NL1013132C2 - Dakplaat met harde afdekking. - Google Patents

Description

* ’

DAKPLAAT HET HARDE AFDEKKING

5 De uitvinding heeft betrekking op een op zich hoofdzakelijk starre plaat van minerale wol, omvattende een met een vlak van de plaat verbonden, gesloten laag, waarbij de gesloten laag van een met de minerale wol verbonden materiaal is gevormd.

10 Dergelijke platen zijn algemeen bekend, bij voorbeeld in de vorm van dakplaten. Deze zijn aan één vlak van een laag bitumen of een ander teerachtig materiaal voorzien.

Dergelijke, tot de stand van de techniek beho-15 rende dakplaten hebben het nadeel dat zij minder goed beloopbaar zijn.

Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een dergelijke plaat, welke beter beloopbaar is.

20 Dit doel wordt bereikt, doordat de gesloten toplaag op zich hoofdzakelijk star is.

Als gevolg van de starheid van de gesloten toplaag ontstaat een beloopbare plaat. Hierbij wordt opgemerkt dat de gesloten toplaag op zich tamelijk dun 25 kan zijn, mits deze voldoende sterk en stijf is; de toplaag fungeert immers slechts alleen voor het verdelen van de druk over een groter oppervlak, zodat deze druk kan worden opgenomen door de minerale wol. Deze minerale wol heeft op zich al een redelijk grote dichtheid in 30 verband met de starheid van de plaat.

Volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm strekt de toplaag zich tot een zekere diepte in de minerale wol uit.

Enerzijds draagt dit zorg voor een betere 35 hechting tussen de toplaag en de minerale wol, doch anderzijds wordt de krachtoverbrenging gunstiger. Door de uitstrekking van de toplaag tot in de minerale wol ontstaat inniger verbinding tussen de toplaag en de minerale 1013132 2 wol, zodat deze verbinding niet alleen verticale, dat wil zeggen zich dwars op de plaatrichting uitstrekkende, doch tevens horizontale, dat wil zeggen zich in het vlak van de plaat uitstrekkende krachten op kan nemen. Hierdoor 5 wordt de druk, waarmee de plaat kan worden belast, vergroot; het geheel is immers meer star geworden.

Als alternatief wordt de toplaag door middel van een hechtmiddel met minerale wol verbonden. Dit is op zich een bruikbaar alternatief, maar levert niet de 10 voordelen op van de bovenstaande eerste uitvoeringsvorm.

Volgens een tweede voorkeursuitvoeringsvorm omvat de toplaag een aanvankelijk plastische, doch vervolgens uitgeharde, thermohardende kunststoffen drager.

Het gebruik van een thermohardende kunststoffen 15 drager maakt het mogelijk de innige verbinding tussen de toplaag en de laag van minerale wol te verkrijgen. Door toepassing van de plastische drager is het mogelijk deze in contact te brengen met één zijde van de van minerale wol vervaardigde starre plaat, waarbij de zo gewenste 20 innige hechting tot stand komt. Bij het vervolgens laten uitharden van de thermohardende drager wordt de innige hechting bestendigd.

In principe zijn even goede resultaten bereikbaar, wanneer de toplaag een aanvankelijk van een oplos-25 middel voorziene en dan plastische, doch vervolgens door het verdwijnen van een oplosmiddel starre kunststoffen drager omvat. Deze methode heeft echter het nadeel van het gebruik van oplosmiddelen, hetgeen uit milieutechnische overwegingen minder gewenst is.

30 Volgens een derde voorkeursuitvoeringsvorm is in de toplaag een structuur opgenomen voor het opnemen van trekkrachten.

Deze uitvoeringsvorm leidt tot een verbeterde stevigheid, omdat het bij belasting ontstane krachtenspel 35 beter wordt opgenomen; de op een beperkt oppervlak van de plaat uitgeoefende kracht wordt als gevolg van de mogelijkheid tot het opnemen van krachten in de hoofdrichting van de plaat verdeeld.

1013132 3

Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm wordt de voor het opnemen van trekkrachten geschikte structuur gevormd door een netwerk van kunststoffen, bijvoorbeeld van polyester of van glasvezel vervaardigde 5 draden.

