NL1012446C2

NL1012446C2 - Clamp device for packing bales of grass and similar has frame with uppermost part resting in operation on bale to be firmly gripped and rearmost part which in operating state lies against rearmost part of bale

Info

Publication number: NL1012446C2
Application number: NL1012446A
Authority: NL
Inventors: Martin Meyners
Original assignee: Schuitemaker Mach Bv
Priority date: 1999-06-25
Filing date: 1999-06-25
Publication date: 2000-12-28

Abstract

The clamp device (1) is for packing bales of grass and similar and has a frame (2) with a uppermost part (3) resting operation on a bale (4) to be firmly gripped and a rearmost part of the bale. The uppermost part at the front has clamp devices (10,11) which have a rest state, in which they do not reach lower than the uppermost part of the frame. In a passive clamp state, the clamp devices in relation to the rest state are pivoted downwards and in an active clamp state they are pivoted backwards in relation to the passive clamp state. Operating devices (14,15,16) move the clamp devices from the rest state to the active clamp state and back again.

Description

Titel: Kleminrichting voor het oppakken van balen zoals graspakkenTitle: Clamping device for picking up bales such as grass packs

De uitvinding heeft betrekking op een kleminrichting voor het oppakken van balen zoals graspakken e.d.The invention relates to a clamping device for picking up bales such as grass packs, etc.

Dergelijke kleminrichtingen zijn in diverse uitvoeringsvormen bekend. Een probleem van de bekende 5 kleminrichtingen is, dat daarmee in de praktijk vaak niet makkelijk is te werken, in het bijzonder is dit het geval indien 's avonds dat wil zeggen in schemering of in het donker gewerkt wordt, hetgeen dikwijls voorkomt. Het gevolg is, dat slechts een gering werktempo mogelijk is en dat de 10 kans op beschadiging van pakken gras, dan wel de daaromheen gewikkelde folie relatief groot is, vooral indien de pakken dicht naast elkaar gestapeld worden of zijn. Ook zijn de bekende kleminrichtingen niet geschikt om zowel ronde als rechthoekige balen, al dan niet in folie gewikkeld, op te 15 pakken.Such clamping devices are known in various embodiments. A problem of the known clamping devices is that they are often not easy to work with in practice, in particular this is the case when working in the evening, i.e. at dusk or in the dark, which often occurs. The result is that only a small working speed is possible and that the chance of damage to grass packs or the film wrapped around them is relatively great, especially if the packs are or are stacked close together. The known clamping devices are also not suitable for picking up both round and rectangular bales, whether or not wrapped in foil.

De uitvinding beoogt de geschetste bezwaren te ondervangen en in het algemeen een doeltreffende kleminrichting voor het oppakken van verschillende typen graspakken ter beschikking te stellen, waarmee snel en 20 efficiënt gewerkt kan worden met een geringe kans op beschadiging van de graspakken.The object of the invention is to overcome the drawbacks outlined and in general to provide an effective clamping device for picking up different types of grass packs, which can work quickly and efficiently with a low risk of damage to the grass packs.

Hiertoe wordt volgens de uitvinding een kleminrichting van de boven beschreven soort daardoor gekenmerkt dat een frame met een bovenste deel, dat in 25 bedrijf op een vast te grijpen baal rust en een achterste deel, dat in bedrijf tegen een achterste deel van de baal ligt, welk bovenste deel voorts klemmiddelen draagt, die een ruststand hebben, waarin de klemmiddelen niet lager reiken dan het bovenste deel van het frame, een passieve 3 0 klemstand, waarin de klemmiddelen ten opzichte van de ruststand neerwaarts zijn gezwenkt, en een actieve klemstand, waarin de klemmiddelen ten opzichte van de passieve klemstand achterwaarts zijn verzwenkt, waarbij bedieningsmiddelen zijn voorzien om de klemmiddelen van de 101 2446 2 ruststand naar de actieve klemstand en terug te bewegen en waarbij voorts stuurmiddelen zijn voorzien die met de klemmiddelen gekoppeld zijn en die ingericht zijn om te bewerkstelligen, dat althans het voorste deel van de 5 klemmiddelen tussen de ruststand en de passieve klemstand langs een in hoofdzaak verticaal traject beweegt.To this end, according to the invention, a clamping device of the type described above is characterized in that a frame with an upper part, which in operation rests on a bale to be gripped and a rear part, which in operation lies against a rear part of the bale, which upper part further carries clamping means, which have a rest position, in which the clamping means do not extend lower than the upper part of the frame, a passive clamping position, in which the clamping means are pivoted downwards relative to the rest position, and an active clamping position, in which the clamping means are pivoted backwards relative to the passive clamping position, operating means being provided for moving the clamping means from the 101 2446 2 rest position to the active clamping position and back, and further control means are provided which are coupled to the clamping means and which are adapted to to ensure that at least the front part of the clamping means between the rest position and the passive k blade position moves along a substantially vertical path.

