NL1015118C2 - Koppelstuk voor het onderling verbinden van twee stukken betonstaal. - Google Patents

Description

5

KOPPELSTUK VOOR HET ONDERLING VERBINDEN VAN TWEE STUKKEN BETONSTAAL

De uitvinding heeft betrekking op een koppelstuk voor het onderling verbinden van twee uiteinden van stukken betonstaal, voorzien van een eerste gat met inwendige schroefdraad dat op het uiteinde van een stuk betonstaal 10 kan worden geschroefd en een tweede gat met inwendige schroefdraad dat op het uiteinde van een ander stuk betonstaal kan worden geschroefd, waarbij tussen elke inwendige schroefdraad en de ingang van het betreffende gat een snijgedeelte aanwezig is dat schroefdraad kan 15 snijden in ribben die op het oppervlak van het betonstaal aanwezig zijn. Beide gaten zijn coaxiaal ten opzichte van elkaar.

EP-A-0867578 beschrijft een dergelijk koppelstuk, welk 20 koppelstuk wordt geschroefd op de uitwendige schroefdraad die door het snijgedeelte in hoofdzaak in de ribben, die zich op het oppervlak van het betonstaal bevinden, is aangebracht. Dit koppelstuk bestaat uit een huls met aan elk uiteinde een gat met inwendige 25 schroefdraad. Met dit koppelstuk kan op een bouwplaats een zeer eenvoudige verbinding tussen twee stukken betonstaal tot stand worden gebracht. Daardoor kunnen de stukken betonstaal op de bouwplaats op de vereiste lengte worden afgezaagd en onderling worden verbonden.

30

Doordat de schroefdraad op het uiteinde van de stukken betonstaal vrijwel alleen in de ribben op het oppervlak van het betonstaal is aangebracht, wordt de sterkte van het betonstaal niet of nauwelijks verminderd, terwijl 35 toch een voldoend sterke verbinding tussen het koppelstuk en het stuk betonstaal tot stand blijkt te kunnen worden gebracht.

101 18 2

In de praktijk is gebleken dat het snijden van schroefdraad in de ribben van het stuk betonstaal moeilijk is. Het snijgedeelte dat de schroefdraad snijdt moet nauwkeurig recht ten opzichte van het stuk 5 betonstaal worden. Vooral aanvankelijk, wanneer nog weinig schroefdraad is gesneden, is dat noodzakelijk om te voorkomen dat het koppelstuk tijdens het draadsnijden bewegingen maakt die de reeds gesneden schroefdraad beschadigen.

10

Een beschadiging van de schroefdraad of een niet geheel correct gesneden schroefdraad kan desastreuze gevolgen hebben voor de beoogde verbinding tussen de twee stukken betonstaal, vooral omdat de schroefdraad slechts op de 15 ribben is aangebracht, dus relatief weinig houvast heeft.

Wanneer het koppelstuk op het eerste stuk betonstaal wordt geschroefd geeft dat nog geen grote problemen, 20 maar wel als het koppelstuk op het uiteinde van het tweede stuk betonstaal wordt geschroefd, terwijl het reeds bevestigd is aan het eerste stuk betonstaal. Dan is het niet eenvoudig om met het koppelstuk, waaraan het eerste stuk betonstaal is bevestigd, schroefdraad op een 25 correcte wijze op het uiteinde van het tweede stuk betonstaal te snijden. Doordat wordt een minder betrouwbare verbinding tot stand gebracht.

De uitvinding beoogt de onderlinge verbinding van twee 30 stukken betonstaal die op een bouwplaats gemakkelijk en betrouwbaar tot stand kan worden gebracht.

Hiertoe bestaat het koppelstuk uit twee delen die onderling in elkaar kunnen worden geschroefd, waarbij 35 elk deel een gat met inwendige schroefdraad heeft dat op een uiteinde van een stuk betonstaal kan worden geschroefd. Nadat elk deel afzonderlijk op het •J0151 11 3 betonstaal is vastgeschroefd, waarbij het snijgedeelte van elk deel schroefdraad in de ribben van het betreffende stuk betonstaal heeft gesneden, worden de twee delen onderling met elkaar verbonden door middel 5 van hun schroefverbinding, bestaande uit een draadstang dat aan het ene deel is aangebracht en aan gat met inwendige schroefdraad dat in het andere deel is aangebracht. De draadstang en het gat zijn coaxiaal ten opzichte van de gaten met inwendige schroefdraad die op 10 het uiteinde van de stukken betonstaal kunnen worden geschroefd.

