NL1013393C2 - Doseerinrichting ingericht voor het gedoseerd afgeven van een concentraat uit een houder. - Google Patents

Description

Titel: Doseerinrichting ingericht voor het gedoseerd afgeven van een concentraat uit een houder.

De uitvinding heeft betrekking op een doseerinrich-ting voorzien van een behuizing omvattende ten minste één inlaat, een vloeistofstroomtrajeet dat zich van de inlaat naar de uitlaat uitstrekt en een in het vloeistofstroom-5 traject opgenomen pomp, waarbij de doseerinrichting is ingericht voor het gedoseerd afgeven van een viskeus concentraat vanuit een houder waarin het concentraat is opgenomen, waarbij het concentraat in verdunde vorm een voor consumptie geschikt product geeft, de houder is 10 voorzien van een opslagruimte waarin het concentraat is opgenomen, en waarbij de inlaat van de doseerinrichting is ingericht om, in gebruik, met de opslagruimte van de houder te worden verbonden.

Een dergelijke inrichting is bekend uit de Britse 15 octrooiaanvrage 2103296. De hierin omschreven doseerinrichting is voorzien van een hol cilindervormig lichaam dat vervaardigd is van een flexibel elastisch materiaal. Het =· betreffende lichaam omsluit een pompvolume. Voorts is de inrichting voorzien van een bedieningselement voor het 20 samendrukken van het lichaam in een axiale richting. Tevens omvat de inrichting een holle cilindervormige behuizing die is ingericht om tenminste gedurende de fase waarin het pompvolume wordt gereduceerd het genoemde lichaam aan zijn buitenzijde te omvatten. Het flexibele lichaam wordt 25 cyclisch in een axiale richting vervormd met als gevolg dat bij elke cyclus een vooraf bepaalde hoeveelheid extract wordt afgegeven. Het bedieningselement wordt hiertoe met behulp van een pulserend magnetisch veld aangedreven. Voor het aandrijven van het bedieningselement wordt de 30 doseerinrichting in een eenheid geplaatst voor het opwekken van een pulserend magnetisch veld. Bij een pulserende magnetische aandrijving is de positie van de doseerinrichting ten opzichte van de eenheid in axiale richting van de doseerinrichting van grote invloed op de te leveren kracht.

J013393 2

Dit maakt het plaatsen van de doseerinrichting in de eenheid zeer kritisch.

Voorts heeft de bekende doseerinrichting als nadeel dat de werking hiervan afhankelijk is van de viscositeit 5 van het concentraat.

De uitvinding beoogt een oplossing te verschaffen voor de hiervoor geschetste problemen. De doseerinrichting overeenkomstig de uitvinding is hiertoe gekenmerkt in dat de pomp is voorzien van een tandwielpomp.

10 Doordat de doseerinrichting is voorzien van een in het vloeistofstroomtrajeet opgenomen tandwielpomp is het niet langer nodig, zoals bij de bekende inrichting, om een pulserende aandrijving toe te passen. Doordat een pulserende aandrijving achterwege kan worden gelaten behoeft het 15 plaatsen van de doseerinrichting in een afgifte-automaat niet kritisch te zijn Een verder voordeel is dat in de verdunde vorm van het concentraat niet het zogenaamde zebra-effect optreedt, omdat het concentraat niet pulserend wordt afgegeven.

20 Voorts kan de doseerinrichting dankzij de tandwiel pomp economisch voordelig worden uitgevoerd.

Een verder voordeel van de inrichting volgens de uitvinding is dat de dosering traploos kan worden ingesteld. Bovendien kan de doseerinrichting met een 25 geringe bouwhoogte worden uitgevoerd. Voorts kan de tandwielpomp dusdanig worden opgesteld dat de rotatieas van elke tandwielpomp ongeveer evenwijdig aan de richting van het vloeistofstroomtrajeet is gericht. Een dergelijke constructie is eenvoudig te realiseren.

