NL1012772C2 - Voor de inbouw in een voertuig bestemde opklapbare stoel. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Voor de inbouw in een voertuig bestemde opklapbare stoel.

De uitvinding heeft betrekking op een voor de inbouw in een 5 voertuig bestemde opklapbare stoel, waarbij een zitting met behulp van een nabij de zijkant van de zitting gelegen, zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende scharnieras gekoppeld is met een aan de opbouw van het voertuig bevestigbaar steunorgaan.

Dergelijke opklapbare stoelen worden bijvoorbeeld ingebouwd 10 in bussen voor personenvervoer. Door de aan de zijwanden van de opbouw bevestigde stoelen opklapbaar te maken kan door het opklappen van de stoelen een gezien in de lengterichting van het voertuig een grote breedte bezittende vrije ruimte worden geschapen, hetgeen bijvoorbeeld van belang is voor het vervoeren van in rolstoelen gezeten personen.

15 Wettelijk is het nu in vele landen verplicht, dat voor de in een bus of dergelijk voertuig gezeten passagier veiligheidsgordels beschikbaar zijn.

Met de uitvinding wordt nu beoogd een opklapbare stoel van bovengenoemde soort te verkrijgen, die is uitgerust met een veilig-20 heidsgordel, zodat een dergelijke opklapbare stoel kan worden geleverd als een van een veiligheidsgordel voorziene eenheid, die in een voertuig in te bouwen is zonder dat daarbij voor het aanbrengen van de veiligheidsgordel, behalve het bevestigen van de opklapbare stoel aan de opbouw van het voertuig met behulp van het steunorgaan nog verdere 25 maatregelen moeten worden getroffen.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat het steunorgaan is voorzien van een zich omhoog uitstrekkend deel waarvan het boveneinde in de gebruiksstand van de stoel op een hoger niveau is gelegen dan de zitting, terwijl een driepuntsgordel is aangebracht 30 waarvan een einde ter hoogte van de zitting met het steunorgaan is verbonden en de gordel verder is geleid door een nabij het boveneinde van het zich omhoog uitstrekkende deel van het steunorgaan aangebracht geleidingsorgaan, terwijl het sluitpunt van de gordel zich aan de van de steun afgekeerde zijde van de zitting bevindt.

35 Door toepassing van de constructie volgens de uitvinding kan een stevige solide eenheid voorzien van een opklapbare zitting en 1Ό1277 2 2 veiligheidsgordel voor inbouw in voertuigen worden verkregen zodat dergelijke eenheden op eenvoudige wijze in een voertuig zoals een bus kunnen worden ingebouwd.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de 5 hand van enige in bijgaande figuren schematisch weergegeven uitvoeringsvormen van de constructie volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een vooraanzicht op een uitvoeringsvorm van een opklapbare stoel volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont op kleinere schaal een perspectivisch 10 vooraanzicht op de in figuur 1 weergegeven stoel.

Figuur 3 is een perspectivisch aanzicht van achteren op de in figuur 2 weergegeven stoel.

Figuur 4 toont een met figuur 2 overeenkomend vooraanzicht op een tweede uitvoeringsvorm van een opklapbare stoel volgens de 15 uitvinding.

De in figuren 1-3 weergegeven stoel 1 omvat een van een zittinggestel V voorziene zitting 2 en een rugleuning 3. De rugleuning 3 is op op zichzelf bekende wijze nabij zijn onderzijde om een horizontale scharnieras ten opzichte van de zitting 2 verzwenkbaar 20 tussen de in de figuren weergegeven opstaande stand van de rugleuning 3 en een tweede stand, waarin de rugleuning 3 op het bovenvlak van de zitting 2 ligt.

