NL1012265C1 - Schrapertransporteur. - Google Patents

Schrapertransporteur. Download PDF

Info

Publication number
NL1012265C1
NL1012265C1 NL1012265A NL1012265A NL1012265C1 NL 1012265 C1 NL1012265 C1 NL 1012265C1 NL 1012265 A NL1012265 A NL 1012265A NL 1012265 A NL1012265 A NL 1012265A NL 1012265 C1 NL1012265 C1 NL 1012265C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
elastic
scraper
conveyor
scraper conveyor
coupling pieces
Prior art date
Application number
NL1012265A
Other languages
English (en)
Inventor
Luc Rudi Ivette Lasoen
Original Assignee
Roxell Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Roxell Nv filed Critical Roxell Nv
Priority to NL1012265A priority Critical patent/NL1012265C1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1012265C1 publication Critical patent/NL1012265C1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G19/00Conveyors comprising an impeller or a series of impellers carried by an endless traction element and arranged to move articles or materials over a supporting surface or underlying material, e.g. endless scraper conveyors
    • B65G19/14Conveyors comprising an impeller or a series of impellers carried by an endless traction element and arranged to move articles or materials over a supporting surface or underlying material, e.g. endless scraper conveyors for moving bulk material in closed conduits, e.g. tubes
    • B65G19/16Conveyors comprising an impeller or a series of impellers carried by an endless traction element and arranged to move articles or materials over a supporting surface or underlying material, e.g. endless scraper conveyors for moving bulk material in closed conduits, e.g. tubes the impellers being elements having an area substantially smaller than that of the conduit cross-section
    • B65G19/165Conveyors comprising an impeller or a series of impellers carried by an endless traction element and arranged to move articles or materials over a supporting surface or underlying material, e.g. endless scraper conveyors for moving bulk material in closed conduits, e.g. tubes the impellers being elements having an area substantially smaller than that of the conduit cross-section the impellers being endless helical springs
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G19/00Conveyors comprising an impeller or a series of impellers carried by an endless traction element and arranged to move articles or materials over a supporting surface or underlying material, e.g. endless scraper conveyors
    • B65G19/14Conveyors comprising an impeller or a series of impellers carried by an endless traction element and arranged to move articles or materials over a supporting surface or underlying material, e.g. endless scraper conveyors for moving bulk material in closed conduits, e.g. tubes

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Pusher Or Impeller Conveyors (AREA)

Description

Titel: Schrapertransporteur
De onderhavige uitvinding heeft in zijn algemeenheid betrekking op een transportstelsel dat een aantal in serie opgestelde en met elkaar verbonden transportorganen omvat, meer in het bijzonder een schrapertransporteur. Daarmee wordt 5 bedoeld een transportselsel voor het door buizen transporteren van poedervormig of korrelvormig materiaal, zoals bijvoorbeeld voer in mesterijen voor pluimvee. De schrapertransporteur omvat een reeks van met elkaar gekoppelde, schijfvormige of schotelvormige meeneemorganen, die in het hiernavolgende ook 10 zullen worden aangeduid met de term "schrapers". Wanneer de reeks van schrapers door een buis wordt getrokken, nemen de schrapers het korrelvormige of poedervormige materiaal mee. De reeks is eindloos, dat wil zeggen dat de twee uiteinden aan elkaar zijn bevestigd.
15 Dergelijke schrapertransporteurs zijn op zich bekend. Bij bekende schrapertransporteurs zijn de schrapers bevestigd op een eindloze, in zichzelf gesloten kabel, of zijn zij door middel van schakels met elkaar gekoppeld en vormen zij aldus een eindloze, in zichzelf gesloten ketting.
20 Tijdens bedrijf wordt op de schrapertransporteur door middel van een door een motor aangedreven aandrijfwiel een trekkracht uitgeoefend, zodat er in elk element van de schrapertransporteur een trekspanning heerst waarvan de grootte varieert tijdens een omloopcyclus van de schraper-25 transporteur in het buisstelsel. In het algemeen geldt, dat die trekspanning het grootst is juist voor het aandrijfwiel en het laagst is juist na het aandrijfwiel. Als gevolg van deze trekspanning zal elk element van de schrapertransporteur dus worden onderworpen aan een wisselende trekbelasting, als 30 gevolg waarvan een zekere permanente verlenging optreden. De 2 schrapertransporteur moet derhalve zijn voorzien van compensatiemiddelen om de schrapertransporteur steeds strak te houden, welke compensatiemiddelen een complicerende factor in het geheel zijn.
