NL1015123C2 - Werkwijze voor het verpakken van producten alsmede een inrichting bestemd voor gebruik bij de werkwijze. - Google Patents

Werkwijze voor het verpakken van producten alsmede een inrichting bestemd voor gebruik bij de werkwijze. Download PDF

Info

Publication number
NL1015123C2
NL1015123C2 NL1015123A NL1015123A NL1015123C2 NL 1015123 C2 NL1015123 C2 NL 1015123C2 NL 1015123 A NL1015123 A NL 1015123A NL 1015123 A NL1015123 A NL 1015123A NL 1015123 C2 NL1015123 C2 NL 1015123C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
packaging
products
packaging tube
cross
tube
Prior art date
Application number
NL1015123A
Other languages
English (en)
Inventor
Johan Hendriks
Original Assignee
Buhrs Zaandam Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Buhrs Zaandam Bv filed Critical Buhrs Zaandam Bv
Priority to NL1015123A priority Critical patent/NL1015123C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1015123C2 publication Critical patent/NL1015123C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B25/00Packaging other articles presenting special problems
    • B65B25/14Packaging paper or like sheets, envelopes, or newspapers, in flat, folded, or rolled form
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B9/00Enclosing successive articles, or quantities of material, e.g. liquids or semiliquids, in flat, folded, or tubular webs of flexible sheet material; Subdividing filled flexible tubes to form packages
    • B65B9/06Enclosing successive articles, or quantities of material, in a longitudinally-folded web, or in a web folded into a tube about the articles or quantities of material placed upon it

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Containers And Plastic Fillers For Packaging (AREA)