In het volgende zal de uitvinding nader worden beschreven met verwijzing naar de bijgevoegde tekening van een uitvoeringsvoorbeeld.In the following, the invention will be further described with reference to the attached drawing of an exemplary embodiment.

10 Figuur 1 toont schematisch in zijaanzicht een voorbeeld van een kleminrichting volgens de uitvinding aanliggend op en tegen een graspak juist voorafgaand aan het vastpakken daarvan; figuren 2 t/m 4 tonen schematisch de kleminrichting 15 van figuur 1 in volgende posities tijdens het vastpakken van een graspak; figuur 5 toont schematisch het wegnemen of deponeren van een graspak uit of in een gestapelde configuratie; en figuur 6 illustreert schematisch de wijze waarop de 20 bewegingen van de kleminrichting bestuurd worden.Figure 1 shows schematically in side view an example of a clamping device according to the invention lying on and against a grass pack just prior to grasping it; Figures 2 to 4 schematically show the clamping device 15 of Figure 1 in subsequent positions while grasping a grass pack; Fig. 5 schematically shows the removal or deposit of a grass pack from or in a stacked configuration; and Figure 6 schematically illustrates the manner in which the movements of the clamping device are controlled.

Figuur 1 toont schematisch in zijaanzicht een voorbeeld van een kleminrichting 1 voor het oppakken en verplaatsen van balen zoals graspakken e.d. De getoonde kleminrichting is in het bijzonder ontwikkeld voor het vast 25 grijpen van met folie omwikkelde rechthoekige graspakken en ronde grasbalen, doch is evenzeer geschikt voor het vastgrijpen en verplaatsen van niet omwikkelde pakken en balen en/of pakken en balen van een ander materiaal. Ook is de kleminrichting volgens de uitvinding geschikt om meer 30 dan één pak tegelijk vast te grijpen, bijvoorbeeld een drietal op elkaar liggende pakken of een aantal naast elkaar liggende balen of pakken. Dit is afhankelijk van de afmetingen van de kleminrichting en de afmetingen van de vast te grijpen pakken of balen.Figure 1 shows schematically in side view an example of a clamping device 1 for picking up and moving bales such as grass packs, etc. The clamping device shown is in particular developed for gripping foil-wrapped rectangular grass packs and round grass bales, but is equally suitable for gripping and moving unwrapped packs and bales and / or packs and bales of a different material. The clamping device according to the invention is also suitable for gripping more than one pack at a time, for example three packs lying one on top of the other or a number of bales or packs lying next to one another. This depends on the dimensions of the clamping device and the dimensions of the packs or bales to be gripped.

35 De getoonde kleminrichting omvat een frame 2 met een eerste of bovenste deel 3 dat in bedrijf aan de bovenzijde 10124 46 3 op een vast te pakken baal 4 wordt gelegd en een tweede of achterste deel 5 dat in bedrijf tegen de baal 5 rust in dit voorbeeld onder tussenkomst van een verstelbaar rek 6. De verstelbaarheid van het verstelbare rek is met een dubbele 5 horizontale pijl 7 aangegeven en dient om de klem aan de afmetingen van de pakken aan te passen.The clamping device shown comprises a frame 2 with a first or top part 3 which, in operation, is placed on the top 10124 46 3 on a bale 4 to be gripped and a second or rear part 5 which in operation rests against the bale 5 in this example through an adjustable rack 6. The adjustability of the adjustable rack is indicated by a double horizontal arrow 7 and serves to adapt the clamp to the dimensions of the packs.

