NL1013342C2 - Inrichting bestemd voor het verhinderen van diefstal van trailers. - Google Patents

Description

Titel: Inrichting bestemd voor het verhinderen van diefstal van trailers.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting bestemd voor het verhinderen van diefstal van trailers, meer in het bijzonder vrachtwagentrailers. Vrachtwagentrailers worden vaak op parkeerterreinen of de 5 openbare weg geparkeerd in afwachting van een trekker die de trailer oppikt en naar een volgende bestemming vervoert. De laatste jaren komt het regelmatig voor dat vrachtwagentrailers door onbevoegden met een trekker worden gestolen. Niet alleen gaat hierbij de op zichzelf al kostbare trailer 10 verloren, ook de daarin aanwezige lading gaat verloren. Op zichzelf zijn uit de praktijk reeds zogenaamde kingpin-sloten bekend. Een bezwaar van deze kingpinsloten is dat deze lastig zijn te plaatsen en te verwijderen.

De uitvinding beoogt derhalve een inrichting met 15 behulp waarvan het hierboven beschreven probleem kan worden opgelost.

De uitvinding verschaft hiertoe een inrichting die wordt gekenmerkt door een huis dat monteerbaar is op een te beveiligen trailer, welke inrichting is voorzien van een 20 blokkeerelement dat vanuit een vrijgavestand brengbaar is in een blokkeerstand, waarbij de inrichting verder is voorzien van een blokkeerelementvergrendeling voor het in de blokkeerstand vergrendelen van het blokkeerelement.

Trailers kunnen worden onderverdeeld in opleggers en 25 aanhangwagens. Een oplegger is in het algemeen voorzien van twee dicht bij elkaar gelegen assen. De voorzijde van de oplegger is voorzien van een schotelplaat met een zogenaamde kingpin. De kingpin zorgt voor de verbinding tussen de oplegger en de trekker. Met de schotelplaat rust 30 de oplegger op de trekker. Bij aanhangwagens zijn de assen op grotere afstand van elkaar gelegen. De vooras is roteerbaar gemonteerd op het chassis. De vooras is hiertoe gelegerd in een zogenaamde molen. De inrichting volgens de uitvinding wordt bij opleggers bij voorkeur op de 1013342 2 onderzijde van de schotelplaat gemonteerd. Wanneer het blokkeerelement zich in de blokkeerstand bevindt en de blokkeerelementvergrendeling het blokkeerelement in de blokkeerstand vergrendelt, is het aankoppelen van de 5 oplegger aan de trekker onmogelijk omdat de kingpin niet in aangrijping met de trekker kan worden gebracht. Het oppikken van de oplegger wordt hierdoor onmogelijk. Bij aanhangers wordt de inrichting bij voorkeur op de molen gemonteerd. Op zichzelf kan de aanhanger dan wel door ee:i 10 trekker worden opgepikt, echter, zodra een bocht moet worden doorlopen zal de molen van de aanhanger geneigd zijn om ten opzichte van het chassis te verzwenken, zodat de vooras inderdaad de bocht kan volgen. Wanneer het blokkeerelement van de inrichting zich in de blokkeerstand 15 bevindt, zal een dergelijke verzwenking echter worden verhinderd doordat het blokkeerelement aangrijpt op een vast chassisdeel van de aanhanger. Op die wijze wordt derhalve het maken van bochten onmogelijk gemaakt, zodat een dief niet ver met de aanhanger zal komen.

20 Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding is het bijzonder gunstig wanneer de blokkeerelementvergrendeling automatisch kan worden bekrachtigd, bijvoorbeeld met een pneumatische, elektrische of mechanische aandrijving of combinaties daarvan.

25 Eventueel kan de aandrijving zijn aangesloten op een besturing met behulp waarvan de chauffeur de inrichting lean vergrendelen en ontgrendelen. Hierbij kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van een pincode, een sleutel of dergelijke identificatiemogelijkheid. Verder kan de 30 besturing er voor zorgdragen dat de blokkeerelementvergrendeling, bijvoorbeeld vijf minuten na afkoppeling van de trailer, automatisch in de blokkeerstand wordt gebracht. Eventueel kan de besturing zijn voorzien van een draadloze communicatievoorziening, zoals 35 bijvoorbeeld een GSM- telefoon, zodat de blokkeerelementvergrendeling vanuit een centrale kan worden 1013342 3 bediend. De chauffeur kan bij aankomst bij, of vertrek van de trailer dan met behulp van zijn GSM-telefoon contact opnemen met de centrale waarna de centrale de GSM-telefoon van de besturing kan bellen en daaraan een code kan 5 doorgeven die tot gevolg heeft dat de besturing de inrichting ontgrendelt, respectievelijk vergrendelt.

