NL1014379C2 - Inrichting en samenstel voor het aanbrengen van zaaigoed in een voor in een bodem. - Google Patents

Inrichting en samenstel voor het aanbrengen van zaaigoed in een voor in een bodem. Download PDF

Info

Publication number
NL1014379C2
NL1014379C2 NL1014379A NL1014379A NL1014379C2 NL 1014379 C2 NL1014379 C2 NL 1014379C2 NL 1014379 A NL1014379 A NL 1014379A NL 1014379 A NL1014379 A NL 1014379A NL 1014379 C2 NL1014379 C2 NL 1014379C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
seed
drum
storage chamber
housing
foregoing
Prior art date
Application number
NL1014379A
Other languages
English (en)
Inventor
Peter Lindoorn
Original Assignee
Terlindo Beheer B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Terlindo Beheer B V filed Critical Terlindo Beheer B V
Priority to NL1014379A priority Critical patent/NL1014379C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1014379C2 publication Critical patent/NL1014379C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C7/00Sowing
    • A01C7/04Single-grain seeders with or without suction devices
    • A01C7/042Single-grain seeders with or without suction devices using pneumatic means
    • A01C7/044Pneumatic seed wheels
    • A01C7/046Pneumatic seed wheels with perforated seeding discs

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Sowing (AREA)