Deze maatregel biedt de mogelijkheid het netwerk op te nemen in de toplaag, terwijl deze zich in de plastische toestand bevindt. Het aldus gevormde samenstel wordt dan aangebracht op de plaat van minerale wol.

10 Volgens weer een andere voorkeursuitvoerings vorm is de toplaag tenminste gedeeltelijk een schuimlaag.

De toepassing van een schuimlaag heeft het voordeel dat bij behoud van de dezelfde massa kunststof de laag veel dikker en daarmee steviger wordt. Deze con-15 structie leidt tot een aanzienlijke toename van de sterkte, mede doordat de laag zich over een grotere dikte uitstrekt en de verbinding met de minerale wol steviger wordt.

Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm is 20 de toplaag tenminste gedeeltelijk gevuld met een mineraal vulmateriaal.

Hiermee wordt weliswaar geen gewichtsvermindering verkregen, maar wel een vergroting van de sterkte; de laag wordt immers ook dikker. Bovendien heeft het 25 minerale vulmateriaal op zich stevigheid, in elk geval meer stevigheid dan de bellen binnen het schuim, zodat met minder materiaal eenzelfde stevigheid kan worden verkregen.

Volgens weer een andere voorkeursuitvoerings-30 vorm omvat de toplaag fenolhars, polyesterhars of poly-urethaanhars. Onderzoek heeft geleerd dat dit de meest geschikte soorten kunststof zijn.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de buitenzijde van de toplaag glad afgewerkt; hierdoor 35 wordt het gemakkelijk op de verharde toplaag door middel van verschillende technieken een waterdichte laag in de vorm van bitumen, brandrollen of een kunststof dakbedekking te brengen.

1013 132 4

Een andere voorkeursuitvoeringsvorm leert dat de minerale wol in de dwarsrichting in ten minste twee lagen verdeeld is met een onderling verschillende dichtheid.

5 Deze maatregel biedt de mogelijkheid de sterkte van de minerale wol alleen daar te vergroten waar het nodig is, zodat een matige gewichtstoename samengaat met een toename van de sterkte.

Een voorbeeld hiervan is de situatie dat de op 10 de gesloten toplaag aansluitende laag van minerale wol een grotere dichtheid heeft dan de daarop aansluitende laag van minerale wol.

Hiermee wordt bereikt dat de verdeling van de krachten van de gesloten toplaag naar de plaat plaats-15 vindt via de laag van minerale wol met een grote dichtheid, zodat het krachtenverloop aantrekkelijker wordt; de belastbaarheid van de plaat wordt groter.

Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm heeft de laag van minerale wol, welke grenst aan het 20 tweede hoofdvlak van de plaat, een grotere dichtheid dan de daarop aansluitende laag van minerale wol.

Deze configuratie is van belang bij situaties, waarin de plaat aan zijn onderzijde niet over zijn volledige oppervlak wordt ondersteund, bijvoorbeeld bij daken 25 met de configuratie van een lewisplaat.

Volgens een laatste uitvoeringsvorm is de plaat voor wat betreft de dichtheid en afmetingen gedimensioneerd voor de toepassing als isolatieplaat voor daken, in het bijzonder voor platte of hoofdzakelijk platte daken. 30 Hiermee wordt echter niet uitgesloten dat de plaat voor wat betreft dichtheid en afmetingen gedimensioneerd is voor toepassing als isolatieplaat voor wanden. Ook dit kan leiden tot een zeer interessante toepassing van de plaat volgens de onderhavige uitvinding.

35 De onderhavige uitvinding heeft verder betrek king op een werkwijze voor het vervaardigen van een hoofdzakelijk starre plaat van minerale wol, welke voorzien is van een met een eerste hoofdvlak van de plaat 1013132 5 verbonden gesloten toplaag, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: - het op een steun aanbrengen van los of dik vloeibaar dragermateriaal; 5 - het in contact met de steun laten vernetten van het dragermateriaal; en - het op de plaat van minerale wol laten uitharden van het aldus verkregen samenstel.