Vanzelfsprekend heeft de uitvinding tevens betrekking op een trailer voorzien van een inrichting volgens conclusies 1-12.

10 Nadere uitwerkingen zijn beschreven in de volgconclusies en zullen hierna, onder verwijzing naar de tekening verder worden verduidelijkt.

Figuur 1 toont een zijaanzicht van een trekker met oplegger; 15 figuur 2 toont een detail A van het in figuur 1 weergegeven zijaanzicht; figuur 3 toont een doorsnede-aanzicht over lijn III- III uit figuur 4 van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding; 20 figuur 4 toont een doorsnede-aanzicht over lijn IV- IV uit figuur 3; en figuur 5 toont een doorsnede-aanzicht van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding.

25 Figuur 1 toont een vrachtauto voorzien van een oplegger 1 en een trekker 2. De oplegger 1 is voorzien van een zogenaamde schotelplaat 3 waarmee de oplegger 1 op een koppelschotel 14 van de trekker rust. De trekverbinding tussen de trekker 2 en de oplegger 1 wordt tot stand 30 gebracht met behulp van een zogenaamde kingpin die is verbonden met de oplegger 1 en die in de onderhavige figuren niet zichtbaar is. Bij het 'oppikken' van een oplegger wordt de trekker 2 met de koppelschotel 14 onder de schotelplaat 3 gereden, waarbij automatisch de 35 verbinding tussen de trekker 2 en de oplegger 1 tot stand wordt gebracht. Wanneer deze verbinding tot stand is 101334 2 4 gebracht kunnen de steunen 10 waarop de oplegger 1 rustte worden ingeklapt. Figuur 2 toont in meer detail het deel van de trekker 2 en de oplegger 1 ter plaatse van hun verbindingspunt.

5 In figuur 2 is een mogelijke positie van de inrichting 11 volgens de uitvinding aan de onderzijde van de schotel 3 weergegeven. Verder is een bedieningspaneel 9 op de oplegger 1 getoont met behulp waarvan de inrichting vanuit een blokkeerstand in een gedeblokkeerde stand en 10 vice versa kan worden gebracht. De inrichting 11 zal onder verwijzing naar figuren 3 en 4 verder worden verduidelijkt. De inrichting is voorzien van een huis 4 waarin een blokkeerelement 5 is opgesteld. Het blokkeerelement 5 is vanuit een vrijgavestand, die is weergegeven in figuur 3, 15 brengbaar in een blokkeerstand, die is weergegeven in figuur 4. In deze blokkeerstand. kan het blokkeerelement 5 worden vergrendeld door een grendelschuif 6. De grendelschuif 6 is met behulp van het zuigercilindersamenstel 8, in figuur 3 in linker en rechter 20 richting, verschuifbaar opgesteld.

In het huis 4 is verder een relais 16 opgenomen, dat is voorzien van een relaispen 17. Het relais is aangesloten op de besturing 9 en dient om te verhinderen dat de grendelschuif 6 uit de grendelstand kan worden bewogen.

25 Hiertoe moet eerst het relais 16 worden bekrachtigd om de relaispen 17 in te trekken. Pas daarna kan het zuiger/cilinder-samenstel 8 worden bekrachtigd om de grendelschuif vanuit de grendelstand in de ontgrendelstand te brengen.

30 Wanneer het vergrendelement 6 zich in de, in figuur 3 uiterste linker stand bevindt, strekt het zich boven de kop 5a blokkeerelement 5 uit. Het is derhalve ingeklemd tussen het huis 4 en de kop 5a van het blokkeerelement 5. Als gevolg hiervan kan het blokkeerelement 5 niet meer 35 omhoog bewegen. In de ontgrendelstand bevindt de grendelschuif 6 zich in een rechts van het blokkeerelement 1013342 5 5. Het zuigercilindersamenstel 8 is aangesloten op een pneumatische drukbron 12 die in de trailers in het algemeen beschikbaar is ten behoeve van de rembekrachtiging. Deze aansluiting is via kleppen 13, die met behulp van een 5 besturing 9 bedienbaar zijn, tot stand gebracht.