Description

INRICHTING EN SAMENSTEL· VOOR HET AANBRENGEN VAN ZAAIGOED
IN EEN VOOR IN EEN BODEM
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting en samenstel voor het aanbrengen van zaaigoed in een "voor" in een bodem, zoals tuinbouwgrond, landbouwakker, etc.
5 Bekend zijn samenstellen en inrichtingen waar bij het in een "voor" te deponeren zaaigoed een grote zaaispreiding, zowel in de langsrichting (zaai- of "voor"richting) alsmede in de dwarsrichting, kent. Met name de zaaispreiding in de dwarsrichting zorgt ervoor 10 dat een deel van het zaaigoed verloren gaat, bijvoorbeeld doordat vogels de zaden opeten. Zaden die op de grond blijven liggen ontkiemen bovendien niet en vormen derhalve geen plant. Tevens gebeurt het dat de zaden door het stuiteren tegen de wand van de "voor" te dicht bij elkaar 15 komen te liggen, hetgeen de groei belemmert.
Uit het Amerikaanse octrooischrift US 3 770 164 is een zaaitoestel bekend waarbij een enkele rij perforaties op het omtreksoppervlak van een onder druk gebrachte draaiende trommel is voorzien voor het meenemen van 20 zaden. Indien een perforatie op een bepaalde positie is gearriveerd wordt door een afblaasinrichting het betreffende zaad van het omtreksoppervlak verwijderd en vervolgens afgevoerd. De bekende inrichting heeft een dichting tussen de trommel en het huis waarin O-ringen worden 25 toegepast. Een bezwaar hiervan is dat er relatief grote wrijving tussen het trommelelement en het huis optreedt. Dit stelt zware eisen aan de aandrijving van de trommel. Bovendien belemmert dit het met een enkele aandrijving laten draaien van aantal trommels naast elkaar voor het 30 tegelijkertijd in een aantal evenwijdige "voren" aanbrengen van zaaigoed.
De onderhavige uitvinding beoogt een samenstel en inlichtingen waarin bovengenoemde bezwaren zijn ondervangen .
1014379« 2
Dit wordt bereikt in een inrichting en samenstel volgens respectievelijk conclusies 1 en 16. De toepassing van een labyrinth zorgt voor een nagenoeg luchtdichte afdichting tussen het trommelelement ener-5 zijds het huis anderzijds waarbij een minimale wrijving optreedt. Hierdoor kan het rotatieaandrijfsysteem van de trommel van de inrichting lichter worden uitgevoerd.
De genoemde openingen zijn in één enkele rij in de omtrekswand van het trommelelement aangebracht, waar-10 door deze enkele rij exact boven het midden van de "voor" te positioneren is, zodat de zaden op de daarvoor bestemde plaats terechtkomen. Door deze enkele rij exact boven het midden van de "voor" te positioneren, kunnen de zaden op de daarvoor bestemde plaats terechtkomen.
15 Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm heeft de voorraadkamer een in de richting van de afvoer van zaaigoed, in hoofdzaak constante of toenemende dwarsdoorsnede . Hierdoor wordt de kans op brugvorming in de voorraadkamer verkleind hetgeen een betere werking van de 20 inrichting verzekert en oponthoud als gevolg van het reinigen van de voorraadkamer wordt vermeden.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is in de voorraadkamer een aanvoerbuis voor aanvoer van zaaigoed vanuit een centraal punt aangebracht waarbij de 25 diepte waarmee de aanvoerbuis in de voorraadkamer steekt met verstelmiddelen verstelbaar is. Door de genoemde diepte te verstellen, kan het niveau van het zaaigoed in de voorraadkamer aangepast worden afhankelijk van het gebruikte zaad en de gemiddelde zaadgrootte. Samen met 30 een volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm in de voorraadkamer aangebrachte verstelbare schuif voor het regelen van de toevoer van zaaigoed naar het trommelor-gaan wordt daarmee brugvorming verder voorkomen. De eerste functie van de schuif is het vormen van een af-35 scheiding tussen de trommelvoorraad en voorraadkamer. Er zijn situaties waar alleen de voorraadkamer van het zaaielement gebruikt wordt, welke dan tot de bovenzijde van de schuif gevuld kan worden. De tweede functie van de 1014379· 3 schuif is de instelling van de zaadhoogte tegen de trommel door op en neer verplaatsing van de schuif. Wordt de zaadhoogte tegen de trommel te hoog, dan wordt teveel zaad via de buitenwand met de draaiende trommel meegeno-5 men. Het is derhalve van belang dat het zaadniveau van het tegen de trommelwand aangedrukte zaad niet te hoog komt. De derde functie van de schuif is het tegengaan van brugvorming van de zaden, in samenspel met de eerder genoemde aanvoerbuis. - 10 Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de onderbrekingsmiddelen: - een aan de binnenzijde tegen de omtrekswand drukkende en bij de draaibeweging telkens één opening bedekkende onderbrekingsmond; 15 - verbindingsmiddelen voor een verbinding tussen de onderbrekingsmond en een onderbrekingsdruk gelijk aan of hoger dan de buitenluchtdruk.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de inrichting: 20 - een aan de binnenzijde tegen de omtrekswand drukkende en ten minste één opening bedekkende blaasmond; - verbindingsmiddelen voor een verbinding tussen de blaasmond en een druk, hoger dan de onderbrekingsdruk, voor het schoonblazen van de genoemde opening.
