 (nl) 2002-04-02

Family

ID=15340050

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1015276A NL1015276C2 (nl) 1999-05-24 2000-05-23 Weergeefinrichting met vloeibare kristallen.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US6590625B1 (nl)
JP (1) JP2000330107A (nl)
KR (1) KR100649846B1 (nl)
NL (1) NL1015276C2 (nl)
TW (1) TWI259307B (nl)

Families Citing this family (41)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5668663A (en) 1994-05-05 1997-09-16 Donnelly Corporation Electrochromic mirrors and devices
US6891563B2 (en) 1996-05-22 2005-05-10 Donnelly Corporation Vehicular vision system
US8294975B2 (en) 1997-08-25 2012-10-23 Donnelly Corporation Automotive rearview mirror assembly
US6124886A (en) 1997-08-25 2000-09-26 Donnelly Corporation Modular rearview mirror assembly
US6326613B1 (en) 1998-01-07 2001-12-04 Donnelly Corporation Vehicle interior mirror assembly adapted for containing a rain sensor
US6172613B1 (en) 1998-02-18 2001-01-09 Donnelly Corporation Rearview mirror assembly incorporating vehicle information display
US8288711B2 (en) 1998-01-07 2012-10-16 Donnelly Corporation Interior rearview mirror system with forwardly-viewing camera and a control
US6445287B1 (en) 2000-02-28 2002-09-03 Donnelly Corporation Tire inflation assistance monitoring system
US6329925B1 (en) 1999-11-24 2001-12-11 Donnelly Corporation Rearview mirror assembly with added feature modular display
US6477464B2 (en) 2000-03-09 2002-11-05 Donnelly Corporation Complete mirror-based global-positioning system (GPS) navigation solution
US6693517B2 (en) 2000-04-21 2004-02-17 Donnelly Corporation Vehicle mirror assembly communicating wirelessly with vehicle accessories and occupants
JP2001051268A (ja) * 1999-08-17 2001-02-23 Nitto Denko Corp 液晶表示装置
AU2001243285A1 (en) 2000-03-02 2001-09-12 Donnelly Corporation Video mirror systems incorporating an accessory module
US7167796B2 (en) 2000-03-09 2007-01-23 Donnelly Corporation Vehicle navigation system for use with a telematics system
US7370983B2 (en) 2000-03-02 2008-05-13 Donnelly Corporation Interior mirror assembly with display
FR2809496B1 (fr) * 2000-05-23 2002-07-12 Saint Gobain Vitrage Couche diffusante
US7581859B2 (en) 2005-09-14 2009-09-01 Donnelly Corp. Display device for exterior rearview mirror
US7255451B2 (en) 2002-09-20 2007-08-14 Donnelly Corporation Electro-optic mirror cell
AU2002251807A1 (en) 2001-01-23 2002-08-19 Donnelly Corporation Improved vehicular lighting system for a mirror assembly
JP3803554B2 (ja) * 2001-02-16 2006-08-02 株式会社日立製作所 液晶表示装置
JP2003015133A (ja) 2001-04-27 2003-01-15 Citizen Watch Co Ltd 液晶表示装置
US7030945B2 (en) * 2001-08-22 2006-04-18 Nitto Denko Corporation Liquid-crystal display device
US6918674B2 (en) 2002-05-03 2005-07-19 Donnelly Corporation Vehicle rearview mirror system
EP1514246A4 (en) 2002-06-06 2008-04-16 Donnelly Corp COMPASS INTERIOR COURTESY MIRROR SYSTEM
FR2844364B1 (fr) * 2002-09-11 2004-12-17 Saint Gobain Substrat diffusant
US7310177B2 (en) 2002-09-20 2007-12-18 Donnelly Corporation Electro-optic reflective element assembly
KR20040031858A (ko) * 2002-10-04 2004-04-14 삼성전자주식회사 액정표시장치
JP4574942B2 (ja) * 2002-10-28 2010-11-04 株式会社 日立ディスプレイズ 液晶表示装置
US7446924B2 (en) 2003-10-02 2008-11-04 Donnelly Corporation Mirror reflective element assembly including electronic component
TW200602585A (en) * 2004-03-16 2006-01-16 Koninkl Philips Electronics Nv High brightness illumination device with incoherent solid state light source
US20090185383A1 (en) * 2004-09-29 2009-07-23 Koninklijke Philips Electronics, N.V. Light emitting plate system with improved transparency
JP5318348B2 (ja) * 2005-01-18 2013-10-16 シチズンホールディングス株式会社 液晶表示装置
JP3991281B2 (ja) * 2005-05-31 2007-10-17 ソニー株式会社 液晶表示装置、光学シートの製造方法および光学シート
JP5067747B2 (ja) * 2005-08-08 2012-11-07 独立行政法人産業技術総合研究所 光線指向性化ガラス基板及びそれを用いた照明装置
JP4797577B2 (ja) 2005-10-31 2011-10-19 ソニー株式会社 電池
EP1949666B1 (en) 2005-11-01 2013-07-17 Magna Mirrors of America, Inc. Interior rearview mirror with display
JP4957195B2 (ja) * 2006-11-09 2012-06-20 ソニー株式会社 液晶表示装置
EP2156276A4 (en) * 2007-05-11 2011-12-07 Rpo Pty Ltd PERMANENT BODY
KR20090059996A (ko) * 2007-12-07 2009-06-11 삼성전자주식회사 백라이트유닛 및 이를 갖는 평판표시장치
US8154418B2 (en) 2008-03-31 2012-04-10 Magna Mirrors Of America, Inc. Interior rearview mirror system
JP5163571B2 (ja) * 2009-03-23 2013-03-13 カシオ計算機株式会社 液晶表示装置