Deze onderlinge schroefverbinding van de twee delen van het koppelstuk kan zodanig worden uitgevoerd dat het 15 vrijwel onmogelijk is dat er bij het verbinden iets wordt beschadigd of dat er anderszins een niet correcte verbinding tot stand komt. Bij voorkeur wordt daarbij een taps gedeelte (trechtervorm) toegepast bij de ingang van het gat.

20

Met draadstang wordt een bedoeld een staafvormig metalen deel met een uitwendige schroefdraad, ook wel draadeind genoemd.

25 Op zichzelf is een koppelstuk voor het verbinden van stukken betonstaal, dat uit twee delen bestaat die aan elkaar kunnen worden geschroefd, bekend. Die delen worden echter niet op de uiteinden van de stukken betonstaal geschroefd, maar door middel van een 30 felsbewerking onder vervorming van het materiaal vast verbonden met het betonstaal. Een dergelijk koppelstuk moet van speciaal materiaal worden vervaardigd dat een dergelijke vervormingsbewerking toelaat, zodat niet het optimale materiaal voor een sterke en betrouwbare 35 verbinding kan worden gekozen. Bovendien kan deze verbinding moeilijk op de bouwplaats worden uitgevoerd, omdat voor de bewerking speciale machines zijn vereist.

10151 18 4

Voorts moet voor elke diameter van het betonstaal een verschillend speciaal gereedschap worden gebruikt.

Dat zo'n koppelstuk uit twee delen bestaat heeft als 5 voordeel dat de delen in de fabriek op het uiteinde van de stukken betonstaal kunnen worden bevestigd en dat dat niet op de bouwplaats hoeft te gebeuren. Op de bouwplaats kunnen de stukken betonstaal daarna gemakkelijk met elkaar worden verbonden.

10

In een uitvoeringsvorm heeft het eerste gat een andere diameter hebben dan het tweede gat, waardoor stukken betonstaal met onderling verschillende diameters met elkaar kunnen worden verbonden. Uiteraard snijden de 15 twee snij gedeelten dan ook schroefdraad met onderling verschillende diameters.

Het deel met de inwendige schroefdraad met de kleinere diameter is daarbij bij voorkeur voorzien van een 20 draadstang met uitwendige schroefdraad die in inwendige schroefdraad van het andere deel kan worden geschroefd om de onderlinge schroefverbinding van de twee delen van het koppelstuk tot stand te brengen. Het andere deel kan dan voorzien zijn van een doorlopend gat waarin zowel de 25 inwendige schroefdraad voor verbinding met het betonstaal als de inwendige schroefdraad voor de onderlinge verbinding van de delen is aangebracht, welke inwendige schroefdraden een in hoofdzaak diameter kunnen hebben.

30

Indien de twee inwendige schroefdraden een verschillende diameter hebben is bij voorkeur de diameter van de schroefdraad van de schroefverbinding tussen de twee delen in hoofdzaak gelijk of kleiner dan de diameter van 35 de grootste inwendige schroefdraad.

Het koppelstuk kan aan de buitenzijde elke geschikte 10151 18 5 vorm hebben, bijvoorbeeld rond zijn (buisvormig), maar bij voorkeur heeft het koppelstuk in dwarsdoorsnede een zeshoekige buitenomtrek over althans een deel van de lengte, bij voorkeur over de gehele lengte wanneer de 5 twee delen aan elkaar zijn bevestigd. De delen van het koppelstuk kunnen dan met een normale sleutel op de uiteinden van de stukken betonstaal worden geschroefd en met dezelfde sleutel aan elkaar worden geschroefd.