Afhankelijk van het openen of sluiten van één van de kleppen 13 wordt de zuiger 14 van het zuigercilindersamenstel 8 naar links of naar rechts geschoven ter bediening van de grendelschuif 6. Eventueel 10 kan bijvoorbeeld de heengaande slag van de zuiger 14, dat wil zeggen de slag voor het in de ontgrendelstand brengen van de grendelschuif 6, worden bekrachtigd met een veer in plaats van met pneumatische druk. Ook na het wegvallen van de druk in de drukbron 12 kan de inrichting dan worden 15 gedeblokkeerd door het relais 16 te bedienen voor het intrekken van de relaispen 17.

De besturing 9 kan op de buitenzijde van de trailer zijn gemonteerd zoals aangegeven in figuren 1 en 2. Het verdient echter de voorkeur dat slechts een 20 bedieningspaneel van de besturing aan de buitenzijde van de trailer 1 is gemonteerd en dat de besturing zelf in de trailer 1 op een niet voor dieven toegankelijke positie is gemonteerd. Met behulp van het bedieningspaneel kan een pincode of identificatiecode in de besturing worden 25 gevoerd.

Wanneer de grendelschuif 6 zich in de vergrendelstand bevindt kan het blokkeerelement 5 niet omhoog worden bewogen. Wanneer een onbevoegde zou trachten de oplegger 1 toch met behulp van een trekker 2 op te 30 pikken zou de kop 5a van blokkeerelement 5 tegen de koppelschotel 14 van de trekker 2 oplopen waardoor de kingpin van de oplegger 1 niet in aangrijping komt met de trekker 2. Het tot stand brengen van een verbinding tussen de oplegger 1 en de trekker 2 wordt hierdoor verhinderd.

35 Wanneer de grendelschuif 6 zich echter in de ontgrendelstand bevindt, kan het blokkeerelement 5 onder 1013342 6 invloed van een daarop uitgeoefende kracht omhoog bewegen. De schotelplaat 3 zal hierdoor op het juiste niveau over de koppelschotel 14 bewegen tijdens het oppikken waardoor een normale verbinding tussen de oplegger 1 en de trekker 2 tot 5 stand kan worden gebracht.

Het blokkeerelement 5 beweegt onder invloed van een zwaartekracht automatisch omlaag. Wanneer de trailer 1 derhalve niet is aangekoppeld, kan de grendelschuif 6 altijd in de grendelstand worden gebracht. Overigens is in 10 het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld boven de kop 5a van het blokkeerelement 5 nog een veer 7 opgesteld om met meer zekerheid te bewerkstelligen dat het blokkeerelement 5 zich altijd in de benedenste stand bevindt wanneer op de kop 5a van buitenaf geen kracht wordt uitgeoefend. Doordat de kop 15 5a de vorm heeft van een deel van een bol kan tijdens het oppikken van een oplegger 1 de oplegplaat 14 de bolvormige kop 5a geleidelijk omhoog drukken.

Alhoewel in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld de aandrijving 8 van de grendelschuif 6 is uitgevoerd als een 20 zuigercilindersamenstel, zijn ook andere aandrijvingen denkbaar, zoals bijvoorbeeld een elektrische aandrijving in de vorm van een stappenmotor, een servomotor of een elektromagneet.

Anderzijds is het tevens mogelijk dat het 25 blokkeerelement zelf wordt aangedreven door een aandrijving om het blokkeerelement vanuit de blokkeerstand in de vrijgavestand te brengen en/of vice versa. Een dergelijk uitvoeringsvoorbeeld is weergegeven in figuur 5. Daarin is een huis 104 zichtbaar en een blokkeerelement 105 dat 30 verzwenkbaar is rond een as 106. Eventueel kan in de ruimte 107 een grendelschuif worden geschoven teneinde het verzwenken van de blokkeerelement 105 rond de zwenkas 106 te verhinderen. Ten behoeve van het verzwenken van het blokkeerelement 105 kan bijvoorbeeld een servomotor worden 35 verschaft die de as 106 aandrijft.