25 Door deze blaasmond wordt met behulp van blaas- lucht de openingen in de omtrekswand van het trommelele-ment schoongeblazen.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de inrichting een afsluitelement waarlangs de 30 buitenzijde van de omtrekswand tijdens rotatie van de trommel strijkt. Om verlies van druk in de trommel te , voorkomen dienen namelijk de openingen in de trommelwand . welke niet gebruikt worden, na het zogenaamde afvalpunt, afgesloten te worden. Dit wordt tot stand gebracht door 35 het afsluitelement, dat naast afsluiting de functie heeft van het verwijderen van mogelijkerwijs niet-afgevallen zaden.
1014379· 4
Doordat het afsluitelement aan de buitenzijde is aangebracht, wordt het door de onderdruk in de trommel automatisch tegen de trommelwand aangezogen, hetgeen de afsluitende werking van het element vergroot.
5 Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm heeft de voorraadkamer van de inrichting een aflopende bodem, welke V-vormig is. Hierdoor is het mogelijk om de voorraadkamer geheel leeg te zaaien, hetgeen zaadvermen-ging bij overgang op andere zaden voorkomt.
10 Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is nabij de omtrekswand van het trommelelement een zaaigoed-verenkelingsorgaan aangebracht, bijvoorbeeld in de vorm van een afstrijker, voor het verenkelen van de op een opening vastgezogen meerdere zaden. Hiermee wordt verze-15 kerd dat op elke opening slechts één zaad wordt vastgezogen.
Bij constante voortbewegingssnelheid van de inrichting en een constante draaisnelheid van de trommel zorgt dit voor gelijke onderlinge tussenruimtes in langs-20 richting van de in de "voor" aangebrachte zaden.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de inrichting middelen voor het toevoeren van blaaslucht naar de voorraadkamer. Door blaaslucht in de voorraadkamer te blazen kan de kans op brugvorming of 25 klontering van de zaden verder verkleind worden.
Volgens een tweede aspect van de onderhavige uitvinding wordt een samenstel verschaft voor het aanbrengen van zaaigoed in "voren" in een bodem, omvattende een over de bodem transportabel gestel, waarin zijn 30 aangebracht: - middelen voor het in de bodem aanbrengen van evenwijdige "voren"; - voor elke "voor" één inrichting van het eerder beschreven type; 35 - een gemeenschappelijke aandrijving voor het aandrijven van de respectievelijke trommelelementen.
De zaai-inrichtingen worden met een enkele aandrijving aangedreven. Een dergelijke aandrijving kan 1014379· 5 bestaan uit een gemeenschappelijke aandrijfas die door het hart van elk trommelwand is gevoerd. Bij voorkeur zijn de zaai-inrichtingen langs de aandrijfas ten opzichte van elkaar verschuifbaar voor het, één en ander afhan-5 kelijk van de wens van de gebruiker, variëren van onderlinge afstand tussen de "voren".
Volgens een verder aspect van de uitvinding wordt een werkwijze verschaft voor het in een bodem brengen van zaaigoed, waarin één of meer van de bovenge- 10 noemde inrichtingen en/of een bovengenoemd samenstel wordt toegepast.
Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt in de navolgende beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm 15 daarvan. In de beschrijving wordt verwezen naar de tekeningen, waarin tonen: - figuur 1 een aanzicht in perspectief van een voorkeursuitvoeringsvorm van een samenstel volgens de uitvinding; 20 - figuur 2 een dwarsdoorsnede van een bodem waarin een "voor" is aangebracht; - figuur 3 een gedeeltelijk weggenomen aanzicht in perspectief van een voorkeursuitvoeringsvorm van een zaai-inrichting volgens de uitvinding; 25 - figuren 4 en 5 geëxplodeerde aanzichten in perspectief van de voorkeursuitvoeringsvorm van figuur 3; en - figuur 6 is een verder opengewerkt aanzicht in perspectief van de voorkeursuitvoeringsvormen van 30 figuren 3-5.
In figuur 1 is een samenstel weergegeven voor het ploegen van een akker, waarbij een viertal "voren" V in een bodem B wordt aangebracht, en voor het in elke "voor" V aanbrengen van zaaigoed.
35 Het samenstel wordt op bekende wijze via een landbouwvoertuig voortgetrokken in de richting van pijl A, om een viertal "voren" in de bodem te ploegen. Het samenstel omvat een frame 1, bestaande uit een ligger 2 *014379· 6 waaraan een viertal armen 3 zijn bevestigd. Aan het uiteinde van elke arm 3 is een wiel 4 bevestigd waarmee het samenstel over de bodem B rijdt. Aan elke arm 3 is bovendien een schijf 5 bevestigd waarmee een "voor" V in 5 de bodem B kan worden gemaakt. Achter de wielen 4 kunnen (niet-weergegeven) omwoelorganen zijn aangebracht voor het sluiten van de "voren" V.
