NL1013960C2 - Inrichting voor het ondersteunen van het menselijk lichaam. - Google Patents
Inrichting voor het ondersteunen van het menselijk lichaam. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1013960C2 NL1013960C2 NL1013960A NL1013960A NL1013960C2 NL 1013960 C2 NL1013960 C2 NL 1013960C2 NL 1013960 A NL1013960 A NL 1013960A NL 1013960 A NL1013960 A NL 1013960A NL 1013960 C2 NL1013960 C2 NL 1013960C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- support
- supporting
- parts
- support means
- pulling
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A47—FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
- A47C—CHAIRS; SOFAS; BEDS
- A47C20/00—Head -, foot -, or like rests for beds, sofas or the like
- A47C20/08—Head -, foot -, or like rests for beds, sofas or the like with means for adjusting two or more rests simultaneously
Description
Inrichting voor het ondersteunen van het menseliik lichaam
De uitvinding betreft een inrichting voor het ondersteunen van het menselijk lichaam in liggende en/of zittende toestand, omvattende een gestel met een draagvlak 5 dat tenminste een draagvlakdeel ter ondersteuning van de romp, en een draagvlakdeel ter ondersteuning van het onderlichaam bezit, welke draagvlakdelen onderling rond een dwars lopende verstelhartlijn verstelbaar zijn tussen een ruststand en een actieve stand, alsmede een soepel steunmiddel zoals een matras of een kussen en dergelijke dat zich uitstrekt over beide draagvlakdelen.
10 Een dergelijke inrichting is bekend, en kan zijn uitgevoerd als bijvoorbeeld een bed, bank, stoel en dergelijke. Het betreffende rugdeel kan bijvoorbeeld met de hand of door middel van een elektrische aandrijving versteld worden. Ook is het mogelijk om het voeteneind te verstellen. De bedoeling van deze verstelmogelijkheden is om de betreffende persoon een comfortabele zithouding te verschaffen vanuit een liggende 15 positie.
De scharnier- of draaihartlijn die deze bewegingen mogelijk maakt bevindt zich in of nabij het door de draagvlakdelen bepaalde vlak. Het gevolg daarvan is dat het steunmiddel zelfbij het omhoog klappen van het rugdeel enigszins moet verkorten. Dit is niet comfortabel voor de zich op het steunmiddel bevindende persoon. Als gevolg 20 van het verkorten van het steunmiddel verschuift de kleding enigszins, terwijl de romp van de betreffende persoon ook een drukbelasting ervaart.
Doel van de uitvinding is een inrichting van het hiervoor genoemde soort te verschaffen die deze nadelen niet bezit. Dat doel wordt bereikt doordat het steunmiddel verbonden is met trekmiddelen voor het uitrekken van dat steunmiddel dwars op de 25 verstelhartlijn van de draagvlakdelen, zodanig dat bij het onderling verstellen van de draagvlakdelen het steunmiddel langs tenminste een der draagvlakdelen wordt bewogen in de richting die van het andere draagvlakdeel afgekeerd is.
Bij de inrichting volgens de uitvinding wordt het verkorten van het steunmiddel tegengegaan door dit tijdens de verstelbeweging op een aanvullende trekkracht te 30 belasten. Daardoor kan de verkorting worden gecompenseerd, zodanig dat de onaangename gewaarwording van verschuivende kleding of druk op de romp achterwege blijft.
2
Uit EP-A-891730 is een inrichting bekend die een gedeeld steunmiddel heeft. Bij het omhoog klappen van het rugdeel worden de losse helften van het steunmiddel enigszins uit elkaar bewogen als gevolg van de geometrie van het verstelmechanisme. Weliswaar zou op deze wijze het verkorten van het steunmiddel kunnen worden 5 tegengegaan, maar die zich daarbij vormende spleet tussen die delen doet afbreuk aan het comfort.
Verder is in US-A-5337701 het probleem van het optreden van knijp- of drukeffecten als gevolg van het omhoogklappen van het steunmiddel besproken. Getracht is dit probleem op te lossen door het steunmiddel in zijn geheel verschuifbaar 10 op te nemen op het gestel. Daarbij wordt het steunmiddel echter niet gerekt, zodat de negatieve effecten van verschuivende kleding en dergelijk niet kunnen worden opgeheven.
