NL1013815C2 - Gebouw. - Google Patents

Description

Gebouw

De uitvinding heeft betrekking op een gebouw omvattende opstaande muren en een dak, waarin zowel het dak als ten minste een van de muren voorzien is van één of meer ven-tilatieroosters welke bij voorkeur van het passieve type 5 zijn, en waarbij is voorzien in regelmiddelen voor sturing van de ventilatieroosters in afhankelijkheid van invoergege-vens of metingen voor het regelen van de luchtventilatie door de ventilatieroosters.

Een dergelijk gebouw is bekend uit de Nederlandse 10 octrooiaanvrage nr. 1005147 van aanvraagster.

Uit de Nederlandse octrooiaanvrage 8601406 is voorts een systeem voor het regelen van de luchtventilatie in een ruimte bekend, waarbij toepassing wordt gegeven aan een thermometer die de buitenomgevingstemperatuur meet, alsmede een 15 vochtigheidsmeter voor het meten van de relatieve vochtigheid in de desbetreffende ruimte, waarbij in afhankelijk van deze relatieve vochtigheid en de buitentemperatuur de luchtventilatie in de ruimte kan worden ingesteld.

Uit de Nederlandse octrooiaanvrage 9500205 is een 20 systeem voor het automatisch regelen van de stand van een ventilatierooster bekend, waarbij het debiet dat het rooster passeert, onafhankelijk is gemaakt van de windsnelheid langs de gevel van een gebouw waarin dit rooster is geplaatst.

In het algemeen wordt voor de ventilatie van een 25 gebouw van de in de aanhef beschreven soort gebruik gemaakt van een mechanisch systeem voor de ventilatie van dat gebouw om reden dat een dergelijk systeem goed beheersbaar is en weinig tochtproblemen veroorzaakt. Het nadeel van een dergelijk mechanisch ventilatiesysteem is de prijs, zowel wat be-30 treft aanschaf als onderhoud, het energieverbruik, en de geluidsproductie .

Een gebouw volgens de aanhef van conclusie 1 is tevens bekend uit DE-A-2.915.260. Deze publicatie betreft een veestal welke erdoor gekenmerkt is dat de toevoer van verse 35 lucht in het gebouw door middel van aan de langszij den ingebouwde en in afhankelijkheid van de heersende windsnelheid 1 G 3 8 " " 2 instelbare luchtkleppen geschiedt, en de afvoer van lucht door middel van in de dakvorst aangebrachte, en in afhankelijkheid van de in de stal heersende temperatuur verstelbare luchtkleppen, geregeld wordt. Een dergelijke veestal laat 5 zich moeilijk vergelijken met een gebouw dat bestemd is voor menselijke behuizing. Bovendien staat in een dergelijke veestal de ventilatiebehoefte niet primair.

Met de uitvinding is beoogd het uit NL-A-1005147 bekende gebouw zodanig te modificeren dat een geregelde na-10 tuurlijke rookventilatie wordt verschaft, hetgeen in het bijzonder van belang is wanneer brand is ontstaan.

Het gebouw volgens de uitvinding wordt er daartoe door gekenmerkt, dat de stand van ieder van de ventilatie-roosters afhankelijk is van een door de regelmiddelen gemeten 15 rookontwikkeling in het gebouw, zodanig dat het ventilatie-rooster of de ventilatieroosters die zich het meest nabij de bron van de rook bevinden in de geopende stand en de overige ventilatieroosters in de gesloten stand zijn gestuurd. Hiermee wordt de brand als zodanig goed beheersbaar, zodat een 20 veilige vluchtweg kan worden gegarandeerd, en kan de schade aan het gebouw beperkt blijven. Dit wordt in het bijzonder bereikt doordat de rook in het systeem volgens de uitvinding via de kortste weg wordt afgevoerd.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de 25 hand van een schema waarin een aantal van belang zijnde relaties tussen invoergegevens en uitvoergegevens van het systeem volgens de uitvinding worden getoond.

Het getoonde schema behelst vijf kolommen waarin respectievelijk opgegeven is de door het ventilatiesysteem 30 volgens de uitvinding gebruikte gegevens en metingen, de door de regelmiddelen van het ventilatiesysteem uitgevoerde berekeningen, de invoergegevens die door de regelmiddelen, dat is de natuurlijke ventilatieregelaar, worden verwerkt, de natuurlijke ventilatieregelaar zelf, en tenslotte de uitvoer-35 gegevens van de natuurlijke ventilatieregelaar.

Als ontwerpgegeven respectievelijk randvoorwaarde waarbinnen het natuurlijke ventilatieregelsysteem volgens de uitvinding dient te functioneren, dient de netto doorlaat van de toegepaste ventilatieroosters, of ook wel ventilatoren 1 C 1 3 3 1 5 3 genoemd. Binnen het kader van de uitvinding wordt onder ventilatoren niet begrepen het actieve type, dat wil zeggen het type dat is voorzien van elektrisch aangedreven ventilatormo-toren; de uitvinding heeft slechts betrekking op een uitvoe-5 ringsvom met ventilatieroosters volgens het passieve type, dat wil zeggen zonder externe vermogenstoevoer.

Verdere gegevens welke voor het ventilatiesysteem van belang zijn, zijn de windrichting, de windsnelheid, en het gebouw en de omgeving typerende kenmerken. Op basis van 10 deze zojuist genoemde gegevens wordt een actuele drukverde-ling op de gebouwschil bepaald. Onder gebouwschil wordt verstaan de buitenomtrek van het gebouw, daaronder begrepen de muren en het dak. Verdere van belang zijnde gegevens zijn de zogeheten binnentemperatuur hoog en binnentemperatuur laag.