Het zaaigoed Z is opgeslagen in een viertal bakken 6, zoals weergegeven in de figuren, of in een 10 centrale bak. Elke bak 6 is verbonden met een zaai-inrichting 10, zoals op schematische wijze is weergegeven in figuur 1. Het zaaigoed Z wordt via leidingen 7 naar de zaai-inrichtingen 10 getransporteerd die vervolgens het zaaigoed in de daartoe bestemde "voor" deponeren. De 15 zaai-inrichtingen 10 zijn van het type met een draaibare trommel welke langs een voorraadkamer draait. De trommel is voorzien van openingen waartegen, als gevolg van een onderdruk in de trommel, het zaaigoed wordt vastgezogen. Het zaaigoed in de voorraadkamer wordt door de trommel 20 meegenomen en vervolgens aan de onderzijde van inrichting 10 losgelaten. De trommels van de zaai-inrichtingen 10 worden aangedreven door een as 8, welke in figuur 1 schematisch is weergegeven. De as 8 wordt door een niet-weergegeven aandrijfmotor, via schijven 11 en 12 en 25 daartussen aangebrachte kettingen 9, aangedreven.
In plaats van de boven beschreven constructie is het ook mogelijk een constructie toe te pasen waarbij zaai-inrichtingen te bevestigen zijn aan een zichzelf voortbewegende zaai-machine. In beide gevallen kunnen 30 zaai-inrichtingen naast elkaar geplaatst worden waarbij de minimale onderlinge afstand van de te zaaien rijen bepaald wordt door de breedte van de zaai-inrichting en de maximum afstand slechts bepaald wordt door de afmetingen van het frame of de zaaimachine. Indien gewenst maakt 35 de constructie het mogelijk, dat de genoemde afstand voor verschillende typen zaaigoed, al dan niet tijdens het zaaien, te variëren is.
1014379· 7
Door de enkelrij-constructie is de zaai-inrich-ting geschikt voor zaaien in de tuinbouw met een aantal zaai-inrichtingen naast elkaar, alsook in de landbouw op een aantal parallellogrammen naast elkaar achter een 5 trekker, waardoor de voordelen van de trommelzaai-inrichtingen ook bij niet-stationaire toepassingen maximaal tot uiting kunnen komen.
Figuur 2 toont op schematische wijze de dwarsdoorsnede van een "voor" V in een bodem B. Een dergelijke 10 "voor" heeft, afhankelijk aan het toegepaste type zaaigoed, verschillende afmetingen. Een voorbreedte van 15-25 mm en een voordiepte van 30-50 mm zijn in de praktijk veel voorkomende afmetingen. In veel gevallen is de "voor" onderin voorzien van een gleuf G (circa 1 a 2 mm 15 breed) waarin de zaden direct klem kunnen liggen, wanneer althans de zaden in hoofdzaak verticale richting worden aangevoerd, zoals met de beschreven trommelzaai-inrichting mogelijk is.
Zaden Ζγ tot en met Z5 kunnen op verschillende 20 posities in de "voor" terechtkomen. Bij het zaaien met zaaielementen van het type waarbij zaden aan de zijkant van een schijf of plaat worden meegenomen, treedt, als gevolg van de rotatiesnelheid en het zaadgewicht, niet alleen een zaaispreiding op in de langsrichting (zaai-25 richting), maar tevens in de dwarsrichting. Bovendien is de valhoogte van de zaden bij zaaielementen van een dergelijk type relatief groot, hetgeen de zaainauwkeurig-heid verder vermindert.
Voor een optimaal zaairesultaat moeten de zaden 30 terechtkomen op de voorkeurspositie die in figuur 2 is aangeven met Z5. Als gevolg van zaaispreiding in de dwarsrichting komen zaden Ζχ, Z2, Z3 en Z4 door terugkaatsing tegen de wanden van de "voor" V zelfs buiten de "voor" V terechtkomen.
35 De spreiding in de langsrichting is minder van belang, alhoewel het de voorkeur heeft om de zaden op gelijke onderlinge afstanden aan te brengen.
*014379· 8
De zaaispreiding in dwarsrichting wordt voorkomen door toepassing van de hierna te bespreken zaai-inrichting. In figuren 3 tot en met 5 is de zaai-inrich-ting 10 weergegeven, welke een huis 13 omvat waarin een 5 trommel 14 draaibaar is. De draairichting van de trommel 14 is in figuur 3 met pijlen B aangegeven.
Via leidingen 7 en een aanvoerbuis 15 wordt zaaigoed in de richting van pijl C aangevoerd tot in een voorraadkamer 16. Het zaaigoed verplaatst zich vervolgens 10 in de richting van pijl D naar trommel 14.
De aanvoerbuis 15 waarmee het zaaigoed wordt aangevoerd is in hoogterichting (pijl E) verschuifbaar en vervolgens in een gewenste positie fixeerbaar door middel van een schroef 19 die in de wand 18 van de voorraadkamer 15 16 is aangebracht en tot tegen de buitenwand van de aanvoerbuis 15 kan worden gedraaid.
De trommel 14 wordt geroteerd door middel van een as 8. De trommel 14 is cilindervormig, waarbij in de cilindermantel ervan een rij openingen 17 is aangebracht. 20 Het aantal in de omtrekswand aangebrachte openingen kan variëren, doch is bij voorkeur circa 80.
Zoals eerder is opgemerkt, heerst er in de trommel een onderdruk. Deze wordt als volgt tot stand gebracht. In het huis is een luchtafvoerbuis 21 voorzien 25 die in verbinding staat met het binnenste van de trommel 14. Met een niet-getoonde luchtpomp wordt via de buis 21 lucht afgevoerd voor het creëren van onderdruk in de trommel 14. Een dergelijke pomp kan bijvoorbeeld een standaard stofzuiger zijn of een speciaal daarvoor inge-30 richte vacuümpomp.