30 Volgens een meer geavanceerde uitvoeringsvorm geldt,.

dat de doseerinrichting stroomopwaarts van de tandwielpomp is voorzien van een mechanisch met de tandwielpomp verbonden rotor voor het met behulp van een veranderend magneetveld aandrijven van de tandwielpomp. Een voordeel is 35 dat de rotor in het vloeistofstroomtrajeet kan worden opgenomen zodat ook deze de functie krijgt van roerder. In 1013393 3 het bijzonder geldt dat de doseerinrichting wordt aangedreven door een aandrijfas waarvan een axiale as in de richting van de in- en de uitlaat is gericht. Doordat een dynamische vloeistofafdichting van de aandrijfas kan 5 ontbreken is er relatief gering energieverlies en is er een zeer kleine kans op lekkage of contaminatie. Een verder voordeel is dat het concentraat, dat na gebruik in de doseerinrichting achterblijft, hermetisch is afgesloten van de buitenwereld.

10 Door de specifieke richting van de aandrijfas wordt eveneens bereikt dat de doseerinrichting rotatieonafhanke-lijk in een afgifteautomaat kan worden geplaatst. De positie van de rotor is hierbij niet kritisch. Indien de doseerinrichting met een met het concentraat gevulde houder 15 wordt verbonden kan deze verbinding eveneens rotatie-onafhankelijk tot stand worden gebracht.

Volgens de voorkeursuitvoeringsvorm geldt, dat de doseerinrichting is voorzien van een in hoofdzaak rotatie-symmetrische behuizing waarvan een axiale as zich in de 20 richting van de inlaat naar de uitlaat uitstrekt. In het bijzonder geldt, dat de doseerinrichting stroomafwaarts van de tandwielpomp is voorzien van een in het vloeistofstroom-traject opgenomen klep die opent wanneer de vloeistofdruk stroomopwaarts van de klep een vooraf bepaalde drempel-25 waarde overschrijdt. Het toepassen van een tandwielpomp in combinatie met een overdrukklep heeft het voordeel dat er geen lekstroom door interne spelingen ontstaat in de niet aangedreven toestand. Bovendien zorgt het klepje voor een microbiologische afsluiting, hetgeen belangrijk is voor 30 consumptie geschikte dranken.

De houder volgens de uitvinding is gekenmerkt in dat deze gevuld is met het concentraat dat in verdunde toestand geschikt is voor consumptie, waarbij de houder is voorzien van een doseerinrichting volgens de uitvinding zoals 35 hiervoor wordt omschreven.

1013393 4

Doordat de doseerinrichting volgens de uitvinding in axiale richting gezien laag kan worden uitgevoerd is in deze richting gezien minder lengte nodig om aan te drijven dan bij de bekende lineaire magneet. Daardoor ontstaat de 5 mogelijkheid om de doseerinrichting uittrekbaar te maken in plaats van uitvouwbaar waardoor een scheurstrip in de houder, wanneer deze is uitgevoerd als een zogenaamde 'bag in box' kan vervallen. Dit heeft als voordeel dat het operationeel maken van de 'bag in box' een eenvoudiger 10 handeling betreft. In het bijzonder geldt dan ook, dat de houder is voorzien van een van flexibel velvormig materiaal gevormde zak waarin het concentraat is opgenomen en een behuizing waarin de zak is opgenomen.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een 15 inrichting voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank waarbij de inrichting is ingericht om te worden geladen met een houder zoals hiervoor genoemd. De inrichting is voorzien van een magnetisatie-eenheid voor het opwekken van ten minste één dusdanig veranderend mag-20 netisch veld dat de rotor wordt aangedreven voor het door de doseerinrichting gedoseerd afgeven van concentraat uit de houder. De inrichting is tevens voorzien van middelen voor het verdunnen van het afgegeven concentraat met water voor het verkrijgen van de voor consumptie geschikte drank. 25 De magnetisatie-eenheid kan zijn voorzien van een magneet en aandrijfmiddelen voor het roteren van een magneet voor het opwekken van het veranderend magnetisch veld. Het is echter eveneens mogelijk dat de magnetisatie-eenheid is voorzien van een veelvoud van spoelen voor het opwekken van 30 het veranderende magnetische veld. De uitvinding heeft eveneens betrekking op een samenstel voorzien van een inrichting voor het bereiden van de voor consumptie geschikte drank en een houder zoals hiervoor omschreven. Hierbij is de inrichting ingericht om te worden geladen met 35 de houder, waarbij de inrichting is voorzien van aandrijf-middelen voor het aandrijven van de doseerinrichting voor 1013393 5 het door de doseerinrichting gedoseerd afgeven van concentraat uit de houder en middelen voor het verdunnen van het afgeven van concentraat met water voor het verkrijgen van de voor consumptie geschikte drank.