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH075462A (ja) * 1993-06-16 1995-01-10 Dainippon Printing Co Ltd 面光源、それを用いた表示装置、及びそれらに用いる光拡散シート
US5408388A (en) * 1992-01-24 1995-04-18 Stanley Electric Co., Ltd. Planar illuminating device
JPH0894844A (ja) * 1994-09-26 1996-04-12 Fujitsu Ltd 導光板並びにこれを用いた面光源及び非発光型表示装置
WO1998039755A2 (en) * 1997-03-06 1998-09-11 Nashua Corporation Display with polarisation-maintaining diffusing sheet
JPH10311915A (ja) * 1997-05-13 1998-11-24 Matsushita Electric Ind Co Ltd 照明装置
EP0884620A2 (en) * 1997-06-09 1998-12-16 Nitto Denko Corporation Liquid crystal display

Family Cites Families (18)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1993016410A1 (en) * 1992-02-14 1993-08-19 Raychem Corporation Front lit liquid crystal displays
TW594115B (en) * 1992-10-09 2004-06-21 Asahi Glass Co Ltd A liquid crystal display device and an illumination device for a direct viewing type display element
JP3518554B2 (ja) * 1993-03-23 2004-04-12 大日本印刷株式会社 レンズシート及び該レンズシートを用いた面光源
US5418631A (en) * 1993-05-14 1995-05-23 Kaiser Optical Systems, Inc. Edge-lit holographic diffusers for flat-panel displays
US5485354A (en) 1993-09-09 1996-01-16 Precision Lamp, Inc. Flat panel display lighting system
WO1996017207A1 (en) 1994-11-29 1996-06-06 Precision Lamp, Inc. Edge light for panel display
GB2296808A (en) * 1994-12-29 1996-07-10 Sharp Kk Illumination system for display device
US5751388A (en) * 1995-04-07 1998-05-12 Honeywell Inc. High efficiency polarized display
JP3286138B2 (ja) * 1995-08-03 2002-05-27 日東電工株式会社 導光板、面光源装置、偏光光源装置及び液晶表示装置
GB2306741A (en) * 1995-10-24 1997-05-07 Sharp Kk Illuminator
US5825543A (en) * 1996-02-29 1998-10-20 Minnesota Mining And Manufacturing Company Diffusely reflecting polarizing element including a first birefringent phase and a second phase
US5914760A (en) * 1996-06-21 1999-06-22 Casio Computer Co., Ltd. Surface light source device and liquid crystal display device using the same
JP3321534B2 (ja) 1996-09-27 2002-09-03 日東電工株式会社 面光源装置及び反射・透過両用液晶表示装置
EP0867747A3 (en) * 1997-03-25 1999-03-03 Sony Corporation Reflective display device
EP0879991A3 (en) * 1997-05-13 1999-04-21 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Illuminating system
US6151089A (en) * 1998-01-20 2000-11-21 Sony Corporation Reflection type display with light waveguide with inclined and planar surface sections
JP3642381B2 (ja) * 1998-02-26 2005-04-27 日東電工株式会社 導光板、面光源装置及び反射型液晶表示装置
EP0950851B1 (en) * 1998-04-17 2006-03-01 Nitto Denko Corporation Light conductive plate, surface light source device, and reflection type liquid-crystal display