10 Bij voorkeur ligt, in axiale richting gezien, de onderlinge schroefverbinding tussen de twee delen geheel tussen de schroefverbindingen met de twee stukken betonstaal, zodat het koppelstuk een dwarsafmeting kan hebben die weinig groter is dan de diameter van het 15 betonstaal.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een koppelstuk-orgaan dat kan worden toegepast als deel van bovenbeschreven koppelstuk, welke orgaan is voorzien van 20 een gat met inwendige schroefdraad dat op het uiteinde van een stuk betonstaal kan worden geschroefd, waarbij tussen de inwendige schroefdraad en de ingang van het gat een snijgedeelte aanwezig is dat schroefdraad kan snijden in ribben die op het oppervlak van het 25 betonstaal aanwezig zijn, en van een coaxiaal met het gat aangebrachte draadstang met uitwendige schroefdraad, die, in axiale richting, zich op afstand van de inwendige schroefdraad bevindt. De diameter van de uitwendige schroefdraad is daarbij kleiner dan de 30 dwarsafmeting van het koppelstuk ter plaatse van de inwendige schroefdraad, en bij voorkeur is die diameter in hoofdzaak gelijk aan de diameter van de inwendige schroefdraad.

35 Een dergelijk koppelstuk-orgaan kan niet alleen worden gebruikt als deel van het eerder beschreven koppelstuk. Twee van deze koppelstuk-organen kunnen ook samen een 1015113 6 koppelstuk voor het verbinden van twee stukken betonstaal vormen. Zij worden elk op een uiteinde van een stuk betonstaal geschroefd, waarna ze aan elkaar worden bevestigd door een buis met inwendige 5 schroefdraad die op de uitwendige schroefdraad van de twee koppelstuk-organen wordt geschroefd.

De draadstang van een van de twee koppelstuk-organen kan daarbij langer worden uitgevoerd, zodat genoemde buis 10 eerst geheel op die draadstang kan worden geschroefd, om vervolgens te worden terug geschroefd tot op het andere koppelstuk-orgaan. Een extra moer kan eventueel de buis blokkeren tegen ongewenste rotatie.

15 Voorts heeft de uitvinding betrekking op een koppelstuk-orgaan dat kan worden toegepast als deel van een het bovenbeschreven koppelstuk, welk koppelstuk-orgaan is voorzien van een gat met inwendige schroefdraad dat op het uiteinde van een stuk betonstaal kan worden 20 geschroefd, waarbij tussen de inwendige schroefdraad en de ingang van het gat een snijgedeelte aanwezig is dat schroefdraad kan snijden in ribben die op het oppervlak van het betonstaal aanwezig zijn, en van een coaxiaal met het gat aangebracht gat met inwendige schroefdraad 25 van een andere soort of afmeting dan de eerstgenoemde inwendige schroefdraad.

Een dergelijk koppelstuk-orgaan kan niet alleen worden gebruikt als deel van het eerder beschreven koppelstuk. 30 Twee van deze koppelstuk-organen kunnen ook samen een koppelstuk voor het verbinden van twee stukken betonstaal vormen. Zij worden elk op een uiteinde van een stuk betonstaal geschroefd, waarbij het snijgedeelte schroefdraad snijdt in de ribben op het oppervlak van 35 het betonstaal, waarna ze aan elkaar worden bevestigd door middel van een draadstang die in koppelstuk-organen in het laatstgenoemde gat met inwendige schroefdraad j015118 7 wordt geschroefd. Daardoor kunnen twee op grotere afstand van elkaar gelegen uiteinden van stukken betonstaal met elkaar worden verbonden.

5 De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het onderling verbinden van twee uiteinden van stukken betonstaal, waarbij een koppelstuk voorzien van een eerste gat en een tweede gat, beide met inwendige schroefdraad, en tussen elke inwendige schroefdraad en 10 de ingang van het betreffende gat een snijgedeelte dat schroefdraad snijdt in ribben die op het oppervlak van het betonstaal aanwezig zijn, op het uiteinde van een stuk betonstaal wordt geschroefd zodat tijdens het schroeven schroefdraad wordt gesneden, en vervolgens op 15 het uiteinde van een ander stuk betonstaal wordt geschroefd, waarbij eveneens schroefdraad wordt gesneden, waarbij het koppelstuk uit twee delen bestaat die elk een gat met inwendige schroefdraad hebben, waarbij elk deel afzonderlijk op het uiteinde van een 20 stuk betonstaal wordt geschroefd, waarbij schroefdraad wordt gesneden, waarna de twee delen door middel van een schroefverbinding aan elkaar worden bevestigd.

Ter verduidelijking van de uitvinding zullen, onder 25 verwijzing naar de tekening twee uitvoeringsvoorbeelden van een koppelstuk worden beschreven.