Proefnemingen hebben geleerd dat dit een aan-10 trekkelijke werkwijze is voor het vervaardigen van de plaat volgens de uitvinding; omdat het dragermateriaal aanvankelijk geen onderlinge samenhang kent, is het van belang dat het wordt vernet. Het vernetten heeft hier de betekenis van een gedeeltelijke uitharding die tot een 15 zekere samenhang leidt.

Omdat de uitgeharde laag moeilijk zaagbaar is, is het aantrekkelijk het aldus verkregen samenstel voorafgaand aan het uitharden te zagen. De aldus verkregen losse stukken behoeven dan niet meer te worden gezaagd.

20 Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm wordt de steun door een plaat van minerale wol wordt gevormd en wordt het dragermateriaal op de plaat van minerale wol aangebracht, voordat het wordt vernet.

Volgens een andere, de hierbovengenoemde uit-25 voeringsvorm uitsluitende uitvoeringsvorm, wordt de steun door een vlies wordt gevormd en wordt na het vernetten het vlies met het vernette dragermateriaal op de plaat van minerale wol aangebracht.

Volgens een volgende uitvoeringsvorm wordt het 30 vlies door een verstevigingsnetwerk gevormd.

Dit blijkt een aantrekkelijke wijze te zijn voor het vervaardigen van een van een versteviging voorziene plaat.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm vindt het 35 uitharden van het vernette dragermateriaal plaats door het door een oven heen voeren van het samenstel.

Hierbij wordt er op gewezen dat bij de vervaardiging van platen minerale wol een hechtmiddel wordt 101313^ 6 aangebracht, waarbij het hechtmiddel zorgdraagt voor het structuurbehoud binnen de plaat. De toepassing van bovengenoemde voorkeursuitvoeringsvorm van een werkwij ze combineert deze uithardingsstap van het inwendige hecht-5 middel van de plaat van minerale wol met de stap voor het uitharden van het vernette dragermateriaal. Dit leidt tot een efficiënt gebruik van warmte; er is slechts één oven noodzakelijk.

Het is echter tevens mogelijk dat de plaat 10 minerale wol reeds voorafgaand aan het samenvoegen met het dragervlies door een uithardingsoven is gevoerd. In sommige situaties kan dit leiden tot een minder ingrijpende reconstructie van de in een fabriek reeds aanwezige infrastructuur.

15 Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm wordt voorafgaand aan het samenvoegen met het dragervlies de minerale wol gezaagd, en wordt na het samenvoegen met het dragervlies en het uitharden daarvan pas het dragervlies doorgezaagd. Hiermee worden de zaaghandelingen voor 20 twee principieel verschillende materiaalsoorten gescheiden, zodat voor beide soorten zaaghandelingen optimalisatie van de zaagapparatuur kan plaatsvinden.

Volgens een laatste voorkeursuitvoeringsvorm zijn voorafgaand aan het samenvoegen met het dragervlies 25 de plaat van minerale wol in de bewegingsrichting gescheiden, en zijn de aldus ontstane lagen van minerale wol tot een onderling verschillende dichtheid verdicht en vervolgens samengevoegd.

Deze werkwijze vergemakkelijkt het vervaardigen 30 van een plaat met minerale wol met verschillende dichtheden.

Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen, waarin voorstellen: 35 figuur 1: een perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een plaat volgens de onderhavige uitvinding; 1 0 f3 f32 7 figuur 2: een gedeeltelijk doorsnedeaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een plaat volgens de onderhavige uitvinding; figuur 3: een met figuur 2 overeenkomstig 5 aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van een plaat volgens de onderhavige uitvinding; figuur 4: een met figuur 2 overeenkomstig aanzicht van een vierde uitvoeringsvorm van een plaat volgens de onderhavige uitvinding; 10 figuur 5: een met figuur 2 overeenkomstig aanzicht van een vijfde uitvoeringsvorm van een plaat volgens de onderhavige uitvinding; en figuur 6: een schematisch doorsnedeaanzicht van een inrichting voor het volgens een eerste uitvoerings-15 vorm vervaardigen van platen volgens de onderhavige uitvinding.