In figuur 1 maken de delen 3 en 5 een rechte hoek met elkaar, waarbij het deel 3 zich in horizontale positie en het deel 5 zich in verticale positie bevindt. De delen 3 10 en 5 kunnen echter ook op andere wijze dan via een rechte hoek, bijvoorbeeld via een scherpe hoek of via een vloeiend verlopende kromming of dergelijke op elkaar aansluiten.In Figure 1, parts 3 and 5 are at right angles to each other, part 3 being in horizontal position and part 5 in vertical position. However, the parts 3, 10 and 5 can also connect to one another in a manner other than via a right angle, for instance via an acute angle or via a smoothly running curvature or the like.

Bij 8 zijn schematisch bevestigingspunten aangegeven voor het bevestigen van de kleminrichting aan een 15 aandrijfinrichting, zoals bijvoorbeeld een hefinrichting van een trekker.At 8 schematic attachment points are indicated for attaching the clamping device to a driving device, such as for instance a lifting device of a tractor.

Het bovenste deel 3 is voorzien van een tweetal bij 9 scharnierend bevestigde armen 10, die gezamenlijk een klemrek 11 dragen. De armen 10 bevinden zich aan 20 weerszijden van de kleminrichting, doch in zijaanzicht is slechts één der armen 10 zichtbaar. Het klemrek 11 is scharnierbaar bij 12 aan het vrije uiteinde van de armen 10 bevestigd en heeft een zich vanaf de armen 10 neerwaarts uitstrekkende klemsectie 13 en een zich vanaf de armen 10 25 opwaarts uitstrekkende bedieningssectie 14, die ten opzichte van de klemsectie enigszins schuin naar achteren is gericht.The upper part 3 is provided with two arms 10 hingedly mounted at 9, which jointly carry a clamping rack 11. The arms 10 are located on either side of the clamping device, but in side view only one of the arms 10 is visible. The clamping rack 11 is pivotally mounted at 12 on the free end of the arms 10 and has a clamping section 13 extending downward from the arms 10 and an operating section 14 extending upwards from the arms 10, which is slightly inclined relative to the clamping section. is directed backwards.

Het vrije einde van de bedieningssectie 14 is bij 15 scharnierbaar verbonden met het ene einde van een 30 bedieningscilinder 16, waarvan het andere einde bij 17 scharnierbaar is verbonden met het bovenste framedeel 3.The free end of the operating section 14 is hingedly connected at 15 to one end of an operating cylinder 16, the other end of which is hingedly connected to the upper frame part 3.

Het scharnierpunt 17 bevindt zich in het getoonde voorbeeld aan een op de het framedeel 3 aangebrachte bovenwaarts reikende steun 18. De cilinder 16, de scharnierpunten 15 en 35 17 en de steun 18 bevinden zich bij voorkeur in het middenvlak van de kleminrichting gezien in voor- of 1012446 4 achteraanzicht. De bedieningssectie 14 kan bijvoorbeeld twee zich vanaf scharnierpunten 12 aan de uiteinden van de armen 10 schuin naar boven naar elkaar toe uitstrekkende armen omvatten, die een gelijkbenige driehoek vormen, die 5 aan de top het scharnierpunt 15 draagt.In the example shown, the pivot point 17 is located on an upwardly extending support 18 mounted on the frame part 3. The cylinder 16, the pivot points 15 and 35 and the support 18 are preferably situated in the central plane of the clamping device viewed in front. or 1012446 4 rear view. The operating section 14 may, for example, comprise two arms extending obliquely upwards towards each other from pivot points 12 at the ends of the arms 10, which form an isosceles triangle, which carries the pivot point 15 at the top.