5 Voorts is het zo, dat dergelijke compensatiemiddelen maar een beperkt bereik hebben, en uiteindelijk zal het nodig zijn om de schrapertransporteur in te korten. Dit betekent enerzijds de noodzaak van het gedurende enige tijd buiten bedrijf stellen van de schrapertransporteur, en anderzijds de 10 noodzaak van handmatig ingrijpen door onderhoudspersoneel.
Indien de schrapertransporteur is gevormd als een ketting met metalen schakels, kan het inkorten nog relatief eenvoudig worden uitgevoerd door het wegnemen van één of meerdere schakels. Indien echter de schrapertransporteur is gevormd als 15 een metalen kabel met daarop bevestigde schrapers, is het inkorten aanzienlijk gecompliceerder.
In de praktijk heeft het buisstelsel een aantal bochtsegmenten, zodat elk element van de schrapertransporteur tijdens een omloopcyclus enkele malen wordt onderworpen aan 20 een buigbelasting. Indien de schrapertransporteur is gevormd als een staalkabel met daarop bevestigde schrapers, doet zich het verdere probleem voor dat in de staalkabel vermoeiings-verschijnselen optreden als gevolg van het frequent buigen van de staalkabel.
25 Een uit schakels gevormde schrapertransporteur heeft verder het probleem, dat de opeenvolgende schakels tegen elkaar aan bewegen waardoor slijtage, schokken en lawaai wordt veroorzaakt.
De onderhavige uitvinding beoogt een schrapertransporteur 30 te verschaffen die de bovengenoemde problemen oplost.
Meer in het bijzonder beoogt de onderhavige uitvinding een schrapertransporteur te verschaffen die in goede mate bestand is tegen buiging, die bestand is tegen relatief hoge trekspanningen, die een lange levensduur heeft en weinig 35 onderhoud vergt.
L · 3
Volgens een belangrijk aspect van de onderhavige uitvinding zijn de opeenvolgende schrapers door middel van elastische koppelstukken met elkaar gekoppeld- Deze elastische koppelstukken zullen de tijdens een omloopcyclus wisselende 5 trekspanningen opvangen door elastische lengteveranderingen.
Bij voorkeur zijn de elastische koppelstukken onder voorspanning gemonteerd, dat wil zeggen dat ook in de rusttoestand van het transportstelsel in elk van de elastische koppelstukken een zekere trekspanning heerst, waardoor de 10 schrapertransporteur strak wordt gehouden.
In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de elastische koppelstukken uitgevoerd als een elastische slang, die is voorzien van een versterkingsmantel, bij voorkeur om de slang heen. Deze versterkingsmantel wordt bij voorkeur gevormd van 15 vezels met een hoge treksterkte en slechts geringe kruip, zoals bijvoorbeeld kevlar-vezels of dergelijke, met een weefhoek groter dan 10°. Om de versterkingsmantel is bij voorkeur een kunststof beschermingsmantel aangebracht.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is genoemde slang 20 een continue slang die fungeert als drager waarop schrapers zijn bevestigd.
Deze en andere aspecten, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen nader worden verduidelijkt door 25 de hiernavolgende beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van een schrapertransporteur volgens de uitvinding onder verwijzing naar de tekening, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke of vergelijkbare onderdelen aanduiden, en waarin: figuur 1 schematisch een perspectiefaanzicht toont van een 30 voerdistributiesysteem; de figuren 2A-B schematisch voorbeelden illustreren van als helix-spiraal uitgevoerde elastische koppelstukken volgens de onderhavige uitvinding; figuur 3 schematisch een voorbeeld illustreert van een 35 elastisch koppelstuk met geïntegreerde verlengingsbeperking;
'i j" .V
* ' · ·> 4 figuur 4 schematisch een langsdoorsnede toont van een gedeelte van een voorkeursuitvoeringsvorm van een schrapertransporteur volgens de onderhavige uitvinding; figuur 5 een grafiek is die de elasticiteitskarakteristiek van 5 een schrapertransporteur volgens de onderhavige uitvinding illustreert; figuur 6 een recht aandrijfsegment illustreert; en figuur 7 een aandrijfbochtsegment illustreert.