1013342 7

De besturing van de aandrijving van ofwel de blokkeerpen 105 ofwel de grendelschuif 6, kan zijn voorzien van een GSM-telefoon waarvan de antenne 15 in figuur 3 is weergegeven. Vanzelfsprekend verdient het de voorkeur dat 5 deze antenne 15 zich buiten het bereik van een dief bevindt, zodat deze niet kan worden vernield. Met behulp van de GSM-telefoon kan vanuit een centrale contact worden gezocht met de besturing 9 ten behoeve van het bedienen van het blokkeerelement 105, de grendelschuif 6 en/of het 10 relais 16, zodat de inrichting op afstand vanuit een geblokkeerde toestand in een gedeblokkeerde toestand kan worden gebracht en vice versa. Hierdoor wordt verhinderd dat de trailer 1 bijvoorbeeld wordt meegenomen door een omgekochte chauffeur die zijn pincode voor ondeugdelijke 15 doeleinden aan een derde heeft doorverkocht. Immers, slechts in de centrale behoeven dan de juiste pincodes of identificatiecodes bekend te zijn voor het in een gedeblokkeerde toestand brengen van de inrichting 11.

Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet is 20 beperkt tot de beschreven uitvoeringsvoorbeelden maar diverse wijzigingen binnen het raam van de uitvinding mogelijk zijn.

1013342

Claims (14)

1. Inrichting bestemd voor het verhinderen van diefstal van trailers (1) gekenmerkt door een huis (43,104) dat monteerbaar is op de trailer (1) en voorzien van een blokkeerelement (5,105) dat vanuit een vrijgavestand 5 brengbaar is in een blokkeerstand, waarbij de inrichting (11) verder is voorzien van een blokkeerelement-vergrendeling voor het in de blokkeerstand vergrendelen van het blokkeerelement (5).

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, cat 10 de blokkeerelementvergrendeling is voorzien van een grendelschuif (6) die in het huis (4) is opgenomen, welke grendelschuif (5) in een grendelstand en een ontgrendelstand brengbaar is, waarbij de grendelschuif (6) het in de grendelstand onmogelijk maakt dat het 15 blokkeerelement (5) uit de blokkeerstand wordt bewogen.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het blokkeerelement (5) zodanig is opgesteld dat deze automatisch de blokkeerstand aanneemt.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat 20 het blokkeerelement (5) onder invloed van de zwaartekracht, eventueel in combinatie met een veerelement (7) in de blokkeerstand wordt gedwongen.

5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat het blokkeerelement is voorzien van een kop 25 (5a) en een pen (5b), waarbij de kop (5a) in de blokkeerstand buiten het huis (4) reikt en de vorm heeft van een deel van een bol.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de grendelschuif (6) zich in de vergrendelstand boven de 30 kop (5a) en althans ten dele rond de pen (5b) van het blokkeerelement (5) uitstrekt. 1013342

7. Inrichting volgens één van de conlcusies 2-6, gekenmerkt door een grendelschuifaandrijving (8) die de grendelschuif (6) bedient.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat 5 de grendelschuifaandrijving een pneumatisch zuiger/cilindersamenstel (8) omvat.

9. Inrichting volgens conlcusie 7, met het kenmerk, dat de grendelschuifaandrijving een elektrische aandrijving is, zoals een stappenmotor, een servomotor of een electro- 10 magneet.

10. Inrichting volgens conclusie 7, gekenmerkt door een relais (16) met een relaispen (17), welk relais (16) zodanig in het huis (4) is gemonteerd dat de grendelschuif (6) in de grendelstand met behulp van de relaispen (17) kan 15 worden geblokkeerd en gedeblokkeerd.

11. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door een blokkeerelementaandrijving met behulp waarvan het blokkeerelement vanuit de vrijgavestand in de blokkeerstand brengbaar is en/of vice versa.

12. Inrichting volgens één der conclusies 7-11, met het kenmerk, dat de grendelschuifaandrijving en/of de blokkeerelementaandrijving is aangesloten op een besturing (9) .

13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, 25 dat op de besturing (9) een draadloze communicatie- voorziening is aangesloten, zoals bijvoorbeeld GSM-telefoon, zodat de blokkeerelementvergrendeling vanuit een centrale kan worden bediend.

14. Trailer voorzien van een inrichting volgens één der 30 conclusies 1-13. 1013342