De ligging van het scharnierpunt 17 ten opzichte van het scharnierpunt 9 is zodanig gekozen, dat bij uitschuiven van de cilinder 16 de armen 10 neerwaarts zwenken, zoals in figuur 2 met een pijl 20 is aangegeven, indien de zwenking 10 van het klemrek 13 om het scharnierpunt 12 verhinderd of tenminste deels verhinderd wordt. De mate waarin het klemrek 13 in bedrijf kan verzwenken ten opzichte van het scharnierpunt 12 wordt bepaald door een stuurarm 21, die zich in het gebied tussen de cilinder 16 en de armen 10 15 uitstrekt tussen het scharnierpunt 15 en een bevestigingspunt 22 op het framedeel 3. De stuurarm is aan beide uiteinden scharnierbaar bevestigd. Het bevestigingspunt 22 ligt in hoogte tussen de niveaus van de scharnierpunten 9 en 17 in, en in het getoonde voorbeeld 20 ligt het scharnierpunt 22 ook verder naar voren (naar rechts in de figuren) dan de scharnierpunten 9 en 17. Het scharnierpunt 22 kan op een steun 23 zijn aangebracht.The position of the pivot point 17 relative to the pivot point 9 has been chosen such that when the cylinder 16 is extended, the arms 10 pivot downwards, as indicated by an arrow 20 in figure 2, if the pivot 10 of the clamping rack 13 about the pivot point 12 is prevented or at least partially prevented. The extent to which the clamping rack 13 can pivot in relation to the pivot point 12 in operation is determined by a control arm 21, which extends in the area between the cylinder 16 and the arms 10 between the pivot point 15 and an attachment point 22 on the frame part 3 The steering arm is hinged at both ends. The attachment point 22 lies in height between the levels of the hinge points 9 and 17, and in the example 20 shown, the hinge point 22 is also further forward (to the right in the figures) than the hinge points 9 and 17. The hinge point 22 can be a support 23 are provided.

De stuurarm 21 is zodanig uitgevoerd, dat deze verlengbaar is onder invloed van een trekkracht, die een 25 vooraf bepaalde drempelwaarde overschrijdt. In het getoonde voorbeeld bestaat de stuurarm uit twee telescopisch uitschuifbare delen, die door een inwendige trekveer 24 in de volledig ingeschoven stand worden getrokken.The control arm 21 is designed such that it is extensible under the influence of a pulling force which exceeds a predetermined threshold value. In the example shown, the control arm consists of two telescopically extendable parts, which are pulled into the fully retracted position by an internal tension spring 24.

De werking van de beschreven kleminrichting is als 30 volgt.The operation of the described clamping device is as follows.

Figuur 1 toont de beginstand, waarin de kleminrichting tegen en op een vast te grijpen baal zoals bijvoorbeeld een rechthoekig graspak 4 ligt. De cilinder 16 bevindt zich in de ingetrokken stand en de armen 10 en 35 daarmee het klemrek 13 bevinden zich in de meest naar boven en naar achter verzwenkte stand. In die stand strekt het WI24 46 5 klemrek zich vanaf de scharnierpunten 12 schuin naar beneden en naar voren uit. Het onderste einde van het klemrek, welk onderste einde in dit voorbeeld wordt gevormd door een element, zoals een al dan niet gebogen dwarsbuis 5 25, dat zich uitstrekt in een vlak dwars op het vlak van tekening, ligt daarbij juist boven en juist voor het graspak 4. In de figuren is met een onderbroken lijn 26 schematisch een in hoofdzaak verticaal vlak aangegeven, waarlangs zich in bedrijf het onderste, voorste einde van 10 het klemrek beweegt.Figure 1 shows the initial position in which the clamping device lies against and on a bale to be gripped, such as for instance a rectangular grass pack 4. The cylinder 16 is in the retracted position and the arms 10 and 35 therewith the clamping rack 13 are in the most upwardly and rearwardly pivoted position. In that position, the WI24 46 5 clamping rack extends obliquely downward and forward from the hinge points 12. The lower end of the clamping rack, which lower end in this example is formed by an element, such as an optionally curved cross tube 5, which extends in a plane transverse to the plane of the drawing, lies just above and just before the grass suit 4. In the figures, a broken line 26 schematically shows a substantially vertical plane along which the lower, front end of the clamping rack moves during operation.

In de in figuur 2 getoonde situatie is de cilinder 16 bekrachtigd en deels uitgeschreven, waardoor de armen 10 neerwaarts zijn verzwenkt volgens de pijl 20. Het voorste en onderste einde van het klemrek, dat in de figuren door 15 de dwarsbuis 25 is gesymboliseerd is daardoor langs het vlak 26 voor het graspak langs naar beneden bewogen, zoals aangegeven met een pijl 27.In the situation shown in figure 2, the cylinder 16 is energized and partly written out, whereby the arms 10 are pivoted downwards according to the arrow 20. The front and bottom end of the clamping rack, which is symbolized by the cross tube 25 in the figures, is thereby moved downwards along the grass pack surface 26, as indicated by an arrow 27.