10 De onderhavige uitvinding is in het bijzonder, maar niet uitsluitend, toepasbaar in een voerdistributiesysteem voor gebruik in bijvoorbeeld een varkensmesterij of een pluimvee-mesterij, en zal daarom in het hiernavolgende specifiek voor dit toepassingsvoorbeeld worden uitgelegd. Met nadruk wordt 15 echter opgemerkt, dat een schrapertransporteur volgens de onderhavige uitvinding ook voor andere toepassingen geschikt is. Voorts wordt opgemerkt, dat het principe van elastische koppelstukken voor een’ transportstelsel volgens de onderhavige uitvinding ook toepasbaar is bij transportstelsels van een 20 ander type.
Figuur 1 toont schematisch een perspectiefaanzicht van een voerdistributiesysteem 1. Het voerdistributiesysteem omvat een in zichzelf gesloten buisstelsel 2, opgebouwd uit rechte segmenten 4 en bochtsegmenten 5. Door het buisstelsel 2 is een 25 schrapertransporteur 20 geleid, die in zijn algemeenheid een stelsel omvat van meenemers of schrapers 21 die met elkaar zijn gekoppeld door koppelstukken 22, zoals op vergrote schaal getoond bij 6.
Elk van de bochtsegmenten 5 omvat een geleidewiel voor de 30 schrapertransporteur 20, zoals later nader zal worden toegelicht.
Het buisstelsel 2 heeft een ingang 3 voor het in het buisstelsel 2 introduceren van poedervormig of korrelvormig voer, bij welke ingang 3 in het getoonde voorbeeld een 35 invoertrechter 8 is opgesteld. Voorts heeft het buisstelsel 2 5 meerdere aftappunten 9 voor het afgeven van voer aan (niet weergegeven) voederbakken, waaruit het pluimvee het voer kan oppikken. Wanneer de schrapertransporteur 20 door het buis-stelsel 2 wordt getrokken, wordt het voer door de schrapers 21 5 door het buisstelsel 2 getransporteerd, om bij een aftappunt 9 te worden afgegeven aan een voederbak. Bij 7 is een conventionele aandrijfinrichting aangeduid voor het aandrijven van een conventionele schrapertransporteur.
Volgens een belangrijk aspect van de onderhavige 10 uitvinding zijn de koppelstukken 22 van de schrapertransporteur 20 uitgevoerd als elastische koppelstukken.
Binnen het kader van de onderhavige uitvinding kunnen de elastische koppelstukken 22 op meerdere manieren worden gerealiseerd. In een mogelijke uitvoeringsvorm is een 15 elastisch koppelstuk 22 uitgevoerd als een helix-spiraal, bijvoorbeeld van staal, zoals schematisch geïllustreerd in de figuren 2A en 2B. Figuur 2A toont schematisch een zijaanzicht van twee schrapers 21x en 212. Elke schraper 21x, 212 is voorzien van twee bevestigingsogen 23, 24. Een stalen helix-20 spiraalvormig koppelstuk 22 is met zijn uiteinden gekoppeld met een bevestigingsoog 23x van de ene schraper 21x en met een bevestigingsoog 242 van de andere schraper 212. In een rusttoestand is de onderlinge afstand tussen de twee bevestigingsogen 23x, 242 groter dan de rustlengte van het koppelstuk 22, 25 zodat in het koppelstuk 22 in rust een zekere trekspanning heerst (voorspanning). In de uitvoeringsvariant van figuur 2B is de helix-spiraal continu, waarbij de helix op voorafbepaalde plaatsen is omgevormd tot longitudinale secties 26x, 262, die elk reiken door een centraal gat 25x, 252 van een 30 corresponderende schraper 21x, 212.
Het verdient aanbeveling om de elastische koppelstukken 22 te voorzien van middelen die de verlenging van de elastische koppelstukken 22 die optreedt wanneer op de 35 schrapertransporteur 20 een trekkracht wordt uitgeoefend, 6 begrenzen. Dit zou tot stand kunnen worden gebracht door de opeenvolgende schrapers 21 met elkaar te verbinden door middel van bijvoorbeeld een draad, kabel of koord met een vooraf-bepaalde lengte, die groter is dan de in figuur 2A-B geïllus-5 treerde lengte van de elastische koppelstukken 22 in rust. Wanneer de trekkracht in de schrapertransporteur 20 toeneemt, neemt de onderlinge afstand tussen de opeenvolgende schrapers 21 toe, totdat genoemde kabel of dergelijke strak staat. Bij een verdere toename van de trekkracht neemt genoemde kabel of 10 dergelijke de extra kracht op bij geen of slechts een geringe verlenging. Aldus wordt voorkomen, dat de elastische koppelstukken 22 onverhoopt tot voorbij hun elasticiteitsgrens worden vervormd.