5 De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin toont

Fig. 1 een in onderdelen uiteen genomen mogelijke uitvoeringsvorm van een doseerinrichting volgens de uitvinding die verbonden is met een houder volgens de uit-10 vinding. Fig. 1 toont eveneens een magnetisatie-eenheid van een inrichting voor het bereiden van een consumptie geschikte drank; fig. 2 een aantal onderdelen van de doseerinrichting volgens fig. 1; 15 fig. 3 een aantal onderdelen van de doseerinrichting en de inrichting voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank volgens fig. 1; fig. 4a een bovenaanzicht van de tandwielpomp van de doseerinrichting volgens fig. 1; 20 fig. 4b een dwarsdoorsnede van de doseerinrichting volgens fig. 1 die in de magnetisatie-eenheid volgens fig.

1 is geplaatst; fig. 5a een bovenaanzicht van de doseerinrichting volgens fig. 1, die in de magnetisatie-eenheid van fig. 1 25 is geplaatst; fig. 5b een aanzicht van de doseerinrichting volgens fig. 1, die in de magnetisatie-eenheid volgens fig. 1 is geplaatst; en fig. 6 een houder met een doseerinrichting volgens 30 de uitvinding, een inrichting voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank volgens de uitvinding en een samenstel omvattende de inrichting en de houder volgens de uitvinding.

In de fig. 1-6 is met verwijzingscijfer 1 een 35 doseerinrichting volgens de uitvinding aangeduid. De 1013393 6 doseerinrichting is voorzien van een inlaat 2 en ten minste één uitlaat 4.

Het vloeistofstroomtrajeet strekt zich. van de inlaat 2 naar de uitlaat 4 uit. De doseerinrichting is in dit 5 voorbeeld voorzien van een uit twee delen samengestelde behuizing 6a en 6b, die rotatiesymmetrisch is uitgevoerd rond een as die in de richting van het vloeistofstroomtraj eet is gericht.

In de behuizing 6a, 6b is een tandwielpomp 8 10 opgenomen. De tandwielpomp 8 is aan zijn bovenzijde voorzien van een afdekplaat 10 met een instroomopening 12. De instroomopening 12 staat in fluïdum-verbinding met een ruimte waar de tanden van in dit geval twee tandwielen 14a en 14b in elkaar grijpen. Het tandwiel 14b wordt aangedre-15 ven door een aandrijfas 16 die zich in gemonteerde toestand door een opening 18 van de afdekplaat 10 uitstrekt. De aandrijfas 16 kan door middel van een externe aandrijving rechtstreeks worden aangedreven voor het doen roteren van de tandwielpomp. De tandwielpomp 2 is aan zijn onderzijde 20 voorzien van een uitstroomopening 20 voor het afgeven van vloeistof. De aandrijfas 16 is dusdanig gericht dat een axiale as van deze aandrijfas in de richting van de inlaat 2 naar de uitlaat 4 is gericht. In dit voorbeeld is de behuizing 6a, 6b in hoofdzaak rotatiesymmetrisch uitgevoerd 25 rond de axiale as die zich eveneens in de richting van de inlaat 2 naar de uitlaat 4 uitstrekt.

De doseerinrichting is echter in dit voorbeeld stroomopwaarts van de tandwielpomp 8 voorzien van een mechanisch met de tandwielpomp, in dit voorbeeld mechanisch 30 met de rotatie-as 16, verbonden rotor 22. Deze rotor 22 bevindt zich in gemonteerde toestand boven de afdekplaat 10. De rotor kan door middel van een externe aandrijving worden aangedreven voor het doen laten roteren van de tandwielpomp 8. Bij voorkeur geldt dat de rotor is 35 ingericht om met behulp van een veranderend magneetveld te 1013393 7 worden aangedreven voor het aandrijven van de tandwielpomp 8.