Description

Titel: Werkwijze voor het verpakken van producten alsmede een inrichting bestemd voor gebruik bij de werkwijze.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verpakken van producten, waarbij de producten achtereenvolgens worden aangevoerd aan een verpakkingsstation, waarbij een zich continu voortbewegende verpakkingsbaan in het verpakkingsstation wordt 5 toegevoerd, waarbij op de zich voortbewegende verpakkingsbaan ter plaatse van een invoerpositie producten worden geplaatst, waarbij de langsranden van de verpakkingsbaan tijdens het voortbewegen op continue wijze worden omgevouwen ter vorming van een verpakkingskoker waarin de producten zich bevinden, waarbij vervolgens telkens tussen twee opeenvolgende 10 producten in de verpakkingskoker ten minste één dwarsverbinding wordt aangebracht en de verpakkingskoker ter plaatse van deze ten minste ene dwarsverbinding wordt gescheiden ter vorming van losse, productbevattende verpakkingen.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting voor 15 gebruik bij een dergelijke werkwijze, waarbij de inrichting een verpakkingsstation omvat voorzien van een verpakkingsbaantoevoer voor het toevoeren van een continue verpakkingsbaan, een productinvoerpositie ingericht voor het aldaar plaatsen van producten op de continue verpakkingsbaan, vouwmiddelen ingericht voor het tijdens het 20 voortbewegen, omvouwen van de langsranden van de verpakkingsbaan rond de op de verpakkingsbaan geplaatste producten, dwarsverbindingsmiddelen ingericht voor het vormen van een afsluiting tussen twee opeenvolgende, zich in de verpakkingskoker bevindende producten.
Dergelijke werkwijze en inrichting zijn uit de praktijk bekend en 25 worden onder andere in de verpakkingsmachines welke door aanvraagster in het verkeer worden gebracht toegepast. Veelal is stroomopwaarts van het verpakkingsstation een documentsamensteltraject voorzien dat een aantal 1 Ü 1 o « £ 2 toevoerinrichtingen (feeders) omvat voor het samenstellen van een te verzenden poststuk uit een aantal documenten. Het samengestelde poststuk, dat hierna zal worden aangeduid met de term "product", wordt met behulp van een transporteur aan het verpakkingsstation toegevoerd ter 5 plaatse van de productinvoerpositie daarvan. Daarbij wordt het product geplaatst op een zich voortbewegende continue verpakkingsbaan. De langsranden van deze verpakkingsbaan worden met behulp van vouwmiddelen omgevouwen en bij voorkeur met elkaar verbonden, bijvoorbeeld met behulp van lijm of met behulp van een sealbewerking.
10 Vervolgens wordt met behulp van de dwarsverbindingsmiddelen tussen twee opeenvolgende producten ten minste één dwarsverbinding in de verpakkingskoker gevormd. Een dergelijke dwarsverbinding kan bijvoorbeeld met behulp van een sealbalk worden aangebracht die een bovenlaag en een onderlaag van de verpakkingskoker met elkaar verbindt. 15 Vervolgens kan de stroomafwaartse verpakking van de verpakkingskoker worden losgemaakt, bijvoorbeeld door deze met vergrote snelheid verder te transporteren, zodat de stroomafwaartse verpakking wordt losgetrokken van de verpakkingskoker ter plaatse van de dwarsverbinding.
Het is echter ook mogelijk dat na het vormen van de 20 dwarsverbinding de stroomafwaartse verpakking met behulp van stans of snijmes wordt losgesneden van de stroomopwaartse verpakkingskoker ter vorming van een losse verpakking met een zich daarin bevindend product.