Het rekken van het steunmiddel moet, zoals reeds aangestipt, een verplaatsing opleveren die de romp met kleding beschermt tegen verschuiven en dergelijke. Dat kan 15 in het bijzonder worden bereikt indien het steunmiddel ter hoogte van zijn overgangsgebied tussen beide draagvlakdelen een relatief grote soepelheid bezit. Bij het opklappen van het rugdeel kan in dat geval het gehele deel van het steunmiddel, dat de romp ondersteunt, vanaf het overgangsgebied als een eenheid worden verschoven, hetgeen het comfort ten goede komt.
20 De trekmiddelen kunnen zijn verbonden met een der draagvlakdelen of een daarmee verbonden element, zodanig dat bij onderlinge verstelling van de draagvlakdelen een verplaatsing van de trekmiddelen optreedt langs tenminste een der draagvlakdelen in de richting die van het andere draagvlakdeel afgekeerd is.
De trekmiddelen kunnen op verschillende manieren zijn uitgevoerd. In het 25 bijzonder kunnen de trekmiddelen een trekorgaan omvatten dat nabij het eind van een der draagvlakdelen is omgeleid, van welk trekorgaan een eind is bevestigd aan het steunmiddel en het andere eind is bevestigd aan het gestel of een daarmee verbonden element anders dan de draagvlakdelen.
Tenminste een der draagvlakdelen kan verstelbaar zijn door middel van een 30 aandrijforgaan zoals een gasveer, schroefspil of hefboom, in welk geval het trekorgaan is bevestigd aan dat aandrijforgaan op afstand van de koppeling daarvan met het draagvlakdeel.
3
Het trekorgaan is bij voorkeur zodanig uitgevoerd dat de daardoor op het steunmiddel uitgeoefende krachten regelmatig zijn verdeeld teneinde plaatselijke overbelasting en beschadigingen aan het steunmiddel te voorkomen. Het trekorgaan is daarom aan het eind dat is bevestigd aan het steunmiddel verbreed, en strekt zich over 5 in wezen de gehele breedte van dat steunmiddel uit.
Bij voorkeur is het trekorgaan bandvormig, en is aan het steunmiddel bevestigde eind geleidelijk breder wordend uitgevoerd.
Bij het verschuiven van het steunmiddel ten opzichte van het draagvlak moet de gewenste ondersteuning door het gestel verzekerd blijven. Daartoe kan het 10 draagvlakdeel ter ondersteuning van de romp aan het uiterste eind een verlengstuk bezitten dat verschuifbaar is over een afstand die in wezen gelijk is aan de bewegingsafstand van het steunmiddel langs dat draagvlakdeel.
Verder kunnen de draagvlakdelen ter ondersteuning van de romp en het onderlichaam onderling zijn verbonden door één of meer gelede draagvlakstukken die 15 zich bevinden ter hoogte van het overgangsgebied van het steunmiddel.
De uitvinding betreft tevens een steunmiddel, zoals een matras, voor toepassing in de hiervoor beschreven inrichting. Dat steunmiddel kan zijn voorzien van een bovenlaag, een onderlaag alsmede een zich daartussen bevindende tussenlaag, welke onderlaag ter hoogte van het overgangsgebied relatief soepel is, en is begrensd door 20 relatief stijve delen, aan een van welke stijve delen zich bevestigingsmiddelen bevinden voor het bevestigen van de trekmiddelen.
Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van een bed met een matras volgens de uitvinding.
25 Figuur 1 toont een zijaanzicht van het bed in rusttoestand.
Figuur 2 toont een zijaanzicht van het bed in gedeeltelijk verstelde toestand.
Figuur 3 toont een zijaanzicht van het bed in geheel verstelde toestand.
Figuur 4 toont een achteraanzicht in perspectief van het rugdeel, in verstelde toestand.
30 Figuur 5 toont een gedeeltelijk opengewerkt zijaanzicht van de matras in rusttoestand.
Figuur 6 toont een gedeeltelijk opengewerkt zijaanzicht van de matras met opgericht rugdeel.