Volledigheidshalve wordt opgemerkt, dat de buis 25 een rechte dwarsbuis kan zijn, waarvan de langshartlijn in 20 hoofdzaak in het vlak 26 ligt, doch dat het element 25 ook zoals reeds vermeld een gebogen gladde buis kan zijn, die bijvoorbeeld als een boogvormig deel de armen 10 verbindt en daarin vloeiend overgaat, dan wel samen met armen een U-vormig gebogen deel vormt. In dat geval ligt de gebogen 25 langshartlijn van de buis slechts ter plaatse van het onderste gedeelte van het element 25 in het in hoofdzaak verticale vlak 26.For the sake of completeness, it is noted that the tube 25 can be a straight transverse tube, the longitudinal axis of which lies mainly in the plane 26, but that the element 25 can also, as already mentioned, be a curved smooth tube, which, for example, as an arc-shaped part the arms 10 and flows smoothly therein or forms a U-shaped curved part together with arms. In that case, the curved longitudinal axis of the tube lies only at the location of the lower part of the element 25 in the substantially vertical plane 26.

In de in figuur 3 getoonde situatie liggen de armen 10 tegen aanslagen 28, die aan het op het graspak liggende 30 framedeel 3 zijn aangebracht. De klemsectie 13 heeft nu een in hoofdzaak verticale stand aangenomen en ligt geheel vóór het graspak 4. De aldus bereikte stand van de klemmiddelen kan als passieve klemstand aangeduid worden. De stuurarm 21 heeft tijdens de beweging vanuit de in figuur 1 getoonde 35 ruststand tot de in figuur 3 getoonde passieve klemstand 1Ό1 2446 6 steeds de zwenkstand van het klemrek bestuurd, doch is daarbij niet uitgeschreven.In the situation shown in figure 3, the arms 10 lie against stops 28, which are arranged on the frame part 3 lying on the grass pack. The clamping section 13 has now assumed a substantially vertical position and lies entirely in front of the grass pack 4. The position of the clamping means thus achieved can be referred to as a passive clamping position. During the movement from the rest position shown in figure 1 to the passive clamping position 1 2446 6 shown in figure 3, the control arm 21 has always controlled the pivoting position of the clamping rack, but has not been written out.

Na het bereiken van de in figuur 3 getoonde stand is bij voortgaande bekrachtiging van de cilinder 16 een 5 verdere neerwaartse verzwenking van de armen 10 en derhalve van het klemrek 11 niet mogelijk, omdat de armen 10 tegen de aanslagen 28 liggen. De door de cilinder uitgeoefende kracht wordt daardoor geheel omgezet in een op de stuurarm inwerkende trekkracht, die voldoende groot is om de 10 trekveer 24 uit te rekken en de stuurarm uit te doen schuiven. Hierdoor kan, zoals in figuur 4 is te zien, de bedieningssectie 14 van het klemrek 11 verder naar buiten scharnieren, hetgeen gepaard gaat met een binnenwaartse (achterwaartse) verzwenking van de klemsectie 13, zoals met 15 een pijl 31 in figuur 4 is aangegeven. De aldus bereikte stand is een actieve klemstand. De klemsectie 13 drukt daarbij het graspak (of andere baal) enigszins in, zoals in figuur 4 bij 30 is aangegeven. De baal wordt aldus stevig vastgeklemd en kan vervolgens worden opgetild en 20 verplaatst.After reaching the position shown in figure 3, a further downward pivoting of the arms 10 and therefore of the clamping rack 11 is not possible with continued actuation of the cylinder 16, because the arms 10 lie against the stops 28. The force exerted by the cylinder is thereby fully converted into a tensile force acting on the steering arm, which is sufficient to stretch the tension spring 24 and to extend the steering arm. As a result, as can be seen in figure 4, the operating section 14 of the clamping rack 11 can pivot further outwards, which is associated with an inward (rearward) pivoting of the clamping section 13, as indicated by an arrow 31 in figure 4. The position thus achieved is an active clamping position. The clamping section 13 thereby slightly compresses the grass pack (or other bale), as indicated at 30 in Figure 4. The bale is thus clamped tightly and can then be lifted and moved.

De klemsectie is vervaardigd van glad afgerond materiaal en heeft geen scherpe uitsteeksels, zodat de vast te pakken balen en/of de om de balen aangebrachte folie niet worden beschadigd.The clamping section is made of smoothly rounded material and has no sharp protrusions, so that the bales to be gripped and / or the film applied around the bales are not damaged.