Een probleem bij de bekende werkwijze en inrichting is dat de producten die op de verpakkingsbaan worden geplaatst zich op een zekere 25 afstand van elkaar moeten bevinden. Deze afstand is noodzakelijk om de verpakkingsbaan de nodige ruimte te geven tijdens het vormen van de dwarsverbinding. Immers, de dikte van de producten moet door de naar elkaar toe te brengen boven en onderlaag van de verpakkingskoker worden overbrugd en bovendien is een zekere ruimte nodig voor de sealbalk zelf. In 30 de praktijk leidt dit ertoe dat de producten vrij losjes in de gerede 3 verpakkingen zijn opgenomen. Dit komt het uiterlijk van de verpakte producten niet ten goede. Verder zijn de in losse of ruim zittende verpakkingen ondergebrachte producten veel moeilijker door automatische stapelaars en ontstapelaars te verwerken. Een ander bezwaar is dat meer 5 verpakkingsmateriaal wordt verbruikt dan strikt noodzakelijk is. Bovendien wordt de verpakkingskoker door de dwarsverbindingsmiddelen platgedrukt, zodat de dwarsverbinding die wordt verkregen breder is dan de breedte van de rest van het verpakte product. Bij de bekende inrichting moeten de dwarsverbindingsmiddelen derhalve aanzienlijk breder zijn dan de te 10 verpakken producten.
De uitvinding beoogt het genoemde probleem zoveel mogelijk te beperken en verschaft hiertoe een werkwijze van het in de aanhef beschreven type die wordt gekenmerkt doordat de verpakkingskoker tussen de twee opeenvolgende producten althans in dwarsrichting enigszins wordt . 15 ingesnoerd. De uitvinding verschaft tevens een inrichting bestemd voor gebruik bij de werkwijze volgens de uitvinding zoals beschreven in de aanhef, welke inrichting wordt gekenmerkt door ter hoogte van de dwarsverbindingsmiddelen opgestelde insnoermiddelen, die zijn ingericht voor het althans in dwarsrichting insnoeren van de verpakkingskoker 20 alvorens de dwarsverbindingsmiddelen in werking treden.
Als gevolg van het in dwarsrichting insnoeren van de verpakkingskoker ontstaat in hoogterichting weer iets meer ruimte in de verpakkingskoker om de hoogte van de te verpakken producten te overbruggen bij het vormen van de dwarsverbinding. Hierdoor kan een 25 goede dwarsverbinding worden gevormd terwijl de tussenruimte tussen de opeenvolgende producten op de verpakkingsbaan kleiner kan zijn. Het gevolg van het insnoeren is dat de producten in de uiteindelijke verpakking met minder ruimte zijn opgenomen, zodat het uiterlijk van het verpakte product strakker en professioneler oogt. Dit biedt bovendien het voordeel 30 dat de uiteindelijk verkregen, losverpakte producten gemakkelijker 1 01 o I £ « 4 hanteerbaar zijn in geautomatiseerde vervolgprocessen, zoals bijvoorbeeld stapel- en ontstapelprocessen. Nog een voordeel is dat relatief dikke producten kunnen worden verwerkt met dwarsverbindingsmiddelen waarvan de lengte van de sealbalken niet of nauwelijks groter behoeft te 5 zijn dan de breedte van de producten.
Volgens een nadere uitwerking van de werkwijze vindt het insnoeren plaats door in de verpakkingskoker een onderdruk te creëren ter hoogte van de positie waar de dwarsverbinding wordt gevormd. Hiertoe kan de inrichting volgens een nadere uitwerking zijn voorzien van een zuigmond 10 die zich in gebruik in de verpakkingskoker bevindt nabij en stroomopwaarts van de dwarsverbindingsmiddelen, waarbij de zuigmond is verbonden met een zuigleiding die is aangesloten op een onderdrukbron, waarbij de zuigleiding zich vanaf de zuigmond in stroomopwaartse richting uitstrekt tot een positie waar de verpakkingsbaan nog niet is gesloten tot een 15 verpakkingskoker. Door ter plaatse van de dwarsverbindingsmiddelen in de verpakkingskoker een onderdruk te creeren wordt de verpakkingskoker aldaar in alle richtingen samengezogen, zodat de verpakkingskoker insnoert. Hierdoor zullen de boven en onderlaag van de verpakkingskoker elkaar snel ontmoeten, zelfs wanneer slechts zeer weinig tussenruimte 20 tussen de producten aanwezig is.