In figuur 1 is een plaat 1 getoond, welke gevormd wordt door een eigenlijke plaat 2 van minerale wol, waarop een harde bovenlaag 3 is aangebracht. Een 20 dergelijke plaat is in eerste instantie bedoeld voor vlakke daken, maar zij is tevens toepasbaar voor andere situaties, bijvoorbeeld als wandbekleding, bijvoorbeeld uitwendige wandbekleding.

De laag 2 van minerale wol is bij deze uitvoe-25 ringsvorm van minerale wol, bijvoorbeeld steenwol, gevormd met een uniforme dichtheid. Hierop is door middel van een hechtmiddel, dat in de tekening overigens niet is weergegeven, de toplaag 3 van kunststof vervaardigd. Bij deze uitvoeringsvorm is de toplaag van een fenolhars, 30 polyesterhars of een polyurethaanhars vervaardigd. Er zijn hier geen vulstoffen toegepast.

Het is mogelijk op talloze wijzen variaties aan te brengen op deze plaat.

Zo toont bijvoorbeeld figuur 2 een configura-35 tie, waarbij eveneens sprake is van een laag 2 van minerale wol, waarop echter een laag 4 is aangebracht van een aanvankelijk plastische, doch vervolgens uitgeharde thermohardende kunststoffen drager. Deze toplaag strekt 1013 13 2 8 zich tot een zekere diepte in de minerale wol uit. Hierdoor wordt een betere hechting verkregen tussen de toplaag en de minerale wol, zodat een innige hechting ontstaat. Hierbij is in figuur 2 zichtbaar dat de laag 4 van 5 kunststof verdeeld is in een zuivere laag 4a, en een laag 4b, waarin het kunststof zich vermengd heeft met een deel van de minerale wol.

In figuur 3 is een uitvoeringsvorm getoond, waarbij de toplaag gevormd wordt door een schuimlaag 5.

10 Ook hier is de laag 5 verdeeld in een laag 5a van een zuiver schuim en een laag 5b, waarin het schuim vermengd is met de minerale wol, en waardoor de sterke hechting ontstaat. Tevens is bij deze uitvoeringsvorm van belang dat de totale dikte van de laag 5 aanzienlijk groter is 15 dan de dikte van de laag 4. Dit wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van de schuimbellen, waardoor het volume sterk toeneemt. Hierdoor wordt het mogelijk zelfs met een verminderde hoeveelheid basismateriaal een dikkere laag te krijgen en daarmee een grotere sterkte.

20 In figuur 4 is een volumevermeerdering van de laag verkregen door toepassing van een vulstof, bijvoorbeeld in de vorm van een vulstof van minerale oorsprong, zoals steenwolstof. Tevens is het mogelijk andere vulstoffen van minerale oorsprong te gebruiken, zoals zand, 25 kalk, enzovoorts.

In principe heeft de minerale vulstof hetzelfde doel als de belletjes van de schuimlaag, namelijk het vergroten van het volume. Zoals in de aanhef reeds gesteld is, heeft de minerale vulstof het voordeel van het 30 toevoegen van stevigheid, zij het ten koste van een toename van de massa.

Tevens is bij deze uitvoeringsvorm getoond, hoe een netwerk 6 is aangebracht. Dit netwerk 6 heeft de vorm van een geweven netwerk van polyester vervaardigde dra-35 den, welke in het bijzonder geschikt zijn voor het opnemen van trekkrachten. Hierbij is het netwerk 6 geïntegreerd in de toplaag 7, waarbij de bovenzijde van de laag van minerale wol 2 aan zijn bovenzijde hoofdzakelijk 10 13 13 2! 9 wordt begrensd door het netwerk 6. Het is echter evenzeer mogelijk het netwerk 6 hoger in de toplaag aan te brengen, dus op afstand van de laag 2 van minerale wol. Overigens is het evenzeer mogelijk bij de voorgaande 5 uitvoeringsvormen een netwerk toe te passen. Dit is mogelijk bij de uitvoeringsvormen van figuur 2, figuur 3 en zelfs bij de uitvoeringsvorm van figuur 1. Dit netwerk kan in dat geval geïntegreerd zijn in de toplaag 3, maar kan ook als een afzonderlijke laag toegevoegd zijn.