25 In het geval dat de neerwaartse verzwenking van de armen 10 door welke oorzaak ook belemmerd wordt nog voor de armen 10 tegen de aanslagen 28 liggen, zal de stuurarm 21 eerder uitschuiven en zal de klemsectie in een hogere positie naar binnen zwenken om de baal vast te grijpen.In the event that the downward pivoting of the arms 10 is hindered by any cause before the arms 10 are against the stops 28, the control arm 21 will extend earlier and the clamping section will swing in a higher position to fix the bale to grab.

30 Beschadiging van de baal of de kleminrichting zelf als gevolg van een tegen een hindernis in voortgaande geforceerde neerwaartse zwenking wordt hierdoor voorkomen.30 This prevents damage to the bale or the clamping device itself as a result of a forced downward swinging against an obstacle.

Figuur 5 toont schematisch hoe een graspak of andere baal 4 met behulp van een kleminrichting volgens de 35 uitvinding een gestapelde configuratie gepakt kan worden, dan wel in een gestapelde configuratie geplaatst kan worden 101 2446 7 zonder de naburige balen 41,42 te beschadigen. De klemsectie vormt steeds het meest naar voren reikende deel van de kleminrichting en de klemsectie kan door de platte en afgeronde vormgeving en door de in hoofdzaak verticale 5 beweging langs het vlak 26 juist voor het vast te grijpen pak makkelijk tussen de dicht naast elkaar gelegen pakken 4 en 42 geschoven worden zonder dat het pak 12 wordt weggeduwd of beschadigd. Ook wordt het op het pak 42 liggende pak 41 niet weggedrukt tijdens de beweging van de 10 klemsectie. Dit geldt zowel voor het stapelen van de pakken als voor het uit een stapel oppakken van de pakken.Figure 5 schematically shows how a grass pack or other bale 4 can be packed in a stacked configuration using the clamping device according to the invention, or be placed in a stacked configuration without damaging the neighboring bales 41, 42. The clamping section always forms the most forward part of the clamping device and the clamping section can easily be placed between the closely packed packs due to the flat and rounded design and the substantially vertical movement along the surface 26 just before the grab to be gripped. 4 and 42 are slid without the pack 12 being pushed or damaged. Also, the pack 41 lying on the pack 42 is not pushed away during the movement of the clamping section. This applies to both stacking the packs and picking up the packs from a stack.

In figuur 5 zijn de armen 10, de cilinder 16 en de stuurarm 21 telkens in twee standen te zien, te weten de beginstand en de met een accent aangegeven klemstand.Figure 5 shows the arms 10, the cylinder 16 and the control arm 21 each in two positions, namely the initial position and the clamping position indicated with an accent.

15 Figuur 6 toont volledigheidshalve nog eens het verloop van de beweging van de diverse delen van de kleminrichting vanuit de beginstand naar de klemstand, of omgekeerd. De delen van de inrichting zijn in de beginstand zonder accent, in een tussenstand met één accent en in de 20 klemstand met twee accenten aangegeven. In figuur 6 is duidelijk te zien dat het voorste deel van de klemsectie zich in hoofdzaak langs de verticale lijn 26 beweegt en dat in geen van de tussenstanden enig deel van de klemsectie of van de rest van de kleminrichting tot voorbij de lijn 26 25 reikt. Dit in hoofdzaak verticale traject van de klemsectie wordt bewerkstelligd door de stuurarm die de zwenkstand van het klemrek ten opzichte van het scharnierpunt 12 aan het einde van de arm 10 bepaalt. De cirkel die (deels) door het scharnierpunt 15 aan het einde van de stuurarm wordt 30 beschreven is in figuur 6 aangegeven met een onderbroken lijn 45. De lengte van de stuurarm en de ligging van het scharnierpunt 22 zijn in combinatie met de lengte van de bedieningssectiè 14 en de klemsectie 13 van het klemrek zodanig gekozen dat de klemsectie, althans het voorste 35 uiteinde daarvan, het beschreven in hoofdzaak verticale traject 26 direct voor de baal volgt. Hierdoor is het 1012446 8 mogelijk de klemsectie tussen twee dicht naast elkaar liggende balen te duwen zonder beschadiging van deze balen of naburige balen, dan wel om de balen gewikkelde folie.For the sake of completeness, Figure 6 again shows the movement of the various parts of the clamping device from the initial position to the clamping position, or vice versa. The parts of the device are indicated in the initial position without accent, in an intermediate position with one accent and in the clamping position with two accents. Figure 6 clearly shows that the front part of the clamping section moves substantially along the vertical line 26 and that in none of the intermediate positions any part of the clamping section or the rest of the clamping device extends beyond the line 26. This substantially vertical trajectory of the clamping section is accomplished by the control arm which determines the pivoting position of the clamping rack relative to the pivot point 12 at the end of the arm 10. The circle that is (partly) described by the pivot point 15 at the end of the steering arm 30 is indicated in Figure 6 by a broken line 45. The length of the steering arm and the location of the pivot point 22 are in combination with the length of the operating section 14 and the clamping section 13 of the clamping rack are chosen such that the clamping section, at least the front end thereof, follows the described substantially vertical path 26 directly in front of the bale. This makes it possible to push the clamping section between two closely adjacent bales without damaging these bales or neighboring bales, or foil wrapped around the bales.