Volgens een alternatieve nadere uitwerking van de werkwijze kan het insnoeren plaatsvinden door aan de buitenzijde van de verpakkingskoker druk op de verpakkingskoker uit te oefenen zodanig dat de verpakkingskoker ter hoogte van de positie waar de dwarsverbinding 25 wordt gevormd een iets kleinere breedte verkrijgt. Deze druk kan bijvoorbeeld worden uitgeoefend door ten minste twee persluchtstromen die door blaasmonden, die aan weerszijden van de verpakkingskoker zijn opgesteld, in ten opzichte van elkaar tegengestelde richting op de langsranden van de verpakkingskoker worden geblazen. Volgens een 30 alternatieve nadere uitwerking kan het insnoeren plaatsvinden met behulp n ✓· *“ ; *\ . .
5 van een tweetal, aan weerszijden van de verpakkingskoker opgestelde insnoerelementen, die in dwarsrichting naar elkaar toe bewegen op het moment dat een deel van de verpakkingskoker dat niet is ingenomen door een product de positie passeert waar de dwarsverbinding wordt gevormd.
5 Dergelijke insnoerelementen zijn daartoe in dwarsrichting van elkaar af en naar elkaar toe beweegbaar opgesteld.
Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding verdient het de voorkeur dat vóór het vormen van de dwarsverbindingen in dwarsrichting de twee opeenvolgende producten enigszins naar elkaar toe worden 10 bewogen. Doordat vóór het vormen van de dwarsverbinding in dwarsrichting de twee opeenvolgende producten enigszins naar elkaar worden bewogen ontstaat enige spelingsruimte in het deel van de verpakkingskoker dat zich tussen de beide opeenvolgende producten bevindt, zodat ook daardoor reeds de tussenruimte tussen de opeenvolgende 15 producten kleiner kan zijn. Het naar elkaar toe bewegen van de opeenvolgende producten kan bijvoorbeeld plaatsvinden op de wijze zoals besproken in EP-B-0 689 994. Echter ook andere middelen, zoals bijvoorbeeld een aanslag die het voorlopende product even afremt, kunnen voor het verkleinen van de tussenruimte tussen de opeenvolgende producten 20 worden toegepast.
Bij voorkeur bevatten de dwarsverbindingsmiddelen een sealbalksamenstel dat is voorzien van een bovenbalk en een onderbalk die van elkaar af en naar elkaar toe beweegbaar zijn opgesteld en die zich boven, respectievelijk onder de verpakkingskoker bevinden.
25 De uitvinding zal nader worden toe gelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld.
Figuur 1 toont een zijaanzicht van een verpakkingsstation; figuur 2 toont een bovenaanzicht van het in figuur 1 weergegeven verpakkingsstation met insnoeringszuigmond; 2; 6 figuur 3 toont een doorsnede aanzicht over de lijn III-III uit figuur figuur 4 toont een detail uit figuur 1; figuur 5 toont een soortgelijk bovenaanzicht als weergegeven in 5 figuur 2, waarbij in plaats van de zuigmond schematisch andere insnoeringsmiddelen zijn weergegeven; figuur 6 toont een detail uit figuur 5 waarbij de insnoeringsmiddelen worden gevormd door blaasmonden; figuur 7 toont een soortgelijk detail als weergegeven in figuur 6, 10 waarbij de insnoeringsmiddelen worden gevormd door insnoerelementen; figuur 8 toont een product verpakt in een inrichting volgens de stand van de techniek; en figuur 9 toont een aantal producten verpakt in een inrichting volgens de uitvinding.
