NL8601406A

NL8601406A - Systeem voor het regelen van de luchtventilatie in een ruimte en van een regelventilatiesysteem voorzien gebouw.

Info

Publication number: NL8601406A
Application number: NL8601406A
Authority: NL
Original assignee: Rouwenhorst B V
Priority date: 1986-05-30
Filing date: 1986-05-30
Publication date: 1987-12-16

Description

%.__* -1-

Systeem voor het regelen van de luchtventilatie in een ruimte en van een regelvéntilatiesysteem voorzien gebouw._

De uitvinding betreft een systeem voor het regelen van de luchtventilatie in een ruimte volgens de aanhef van conclusie 1.

Een dergelijk ventilatieregelsysteem is algemeen 5 bekend. Bij het bekende regelventilatiesysteem wordt de luchtventilatie via het aan- en uitschakelen van de ventilator geregeld in afhankelijkheid van de door het vochtigheids-meetórgaair gemeten relatieve vochtigheidswaarde, dié daarbij op constante waarde, bijvoorbeeld 45%, wordt gehouden.

10 Nadeel bij dit ventilatieregelsysteem is, dat zich veelal vocht ophoopt bij aan de buitenomgeving van de ruimte grenzende begrenzingen van de ruimte.

De uitvinding heeft ten doel deze vochtophoping te vermijden.

15 Dit doel wordt bereikt met het luchtventilatiere- gelsysteem volgens het kenmerk van conclusie 1,

De uitvinding berust op het inzicht, dat bij lage ‘buitentemperaturen de in de ruimte aanwezige lucht via de aan de buitenomgeving grenzende begrenzingen van de ruimte met 20 die buitentemperatuur indirekt in aanraking komt, waardoor vocht uit de lucht tegen die begrenzingen condenseert. Door nu een thermometer op het regelorgaan aan te sluiten, kan bij lage buitentemperatuur de relatieve vochtigheid in de ruimte met behulp van de ventilator verlaagd worden.

25 Opgemerkt wordt, dat op zichzelf een de temperatuur van de buitenomgeving metende thermometer bekend is bij centrale verwarmingsinrichtingen om er voor te zorgen dat de aan de ruimten toe te voeren warmte toeneemt bij afnemende buitentemperatuur .

30 Bij voorkeur is het ventilatieregelsysteem volgens de uitvinding voorzien van een regelorgaan met geheugen, waarin de gewenste relatieve vochtigheidswaarde bij verschillende buitentemperaturen zijn opgesiagen, zodat in afhankelijkheid daarvan de luchtventilatie geregeld kan worden.

35 Het ventilatieregelsysteem is vooral toepasbaar bij in hoofdzaak luchtdichte begrenzingen van de ruimte, zoals

- 8601 4C

-2- ' :/* die heden ten dage gebruikelijk zijn bij nieuwe gebouwen, waarbij dan in één van de begrenzingen een opening wordt aangebracht, die tenminste gedeeltelijk wordt gesloten bij verhoogde druk vanuit de buitenomgeving.

5 Bij voorkeur wordt een opening bijvoorbeeld achter een verwarmingselement of boven een ruit aangebracht, hetgeen beide esthetisch verantwoord is. Voorts wordt bij de achter een verwarmingselement aangebr-achte opening de vanuit de buitenomgeving aangezogen lucht onmiddellijk via het verwar-10 mingselement verwarmd.

Voorts verschaft de uitvinding een gebouw gekenmerkt door een ventilatieregelsysteem volgens de uitvinding.

Nadere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen duidelijk worden aan de hand van 15 een tekening, waarin tonen:.

fig. 1 een van een luchtventilatiesysteem volgens de uitvinding voorziene ruimte, fig. 2 een weergave van de in het regelorgaan van fig. 1 opgeslagen grafiek van gewenste relatieve vochtig-20 heidswaarde uitgezet tegen de buitentemperatuur, fig. 3 een van een luchtventilatiesysteem volgens de uitvinding voorzien gebouw, fig. 4 in perspectief detail IV van fig. 3, fig. 5 in perspectief detail V uit fig. 3, en 25 fig. 6 in perspectief detail VI uit fig. 3.