De zitting 2 is met behulp van een zich langs een zijkant van de zitting 2 uitstrekkende scharnieras 4 scharnierend gekoppeld 25 met een naast de zitting opgesteld steunorgaan 5. Nabij de van het steunorgaan 5 afgekeerde zijde van de zitting is een poot 6 aangebracht, die in de in de figuren weergegeven gebruiksstand van de stoel onder de zitting is gelegen en verticaal op een niet nader weergegeven bodemvlak staat ter ondersteuning van de stoel.

30 De poot 6 is daarbij met behulp van een nabij zijn boven einde gelegen scharnieras 7 scharnierend met de zitting gekoppeld, zodanig, dat, zoals gebruikelijk, de poot 6 vanuit de in de figuren weergegeven stand tegen de onderzijde van de zitting 2 geklapt kan worden.

35 Verder kan tussen het steunorgaan 5 en de onderzijde van de zitting nog een zogenaamde gasveer 8 zijn aangebracht voor het verge- 1012772 3 makkelijken van het omhoog zwenken van de stoel 1 nadat de rugleuning 3 op de zitting 2 is neergeklapt.

De steun 5 is voorzien van een in doorsnede in hoofdzaak U-vormig horizontaal opgesteld profiel of gestel balk 9. Zoals uit de 5 figuren duidelijk zal zijn is de zitting met behulp van de scharnieras 4 gekoppeld met een been van dit U-vormige profiel 9.

Aan het nabij de rugleuning 3 gelegen uiteinde van het profiel 9 is aan dit profiel 9 een tot het steunorgaan 5 behorende, zich vanaf het profiel 9 omhoog uitstrekkende balk 10 bevestigd. Het 10 boveneinde van de balk 10 is, zoals in de figuren weergegeven, in de gebruiksstand van de stoel ter hoogte van het boveneinde van de rugleuning 3 gelegen.

Aan de onderzijde van de gestel balk 9 is een zich naar beneden uitstrekkende plaat 11 bevestigd. Aan deze plaat is het 15 gebruikelijke, in de figuren schematisch weergegeven spoel samenstel 12 bevestigd van een niet nader weergegeven driepuntsveiligheidsgordel. Voor de geleiding van de gordel is aan het boveneinde van de zich omhoog uitstrekkende gestel balk 10 een op zichzelf bekend een gebruikelijk geleidingsorgaan 13 bevestigd.

20 Verder is nabij de achterzijde van de zitting aan de van het steunorgaan 5 afgekeerde zijde van de zitting een koppelstuk 14 (figuur 3) aan het de zitting 2 ondersteunende zittinggestel 2’ bevestigd. Dit koppelstuk dient voor het aankoppelen van een slotdeel van de veiligheidsgordel, dat bestemd is om samen te werken met het 25 met de gordel verbonden slotdeel.

De hierboven beschreven eenheid bestaande uit de stoel 1, het steunorgaan 5 en de daarmede gekoppelde veiligheidsgordel met daarbij behorende onderdelen kan als een complete eenheid worden vervaardigd en aangeleverd voor inhouw in een bus of dergelijk voer-30 tuig. Daarbij kan deze eenheid met behulp van het steunorgaan 5 in het desbetreffende voertuig of dergelijke worden gemonteerd door het steunorgaan 5 met behulp van geschikte bevestigingsmiddelen aan de opbouw van het voertuig te bevestigen.

In de opgeklapte stand van de stoel 1 zullen de tegen 35 elkaar aanliggende zitting 2 en rugleuning 3 boven de gestelbalk 9 zijn gelegen.

1012772 4

In de figuur 4 is een verdere mogelijke uitvoeringsvorm van de constructie volgens de uitvinding weergegeven. Daarbij zijn in de figuur 4 weergegeven onderdelen, die overeenkomen met onderdelen van de hierboven aan de hand van de figuren 1-3 beschreven constructie van 5 dezelfde verwijzingscsijfers voorzien als gebruikt in de figuren 1-3, waarbij van een beschrijving van deze onderdelen zal worden afgezien.