15 Figuur 1 toont een verpakkingsstation 1 waarin producten P
worden verpakt. De producten P worden aangevoerd vanaf een productsamensteltransporteur 2 en met behulp van een positioneerstation 3 op de gewenste positie ten opzichte van elkaar op een verpakkingsbaan B uit foliemateriaal geplaatst. De onderlinge afstand tussen de producten is A. 20 Het verpakkingsstation 1 is voorzien van vouwmiddelen 4, 5, 6 die duidelijk zijn weergegeven in figuur 2. De foliebaan B wordt vanaf een onderzijde continu toegevoerd vanaf een niet weergegeven rol. Daarbij wordt de foliebaan B over geleidemiddelen 4 geleid en verandert daarbij van een opwaartse voortbewegingsrichting in een zich in voorwaartse langsrichting 25 T gerichte voortbewegingsrichting. Als gevolg van de aanwezigheid van de geleidemiddelen 4 en de geleidestangen 5 waarvan de positie instelbaar is, worden de langsranden van de foliebaan B geleidelijk bij het voortbewegen rond de producten P gevouwen. De trekbanden 6 zorgen voor de bekrachtiging van dit vouwproces. De vouwmiddelen worden derhalve 30 gevormd door de geleidemiddelen 4, de geleidestangen 5 en de trekbanden 6.
1 0 1 'O i ^ v'j · 7
Bij voorkeur wordt een langsseal gevormd met behulp van een sealinrichting 7 die in het bovenaanzicht van figuur 2 is getoond. Daarmee worden de beide langsranden van de verpakkingsbaan B met elkaar verbonden. Verder stroomafwaarts staan dwarsverbindingmiddelen 8 5 op gesteld die dienen om de uit de verpakkingsbaan B gevormde verpakkingskoker K te voorzien van dwarssealen S tussen de opeenvolgende producten P. De dwarsverbindingmiddelen 8 omvatten, zoals duidelijk weergegeven in het detail van figuur 4, een bovensealbalk 9 en een onderbalk 10 die elk met een daarbij behorende bekrachtiging 11, 10 respectievelijk 12 van elkaar af en naar elkaar toe beweegbaar zijn opgesteld. Bovendien is het dwarsverbindingssamenstel 8 in horizontale richting verplaatsbaar opgesteld, zodat het tijdens de sealbewerking meebeweegt met de zich continue voortbewegende verpakkingskoker K. Direct stroomafwaarts van de dwarsverbindingsmiddelen 8 rusten de 15 producten P op een transportbaan 13 met openingen waaronder een vacuüm is gecreëerd, zodat de producten P op deze transportbaan 13 worden vastgezogen. De betreffende stroomafwaarts gelegen transportbaan 13 is onafhankelijk aandrijfbaar van de stroomopwaarts van de dwarsverbindingsmiddelen gelegen transportbanen 16. Een en ander is 20 beschreven in aanvraagsters Europese octrooiaanvrage EP-B-0 689 994.
Met behulp van deze transportband 13 is het mogelijk het stroomafwaarts van de dwarsverbindingsmiddelen 8 gelegen producten P tijdelijk iets in voortbewegingssnelheid te verminderen, zodat de afstand A tussen de producten P stroomopwaarts en stroomafwaarts van de 25 dwarsverbindingsmiddelen 8 wordt verkleind. Hierdoor ontstaat ruimte in de verpakkingskoker K, zodat de dwarsseal S kan worden aangebracht. Bij het vormen van deze dwarsseal S is de verpakkingskoker geneigd breder te worden doordat deze wordt platgedrukt. Hierdoor komt het product P niet strak in de verpakking te zitten, hetgeen ongewenst is. Een niet strak rond 30 het product zittende verpakking levert namelijk in het vervolgtraject weer 8 problemen op bij het stapelen en ontstapelen van de producten. Bovendien is het uiterlijk van een niet strak zittende verpakking minder fraai dan van een product dat in een nauw omsluitende verpakking is opgenomen. Het