Ook is het mogelijk, dat de elastische koppelstukken 22 15 zodanig zijn uitgevoerd, dat zij een progressieve elastici-teltsmodulus hebben, dat wil zeggen dat bij toenemende trek-spanning de relatieve lengteverandering steeds kleiner wordt.
Figuur 3 illustreert schematisch een uitvoeringsvorm waarbij de elastische koppelstukken 22 zijn voorzien van een 20 geïntegreerde lengtebegrenzing. In deze uitvoeringsvorm is een elastisch koppelstuk 22 opgebouwd uit drie onderdelen. Een eerste onderdeel 31 is een langwerpig onderdeel met een aangrijpuiteinde 32 dat geschikt is voor aangrijping op een eerste schraper 21x en een tegenover dat aangrijpuiteinde 25 gelegen steunuiteinde 33. In het weergegeven uitvoerings-voorbeeld heeft het eerste onderdeel 31 in hoofdzaak een Ω-vorm. Het eerste onderdeel 31 kan gevormd zijn als een gietstuk, maar is bij voorkeur gevormd door verbuigen van een draad of staaf, bij voorkeur van staal. Die staaf is bij zijn 30 middenpositie over in hoofdzaak 180° omgebogen om een U-vormige bocht te vormen die het genoemde aangrijpuiteinde 32 definieert. Die staaf is bij zijn uiteinden nogmaals omgebogen over een hoek van 90° of meer, en bij voorkeur 180°, in een buigrichting tegengesteld aan de buigrichting bij zijn 35 middenpositie, om het genoemde steunuiteinde 33 te definiëren.
r . j, : ; · : u ··, 7
Het tweede onderdeel 34 is eveneens een langwerpig onderdeel met een aangrijpuiteinde 35 dat geschikt is voor aangrijping op een tweede schraper 212 en een tegenover dat aangrijpuiteinde gelegen steunuiteinde 36. Genoemde twee 5 onderdelen 31, 34 zijn naast elkaar opgesteld, met het aangrijpuiteinde (32; 35) van de één (31; 34) naast het steunuiteinde (33; 36) van de ander (34; 31).
Deze twee onderdelen 31, 34 zijn bij voorkeur identiek aan elkaar. In het weergegeven voorbeeld zijn de beide 10 onderdelen 31, 34 bovendien ten opzichte van elkaar om hun lengteas gedraaid over 90°.
Het derde onderdeel betreft een veerkrachtig onderdeel 37, in het weergegeven voorbeeld een helix-gewikkelde drukveer, die zich uitstrekt om de combinatie van genoemde 15 twee onderdelen 31, 34 heen, en die met zijn uiteinden aanligt tegen de steunuiteinden 33, 36 van die twee onderdelen 31, 34. Ten opzichte van elkaar zijn genoemde twee onderdelen axiaal verplaatsbaar.
Het U-vormig omgebogen aangrijpuiteinde 32 van het eerste 20 onderdeel 31 definieert, samen met de drukveer 37, een koppeloog voor koppeling met een geschikt gevormde koppelhaak van de schraper 21x.
Indien op de schrapertransporteur 20 een trekspanning wordt uitgeoefend, zullen de genoemde aangrijpuiteinden 32, 35 25 van genoemde twee onderdelen 31, 34 axiaal uit elkaar worden getrokken, waarbij de onderlinge afstand tussen de beide genoemde schrapers 21lr 212 groter kan worden doordat de genoemde spiraalveer 37 wordt ingedrukt. Bij toenemende trekkracht komen de opeenvolgende wikkelingen van de spiraalveer 30 37 steeds dichter bij elkaar te liggen. Wanneer de spiraalveer 37 maximaal is ingedrukt, dat wil zeggen dat de wikkelingen van de spiraalveer 37 tegen elkaar aan komen te liggen, is een verder indrukken van de spiraalveer en dus een verder toenemen van de onderlinge afstand tussen de opeenvolgende schrapers 8 niet meer mogelijk. Bij grotere trekkrachten gedraagt dit elastische koppelorgaan 22 zich dus als een starre schakel.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de schraper-5 transporteur 20 volgens de onderhavige uitvinding, zoals geïllustreerd in figuur 4, een continu elastisch koord 40, dat in zichzelf is gesloten of waarvan de uiteinden aan elkaar zijn gekoppeld. De schrapers 21 hebben, op vergelijkbare wijze als beschreven onder verwijzing naar figuur 2B, een in 10 hoofdzaak centraal gat 25 waar doorheen dat elastische koord 40 zich uitstrekt. De tussen opeenvolgende schrapers 21 gelegen gedeelten van het elastische koord 40 vervullen de functie van elastisch koppelstuk 22.