Door de onderdruk in de trommel 14 wordt een deel van het zich in voorraadkamer 16 bevindende zaaigoed tegen openingen 17 in de omtrekswand 22 van de trommel 14 gezogen. Afhankelijk van de grootte en het type zaad 35 (harig, glad, rotsachtig, etc.) worden één of meer zaadjes tegelijkertijd tegen een opening 17 vastgezogen. Bij rotatie in de richting van pijl B komen dergelijke vastgezogen zaadjes terecht bij een afstrijker 30, die in 1014379· 9 hoofdzaak langs de door de openingen afgelegde baan gepositioneerd is.
De afstrijker 30 is in de weergegeven uitvoering uitgevoerd als een golfvormige strip 30 die aan zijn 5 uiteinden bevestigd is aan instelmiddelen waarmee de positie van de strip 30 ten opzichte van de baan van de openingen in te stellen is. De instelmiddelen omvatten draaiknoppen 31 en 32 waarmee de afstrijker 30 in de richting van pijlen F respectievelijk G te verplaatsen 10 is. Afhankelijk van de grootte en het type zaad wordt de afstrijker 30 in meer of mindere mate over de baan van de openingen 30 in de trommelwand 22 geplaatst, met als gevolg dat per opening 17 nog slechts één zaadje tegen de omtrekswand 22 van de trommel 14 vastgezogen blijft.
15 De voorraadkamer 16 van de zaai-inrichting 10 is, zoals reeds eerder is vermeld, voorzien van aanvoer-buis 15 die in hoogte verstelbaar is. Door de hoogte te variëren, dat wil zeggen de diepte waarmee de aanvoerbuis 15 tot in de voorraadkamer 16 steekt, kan het niveau van 20 het zaaigoed in de voorraadkamer 16 aangepast worden.
Tevens is in de voorraadkamer 16 een schuif 39 aangebracht, die eveneens in de hoogterichting (pijl H) verschuifbaar is. Het uiteinde 40 van de schuif 39 is enigszins gebogen. Hierdoor blijft de afstand tussen (het 25 uiteinde 40 van) de schuif 39 en de trommel beperkt en kan een relatief laag niveau van het aan de trommel grenzende zaad verkregen worden. Door verplaatsing van schuif 39 is tussenruimte tussen de uiteinde 40 en de bodem 41 van de voorraadkamer 16 te variëren en daarmee 30 de hoeveelheid van het tegen de trommelomtrekswand 22 liggende zaaigoed.
Een in de praktijk optredend verschijnsel bij bekende zaai-inrichtingen is brugvorming, hetgeen wil zeggen de blokkering van de aanvoer van zaaigoed doordat 35 in de voorraadkamer 16 een aantal zaadjes tegen elkaar aan blijft zitten. Bij een dergelijke blokkering dient het zaaien onderbroken te worden, waarna de voorraadkamer gedemonteerd, gereinigd en wederom gemonteerd wordt. Om 1Θ14379* 10 dit te vermijden kan, afhankelijk van de grootte en het type zaad, een optimale instelling van de posities van aanvoerbuis 15 en schuif 39 tot stand worden gebracht waarmee een zo goed mogelijke doorstroming van het zaad 5 naar de trommel, met verminderde kans op brugvorming, wordt verzekerd.
Uit de tekeningen blijkt dat de voorraadkamer 16 zodanig is uitgevoerd dat in de doorvoerrichting van het zaaigoed de dwarsdoorsnede van de voorraadkamer 16 10 constant blijft of groter wordt. Hierdoor wordt de kans op brugvorming in de voorraadkamer 16 verder verkleind.
In figuren 4 en 5 zijn geëxplodeerde aanzichten weergegeven, bij figuur 4 vanuit dezelfde richting genomen is als het aanzicht in figuur 3, terwijl figuur 5 een 15 aanzicht vanaf tegenovergestelde zijde van de inrichting toont. Uit de figuren blijkt, dat de trommel 14 van de zaai-inrichting 10 opgebouwd is uit een voorste onderdeel 50, een middelste onderdeel 51 en achterste onderdeel 52. Het voorste deel 50 bestaat uit een cirkelvormige plaat 20 die met behulp van as 8 roteerbaar is. De as 8 is voor eenvoud van de tekening hierin verder niet weergegeven.
De cirkelvormige plaat 50 is aan zijn omtreksranden bevestigd aan een van openingen 17 voorziene deel 51 dat op zijn beurt is bevestigd aan een plaat 52. De delen 50, 25 51 en 52 vormen samen de trommel 14.
Het huis 13 heeft een achterwand 49 welke wand 49 voorzien is van een lagerhuis 48. De trommel 14 is in lagerhuis 48 aangebracht en is hierin roteerbaar. Voor de lagering van de voorste plaat 50 aan de voorste plaat 50 30 is een drietal rollen 55 bevestigd. Bovendien is een lagering 56 voorzien. In roterende toestand bevindt de lagering 56 zich tussen een concentrisch met de as 8 aangebracht lichaam 57 en lagerhuis 48. De loopvlakken van de rollen 55 zijn elk voorzien van een flens, die 35 aangrijpt in een V-vormige groef in het huis 13. De rollen 55 fungeren als extra lagering van de trommel in het huis.
1014379· 11
Zoals in figuur 5, en met name in de uitvergrote dwarsdoorsnede V, duidelijk is weergegeven is het achterste onderdeel 52 voorzien van cirkelvormige concentrische uitsteeksels 53 die passen binnen corresponderen-5 de cirkelvormige concentrische uitsteeksels 54 in het huis 13. De uitsteeksels 53,54 vormen een labyrint-af-dichting en werken samen om, in gemonteerde toestand van de trommel 14, een in hoofdzaak luchtdichte afdichting tussen de trommel 14 en het huis 13 tot stand te brengen. 10 Een dergelijke labyrint-afdichting is voordelig (bijvoorbeeld ten opzichte van constructies waarin voor de afdichting een viltstrook wordt toegepast) aangezien deze eenvoudig te vervaardigen is en bovendien geen draai-weerstand oplevert. Dit laatste betekent dat de aandrij-15 ving van de zaai-inrichting 10 lichter is, hetgeen vooral van belang is indien een aantal zaai-inrichtingen tegelijkertijd door één en dezelfde gemeenschappelijke as wordt aangedreven.