uitvoeringsvoorbeeld dat is getoond in figuur 2 is voorzien van 5 insnoeringsmiddelen in de vorm van een zuigmond 14. De zuigmond 14 bevindt zich in gebruik in de verpakkingskoker K nabij en stroomopwaarts van de dwarsverbindingsmiddelen 8. De zuigmond 14 is verbonden met een zuigleiding 15 die is aangesloten op een (niet weergegeven) onderdrukbron. De zuigleiding 15 strekt zich vanaf de zuigmond 14 in stroomopwaartse 10 richting uit tot een positie waar de verpakkingsbaan B nog niet gesloten is tot een verpakkingskoker K, hetgeen duidelijk zichtbaar is in figuur 2 waar het uiteinde van de leiding 15 is aangeduid met het verwijzingscijfer 15a.
Uit figuur 2 blijkt duidelijk dat het uiteinde 15a zich tussen de geleidestangen 5 bevindt alwaar de langsranden van de verpakkingsbaan B 15 elkaar derhalve nog niet hebben ontmoet.
Doordat er lucht uit de verpakkingskoker K wordt afgezogen bij de zuigmond 14 zal de verpakkingskoker insnoeren, zodat tijdens het sealen van de dwarsverbinding S de verpakking zo strak mogelijk rond het product P komt aan te liggen.
20 Figuur 3 toont een doorsnede aanzicht over lijn III-III uit figuur 2.
Duidelijk zichtbaar is dat de trekband 6 in tweeën is verdeeld ter vorming van een uitsparing waarlangs de zuigleiding 15 van de zuigmond 14 zich uitstrekt. Verder is in dit aanzicht de transportband 16 te zien waarop de verpakkingskoker met de producten P rust.
25 Figuur 5 toont een alternatieve nadere uitwerking van de uitvinding waarbij de insnoerkracht Q van buitenaf op de langsranden van de verpakkingskoker K wordt uitgeoefend, welke insnoerkracht schematisch is weergegeven met behulp van de pijlen Q.
In figuur 6 zijn de dwarsverbindingsmiddelen 8 in meer detail in 30 bovenaanzicht weergegeven alsmede een eerste uitvoeringsvoorbeeld van 9 insnoeringsmiddelen 17 in de vorm van Maasmonden 17. De blaasmonden 17 blazen perslucht op de langsranden van de verpakkingskoker K in de met de pijlen Q aangegeven richting. De daarbij weergegeven pijlen Q representeren de kracht met behulp waarvan de verpakkingskoker K wordt 5 ingesnoerd.
Zoals getoond in figuur 7 kan de kracht Q ook door mechanische middelen worden uitgeoefend, zoals bijvoorbeeld een roterende nok of een tweetal paar van elkaar af en naar elkaar toe beweegbaar opgestelde pennen 18 die aangrijpen op de langsranden van de verpakkingskoker K 10 wanneer een tussenruimte tussen twee opeenvolgende producten P deze pennen 18 of dergelijke insnoerelementen passeert.
Figuur 8 toont nog een voorbeeld van een conventionele verpakking waarin geen insnoering tijdens de sealbewerking heeft plaatsgevonden. Duidelijk zichtbaar is dat de dwarsverbindingen S van de verpakking breed 15 zijn ten opzichte van de rest van de verpakking. In figuur 9 is een verpakking getoond die is vervaardigd met behulp van de werkwijze en de inrichting volgens de uitvinding. Duidelijk zichtbaar is dat de verpakking strak rond de daarin verpakte product P ligt.
Het is duidelijk dat de uitvinding niet is beperkt tot de beschreven 20 uitvoeringsvoorbeelden maar dat diverse wijzigingen binnen het raam van de uitvinding mogelijk zijn. Essentieel is dat door het insnoeren van de verpakkingskoker in dwarsrichting ter hoogte van de dwarsverbindingsmiddelen een strak rond het product zittende verpakking kan worden verkregen. Als gevolg hiervan kunnen de verpakte producten 25 goed verder worden verwerkt in bijvoorbeeld stapelinrichtingen en dergelijke en is bovendien het uiterlijk van het verpakte product bijzonder fraai.
101512«