10 Bij de tot nu toe getoonde uitvoeringsvormen is steeds sprake van een laag 2 van minerale wol met een zoveel mogelijk uniforme dichtheid.

Het zal duidelijk zijn dat het mogelijk is minerale wol toe te passen met een niet-uniforme dicht-15 heid. Zo toont figuur 5 een uitvoeringsvoorbeeld, waarbij de laag minerale wol verdeeld is in een bovenste laag 8 met een grote dichtheid, een laag 9 met een kleinere dichtheid, en aan de onderzijde een laag 10 met een grotere dichtheid. De toplaag 5 heeft dezelfde configura-20 tie als de schuimlaag 5, welke in figuur 3 is weergegeven, met dien verstande dat een netwerk 6 is toegevoegd. Hierbij heeft de laag 8 van minerale wol met een grote dichtheid de functie de door de laag 5 uitgeoefende drukkrachten zoveel mogelijk te verdelen over een zo 25 groot mogelijk oppervlak. Op overeenkomstige wijze heeft de laag 10 de functie bij gedeeltelijke ondersteuning van de plaat de krachten evenzeer over een groot oppervlak te verdelen. Uiteraard is het mogelijk de tussenlaag 9 ook met een grotere dichtheid uit te voeren, doch dit leidt 30 tot een verhoging van de kostprijs en, wellicht belang-rijker, een verhoging van het gewicht. Het zal duidelijk zijn dat de beide lagen 8 en 10 met een grote dichtheid ook afzonderlijk kunnen worden toegepast. Dit is uiteraard afhankelijk van de situatie, waarin men een derge-35 lijke plaat wil toepassen.

Ten slotte wordt er op gewezen dat de diverse uitvoeringsvormen onderling kunnen worden gecombineerd.

1013132 10

Als laatste wordt een korte toelichting gegeven op een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke plaat.

In figuur 6 is een inrichting 11 getoond, welke 5 kan worden gebruikt voor het vervaardigen van platen volgens de onderhavige uitvinding. De inrichting 11 omvat een in zijn geheel met 12 aangeduide oven, welke gevormd wordt door een aan de onderzijde en aan de bovenzijde van de door het materiaal te doorlopen baan aangebrachte 10 transportband, welke van openingen is voorzien, waardoorheen hete lucht wordt geblazen. In deze oven wordt vanaf een transportinrichting 13 een baan minerale wol 14 met een lage dichtheid toegevoerd, welke door de tot de oven 12 behorende transportbanden 12 wordt samengedrukt, en 15 waarbij het van tevoren in de minerale wol aangebrachte hechtmiddel wordt uitgehard. Vervolgens wordt de aldus ontstane, verdichte laag van minerale wol 15 over de transportinrichting 16 weggevoerd, en door middel van schematisch weergegeven zaaginrichtingen 17 en 18 in 20 stukken gezaagd.

Tot zover is een dergelijke inrichting algemeen bekend. Een dergelijke inrichting wordt gebruikt voor het vervaardigen van platen van minerale wol met een grote dichtheid.

25 Voor het vervaardigen van een plaat volgens de onderhavige uitvinding wordt een kunststof laag toegevoerd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een glasvezelmat 20 dat van een rol 21 afkomstig is en dat via een geleider 22 tot op de laag 14 met een lage dichtheid wordt 3 0 bewogen.

Boven transportinrichting 16 bevindt zich een doseerinrichting 23, waarin zich kunststof, bijvoorbeeld in korrel- of poedervorm, bevindt dat door middel van de doseerinrichting 23 op de glasvezelmat 20 en de minerale 35 wollaag gestrooid wordt.

Bij het verder bewegen van de combinatie passeert deze een verwarmingsinrichting 24, welke het kunststof laat vernetten. In het onderhavige voorbeeld wordt 1013132 11 de verwarmingsinrichting door een verwarmingsrol gevormd. Deze heeft behalve een verwarmende ook een aandrukkende werking. Door het toevoeren van warmte ontstaat een niet volledige hechting van het kunststof aan de glasvezelmat, 5 welke ook wel wordt aangeduid als vernetting. Bovendien vindt reeds een begin van een hechting met de minerale wolvezels plaats.