Figuren 1, 2 en 3 zijn aanzichten van twee delen die tezamen een koppelstuk vormen; 30 figuren 4 en 5 zijn doorsneden van dat koppelstuk, en figuren 6 en 7 tonen een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een koppelstuk.

Figuur 4 toont het deel 1 van het koppelstuk 1,2, dat in 35 figuur 1 in aanzicht is weergegeven, in doorsnede. Het weergegeven deel 1 heeft een doorlopend gat 3 met aan de linkerkant een inwendige schroefdraad 4 dat grenst aan 101 51 18 8 een snijgedeelte 5 dat schroefdraad kan snijden in ribben op het oppervlak van het uiteinde van een stuk betonstaal. Zo kan deel 1 draaiend op het uiteinde van het stuk betonstaal worden aangebracht, waarbij 5 snijgedeelte 5 schroefdraad snijdt en die schroefdraad vervolgens in de inwendige schroefdraad 4 wordt geschroefd.

Figuur 5 toont het deel 2 van koppelstuk 1,2, dat in 10 figuur 2 in aanzicht is weergegeven in doorsnede. Deel 2 is voorzien van een blind gat 6 dat voorzien is van inwendige schroefdraad 7. Schroefdraad 7 grenst aan een snijgedeelte 8 dat schroefdraad kan snijden in ribben op het oppervlak van het uiteinde van een stuk betonstaal. 15 Zo kan deel 2 draaiend op het uiteinde van het stuk betonstaal worden aangebracht, waarbij snijgedeelte 8 schroefdraad snijdt en die schroefdraad vervolgens in de inwendige schroefdraad 7 wordt geschroefd.

20 Nadat op de twee uiteinden van de stukken betonstaal de delen 1 en 2 van het koppelstuk zijn bevestigd, worden de twee stukken betonstaal aan elkaar bevestigd door de draadstang 10, die voorzien is van uitwendige schroefdraad 11, in de inwendige schroefdraad 12 van het 25 gat 3 te draaien totdat de twee delen 1,2 stevig met elkaar zijn verbonden.

Deel 1 is voorzien van een trechtervormig deel 13 dat het aan elkaar schroeven van de twee delen 1,2 30 ve rgemakke1i j kt.

Figuur 3 toont in aanzicht het snijgedeelte 8 van deel 2 van het koppelstuk, waarbij de zeshoekige buitenomtrek goed zichtbaar is.

35

Elk deel 1,2 kan afzonderlijk op het uiteinde van een stuk betonstaal worden bevestigd, waarbij de nodige 101 51 18 9 voorzichtigheid betracht moet worden om het snijgedeelte 5,8 correct zijn werk te laten doen. Daarna kunnen de twee stukken betonstaal aan elkaar worden bevestigd.

5 Figuren 6 en 7 tonen een tweede uitvoeringsvoorbeeld, waarbij figuur 6 een deel 15 toont dat gelijk is aan het deel 2 dat in de figuren 2 en 5 is weergegeven. Het deel 15 is voorzien van een niet weergegeven gat met inwendige schroefdraad en een snijgedeelte. Voorts is 10 deel 15 voorzien van een draadstang 18 met uitwendige schroefdraad. Het andere deel 17 van het koppelstuk wijkt van het in figuur 6 getoonde deel 15 af doordat het een langere draadstang 19 heeft. Op de draadstang 19 is een buis 20 met inwendige schroefdraad aanwezig.

15 Nadat de delen 15 en 17 elk op een uiteinde van een stuk betonijzer zijn bevestigd, wordt de buis 20 zover in de richting van deel 15 gedraaid, dat buis 20 zowel rond draadstang 18 als rond draadstang 19 ligt en beide delen 15 en 17 met elkaar verbindt. Een contramoer kan 20 eventueel buis 20 fixeren.

In dit tweede uitvoeringsvoorbeeld zijn de delen 15 en 17 en buis 20 voorzien van een zeskantige buitenomtrek.