15 Dit zijn de temperaturen in het gebouw op een relatief hoge plaats en een relatief lage plaats. Uitgaande van deze gegevens wordt de stijgsnelheid van de lucht in het gebouw bepaald, ofwel de thermiek, alsmede een in het gebouw aanwezige gemiddelde temperatuur. Verder is van belang de plaatsing of 20 verdeling van de ventilatieroosters in het dak en de buitenmuren, de buitentemperatuur, en het al dan niet aanwezig zijn van neerslag. Daarbij speelt verder een rol de concentratie-verdeling van gassen c.q. rook in het gebouw en de luchtvochtigheid. Aan het systeem kan ten behoeve van de bepaling van 25 de concentratieverdeling van de rook bij voorkeur ook een rookdetectie zijn toegevoegd, waarmee informatie wordt verkregen omtrent de plaats van een eventuele brand. Deze gegevens worden gebruikt om het vermogen van de brand te berekenen, alsmede de actuele stromingsrichting van de rook. De na-30 tuurlijke ventilatieregelaar bepaalt op basis van de drukver-deling op de gebouwschil en de stijgsnelheid van de lucht in het gebouw, de plaatsing respectievelijk verdeling van de ventilatoren over het dak en de muren, en de ingestelde ven-tilatiebehoefte door de gebruikers van het gebouw, de instel-35 lingen van de ventilatoren, dat wil zeggen de actuele door-stroomweerstand op ieder moment. Deze instelling van de ventilatoren dient tevens weer als invoergegeven aangezien deze in samenhang met de drukverdeling op de gebouwschil de totale luchtinstroom bepaalt, en daarmee de mate van natuurlijke 10-5015 1 » 4 ventilatie. De ventilatoren worden zo ingesteld dat de doorstroomsnelheid van ieder ventilatierooster beneden een instelbare of vaste waarde blijft. Dit is afhankelijk van een ingestelde tochtcorrectie, de gemiddelde binnentemperatuur, 5 de buitentemperatuur, de actuele instellingen van de ventila-tieroosters, de windsnelheid en windrichting, en als onbeheersbare variabele de onderlinge afstand van de in het gebouw aanwezige personen. Bijregelen van een ventilatierooster zodanig dat genoemde doorstroomsnelheid beneden de instelbare 10 of vaste waarde blijft, leidt ertoe dat de natuurlijke venti-latieregelaar de overige ventilatieroosters zodanig bij stuurt dat voldaan blijft worden aan de ingestelde ventilatiebehoef-te in het gebouw.

Wanneer als invoergegeven aan de natuurlijke venti-15 latieregelaar de aanwezigheid van brand is gemeld, wordt de stand van de ventilatieroosters zo gestuurd dat het ventilatierooster of de ventilatieroosters die zich het meest nabij de bron van de rook bevinden, in de geopende stand en de overige ventilatieroosters in de gesloten stand worden gestuurd. 20 De roosters worden bij voorkeur proportioneel dicht respectievelijk open gestuurd zodanig dat de ontstane rook en/of warmte via de kortst mogelijke weg wordt afgevoerd.

Volledigheidshalve kan ten aanzien van de werking van de natuurlijke ventilatieregelaar nog als volgt worden 25 opgemerkt.

Met de tochtcorrectie die wordt ingesteld kan de stand van geselecteerde ventilatieroosters zo worden ingesteld dat de deze ventilatieroosters passerende luchtstromen een versterkt opwaarts gerichte snelheidscomponent bezitten, 30 en kan de stand van niet-geselecteerde ventilatieroosters zo worden ingesteld dat voldaan is aan de ventilatiebehoefte in het gebouw. Op basis van eventueel gemeten neerslag grijpt de natuurlijke ventilatieregelaar zodanig in dat ieder in het dak geplaatst ventilatierooster wordt dichtgestuurd, en dat 35 de overige ventilatieroosters in dat geval zo worden ingesteld dat voldaan blijft worden aan de ingestelde ventilatiebehoefte in het gebouw.

Het ventilatiesysteem van het gebouw volgens de uitvinding kan verder naar keuze worden uitgebreid met inrich- ! ij ' C V ' b 5 tingen voor de verwarming of koeling van het gebouw, waarbij rekening wordt gehouden met de samenstelling van de lucht, respectievelijk de concentratieverdeling van gassen welke aanwezig zijn in het gebouw en de luchtvochtigheid.

5 Voor de vakman is duidelijk dat binnen het kader van de uitvinding, zoals gespecificeerd in de navolgende conclusies, diverse uitvoeringsvarianten verder denkbaar zijn welke alle liggen binnen de beschermingsomvang van de navolgende conclusies. Zo kunnen in het gebouw volgens de onderhavige 10 uitvinding behalve passieve ventilatoren natuurlijk ook actieve ventilatoren worden toegepast.

1013βΐ5-

Claims (2)

1. Gebouw omvattende opstaande muren en een dak, waarin zowel het dak als ten minste een van de muren voorzien is van één of meer ventilatieroosters welke bij voorkeur van het passieve type zijn, en waarbij is voorzien in regelmidde- 5 len voor sturing van de ventilatieroosters in afhankelijkheid van invoergegevens of metingen voor het regelen van de lucht-ventilatie door de ventilatieroosters, met het kenmerk, dat de stand van ieder van de ventilatieroosters afhankelijk is van een door de regelmiddelen gemeten rookontwikkeling in het 10 gebouw, zodanig dat het ventilatierooster of de ventilatieroosters die zich het meest nabij de bron van de rook bevinden in de geopende stand en de overige ventilatieroosters in de gesloten stand zijn gestuurd.

2. Gebouw volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 15 de stand van de ventilatieroosters proportioneel open respectievelijk dicht wordt gestuurd zodanig dat de rook via de kortste weg wordt afgevoerd. 1 f< < ή Η Ί $ I V. I W W · *"