Claims (12)

1. Werkwijze voor het verpakken van producten (P), waarbij de producten (P) achtereenvolgens worden aangevoerd aan een verpakkingsstation (1), waarbij een zich continu voortbewegende verpakkingsbaan (B) in het verpakkingsstation (1) wordt toegevoerd, 5 waarbij op de zich voortbewegende verpakkingsbaan (B) ter plaatse van een invoerpositie (la) producten (P) worden geplaatst, waarbij de langsranden van de verpakkingsbaan (B) tijdens het voortbewegen op continue wijze worden omgevouwen ter vorming van een verpakkingskoker (K) waarin de producten (P) zich bevinden, waarbij vervolgens telkens tussen twee 10 opeenvolgende producten (P) in de verpakkingskoker (K) ten minste één dwarsverbinding (S) wordt aangebracht en de verpakkingskoker (K) ter plaatse van deze ten minste ene dwarsverbinding (S) wordt gescheiden ter vorming van losse, product (P) bevattende verpakkingen, met het kenmerk, dat de verpakkingskoker (K) tussen de twee opeenvolgende producten (P) 15 althans in dwarsrichting enigszins wordt ingesnoerd.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het insnoeren plaatsvindt door in de verpakkingskoker (K) een onderdruk te creëren ter hoogte van de positie waar de dwarsverbinding (S) wordt gevormd.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het 20 insnoeren plaatsvindt door aan de buitenzijde van de verpakkingskoker (K) druk (Q) op de verpakkingskoker (K) uit te oefenen, zodanig dat de verpakkingskoker (K) ter hoogte van de positie waar de dwarsverbinding (S) wordt gevormd een iets kleinere breedte verkrijgt.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de druk 25 wordt uitgeoefend door ten minste twee persluchtstromen (Q) die door blaasmonden, die aan weerszijden van de verpakkingskoker (K) zijn /· v y. —· V ' ’H+ - opgesteld, in ten opzichte van elkaar tegengestelde richting op de langsranden van de verpakkingskoker (K) worden geblazen.
5. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het insnoeren plaatsvindt met behulp van een tweetal, aan weerszijden van de 5 verpakkingskoker (K) opgestelde insnoerelementen (17), die in dwarsrichting naar elkaar toe bewegen op het moment dat een deel van de verpakkingskoker (K) dat niet is ingenomen door een product (P) de positie passeert waar de dwarsverbinding (S) wordt gevormd.
6. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het 10 kenmerk, dat vóór het vormen van de dwarsverbindingen (S) in dwarsrichting de twee opeenvolgende producten (P) enigszins naar elkaar worden bewogen.
7. Inrichting voor gebruik bij de werkwijze volgens één der conclusie 1-6 omvattende een verpakkingsstation (1) voorzien van een 15 verpakkingsbaantoevoer voor het toevoeren van een continue verpakkingsbaan, een productinvoerpositie (la) ingericht voor het aldaar plaatsen van producten (P) op de continue verpakkingsbaan (B), vouwmiddelen (4, 5, 6) ingericht voor het tijdens het voortbewegen, omvouwen van de langsranden van de verpakkingsbaan (B) rond de op de 20 verpakkingsbaan (B) geplaatste producten (P), dwarsverbindingsmiddelen (8) ingericht voor het vormen van een dwarsverbinding (S) tussen twee opeenvolgende, zich in de verpakkingskoker (K) bevindende producten (P), gekenmerkt door ter hoogte van de dwarsverbindingsmiddelen (8) opgestelde insnoermiddelen (14, 15; 17, 18) ingericht voor het althans in 25 dwarsrichting insnoeren van de verpakkingskoker (K) alvorens de dwarsverbindingsmiddelen (8) in werking treden.
8 Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de insnoermiddelen een zuigmond (14) omvatten die zich in gebruik in de verpakkingskoker (K) bevindt nabij en stroomopwaarts van de 30 dwarsverbindingsmiddelen (8), waarbij de zuigmond (14) is verbonden met een zuigleiding (15) die is aangesloten op een onderdrukbron, waarbij de zuigleiding (15) zich vanaf de zuigmond (14) in stroomopwaartse richting uitstrekt tot een positie waar de verpakkingsbaan (B) nog niet is gesloten tot een verpakkingskoker (K).
9. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de insnoermiddelen een tweetal, aan weerszijden van een traject waarlangs de verpakkingskoker (K) zich voortbeweegt, ter hoogte van de dwarsverbindingsmiddelen (8) opgestelde blaasmonden (17) omvat, die zijn ingericht voor het blazen van perslucht (Q) in dwarsrichting.
10. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de insnoermiddelen ene tweetal, aan weerszijden van een traject waarlangs de verpakkingskoker (K) zich voortbeweegt, ter hoogte van de dwarsverbindingsmiddelen (8) op gestelde insnoerelementen (18) omvat, die in dwarsrichting van elkaar af en naar elkaar toe beweegbaar zijn.
11. Inrichting volgens één der conclusies 7-10, met het kenmerk, dat dwarsverbindingsmiddelen (8) een sealbalksamenstel omvatten, voorzien van een bovenbalk (9) en een onderbalk (10) die van elkaar af en naar elkaar toe beweegbaar zijn opgesteld.
12. Inrichting volgens één der conclusies 7-11, met het kenmerk, dat 20 stroomafwaarts van de dwarsverbindingsmiddelen (8) een transporteur (13) is opgesteld bestemd voor het afvoeren van de verpakte producten (P), waarbij de transportsnelheid van deze transporteur (13) onafhankelijk regelbaar is ten opzichte van de snelheid van stroomopwaarts van de dwarsverbindingsmiddelen (8) gelegen transporteurs (16) voor het 25 voortbewegen van de verpakkingskoker (K), zodat de onderlinge afstand tussen zich stroomopwaarts en stroomafwaarts van de dwarsverbindingsmiddelen (8) bevindende producten (P) veranderbaar is. 1015123d
NL1015123A 2000-05-04 2000-05-04 Werkwijze voor het verpakken van producten alsmede een inrichting bestemd voor gebruik bij de werkwijze. NL1015123C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1015123A NL1015123C2 (nl) 2000-05-04 2000-05-04 Werkwijze voor het verpakken van producten alsmede een inrichting bestemd voor gebruik bij de werkwijze.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1015123 2000-05-04
NL1015123A NL1015123C2 (nl) 2000-05-04 2000-05-04 Werkwijze voor het verpakken van producten alsmede een inrichting bestemd voor gebruik bij de werkwijze.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1015123C2 true NL1015123C2 (nl) 2001-11-06