Opgemerkt wordt, dat na het voorgaande diverse 5 modificaties voor de deskundige voor de hand liggen. Het frame, de diverse armen en het klemrek kunnen alle uit geschikt staaf-, buis- of profielmateriaal, al dan niet gecombineerd met plaatmateriaal in verschillende uitvoeringsvormen vervaardigd worden.It is noted that after the foregoing various modifications are obvious to the skilled person. The frame, the various arms and the clamping rack can all be manufactured from suitable rod, tube or profile material, optionally in combination with sheet material in different embodiments.

10 De bedieningssectie van het klemrek kan bijvoorbeeld in vooraanzicht driehoekig, omgekeerd T-vormig, U-vormig etc. zijn uitgevoerd. Ook de klemsectie kan vele verschillende vormen hebben, waarbij een ü-vorm uit rond gebogen buis een zeer geschikte vorm is.The operating section of the clamping rack can for instance be triangular, inverted T-shaped, U-shaped, etc. in front view. The clamping section can also have many different shapes, an vorm-shape from round curved tube being a very suitable shape.

15 De stuurarm kan enkel of dubbel zijn uitgevoerd, evenals de cilinder 16. Bij voorkeur is de cilinder 16 dubbelwerkend, zodat met één en dezelfde cilinder de omhoog gaande en de neergaande zwenkbeweging van de armen 10 bewerkstelligd kan worden.The control arm can be single or double, as can the cylinder 16. The cylinder 16 is preferably double-acting, so that with one and the same cylinder the upward and downward pivoting movement of the arms 10 can be effected.

20 De stuurarm kan ook als alternatief voor de trekveer zijn uitgevoerd als een hydraulische cilinder met een overdrukventielsysteem dat opent zodra een vooraf ingestelde drukwaarden wordt bereikt, zodat vervolgens de cilinder uit kan schuiven om de klembeweging van de 25 klemsectie mogelijk te maken.As an alternative to the tension spring, the steering arm can also be designed as a hydraulic cylinder with a pressure relief system that opens as soon as a preset pressure value is reached, so that the cylinder can then extend to allow the clamping movement of the clamping section.

Deze en soortgelijke modificaties liggen voor de deskundige voor de hand.These and similar modifications are obvious to those skilled in the art.

101 2446101 2446

Claims

Baling clamping device such as grass packs, etc., characterized by a frame with an upper part which in operation rests on a grippable bale and a rear part which, in operation, lies against a rear part 5 of the bale, which upper part further carries clamping means, which have a rest position, in which the clamping means do not extend lower than the upper part of the frame, a passive clamping position, in which the clamping means are pivoted downwards relative to the rest position, and an active clamping position, in which the clamping means relative to. passive clamping position are pivoted rearwardly, operating means being provided to move the clamping means from the rest position to the active clamping position and back and furthermore control means are provided which are coupled to the clamping means and which are arranged to effect that at least the front part of the clamping means moves between a rest position and the passive clamping position along a substantially vertical path.

2. Device as claimed in claim 1, characterized in that the clamping means are connected to the frame and the clamping means via at least one pivot arm which can be pivoted in a substantially vertical plane, the pivot arm being pivotally mounted on both the frame and the clamping means and wherein the at least one pivoting arm in the clamping position of the clamping means lies against a stop connected to the frame.