Door de hierboven geschetste uitvoering zou de 20 ruimte die wordt begrensd door de trommel en het huis 13 in hoofdzaak luchtdicht afgesloten zijn ten opzichte van de buitenwereld, ware het niet dat openingen 17 in de omtrekswand 22 van de trommel 14 zijn aangebracht.
Luchtafvoerbuis 21 steekt met een deel 20 in de 25 door de trommel en het huis 13 begrensde ruimte en staat daarmee in verbinding. Door lucht via de luchtafvoerbuis 21 af te voeren wordt in de genoemde ruimte een onderdruk gecreëerd, waarmee de zaadjes tegen de openingen 17 in de omtrekswand 22 van de trommel 14 gezogen worden.
30 Een op een opening 17 gezogen zaadje wordt tijdens de rotatie van de trommel 14 meegenomen. Wanneer de trommel 14 circa driekwartslag geroteerd is, komt het zaadje aan de onderzijde van de zaai-inrichting 10 terecht, waar een mond 60 tegen de trommel 14 is gedrukt.
35 De mond 60 drukt tegen de binnenzijde van de omtrekswand 22 van de trommel 14 en omgeeft telkens één opening 17.
De mond 60 is via een kanaal 61 verbonden met de buitenlucht . Wanneer een opening 17 derhalve eenmaal bij op de 1014379· 12 positie van de mond 60 (ook wel afvalpunt genoemd) terecht is gekomen, wordt de onderdruk waarmee het zaadje tegen de trommelwand 22 werd gezogen, onderbroken en valt het zaadje naar beneden.
5 Aan de onderzijde van het huis 13 is een val- pijp 25 aangebracht, waardoor het zaadje Z (in de richting van de pijl I, figuur 6) wordt geleid. De valpijp heeft als functie invloeden van buitenaf, zoals de werking van de wind, te verminderen, opdat de afwijking van 10 de ideale positie (zowel in langs-als dwarsrichting) waarop het zaadje in de "voor" V terechtkomt, minimaal is.
Voor het geval dat er op het afvalpunt verkle-ving van een zaadje aan de trommel 14 optreedt, is op 15 enige mm vanaf het afvalpunt een afsluitelement gepositioneerd waarmee het zaad afgestreken wordt van het oppervlak van de omtrekswand 22 van de trommel 14. Het afsluitelement zorgt er tevens voor dat de niet gebruikte gaten afgesloten worden van de buitenlucht zodat lekkage 20 van lucht tot een minimum beperkt blijft.
Wanneer de trommel 14 ongeveer een kwartslag verder draait komt in een verdere voorkeursuitvoeringsvorm de opening 17 terecht bij een blaasmond 71. Blaas-mond 71 staat via een kanaal 72 in verbinding met lucht-25 aanvoerpijp 73. Via de luchtaanvoerpijp 73 en via mond 71 (pijl K) wordt lucht ingeblazen, zodat de opening 17, waarover de blaasmond 71 zich uitstrekt, schoongeblazen wordt.
In een niet-weergegeven voorkeursuitvoerings-30 vorm wordt tevens blaaslucht toegevoerd in een voorraadkamer 16, teneinde het zaaigoed in de voorraadkamer 16 continu of intermitterend los te woelen. Dit inblazen wordt uitgevoerd om de kans op blokkeringen, bijvoorbeeld als gevolg van brugvorming in de voorraadkamer 16, verder 35 te verkleinen.
In figuur 3 is de vorm van de bodem 41 van de voorraadkamer 16 weergegeven. Ten eerste neemt de hoogte van de bodem 41 in de richting van de trommel 14 af. Dit 1014379· 13 heeft tot gevolg dat het zaaigoed door invloed van de zwaartekracht in de richting van de trommel 14 gedwongen wordt. De voorraadkamer 16 kan hierdoor beter leeggezaaid worden. Ten tweede heeft de bodem 41 de vorm van een V 5 waardoor ook in de dwarsrichting de zaadjes onder invloed van de zwaartekracht in één punt samenkomen en zodoende het leegzaaien verder verbeterd wordt. Dit leegzaaien is met name van belang bij overgang van het ene type zaad naar het andere, waarbij zaadvermenging plaats kan vin-10 den. Door de bovengenoemde constructie kan de voorraadkamer 16 geheel leeggezaaid worden. De voorraadkamer 16 behoeft derhalve niet meer bij overgang op andere typen zaad gereinigd of zelfs vervangen te worden.
De trommel 14 van de zaai-inrichting 10 heeft 15 een diameter van circa 200 mm. Een dergelijke relatief grote diameter zorgt ervoor dat de trommel, bij een bepaalde voortbewegingssnelheid van de zaai-inrichting 10 zelf, met een relatief lage draaisnelheid kan draaien, hetgeen de zaainauwkeurigheid ten goede komt.
20 De zaai-inrichting doseert met hoge nauwkeurig heid zaad voor zaad in een rij achter elkaar in de zaai-richting, waarbij de onderlinge afstand van de zaden voornamelijk bepaald wordt door de voortbewegingssnelheid van de zaai-inrichting en de draaisnelheid van de trom-25 mei.
De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de bovenbeschreven voorkeursuitvoeringsvormen daarvan; de gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan velerlei modifi-30 caties denkbaar zijn.
1014379·