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5408388A (en) * 1992-01-24 1995-04-18 Stanley Electric Co., Ltd. Planar illuminating device
JPH075462A (ja) * 1993-06-16 1995-01-10 Dainippon Printing Co Ltd 面光源、それを用いた表示装置、及びそれらに用いる光拡散シート
JPH0894844A (ja) * 1994-09-26 1996-04-12 Fujitsu Ltd 導光板並びにこれを用いた面光源及び非発光型表示装置
WO1998039755A2 (en) * 1997-03-06 1998-09-11 Nashua Corporation Display with polarisation-maintaining diffusing sheet
JPH10311915A (ja) * 1997-05-13 1998-11-24 Matsushita Electric Ind Co Ltd 照明装置
EP0884620A2 (en) * 1997-06-09 1998-12-16 Nitto Denko Corporation Liquid crystal display

Non-Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 1995, no. 04 31 May 1995 (1995-05-31) *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 1996, no. 08 30 August 1996 (1996-08-30) *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 1999, no. 02 26 February 1999 (1999-02-26) *

Also Published As

Publication number Publication date
JP2000330107A (ja) 2000-11-30
TWI259307B (en) 2006-08-01
KR100649846B1 (ko) 2006-11-24
KR20000077378A (ko) 2000-12-26
US6590625B1 (en) 2003-07-08
NL1015276A1 (nl) 2000-11-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1015276C2 (nl) Weergeefinrichting met vloeibare kristallen.
US6616289B2 (en) Light pipe, plane light source unit and liquid-crystal display device
US6369950B1 (en) Liquid-crystal display device and light pipe
JP4442836B2 (ja) 光学フィルム
JP4609962B2 (ja) 光学フィルム
KR20020001594A (ko) 도광판, 면광원 장치 및 반사형 액정 표시 장치
JP2002148615A (ja) 光学フィルム及び反射型液晶表示装置
JP2002023155A (ja) 反射型液晶表示装置
JP2001318379A (ja) 反射型液晶表示装置
JP4144829B2 (ja) 反射・透過両用型液晶表示装置
JP2002131552A (ja) 導光板、面光源装置及び反射型液晶表示装置
JP2001051268A (ja) 液晶表示装置
JP4113633B2 (ja) 液晶表示装置
EP1072929B1 (en) Light guide plate, surface light source device, reflection liquid crystal display
NL1014980C2 (nl) Weergeefinrichting met vloeibare kristallen en lichtpijp.
JPH11306829A (ja) 導光板、面光源装置及び反射型液晶表示装置
JP2000048617A (ja) 導光板、面光源装置及び反射型液晶表示装置
US6565224B1 (en) Light pipe, surface light source unit and reflection type liquid-crystal display device
NL1015024C2 (nl) Weergave-inrichting met vloeibare kristallen.
JP4548628B2 (ja) 光学フィルム
JP2008257259A (ja) 液晶表示装置及び導光板
JP2001194529A (ja) 光路変換偏光板
JP4845920B2 (ja) 反射・透過両用型液晶表示装置
JPH11281980A (ja) 導光板、面光源装置及び反射型液晶表示装置

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20020128

PD2B A search report has been drawn up
PD2B A search report has been drawn up