Een systeem 1 (fig. 1) voor het regelen van de luchtventilatie in een ruimte 2 gevuld met lucht bestaat uit een ventilator 3, een electrisch op die ventilator aangesloten regelorgaan 4, een op het regelorgaan 4 aangesloten voch-30 tigheidsmeter 5 en een in de buitenomgeving 6 van de ruimte aangebrachte thermometer 7 die eveneens op het regelorgaan 4 is aangesloten. Achter een verwarmingselement 8, bijvoorbeeld een radiator, is in één van de begrenzingen 9 van de ruimte een opening 10, die zich tenminste gedeeltelijk sluit bij 35 verhoogde druk vanuit de buitenomgeving .6, aangebracht.

In fig. 2 is met behulp van het gearceerde gebied 11, dat aangeeft welke de relatieve vochtigheidswaarde hrei 8601406 ' -3- bij een gegeven buitentemperatuur Text mogen zijn, welke relatieve vochtigheidswaarden in een bij het regelorgaan behorend geheugen zijn opgeslagen. Zoals uit de grafiek is af a te lezen, wordt de relatieve vochtigheid met behulp van het 5 ventilateregelsysteem volgens de uitvinding bij lagere temperaturen lager gehouden dan bij hogere buitentemperaturen. Indien bij verlaagde buitentemperatuur de relatieve vochtigheid te hoog is geworden, zoals bijvoorbeeld in het punt A is aangegeven, moet het regelorgaan de ventilator 3 aanzetten, zo-10 dat de .relatieve vochtigheid in de ruimte wordt verlaagd tot in het punt 3, waarna het regelorgaan 4 de ventilator 3 wederom kan uitschakelen. Onder het gearceerde gebied 11 is de relatieve vochtigheid in de ruimte in principe te laag, maar dat zal in de praktijk veelal niet voorkomen en boven-15 dien is dit eventueel met bekende verdampers te verhelpen.

Het vochtigheidsmeetorgaan 5 is bijvoorbeeld een type Hl van de firma Philips, maar kan ook elke andere bekende hygrometer zijn.

In fig. 3 is schematisch een goed geïsoleerd gebouw 20 12 weergegeven, dat is voorzien van goed geïsoleerde buitenwanden 13, tochtdichte ramen 14 en een door middel van een isolatielaag 15 van een. kruipruimte 16 goed geïsoleerde vloer 17. De ruimten 2 van het gebouw 12 zijn voorzien van verwarmingselementen 18, vochtigheidopnemers 4 en op een centrale 25 ventilator 19 aangesloten, in dé ruimten 2 uitmondende luchtkanalen 20, waarbij bij de ingang in de ruimten 2 op een regelorgaan 21 aangesloten kleppen 22 zijn aangebracht. Op het regelorgaan 21 is eveneens een thermometer 7, die de temperatuur van het uitwendige van het gebouw meet, aangesloten. De 30 centrale ventilator 19 is bijvoorbeeld bij het gebruik van het gebouw voortdurend in bedrijf en stuwt de uit de ruimte 2 gezogen lucht via een in een dakdeel 34 aangebrachte uitlaat 35 naar het uitwendige van het gebouw. De centrale ventilator 19 kan ook op het regelorgaan 21 zijn aangesloten en 35 zodoende indien in geen van de ruimten 2 de luchtventilatie geregeld behoeft te worden, uitgeschakeld worden.