Claims (17)

1. Inrichting voor het in een "voor" in een bodem brengen van zaaigoed, omvattende: - een huis; - een voorraadkamer voor het houden van een 5 voorraad zaaigoed; - een in het huis draaibaar trommelelement, dat aansluitbaar is op onderdrukmiddelen voor het aanbrengen van onderdruk in het trommelelement en dat voorzien is van openingen voor het bij het langs de voorraadkamer 10 draaien vastzuigen van zaaigoed; - middelen voor het plaatselijk onderbreken van de onderdruk voor het laten vallen van zaaigoed in de voor,· waarbij de openingen in een enkele rij in de om-trekswand van het trommelelement zijn aangebracht, met 15 het kenmerk, dat tussen het trommelelement en het huis een labyrinthafdichting is aangebracht.
2. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de voorraadkamer een in richting van afvoer van zaaigoed in hoofdzaak constante of toenemende 20 dwarsdoorsnede heeft.
3. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij in de vooraadkamer een aanvoerbuis voor aanvoer van zaaigoed is aangebracht en waarbij de diepte waarmee de aanvoerbuis in de voorraadkamer steekt met 25 verstelmiddelen verstelbaar is.
4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een in de voorraadkamer aangebrachte verstelbare schuif voor het regelen van de toevoer van zaaigoed naar het trommelorgaan.
5. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de onderbrekingsmiddelen omvatten: 1014379· - een aan de binnenzijde tegen de omtrekswand drukkende en bij de draaibeweging telkens een opening bedekkende onderbrekingsmond; - een zich vanaf de onderbrekingsmond tot 5 buiten het huis uitstrekkend verbindingskanaal voor een verbinding tussen de onderbrekingsmond en een onderbre-kingsdruk gelijk aan of hoger dan de buitenluchtdruk.
6. Inrichting volgens conclusie 5, omvattende: - een aan de binnenzijde tegen de omtrekswand 10 drukkende en ten minste een opening bedekkende blaasmond; - een zich vanaf de blaasmond tot buiten het huis uitstrekkend en op een externe blaasluchtbron aan-sluitbaar verbindingskanaal voor een verbinding tussen de blaasmond en een druk, hoger dan de onderbrekingsdruk, 15 voor het schoonblazen van de genoemde opening.
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een afsluitsegment, waarlangs de buitenzijde van de omtrekswand van het trommelelement tijdens rotatie strijkt.
8. Inrichting volgens een der voorgaande con clusies, waarbij de voorraadkamer een aflopende bodem omvat.
9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de voorraadkamer een V-vormige bodem 25 omvat.
10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij de punt van de V-vorm tegenover de openingsrij in het trommelelement gepositioneerd is.
11. Inrichting volgens een der voorgaande 30 conclusies, waarbij nabij de omtrekswand van het trommelelement een zaaigoedverenkelingsorgaan is aangebracht voor het verenkelen van op een opening vastgezogen zaaigoed.
12. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij 35 het zaaigoedverenkelingsorgaan ten opzichte van de baan van de openingen verplaatsbaar is.
13. Inrichting volgens conclusie 12, waarbij het zaaigoedverenkelingsorgaan een afstrijker omvat welke 1014379· voorzien is van instelorganen voor het instellen van de positie van de afstrijker ten opzichte van de baan van de openingen.
14. Inrichting volgens een der voorgaande 5 conclusies, omvattende een tegenover de onderbrekingsmond aan het huis bevestigde valpijp.
15. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, omvattende middelen voor toevoer van blaas-lucht naar de voorraadkamer.
16. Samenstel voor het aanbrengen van zaaigoed in "voren" in een bodem, omvattende een over de bodem transportabel gestel, waarin zijn aangebracht: - middelen voor het in de bodem aanbrengen van evenwijdige "voren"; 15. voor elke "voor" een inrichting volgens een der voorgaande conclusies; - een gemeenschappelijke aandrijving voor het aandrijven van de respectievelijke trommelelementen.
17. Werkwijze voor het in een "voor" in een 20 bodem brengen van zaaigoed, waarin een inrichting volgens een der conclusies 1-15 of het samenstel volgens conclusie 16 wordt toegepast. §014379·
NL1014379A 2000-02-14 2000-02-14 Inrichting en samenstel voor het aanbrengen van zaaigoed in een voor in een bodem. NL1014379C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1014379A NL1014379C2 (nl) 2000-02-14 2000-02-14 Inrichting en samenstel voor het aanbrengen van zaaigoed in een voor in een bodem.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1014379 2000-02-14
NL1014379A NL1014379C2 (nl) 2000-02-14 2000-02-14 Inrichting en samenstel voor het aanbrengen van zaaigoed in een voor in een bodem.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1014379C2 true NL1014379C2 (nl) 2001-08-15