Family

ID=19771330

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1015123A NL1015123C2 (nl) 2000-05-04 2000-05-04 Werkwijze voor het verpakken van producten alsmede een inrichting bestemd voor gebruik bij de werkwijze.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1015123C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1023745C2 (nl) * 2003-06-25 2004-12-28 Buhrs Zaandam Bv Feeder voorzien van automatische formaatherkenning.

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3782070A (en) * 1971-08-04 1974-01-01 Fmc Corp Machine for overwrapping multiple containers
US4106262A (en) * 1975-05-29 1978-08-15 Fmc Corporation Wrapping machine and method with four side rotary tucker
US4170863A (en) * 1977-02-02 1979-10-16 Sig Schweizerische Industriegesellschaft Apparatus for the continuous production of packages
US5447012A (en) * 1994-01-07 1995-09-05 Hayssen Manufacturing Company Method and apparatus for packaging groups of items in an enveloping film

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3782070A (en) * 1971-08-04 1974-01-01 Fmc Corp Machine for overwrapping multiple containers
US4106262A (en) * 1975-05-29 1978-08-15 Fmc Corporation Wrapping machine and method with four side rotary tucker
US4170863A (en) * 1977-02-02 1979-10-16 Sig Schweizerische Industriegesellschaft Apparatus for the continuous production of packages
US5447012A (en) * 1994-01-07 1995-09-05 Hayssen Manufacturing Company Method and apparatus for packaging groups of items in an enveloping film

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1023745C2 (nl) * 2003-06-25 2004-12-28 Buhrs Zaandam Bv Feeder voorzien van automatische formaatherkenning.
US7089711B2 (en) 2003-06-25 2006-08-15 Buhrs-Zaandam B.V. Feeder provided with automatic size recognition for a packaging line

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3583888A (en) Packaging apparatus and method
EP0721886B1 (en) Machine for packaging items in a web of packaging material formed into a tube
AU712087B2 (en) Method and apparatus for automatically packaging a food or non food product
US4658569A (en) Packaging apparatus
US4945713A (en) Method and apparatus for packeting objects in a chain of bags
GB2139175A (en) A machine for packing continuously moving articles with a strip of heat-shrinkable material
NL8601745A (nl) Werkwijze en inrichting voor het zigzagvouwen van eindloze materiaalbanen.
NL8103788A (nl) Inrichting voor het uit de transportstroom verwijderen van door middel van een transporteur getransporteerde, buigzame, vlakke voortbrengselen, in het bijzonder drukprodukten.
JP4932424B2 (ja) ピロー包装機
US4059264A (en) Method of feeding a leaflet and the apparatus therefor
EP0100609B1 (en) Apparatus and method for forming and stacking plastic bags
JPH04284231A (ja) 製袋機用セパレータ
US20020059779A1 (en) Unit for transferring groups of rolls to be wrapped within a film, from an intermediate station to subsequent stations
NL1015123C2 (nl) Werkwijze voor het verpakken van producten alsmede een inrichting bestemd voor gebruik bij de werkwijze.
NL8602845A (nl) Inrichting voor het verpakken van doorlopend bewegende voorwerpen in krimpmateriaal.
US4219299A (en) Apparatus for unwrapping bread
US5435115A (en) Vacuum packaging machine
US4924658A (en) Packaging apparatus
JP7420348B2 (ja) 包装システム
US3248850A (en) Web free end control for wrapping machines
US4624100A (en) Device for continuously feeding (synchronizing) essentially flat articles of the luxury-food or food industry, especially bars or strips of chocolate, to a packaging machine
JP5944857B2 (ja) 袋詰品シール方法および装置
JP7511840B2 (ja) 連包状製袋充填包装機における袋張り装置およびそれを備えた連包状製袋充填包装機
JPH0140803Y2 (nl)
NL8304020A (nl) Werkwijze en inrichting voor het verpakken van een voorwerp.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20051201