Vervolgens wordt in de zaaginrichtingen 17 en 18 de aldus gevormde combinatie gezaagd tot stukken met 10 de gewenste grootte.

Na de zaaginrichting is een tweede oven geplaatst, welke zorgdraagt voor het volledig uitharden van de vernette kunststoflaag, waarbij tevens de hechting met de laag van minerale wol wordt voltooid. Bij voorkeur is 15 de tweede oven ingericht voor het slechts aan de bovenzijde toevoeren van warmte; de uit te harden laag bevindt zich slechts aan de bovenzijde. Aan de onderzijde kan gebruik worden gemaakt van een koelinrichting 27 voor het afvoeren van naar de onderzijde weggelekte warmte.

20 Aldus is werkwijze getoond voor het vervaardi gen van een bouwelement met een harde, drukverdelende toplaag.

Het zal duidelijk zijn dat het mogelijk is diverse wijzigingen in de getoonde en beschreven inrich-25 ting en de hiermee uit te voeren werkwijze aan te brengen.

Zo is er onder andere een configuratie mogelijk, waarbij de inrichting voor het aanbrengen van de kunststof voorafgaand aan de oven voor het hechten van de 30 minerale wol te plaatsen. Energetisch is dit aantrekkelijk, doch het proces wordt moeilijker beheersbaar.

Verder is het mogelijk het zagen van de steen-wolplaten te laten plaatsvinden voorafgaand aan het aanbrengen van de kunststoflaag, of zelfs na de tweede 35 oven.

In principe is het zelfs mogelijk het zagen na de tweede oven te laten plaatsvinden. Dit leidt uiteraard 1013132 12 tot snellere slijtage van de zaaginichting, omdat de drukverdelende laag dan volledig is uitgehard.

Ook is het mogelijk de kunststof direct op de mat van minerale wol aan te brengen. Uiteraard onststaat 5 hierbij het gevaar dat de korrels tot in de minerale wol zakken. Bij een strutuur, waarbij de dichtheid van de minerale wol aan de oppervlakte groter is, is dit gevaar echter kleiner.

Dit kan bovendien worden verholpen door aanvan-10 kelijk de kunststof korrels op een vlies te strooien, te laten vernetten en vervolgens het vlies op de minerale wol aan te brengen. In essentie vindt dit ook bij de hierboven beschreven uitvoeringsvorm plaats, maar hierbij is het vlies vervangen door de, tevens een andere functie 15 vervullende, glasvezelmat.

Hierboven is steeds gesproken over kunststof-korrels; het zal duidelijk zijn dat hieronder tevens het eventuele vulmateriaal, of het schuim van de hiervoor besproken uitvoeringsvormen moet worden verstaan.

20 Verder zal duidelijk zijn dat andere variaties aan de produktiewerkwijze kunnnen worden aangebracht.

1013132

Claims (27)

1. Op zich hoofdzakelijk starre plaat van 5 minerale wol, omvattende een met een eerste hoofdvlak van de plaat verbonden, gesloten toplaag, waarbij de gesloten toplaag van een met de minerale wol verbonden materiaal is gevormd, met het kenmerk, dat de gesloten toplaag op zich hoofdzakelijk star is.

2. Plaat van minerale wol volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de toplaag zich tot een zekere diepte in de minerale wol uitstrekt.

3. Plaat van minerale wol volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de toplaag door middel van een 15 hechtmiddel met de minerale wol is verbonden.

4. Plaat van minerale wol volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de toplaag een aanvankelijk plastische, doch vervolgens uitgeharde thermohardende kunststoffen drager omvat.

5. Plaat van minerale wol volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de toplaag een aanvankelijk van een oplosmiddel voorziene en dan plastische, doch vervolgens door het verdwijnen van het oplosmiddel starre kunststoffen drager omvat.

6. Plaat van minerale wol volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de toplaag een structuur voor het opnemen van trekkrachten is opgenomen.

7. Plaat van minerale wol volgens conclusie 6, 30 met het kenmerk, dat de voor het opnemen van trekkrachten geschikte structuur door een netwerk van kunststoffen, bijvoorbeeld van polyester vervaardigde draden wordt gevormd.