8601406 -4- ,<fr *

Het regelorgaan 21 stuurt de klep 22 (fig. 4) bijvoorbeeld via een op een as 23 daarvan aangebrachte electromotor 24 die in staat is de klep 22 in het luchtkanaal 20 te draaien. De klep 22 is bijvoorbeeld voorzien van één vaste 5 opening 25, maar kan ook zijn voorzien van meerdere vaste openingen, zoals met stippellijnen is aangegeven. Al naar gelang de bedrijfsomstandigheden kan de klep 22 een geheel dichte klep zijn en ook is een uitvoering denkbaar, waarbij de met een stippellijn omsloten stukken 26 van de klep in geld bruik nog gemakkelijk uitgebroken kunnen worden. Met behulp van de door het regelorgaan 21 gestuurde klep 22 kan de luchtventilatie in elke ruimte afzonderlijk geregeld worden. Bovenaan de ramen 14 van het gebouw 14 van het gebouw 12 kunnen langwerpige luchtinlaten 27 zijn opgenomen, die voorzien 15 zijn van een om een as 28 zwenkbaar afsluitdeel 29, waarbij het afsluitdeel 29 bij een kracht F tegen aanslagen 30 van . een behuizingsdeel 31 van de luchtinlaat 27 worden gedrukt, zodat het lucht binnendringen bij aanzienlijke winddruk tegen het desbetreffende raam 14 via de pijlen W vrijwel geheel 20 wordt verhinderd. Zowel het afsluitdeel 29 als het behuizingsdeel 31 kunnen uit kunststof zijn vervaardigd en vervolgens op eenvoudige wijze tot de luchtinlaat 27 zijn samengesteld.

Een zich door een buiten de wand 13 uitstrekkende 25 opening 10 (fig. 6) bestaat uit een koker 32 die in hoofdzaak rond is en die is voorzien van vanaf de ruimte 2 naar buiten wijzende zwenkbaar aangebrachte flappen 33 die elkaar in radiale richting overlappen en bij verhoogde buitenluchtdruk F de opening verkleinen, zoals is aangegeven in de gestippel— 30 de stand. De koker 32 en de flappen 33 kunnen van kunststof zijn vervaardigd.

8881408

Claims

1. Systeem (1) voor het regelen van de luchtventi-latie in een ruimte (2}, omvattende een vochtigheidsraeetor-gaan (5) voor het meten van de relatieve vochtigheid in de ruimte en een via een regelorgaan (4, 21) op het vochtig- 5 heidsmeetorgaan (5) aangesloten ventilator (3) die door middel van een luchtstroom naar de buitenomgeving van de ruimte (2) in afhankelijkheid van de gemeten relatieve-vochtigheids-waarde,de ruimte ventileert, gekenmerkt door een de temperatuur van de buitenomgeving metende thermometer (7) die op het 10 regelorgaan (4, 21) voor het zowel in afhankelijkheid van de relatieve-vochtigheid als van de buitentemperatuur regelen van de luchtventilatie in de ruimte, is aangesloten.

2. Ventilatieregelsysteem (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het regelorgaan (4, 21) voorzien is van 15 een geheugen, waarin de gewenste relatieve vochtigheidswaar-den bij verschillende buitentemperaturen zijn opgeslagen.

3. Ventilatieregelsysteem (1) volgens conclusie 1 of 2, waarbij de begrenzingen (9, 13, 14) van de ruimte (2) in hoofdzaak luchtdicht zijn, gekenmerkt door middelen (33, 20 29) voor tenminste één, in één van de begrenzingen (9, 13, 14. aangebrachte opening te doen sluiten bij verhoogde luchtdruk vanuit de buitenomgeving (6).

4. Ventilatieregelsysteem (1) volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de opening (10) in de nabijheid van een 25 de ruimte verwarmend verwarmingselement (8) is aangebracht.

5. Ventilatieregelsysteem (1) volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de opening (10) in hoofdzaak rond is en is voorzien van vanaf de ruimte (2) naar buiten wijzende zwenkbaar aangebrachte flappen (33)*

6. Ventilatieregelsysteem (1) volgens conclusie 3 of 4, gekenmerkt door een zwenkbaar afsluitdeel (29) afsluitbare opening (25), die langwerpig van vorm is .

7. Ventilatieregelsysteem, gekenmerkt door een centraal opgestelde ventilator (19), die met tenminste één ruim- 35 te (2) van het gebouw (12) via een luchtkanaal (20) is verbonden .

8. Gebouw, gekenmerkt door een ventilatieregelsysteem volgens één van de conclusies 1-7. 86 01 40 S