In dit voorbeeld geldt voorts dat de rotor 22 in het genoemde vloeistofstroomtrajeet is opgenomen. De rotor is 5 in dit voorbeeld voorzien van een permanente magneet voor het met behulp van ten minste één variërend magneetveld contactloos aandrijven van de rotor. In het bijzonder geldt in dit voorbeeld, dat de rotor een veelvoud van zich in radiale richting van de rotatie-as (aandrijfas 16) 10 uitstrekkende armen 24 omvat. Meer in het bijzonder zijn er slechts twee armen die in eikaars verlengde liggen en derhalve een balkachtig lichaam vormen. De uiteinden van de armen vormen polen van de genoemde permanente magneet. De polen van de permanente magneet zullen het veranderende 15 magneetveld willen volgen, hetgeen tot gevolg heeft dat de rotor en de aandrijfas 16 zullen gaan draaien. De tot op dit punt omschreven inrichting werkt als volgt. Stel dat de inlaat 2 van de doseerinrichting is verbonden met een in fig. 1 en 6 schematisch getoonde houder 26 waarin een 20 hoeveelheid concentraat, zoals bijvoorbeeld koffie-concentraat, aanwezig is. De houder 26 is zoals goed getoond is in fig. 6 voorzien van de doseerinrichting volgens fig. 1. In dit voorbeeld is de houder 26 voorzien van een door een flexibel velvormig materiaal gevormde zak 25 28 (gestippeld aaangegeven) waarin het concentraat is opgenomen en een behuizing 30 waarin de zak 28 is opgenomen. De behuizing 30 wordt bij voorkeur in hoofdzaak rigide uitgevoerd en derhalve meer rigide dan de zak 28. De inlaat 2 van de doseerinrichting staat in fluïdum-30 verbinding met de binnenzijde van de zak 28. Door nu een op een vooraf bepaalde wijze veranderend magneetveld op te wekken zal door rotor 22 op vooraf bepaalde wijze gaan roteren. Hierdoor zal de tandwielpomp 8 eveneens gaan roteren met als gevolg dat concentraat via de instroom-35 opening 12 en de ruimte tussen de tanden van de tandwielen naar de genoemde uitstroomopening 20 stroomt. Hiermee 1013393 8 correspondeert de hoeveelheid concentraat die gedoseerd wordt afgegeven met de rotatiehoek waarover de rotor 22 wordt geroteerd. Het verband is in hoofdzaak lineair.

In fig. 6 is met verwijzingscijfer 31 nog een in-5 richting voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank aangeduid. De inrichting 31 is ingericht om met de houder 26 te worden geladen. De inrichting is voorzien van een magnetisatie-eenheid 32 voor het opwekken van het genoemde veranderende magnetische veld voor het 10 aandrijven van de rotor. Voorts is de inrichting voorzien van middelen 34 voor het verdunnen van het door de doseer-inrichting 1 afgegeven concentraat met water. Deze middelen 34 omvatten een heet water generator 36 en een mengeenheid 38. In gebruik wordt de behuizing 6a, 6b van de doseerin-15 richting door een opening 40 van de magnetisatie-inrichting gestoken dusdanig dat de uitlaat 4 van de doseerinrichting tot in een opening 42 van de menginrichting 38 reikt. Een regeleenheid 44 van de inrichting 31 stuurt de magnetisatie-eenheid 32 dusdanig via leiding 45 aan dat een 20 veranderend magneetveld wordt opgewekt dat langs een vooraf bepaalde rotatiehoek de rotor 22 laat roteren. Hierdoor wordt vanuit de houder 26 een vooraf bepaalde hoeveelheid concentraat aan de menginrichting 38 afgegeven. De controle-eenheid 44 activeert eveneens de heetwatereenheid 25 36 en de mengeenheid 38 via respectievelijk elektrische leidingen 46 en 48. Hierdoor wordt heet water van de heetwatereenheid 36 naar de mengeenheid 38 gestuurd. In de mengeenheid wordt het hete water gemengd met het afgegeven concentraat waarna het concentraat in verdunde toestand en 30 derhalve in een toestand van een voor consumptie geschikte drank een uitlaatopening 50 van de inrichting 31 verlaat.

In dit voorbeeld is de magnetisatie-eenheid 32 voorzien van een veelvoud van spoelen 52 voor het opwekken van het veranderende magneetveld.