8. Plaat volgens conclusie 4, 5, 6 of 7, met 35 het kenmerk, dat de toplaag tenminste gedeeltelijk een schuimlaag is. 1013132

9. Plaat van minerale wol volgens een van de conclusies 4-8, met het kenmerk, dat de toplaag tenminste gedeeltelijk is gevuld met een mineraal vulmateriaal.

10. Plaat volgens conclusie 9, met het kenmerk, 5 dat het vulmateriaal steenwolstof, bijvoorbeeld bij de steenwolfabricage vrijkomend steenwolstof omvat.

11. Plaat volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de toplaag phenolhars, polyes-terhars of polyurethaanhars omvat.

12. Plaat volgens een van de voorafgaande conclu sies, met het kenmerk, dat de buitenzijde van de toplaag glad is afgewerkt.

13. Plaat volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de minerale wol in de dwars- 15 richting in ten minste twee lagen is verdeeld met een onderling verschillende dichtheid.

14. Plaat volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de op de gesloten toplaag aansluitende laag van minerale wol een grotere dichtheid heeft dan de daarop 20 aansluitende laag van minerale wol.

15. Plaat volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat de laag van minerale wol, welke grenst aan het tweede hoofdvlak van de plaat een grotere dichtheid heeft dan de daarop aansluitende laag van minerale wol.

16. Plaat volgens een van de voorafgaande conclu sies, met het kenmerk, dat de plaat voor wat betreft dichtheid en afmetingen is gedimensioneerd voor de toepassing als isolatieplaat voor daken, in het bijzonder voor platte of hoofdzakelijk platte daken.

17. Plaat volgens een van de conclusies 1-15, met het kenmerk, dat de plaat voor wat betreft dichtheid en afmetingen is gedimensioneerd voor toepassing als isolatieplaat voor wanden.

18. Werkwijze voor het vervaardigen van een 35 hoofdzakelijk starre plaat van minerale wol, welke is voorzien van een met een eerste hoofdvlak van de plaat verbonden, gesloten toplaag, omvattende de volgende stappen: 1013132 * » - het op een steun laten vernetten van het dragermateriaal; en - het op de plaat van minerale wol laten uitharden van het aldus verkregen samenstel.

19. Werkwijze volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat voorafgaand aan het uitharden het samenstel wordt gezaagd.

20. Werkwijze volgens conclusie 18 of 19, met het kenmerk, dat de steun door een plaat van minerale wol 10 wordt gevormd, en dat het dragermateriaal op de plaat van minerale wol wordt aangebracht, voordat het wordt vernet.

21. Werkwijze volgens conclusie 18, 19 of 20, met het kenmerk, dat de steun door een vlies wordt gevormd, en dat na het vernetten het vlies met het vernette 15 dragermateriaal op de plaat van minerale wol wordt aangebracht .

22. Werkwijze volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat het vlies door een netwerk van kunststof of van glasvezel wordt gevormd.

23. Werkwijze volgens een van de conclusies 18-22, met het kenmerk, dat het uitharden van het vernette drager-materiaal plaatsvindt door het door een oven heen voeren van het samenstel.

24. Werkwijze volgens conclusie 23, met het 25 kenmerk, dat tijdens het door de oven heen voeren van het dragermateriaal, de plaat minerale wol wordt uitgehard.

25. Werkwijze volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat de plaat minerale wol voorafgaande aan het samenvoegen met het dragervlies reeds door een uithar- 30 dingsoven is gevoerd.

26. Werkwijze volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat voorafgaand aan het samenvoegen met het dragermateriaal de minerale wol is gezaagd, en dat na het samenvoegen met het dragermateriaal en het uitharden 35 ervan, het dragermateriaal wordt doorgezaagd.

27. Werkwijze volgens een van de conclusies 18-26, met het kenmerk, dat voorafgaand aan het samenvoegen met het dragermateriaal, de plaat van minerale wol in de 1013 1 3 2 t ► 5 bewegingsrichting is gescheiden, en dat de aldus ontstane lagen van minerale wol tot een onderling verschillende dichtheid zijn verdicht, en vervolgens zijn samengevoegd. 1013132