Device as claimed in claim 1 or 2, characterized in that the control means comprise at least one extendable arm 30 hingedly coupled to the frame and the clamping means, which is extendable under the influence of a tensile force which exceeds a predetermined threshold value. 1012446

Device as claimed in claim 3, characterized in that the extendable arm comprises a tension spring which can be stretched under the influence of a tensile force above a predetermined threshold value.

5. Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the clamping means have a clamping section extending downwards from the end of the at least one pivot arm away from the frame and a clamping section extending upwards from the same end of the at least one pivot arm and relative to the clamping section. obliquely rearwardly extending operating section, and that the control means and the operating means are coupled to the operating section.

6. Device as claimed in claim 5, characterized in that the operating means comprise at least one extendable cylinder which is hingedly coupled to the frame and the operating section.

7. Device as claimed in claim 6, characterized in that the extendable cylinder and the control means designed as a hinge pivotally coupled to the frame and the clamping means, which are designed to be hingedly extendable under the influence of a tensile force extending arm exceeding a predetermined threshold value, are pivotable about the same pivot axis with the clamping section connected.

8. Device as claimed in any of the claims 3-7, characterized in that the operating means are adapted to exert a tensile force acting on the telescopic arm of the control means, as soon as the at least one pivoting arm lies against a stop connected to the frame. is large enough to extend the extendable arm and pivot the clamping section backward relative to the at least one pivot arm.

9. Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the clamping means are hingedly connected to the upper part of the frame via two parallel pivoting arms and on either side thereof. 1012446

Device according to any one of claims 2 to 9, characterized in that the upper part of the frame is provided on both sides with stops which delimit a downward pivoting of the pivoting arms.

Device according to any one of the preceding claims, characterized in that the rear part of the frame is provided with an adjustable rack depending on the bales to be treated.

12. Device as claimed in any of the claims 6-11, characterized in that the point of attachment of the at least one extendable cylinder of the operating means to the frame is higher than the point of attachment of the at least one pivot arm of the frame and that the point of attachment of the at least one extendable arm of the steering means is at a level located between the levels of the attachment points of the pivot arm and the cylinder.

13. Device. according to claim 12, characterized in that the attachment point of the at least one extendable arm 20 to the frame is further forward than the attachment points of the at least one pivot arm and the at least one extendable cylinder.

14. Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the clamping section comprises a U-shaped curved smooth tube, wherein the free ends of the legs of the U-shape are connected to the pivoting arms.

15. Baler pick-up device such as grass packs, etc., characterized by a frame having an upper part resting in operation on a bale to be gripped and a rear part extending downwardly from the upper part, operating against a rear side of the bale. a bale, the top part carrying two parallel pivot arms hingedly connected to the frame and extending obliquely upwardly forward at rest and carrying a hinged clamping rack at the front ends which is inclined in the 101 2446 rest position extending downwards and forwards to a point just in front of and above a bale to be gripped, which clamping rack is made of smooth material and is provided with an operating section extending obliquely upwards and backwards from the attachment points on the 5 pivoting arms, which is hinged to an end remote from the clamping rack with a control cylinder and a control arm, which steering arm is extendable under the influence of a tensile force exerted thereon if the tensile force exceeds a predetermined threshold value, wherein the operating cylinder with the end remote from the operating section is hingedly coupled to the upper frame part at a level lower than the level of the attachment points of the 15 pivoting arms on the frame, while the steering arm with the end remote from the operating section is hingedly coupled to the upper frame part at a level between the two mentioned levels, the point of attachment of the steering arm to the frame and the length of the steering arm is chosen such that when the pivoting arms are pivoted under the influence of the action of the operating cylinder on the operating section, at least the front and bottom parts of the clamping rack travel a substantially vertical path just before a bale to be gripped, and wherein the bale determined threshold value on the steering arm oiling tensile force can only occur after a further downward swing of the swivel arms is prevented by an obstacle.

Clamping device according to claim 15, characterized in that the upper frame part is provided on both sides with stops for limiting the downward pivoting movement of the pivoting arms.

Clamping device according to claim 15 or 16, characterized by a rack which is arranged in the horizontal frame adjustable in the horizontal direction. 1012446