Het elastische koord 40 is volgens de onderhavige 15 uitvinding bij voorkeur opgebouwd uit minstens twee lagen. De kern 41 van het elastische koord 40 is in deze voorkeursuitvoeringsvorm gemaakt van een elastisch materiaal, bij voorbeeld EPDM-rubber. Deze rubberen kern 41 geeft de schrapertransporteur 20 volgens de onderhavige uitvinding zijn 20 elastische eigenschappen. In een testvoorbeeld was de kern 41 hol, om welke reden de kern 41 ook zal worden aangeduid als slang. In genoemd testvoorbeeld had deze slang 41 een buitendiameter van 12 mm en een binnendiameter van 5 mm.
Om de elastische kern 41 is een versterkingsmantel 42 25 aangebracht. In de voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding is die versterkingsmantel 42 gevormd door kruislings gevlochten kevlar-vezels. De versterkingsmantel 42 geeft de schrapertransporteur 20 een bepaalde sterkte, en fungeert tevens als middel om de lengtetoename van 30 de elastische kern 41 bij toenemende trekkracht te beperken.
Om de verstevigingsmantel 42 van kevlar heen is bij voorkeur een buitenmantel 43 aangebracht die dient ter bescherming van de kevlar-mantel 42.tegen inwerking van invloeden van buitenaf. Deze buitenmantel 43 kan zijn 35 vervaardigd van polyester of een andere geschikte kunststof.
9
In figuur 5 is een grafiek waarin de relatieve verlenging van de schrapertransporteur 20 volgens de onderhavige uitvinding is uitgezet tegen de op de schrapertransporteur 20 uitgeoefende trekkracht. In figuur 5 valt te herkennen, dat de 5 elasticiteitskarakteristiek van de schrapertransporteur 20 twee duidelijk van elkaar gescheiden gebieden heeft. In een eerste gebied met relatief lage trekkracht worden de elastische eigenschappen van de schrapertransporteur 20 voornamelijk bepaald door de elasticiteit van de elastische 10 kern 41. Daarbij is de relatieve verlenging van de schrapertransporteur 20 vrijwel recht evenredig met de op de schrapertransporteur 20 uitgeoefende trekspanning. Hierbij wordt de relatieve verlenging λ gedefinieerd als λ(o) = AL(o)/L0, waarbij AL(o) = L(o)-L0, waarbij L(o) de lengte van een bepaald 15 gedeelte van het elastische koord 40 is bij een bepaalde trekspanning o, en waarbij L0 de lengte van datzelfde gedeelte van het elastische koord 40 is bij afwezigheid van een trekspanning.
Als gevolg van de verlenging van de elastische kern 41 20 van het elastische koord 40 zullen de vezels van de versterkingsmantel 42 steeds meer evenwijdig met de lengterichting van de elastische kern 41 komen te liggen, waardoor deze vezels in toenemende mate de trekspanning opnemen. Een verdere verlenging van het elastische koord 40 wordt dan 25 steeds moeilijker, dat wil zeggen dat de relatieve verlenging van het elastische koord 40 bij verdere toename van de trekspanning de relatieve verlenging steeds minder stijgt. Met andere woorden: het elastische koord 40 heeft een progressieve elasticiteitsmodulus.
30 Uiteindelijk wordt een tweede gebied bereikt met relatief grote trekspanning, waar veranderingen in de trekspanning niet of nauwelijks leiden tot verandering in de relatieve verlenging, omdat deze trekspanningsveranderingen dan volledig worden opgenomen door de vezels van de versterkingsmantel 42.