Family

ID=19770816

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1014379A NL1014379C2 (nl) 2000-02-14 2000-02-14 Inrichting en samenstel voor het aanbrengen van zaaigoed in een voor in een bodem.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1014379C2 (nl)

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3770164A (en) * 1972-04-18 1973-11-06 Fmc Corp Singulator for seeds or the like
DE3003919A1 (de) * 1980-02-04 1981-08-13 Karl Becker GmbH & Co KG Maschinenfabrik, 3525 Oberweser Vorrichtung zum vereinzeln von koernigem gut
FR2539947A1 (fr) * 1982-10-04 1984-08-03 Giraud Jean Marie Element semeur monograine pneumatique
FR2641441A1 (fr) * 1989-01-09 1990-07-13 Techno Vert Sarl Distributeur pneumatique pour semoirs multirangs
SU1655329A1 (ru) * 1989-01-17 1991-06-15 Ворошиловградский Сельскохозяйственный Институт Пневматический высевающий аппарат
SU1748698A1 (ru) * 1990-07-09 1992-07-23 Северо-Кавказский филиал Всесоюзного научно-исследовательского института механизации сельского хозяйства Высевающий аппарат
EP0953280A1 (fr) * 1998-04-30 1999-11-03 Joel Coudrieau Procédé et dispositif de semoir de précision par application directe avec lissage

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3770164A (en) * 1972-04-18 1973-11-06 Fmc Corp Singulator for seeds or the like
DE3003919A1 (de) * 1980-02-04 1981-08-13 Karl Becker GmbH & Co KG Maschinenfabrik, 3525 Oberweser Vorrichtung zum vereinzeln von koernigem gut
FR2539947A1 (fr) * 1982-10-04 1984-08-03 Giraud Jean Marie Element semeur monograine pneumatique
FR2641441A1 (fr) * 1989-01-09 1990-07-13 Techno Vert Sarl Distributeur pneumatique pour semoirs multirangs
SU1655329A1 (ru) * 1989-01-17 1991-06-15 Ворошиловградский Сельскохозяйственный Институт Пневматический высевающий аппарат
SU1748698A1 (ru) * 1990-07-09 1992-07-23 Северо-Кавказский филиал Всесоюзного научно-исследовательского института механизации сельского хозяйства Высевающий аппарат
EP0953280A1 (fr) * 1998-04-30 1999-11-03 Joel Coudrieau Procédé et dispositif de semoir de précision par application directe avec lissage

Non-Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
DATABASE WPI Section PQ Week 199219, Derwent World Patents Index; Class P11, AN 1992-157929, XP002150463 *
DATABASE WPI Section PQ Week 199329, Derwent World Patents Index; Class P11, AN 1993-233940, XP002150462 *

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6748885B2 (en) Vacuum seed meter and dispensing apparatus
RU2741797C1 (ru) Высевающий элемент для сельскохозяйственных сеялок точного высева и сеялка, включающая в себя такой элемент
US4449642A (en) Seed planter
US7849806B2 (en) Method and apparatus for an agricultural implement seed meter
US4450979A (en) Seed metering means
US7490565B2 (en) Seed distribution method and apparatus
US5842428A (en) Vacuum seed metering apparatus having housing openings
RU2534641C2 (ru) Дозирующее семена устройство на сельскохозяйственной машине
US5848571A (en) Seed singulator assembly for a seed metering mechanism
US4718363A (en) Multi-purpose seeding machine
US6347595B1 (en) Distributor of horticultural seeds for a sowing agricultural implement
US6173664B1 (en) Equidistant planting system
US6142086A (en) Air seeder singulation system
US3489321A (en) Feeding mechanism for seed
US5799598A (en) Apparatus for sealing a vacuum chamber of a seed metering apparatus
JP2007006706A (ja) 耕耘播種整地装置
US7174839B2 (en) Seed planting system for multiple types of crops
CN105830570B (zh) 土豆自动播种机
KR101971637B1 (ko) 배출 장치
US3100462A (en) Seed planting apparatus
WO2002102136A1 (en) Equidistant planting system
NL1014379C2 (nl) Inrichting en samenstel voor het aanbrengen van zaaigoed in een voor in een bodem.
JPH09271217A (ja) 播種機
US20170086357A1 (en) Seed planting and metering equipment
US5465869A (en) Garden seeder

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Owner name: PETER LINDOORN

Effective date: 20090204

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20120901