35 De uitvinding is geenszins, beperkt tot de hiervoor geschetste uitvoeringsvormen. Zo kan de rotor 22 eveneens 1013393 9 uitsluitend zijn voorzien van weekijzer. Magnetisatie van de rotor ontstaat dan door het magneetveld van de magne-tisatie-eenheid 31. De rotor zal zich in dit wisselend magneetveld willen richten waardoor de rotatie wordt 5 bewerkstelligd. Ook kan de rotor 22 op, op zich bekende wijze, worden aangedreven, zoals bekend is voor een wervelstroommotor. Bij het roteren van de rotor ontstaan fly-back pulsen in de spoelen 52 van de magnetisatie-inrichting die niet worden bekrachtigd. Deze fly-back 10 pulsen kunnen in de magnetisatie-inrichting op, op zich bekende wijze worden gebruikt om de rotatiepositie van de rotor te bepalen. Aan de hand van deze rotatiepositie kan een op zich bekende (teruggekoppelde) regelingloop worden toegepast.

15 Ook is het mogelijk dat de spoelen 52 worden ver vangen door permanente magneten waarbij deze magneten mechanisch worden geroteerd voor het opwekken van het veranderende magneetveld.

In de genoemde uitstroomopening 20 kan voorts nog 20 een klep 54 worden opgenomen die opent wanneer de vloeistroomdruk stroomopwaarts van de klep een vooraf bepaalde drempelwaarde overschrijdt. Het gaat hierbij om een zogenaamde eenrichtingklep omvattende een afsluit-lichaam 56 met een veer 58 die in dit voorbeeld schematisch 25 is getoond.

De behuizing 6a en 6b is in dit voorbeeld van een geschikte kunststof uitgevoerd. Ook de tandwielen 14a en 14b en de aandrijfas 16 zijn van kunststof uitgevoerd. Het enige metalen onderdeel is derhalve de rotor 22. Ook is het 30 mogelijk dat de rotor stroomneerwaarts ten opzichte van de tandwielpomp in het vloeistofströomtrajeet wordt opgenomen. Ook kan de tandwielpomp in plaats van met behulp van de rotor op een andere wijze worden aangedreven. Zo kan de tandwielpomp ook mechanisch worden aangedreven met behulp 35 van bijvoorbeeld een motor. Deze motor kan dan een onderdeel zijn van de inrichting 31. De klep 54 kan ook 1 o 1 3393 10 worden uitgevoerd als een z.g. parapluklep. Dergelijke varianten worden elk geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.

5 1 o 1 3393

Claims (23)

1. Doseerinrichting voorzien van een behuizing omvattende ten minste één inlaat, een vloeistofstroom-traject dat zich van de inlaat naar de uitlaat uitstrekt en een in het vloeistofstroomtrajeet opgenomen pomp, waarbij 5 de doseerinrichting is ingericht voor het gedoseerd afgeven van een viskeus concentraat vanuit een houder waarin het concentraat is opgenomen, waarbij het concentraat in verdunde vorm een voor consumptie geschikt product geeft, de houder is voorzien van een opslagruimte waarin het 10 concentraat is opgenomen, en waarbij de inlaat van de doseerinrichting is ingericht om, in gebruik, met de opslagruimte van de houder te worden verbonden, met het kenmerk, dat de pomp is voorzien van een tandwielpomp.

2. Doseerinrichting volgens conclusie 1, met het 15 kenmerk, dat de tandwielpomp wordt aangedreven door een aandrijfas waarvan een axiale as zich in een richting van de inlaat naar de uitlaat uitstrekt.

3. Doseerinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de behuizing van de doseerinrichting in 20 hoofdzaak rotatiesymmetrisch is uitgevoerd, waarbij een axiale as van de behuizing zich in de richting van de inlaat naar de uitlaat uitstrekt.

4. Doseerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de doseerinrichting 25 stroomafwaarts van de tandwielpomp is voorzien van een in het vloeistofstroomtrajeet opgenomen klep die opent wanneer de vloeistofdruk stroomopwaarts van de klep een vooraf bepaalde drempelwaarde overschrijdt.