Zoals uit figuur 4 duidelijk zal zijn is hierbij zowel het horizontale deel 9’ van het steunorgaan 5’ als het verticale deel 10’ van het steunorgaan 5’ opgebouwd uit evenwijdig aan elkaar verlopende 10 pijpen 15 resp. 16, waarbij de pijpen 15 via bochtdelen 17 op de pijpen 16 aansluiten. Aan hun van de pijpen 16 afgekeerde uiteinden zijn de pijpen 15 onderling verbonden door een bochtdeel 18. Op soortgelijke wijze zijn de van de pijpen 15 afgekeerde uiteinden van de pijpen 16 verbonden door een bochtdeel 19. Tussen de zich even-15 wijdig aan elkaar uitstrekkende pijpen zijn verder nog verbindings stukken 20 aangebracht.

Ter hoogte van de boveneinden van de pijpen 16 zal weer een met het in figuur 1 weergegeven geleidingsorgaan 13 overeenkomend geleidingsorgaan 13 zijn aangebracht, terwijl aan de het verst van de 20 zitting 2 afgelegen pijp 15 een riemhaspel zal zijn bevestigd.

Indien gewenst kunnen ook opklapbare armleuningen worden aangebracht. Daarbij zal gezien in figuur 1 een armleuning opklapbaar aan de van het steunorgaan 5 afgekeerde zijde van de rugleuning 3 worden aangebracht. De andere armleuning wordt bij voorkeur opklapbaar 25 nabij de naar de stoel toegekeerde zijkant van het steunorgaan met het steunorgaan gekoppeld, zodat deze armleuning bij het opklappen van de stoel in de opbergstand niet in de weg zit.

101277?

Claims (7)

1. Voor de inbouw in een voertuig bestemde opklapbare stoel, waarbij een zitting met behulp van een nabij de zijkant van de zitting 5 gelegen, zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende scharnieras gekoppeld is met een aan de opbouw van het voertuig bevestigbaar steunorgaan, met het kenmerk, dat het steunorgaan is voorzien van een zich omhoog uitstrekkend deel waarvan het boveneinde in de gebruiks-stand van de stoel op een hoger niveau is gelegen dan de zitting, 10 terwijl een driepuntsgordel is aangebracht waarvan een einde ter hoogte van de zitting met het steunorgaan is verbonden en de gordel verder is geleid door een nabij het boveneinde van het zich omhoog uitstrekkend deel van het steunorgaan aangebrachte geleidingsorgaan, terwijl het sluitpunt van de gordel zich aan de van de steun afge-15 keerde zijde van de zitting bevindt.

2. Opklapbare stoel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het sluitpunt ter hoogte van het ondereinde van de rugleuning verbonden is met een de zitting ondersteunend zittinggestel.

3. Opklapbare stoel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, 20 dat het steunorgaan is voorzien van een ter hoogte van de zitting gelegen horizontaal deel, dat zich in de gebruiksstand van de zitting naast de zitting uitstrekt, terwijl het zich omhoog uitstrekkende deel van het steunorgaan aansluit op een nabij het achtereinde van de zitting gelegen einde van het zich horizontaal uitstrekkend deel.

4. Opklapbare stoel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het boveneinde van het zich omhoog uitstrekkend deel van het steunorgaan is gelegen nabij het boveneinde van de rugleuning indien deze zich in de gebruiksstand van de stoel bevindt.

5. Opklapbare stoel volgens een der voorgaande conclusies, met 30 het kenmerk, dat in de opgeklapte stand van de stoel de tegen elkaar liggende rugleuning en zitting boven een horizontaal verlopend deel van het steunorgaan zijn gelegen.

6. Opklapbare stoel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een opklapbare armleuning met het steunorgaan is 35 gekoppeld. 1012772

7. Opklapbare stoel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een opklapbare leuning met de van het steunorgaan afgekeerde zijde van de rugleuning is verbonden. 5 1012772