4
Het in figuur 1 weergegeven bed volgens de uitvinding omvat een gestel 1 waarop een matras 2 is ondersteund. Het gestel 1 omvat een onderstel 3, dat een als ondersteuning van de romp van het menselijk lichaam uitgevoerd draagvlakdeel 4, en een als ondersteuning voor het onderlichaam uitgevoerd draagvlakdeel 5 omvat.
5 Het draagvlakdeel 4 of rugdeel is door middel van een tweetal gelede draagvlakstukken 6 scharnierend verbonden met het als voeteneind uitgevoerde draagvlakdeel 5. Verder is aan het rugdeel 4 een draaibare en, zoals verder zal worden beschreven, verschuifbare hoofdsteun 7 bevestigd.
Het voeteneind is op zijn beurt onderverdeeld in twee voeteneinddelen 8, 9.
10 Alle onderdelen van het in zijn geheel met 10 aangeduide draagvlak zijn onderling verbonden door schamierverbindingen met een draaihartlijn die dwars op de lengterichting van het bed loopt. Deze schamierverbindingen zijn op zich bekend, en kunnen een draaihartlijn bezitten die enigszins boven het draagvlak 10 ligt.
De verstelbewegingen van het bed worden verkregen door op zich bekende 15 middelen, die eveneens voor het grootste gedeelte niet zijn weergegeven. Het rugdeel 4 is verstelbaar door middel van een hefboom 11, die via het scharnier 12 verbonden is aan het onderstel 3, en via het scharnier 13 verbonden is aan het rugdeel 4: zie figuren 2-4. Bij het omhoog klappen van het rugdeel 4 wordt door middel van deze hefboom 11 het gehele draagvlak 10 met de matras 2 naar achteren verschoven ten opzichte van het 20 gestel, hetgeen mogelijk gemaakt wordt door de schuifondersteuningen 14, 15 die zich bevinden ter plaatse van het gelede dwarsstuk 6 en het deel 9 van het voeteneind 5.
Zoals bekend, treedt bij het verstellen van het rugdeel 4 en het voeteneind 5 een kromming op in de matras 2, die in het bijzonder ter plaatse van de knik 16 ter hoogte van het zitvlak van een persoon een verkorting oplevert. Deze verkorting is een gevolg 25 van het feit dat de matras 2, die aan het draagvlak 10 bevestigd is, een buiging krijgt opgelegd waarvan de neutrale lijn zich in de nabijheid van dat draagvlak 10 bevindt.
De verkorting van het in zijn geheel met 17 aangeduide bovenvlak van de matras wordt door de op het bed zich bevindende persoon ervaren als een schuifbeweging. In het bijzonder wordt door het omhoog klappende rugdeel 4 de kleding van de persoon 30 omlaag geschoven, hetgeen als oncomfortabel wordt ervaren.
Dit verschijnsel kan bij het bed volgens de uitvinding worden tegengegaan door middel van de in de figuren 5 en 6 nader gedetailleerde matras 2. Deze matras, die een bovenvlak 17 en een ondervlak 19 bezit, is op gebruikelijke wijze voorzien van een 5 tussenlaag 20 uit naast elkaar geplaatste, op zich bekende, veerelementen 21. Deze veerelementen 21 bestaan uit een spiraalveer die is opgenomen in een textielomhulsel.
De bovenlaag 17 omvat verder een aantal op zich bekende lagen schuimmateriaal 34. De onderlaag bezit een viltlaag 22 die zich over een gedeelte van het voeteneind 5 5 uitstrekt, alsmede een viltlaag 23 die zich over een gedeelte van het rugdeel 4 uitstrekt.
Ter plaatse van het overgangsgebied 27 tussen dat rugdeel 24 en voeteneind 25 en de knik 16 is de onderlaag 22 voorzien van een soepel materiaal 26. Als gevolg van de aanwezigheid van dit soepele materiaal 26, kan bij het omhoog klappen van het rugdeel 24 van de matras ten opzichte van zijn voeteneind 25 worden verzekerd dat de 10 bovenlaag 17 niet wordt verkort. Met andere woorden, de bovenlaag 17 behoudt tenminste de lengte die hij bezat in de gestrekte toestand zoals weergegeven in figuur 5, terwijl de onderlaag 26 in grote mate ter plaatse van het overgangsgebied 27 wordt uitgerekt. Zelfs kan de bovenlaag 17 ook enigszins worden uitgerekt.