10151 18

Claims (10)

1. Koppelstuk voor het onderling verbinden van twee 5 uiteinden van stukken betonstaal, voorzien van een eerste gat met inwendige schroefdraad dat op het uiteinde van een stuk betonstaal kan worden geschroefd en een tweede gat met inwendige schroefdraad dat op het uiteinde van een ander stuk 10 betonstaal kan worden geschroefd, waarbij tussen elke inwendige schroefdraad en de ingang van het betreffende gat een snijgedeelte aanwezig is dat schroefdraad kan snijden in ribben die op het oppervlak van het betonstaal aanwezig zijn, met het 15 kenmerk, dat het koppelstuk uit twee delen bestaat die onderling in elkaar kunnen worden geschroefd, waarbij elk deel een gat met inwendige schroefdraad heeft dat op een uiteinde van een stuk betonstaal kan worden geschroefd. 20

2. Koppelstuk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste gat en het tweede gat een onderling verschillende diameter hebben.

3. Koppelstuk volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het deel met de inwendige schroefdraad met de kleinere diameter is voorzien van een draadstang met uitwendige schroefdraad die in inwendige schroefdraad van het andere deel kan worden 30 geschroefd om de onderlinge schroefverbinding van de twee delen van het koppelstuk tot stand te brengen.

4. Koppelstuk volgens conclusie 3, met het kenmerk, 35 dat het andere deel is voorzien van een doorlopend gat waarin zowel de inwendige schroefdraad voor verbinding met het betonstaal als de inwendige 1015118 schroefdraad voor de onderlinge verbinding van de delen is aangebracht, welke inwendige schroefdraden een in hoofdzaak gelijke diameter kunnen hebben.

5. Koppelstuk volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de diameter van de schroefdraad van de schroefverbinding tussen de twee delen in hoofdzaak gelijk of kleiner is dan de diameter van de grootste inwendige schroefdraad. 10

6. Koppelstuk volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in dwarsdoorsnede een zeshoekige buitenomtrek aanwezig is over althans een deel van de lengte. 15

7. Koppelstuk volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat, in axiale richting gezien, de onderlinge schroefverbinding tussen de twee delen geheel tussen de schroefverbindingen met de twee 20 stukken betonstaal ligt.

8. Koppelstuk-orgaan dat kan worden toegepast als deel van een koppelstuk volgens een der conclusies 1-7, voorzien van een gat met inwendige schroefdraad dat 25 op het uiteinde van een stuk betonstaal kan worden geschroefd, waarbij tussen de inwendige schroefdraad en de ingang van het gat een snijgedeelte aanwezig is dat schroefdraad kan snijden in ribben die op het oppervlak van het 30 betonstaal aanwezig zijn, gekenmerkt door een coaxiaal met het gat aangebrachte draadstang met uitwendige schroefdraad, die, in axiale richting, zich op afstand van de inwendige schroefdraad bevindt. 35

9. Koppelstuk-orgaan dat kan worden toegepast als deel van een koppelstuk volgens een der conclusies 1-7, 1015118 voorzien van een gat met inwendige schroefdraad dat op het uiteinde van een stuk betonstaal kan worden geschroefd, waarbij tussen de inwendige schroefdraad en de ingang van het gat een 5 snijgedeelte aanwezig is dat schroefdraad kan snijden in ribben die op het oppervlak van het betonstaal aanwezig zijn, gekenmerkt door een coaxiaal met het gat aangebracht gat met inwendige schroefdraad van een andere soort of afmeting dan 10 de eerstgenoemde inwendige schroefdraad.

10. Werkwijze voor het onderling verbinden van twee uiteinden van stukken betonstaal, waarbij een koppelstuk voorzien van een eerste gat en een 15 tweede gat, beide met inwendige schroefdraad, en tussen elke inwendige schroefdraad en de ingang van het betreffende gat een snij gedeelte dat schroefdraad snijdt in ribben die op het oppervlak van het betonstaal aanwezig zijn, op het uiteinde 20 van een stuk betonstaal wordt geschroefd zodat tijdens het schroeven schroefdraad wordt gesneden, en vervolgens op het uiteinde van een ander stuk betonstaal wordt geschroefd, waarbij eveneens schroefdraad wordt gesneden, met het kenmerk, dat 25 het koppelstuk uit twee delen bestaat die elk een gat met inwendige schroefdraad hebben, waarbij elk deel afzonderlijk op het uiteinde van een stuk betonstaal wordt geschroefd, waarbij schroefdraad wordt gesneden, waarna de twee delen door middel 30 van een schroefverbinding aan elkaar worden bevestigd. 1015118