5. Doseerinrichting volgens een der voorgaande 30 conclusies, met het kenmerk, dat de doseerinrichting is voorzien van een roteerbaar rond een rotatie-as met de behuizing verbonden rotor voor het met behulp van tenminste een veranderend magneetveld doen laten roteren van-de rotor 1 o 1 3393 rond de rotatie-as waarbij de rotor mechanisch is verbonden met de tandwielpomp voor het aandrijven van de tandwielpomp met de roterende rotor.

6. Doseerinrichting volgens conclusie 5, met het 5 kenmerk, dat de rotor in het vloeistofstroomtrajeet is opgenomen.

7. Doseerinrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de rotor stroomopwaarts van de tandwielpomp in het vloeistofstroomtraject is opgenomen.

8. Doseerinrichting volgens conclusie 5, 6 of 7, met het kenmerk, dat de rotor is voorzien van een magnetiseer-baar materiaal zoals weekijzer.

9. Doseerinrichting volgens een der conclusies 5-8, met het kenmerk, dat de rotor een permanente magneet omvat 15 voor het met behulp van ten minste één veranderend magnetisch veld contactloos aandrijven van de rotor.

10. Doseerinrichting volgens een der conclusies 5-9, met het kenmerk, dat de rotor een veelvoud zich in radiale richting van de rotatie-as uitstrekkende armen omvat.

11. Doseerinrichting volgens conclusies 9 en 10, met het kenmerk, dat de uiteinden van de armen polen van de permanente magneet vormen.

12. Houder, gevuld met concentraat dat in verdunde vorm geschikt is voor consumptie waarbij de houder is voorzien 25 van een doseerinrichting volgens een der voorgaande conclusies.

13. Houder volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de houder is voorzien van een van een flexibel velvormig materiaal gevormde zak waarin het concentraat is opgenomen 30 en een behuizing waarin de zak is opgenomen.

14. Houder volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de inlaat van de doseerinrichting is verbonden met de zak.

15. Houder volgens een der conclusies 12 - 14, met het kenmerk, dat de behuizing meer rigide is uitgevoerd dan de 35 zak. 1013393

16. Inrichting voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank waarbij de inrichting is ingericht om te worden geladen met een houder volgens een der voorgaande conclusies 12 - 15 die is voorzien van een doseerinrichting 5 volgens een der conclusies 5-11, waarbij de inrichting is voorzien van een magnetisatie-eenheid voor het opwekken van tenminste een dusdanig veranderend magnetisch veld dat de rotor contactloos wordt aangedreven door de magnetisatie-eenheid voor het door de doseerinrichting gedoseerd afgeven 10 van concentraat uit de houder en middelen voor het verdunnen van het afgegeven concentraat met· water voor het verkrijgen van de voor consumptie geschikte drank.

17. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de magnetisatie-eenheid is voorzien van een magneet en 15 aandrijfmiddelen voor het roteren van de magneet voor het opwekken van het veranderende magnetische veld.

18. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de magnetisatie-eenheid is voorzien van een veelvoud van spoelen.

19. Samenstel voorzien van een inrichting voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank en een houder volgens een der voorgaande conclusies 12 - 15, waarbij de inrichting is geladen met de houder en waarbij de inrichting is voorzien van aandrijfmiddelen voor het 25 aandrijven van de doseerinrichting voor het door de doseerinrichting gedoseerd afgeven van concentraat uit de houder en middelen voor het verdunnen van het afgegeven concentraat met water voor het verkrijgen van de voor consumptie geschikte drank.

20. Samenstel volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de houder losmakelijk met de inrichting is verbonden.

21. Samenstel volgens conclusie 19 of 20 waarbij de houder is voorzien van een doseerinrichting volgens een der conclusies 5 - 11, met het kenmerk, dat de inrichting 35 verder is voorzien van een magnetisatie-eenheid voor het opwekken van tenminste een dusdanig veranderend magnetisch 1013393 veld dat de rotor wordt aangedreven voor het door de doseerinrichting gedoseerd afgeven van concentraat uit de houder.

22. Samenstel volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat 5 de magnetisatie-eenheid is voorzien van een magneet en aandrijfmiddelen voor het roteren van de magneet voor het opwekken van het veranderende magnetische veld.

23. Samenstel volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de magnetisatie-eenheid is voorzien van een veelvoud van 10 spoelen. 1013393