Doordat de bovenlaag 17 van de matras 2 tenminste een gelijke lengte blijft 15 behouden, ervaart de zich op de matras bevindende persoon geen verschuiving of verkorting van het rugdeel 24 van de matras, hetgeen als aangenaam wordt ervaren.
In de praktijk treedt altijd wrijving op tussen de onderlaag 19 van de matras 2 en het draagvlak 10. Het op de gewenste wijze uitrekken van de onderlaag 17 wordt bevorderd door een in figuren 5 en 6 schematisch weergegeven trekorgaan 28, dat is 20 verbonden aan de viltlaag 23 van het rugdeel 24 van de matras 2.
Zoals weergegeven in figuren 1 - 4 is dit trekorgaan 28 uitgevoerd als een band, waarvan het ene eind 29 verbreed is tot ongeveer de breedte van de matras 2 en aldaar bevestigd is aan de genoemde viltlaag 23, en waarvan het andere eind 30 is bevestigd aan de hefboom 11. Het trekorgaan 28 is verder omgeleid over de uiterste stang 31 van 25 het rugdeel 4 van het draagvlak 10.
Bij het omhoog klappen van het rugdeel 4 wordt het aan de hefboom 11 bevestigde eind 30 van het trekorgaan 28 omlaag getrokken ten opzichte van het rugdeel 4, met als gevolg dat het andere eind 29 omhoog wordt getrokken. Dit heeft weer tot gevolg dat het rugdeel 24 van de matras 2 af wordt geschoven van het 30 voeteneind 25 daarvan, zodanig dat de gewenste rekbeweging van het soepele deel 26 van de onderlaag 19 van de matras 2 wordt verkregen. Aldus kan verzekerd worden dat de bovenlaag 17 bij het verstellen van het bed niet verkort wordt.
6
Om te verzekeren dat ook in deze verschoven, gerekte toestand van de matras 2 het uiterste eind 33 ter ondersteuning van het hoofd ook zelf op de juiste wijze ondersteund blijft, kan de hoofdsteun 7 verschuiven door middel van de schuifgeleiding 32. De hoofdsteun 7 wordt passief meegenomen als gevolg van de bevestiging aan de 5 matras. In figuur 4 is de hoofdsteun overigens in de niet verschoven stand weergegeven.
Claims (12)
1. Inrichting voor het ondersteunen van het menselijk lichaam in liggende en/of zittende toestand, omvattende een gestel (1) met een draagvlak (10) dat tenminste een 5 draagvlakdeel (4) ter ondersteuning van de romp, en een draagvlakdeel (5) ter ondersteuning van het onderlichaam bezit, welke draagvlakdelen (4, 5) onderling rond een dwars lopende verstelhartlijn verstelbaar zijn tussen en ruststand en een actieve stand, alsmede een soepel steunmiddel (2) zoals een matras of een kussen en dergelijke dat zich uitstrekt over beide draagvlakdelen (4, 5), met het kenmerk, dat het 10 steunmiddel (2) verbonden is met trekmiddelen (28) voor het uitrekken van dat steunmiddel (2) dwars op de verstelhartlijn van de draagvlakdelen (4, 5), zodanig dat bij het onderling verstellen van de draagvlakdelen (4, 5) het steunmiddel (2) langs tenminste een der draagvlakdelen (4) wordt bewogen in de richting die van het andere draagvlakdeel (5) afgekeerd is.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het steunmiddel (2) ter hoogte van zijn overgangsgebied (27) tussen beide draagvlakdelen (4, 5) een relatief grote soepelheid bezit.
3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de trekmiddelen (28) zijn verbonden met een der draagvlakdelen (4) of een daarmee verbonden element (11), zodanig dat bij 20 onderlinge verstelling van de draagvlakdelen (4, 5) een verplaatsing van de trekmiddelen (28) optreedt langs tenminste een der draagvlakdelen (4) in de richting die van het andere draagvlakdeel (5) afgekeerd is.
4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, waarbij de trekmiddelen een trekorgaan (28) omvatten dat nabij het eind van een der draagvlakdelen (4) is omgeleid, van welk 25 trekorgaan (28) een eind (29) is bevestigd aan het steunmiddel (2) en het andere eind (30) is bevestigd aan het gestel (1) of een daarmee verbonden element (11) anders dan de draagvlakdelen (4,5).
5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij tenminste een der draagvlakdelen (4, 5) verstelbaar is door middel van een aandrijforgaan zoals een gasveer, schroefspil of 30 hefboom (11), en het trekorgaan (28) is bevestigd aan dat aandrijforgaan (11) op afstand van de koppeling daarvan met het draagvlakdeel (4).
6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, waarbij het trekorgaan (28) aan het eind (29) dat bevestigd is aan het steunmiddel (2) verbreed is en zich over in wezen de gehele breedte van dat steunmiddel (2) uitstrekt.
7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij het trekorgaan (28) bandvormig is, en aan 5 het aan het steunmiddel (2) bevestigde eind geleidelijk breder wordend is uitgevoerd.
8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het draagvlakdeel (4) ter ondersteuning van de romp aan het uiterste eind een verlengstuk (7) bezit dat verschuifbaar is over een afstand die in wezen gelijk is aan de bewegingsafstand van het steunmiddel (2) langs dat draagvlakdeel (4).
9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de draagvlakdelen (4, 5. ter ondersteuning van de romp en het onderlichaam onderling zijn verbonden door één of meer gelede draagvlakstukken (6) die zich bevinden ter hoogte van het overgangsgebied (27) van het steunmiddel (2).
10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het steunmiddel (2) 15 een bovenlaag (17) en een onderlaag (19) heeft waartussen zich een elastische tussenlaag bevindt, en de onderlaag ter hoogte van het overgangsgebied relatief soepel is.
11. Steunmiddel (2) voor een inrichting volgens één der voorgaande conclusies, voorzien van een bovenlaag (17) en een onderlaag (19) alsmede een zich daartussen 20 bevindende tussenlaag (20), welke onderlaag (19) ter hoogte van het overgangsgebied (27) relatief soepel is, en is begrensd door relatief stijve delen (22,23).
12. Steunmiddel (2) volgens conclusie 11, waarbij aan een van de stijve delen (23) zich bevestigingsmiddelen (18) bevinden voor het bevestigen van de trekmiddelen (28).
Priority Applications (3)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1013960A NL1013960C2 (nl) | 1999-12-24 | 1999-12-24 | Inrichting voor het ondersteunen van het menselijk lichaam. |
AU32451/01A AU3245101A (en) | 1999-12-24 | 2000-12-22 | Device for supporting the human body |
PCT/NL2000/000947 WO2001047396A1 (en) | 1999-12-24 | 2000-12-22 | Device for supporting the human body |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1013960A NL1013960C2 (nl) | 1999-12-24 | 1999-12-24 | Inrichting voor het ondersteunen van het menselijk lichaam. |
NL1013960 | 1999-12-24 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1013960C2 true NL1013960C2 (nl) | 2001-06-26 |
Family
ID=19770518
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1013960A NL1013960C2 (nl) | 1999-12-24 | 1999-12-24 | Inrichting voor het ondersteunen van het menselijk lichaam. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
AU (1) | AU3245101A (nl) |
NL (1) | NL1013960C2 (nl) |
WO (1) | WO2001047396A1 (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP1654961A2 (en) | 2004-11-09 | 2006-05-10 | Koninklijke Auping B.V. | Frame for a lying or sitting furniture |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JP6931544B2 (ja) * | 2017-03-22 | 2021-09-08 | パラマウントベッド株式会社 | 支持台の支持構造、および身体支持装置 |
Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2477400A (en) * | 1945-10-15 | 1949-07-26 | Beem Foundation | Invalid's bed |
US4624022A (en) * | 1985-05-10 | 1986-11-25 | Dolan Donald G | Device for holding a sheet or cover in position on the surface of a water bed mattress |
DE4230013A1 (de) * | 1991-09-09 | 1993-03-11 | Arthrosto Bv | Bett, sowie verstellbare bettboden und matratze dafuer |
US5337701A (en) | 1992-10-23 | 1994-08-16 | Syers Steven A | Crab castle for an aquarium and combination therewith |
US5537701A (en) * | 1994-03-15 | 1996-07-23 | Maxwell Products, Inc. | Adjustable articulated bed |
EP0891730A2 (de) | 1997-07-16 | 1999-01-20 | hülsta-werke Hüls GmbH & Co KG | Bettlattenrost mit gegeneinander verstellbaren Rostteilen |
WO1999005941A2 (en) * | 1997-08-04 | 1999-02-11 | Patmark Company, Inc. | Articulating bed frame |
-
1999
- 1999-12-24 NL NL1013960A patent/NL1013960C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2000
- 2000-12-22 AU AU32451/01A patent/AU3245101A/en not_active Abandoned
- 2000-12-22 WO PCT/NL2000/000947 patent/WO2001047396A1/en active Application Filing
Patent Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2477400A (en) * | 1945-10-15 | 1949-07-26 | Beem Foundation | Invalid's bed |
US4624022A (en) * | 1985-05-10 | 1986-11-25 | Dolan Donald G | Device for holding a sheet or cover in position on the surface of a water bed mattress |
DE4230013A1 (de) * | 1991-09-09 | 1993-03-11 | Arthrosto Bv | Bett, sowie verstellbare bettboden und matratze dafuer |
US5337701A (en) | 1992-10-23 | 1994-08-16 | Syers Steven A | Crab castle for an aquarium and combination therewith |
US5537701A (en) * | 1994-03-15 | 1996-07-23 | Maxwell Products, Inc. | Adjustable articulated bed |
EP0891730A2 (de) | 1997-07-16 | 1999-01-20 | hülsta-werke Hüls GmbH & Co KG | Bettlattenrost mit gegeneinander verstellbaren Rostteilen |
WO1999005941A2 (en) * | 1997-08-04 | 1999-02-11 | Patmark Company, Inc. | Articulating bed frame |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP1654961A2 (en) | 2004-11-09 | 2006-05-10 | Koninklijke Auping B.V. | Frame for a lying or sitting furniture |
NL1027455C2 (nl) | 2004-11-09 | 2006-05-15 | Konink Auping B V | Gestel voor een lig- of zitmeubel. |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
WO2001047396A1 (en) | 2001-07-05 |
AU3245101A (en) | 2001-07-09 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
AU2013292259B2 (en) | Articulating bed with flexible mattress support | |
JP6640104B2 (ja) | マットレス構造およびマットレス構造の硬さを調節する方法 | |
US4380352A (en) | Reclining chair | |
US6817667B2 (en) | Reclinable chair | |
JP3993375B2 (ja) | 椅子 | |
CN105916408A (zh) | 可调节的床 | |
CA2895942A1 (en) | Dynamic chair back lumbar support system | |
US20180000253A1 (en) | Motorized mechanism and motorized furniture | |
US20020060484A1 (en) | Reclining passenger seat with adjustable cushioning properties | |
US5634688A (en) | Reclining chair | |
NL1013960C2 (nl) | Inrichting voor het ondersteunen van het menselijk lichaam. | |
CN108016335A (zh) | 具有胸部支撑机构的座椅组件 | |
BE1008373A3 (nl) | Mechanisme voor een relaxzetel. | |
JP4530515B2 (ja) | 椅子 | |
JP2001526556A (ja) | ベッド及びその他リクライニングあるいは着座用家具の調節装置 | |
US4945585A (en) | Bed with rotatable rollers | |
NL9101512A (nl) | Bed, alsmede verstelbare bedbodem en matras daarvoor. | |
KR101554789B1 (ko) | 좌석 배열체 | |
US5903939A (en) | Raised frame support for sofa-sleeper | |
KR100965266B1 (ko) | 바른자세 유도기능을 갖는 의자 | |
JP4643943B2 (ja) | 椅子 | |
CN218400318U (zh) | 机动车辆座椅 | |
US11497666B2 (en) | Light weight self-contained articulating assembly for bed frame mounting | |
JPH08403A (ja) | ベッド | |
KR950004971Y1 (ko) | 안락의자의 절첩장치 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20060701 |