ï o 1 2 2 G :? 10
De uitvoeringsvorm van figuur 3 heeft een vergelijkbare karakteristiek.
Zoals vermeld onder verwijzing naar figuur 1, wordt de 5 schrapertransporteur 20 door het buisstelsel 2 getrokken om korrelvormig of poedervormig materiaal, of meer vloeibaar materiaal zoals een pap- of een brei-achtige substantie, in het bijzonder voer, door dat buizenstelsel 2 te transporteren. Daarvoor is een aandrijfeenheid nodig, die in figuur 1 10 schematisch is aangeduid met het verwijzingscijfer 7. Een conventionele aandrijfeenheid van een schrapertransporteur omvat een aandrijfwiel alsmede een spanwiel. De schrapertransporteur volgt een S-vormig parcours langs deze twee wielen, waarbij de schrapertransporteur over ongeveer 180° 15 langs de omtrek van het aandrijfwiel is geleid en over in hoofdzaak 180° langs de omtrek van het spanwiel. Het spanwiel is verplaatsbaar ten opzichte van het aandrijfwiel, en wordt door een veer of dergelijke voorgespannen om aldus in de schrapertransporteur een zekere voorspanning te handhaven.
20 Indien er tijdens de levensduur van de schrapertransporteur daarin een verlenging optreedt, zal de voorspanning in de schrapertransporteur worden gehandhaafd doordat het spanwiel ten opzichte van het aandrijfwiel wordt verplaatst om de lengte van het genoemde S-vormige parcours te verlengen en 25 aldus de verlenging in de schrapertransporteur te compenseren.
Volgens de onderhavige uitvinding is een dergelijke ingewikkelde constructie van de aandrijfeenheid niet meer nodig. Omdat de schrapertransporteur 20 volgens de onderhavige uitvinding elastisch is, en in zijn rusttoestand een zekere 30 voorspanning heeft, zijn er geen afzonderlijke middelen nodig voor het handhaven van een voorspanning en het compenseren van een verlenging in de schrapertransporteur. Indien op de schrapertransporteur door middel van een aandrijforgaan een trekkracht wordt uitgeoefend, zal vlak voor dat aandrijforgaan 35 de lokale trekspanning in de koppelstukken 22 relatief groot 11 zijn waardoor er lokaal in die koppelstukken een verlenging optreedt en de onderlinge afstand tussen de opeenvolgende schrapers 21 toeneemt. Dat wordt echter gecompenseerd doordat in de koppelstukken 22 vlak na het aandrijforgaan de lokale 5 trekspanning relatief laag zal zijn, lager dan de voorspanning in rust, waardoor in deze koppelstukken een verkorting optreedt. De genoemde voorspanning is zodanig gekozen, dat de trekspanning in het deel van de schrapertransporteur juist na het aandrijforgaan groter blijft dan nul. De totale lengte van 10 de schrapertransporteur blijft gelijk, en de schrapertransporteur blijft overal "strak" staan.
Het is derhalve volgens een verder aspect van de onderhavige uitvinding mogelijk om de conventionele aandrijf-inrichting 7 van figuur 1 weg te laten, en de aandrijving 15 onder te brengen in één of meerdere van de bochtsegmenten van hét buisstelsel 2. Het is zelfs volgens de onderhavige uitvinding mogelijk om één of meerdere rechte aandrijfsegmenten op te nemen in het buisstelsel 2, waarmee wordt bedoeld een aandrijfsegment waarbij de ingang en de uitgang tegenover 20 zijn aangebracht en de schrapertransporteur geen bocht maakt maar een lineaire vorm behoudt. Een dergelijke constructie van een aandrijfinrichting kan, ten opzichte van de conventionele aandrijfinrichting 7 van figuur 1, relatief goedkoop zijn. Bij toepassing van meerdere aandrijfinrichtingen langs de lengte 25 van het buisstelsel 2 kan de lengte van het buisstelsel 2 groter worden gekozen en krijgt het voerdistributiesysteem 1 volgens de onderhavige uitvinding een grotere transportcapaciteit.
Figuur 6 illustreert een voorbeeld van een dergelijk 30 recht aandrijfsegment 60. Het aandrijfsegment 60 omvat een aandrijfwiel 61, dat aan zijn omtrek is voorzien van radiaal gerichte duworganen 62 met een in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede, zoals getoond in de gedeeltelijke dwarsdoorsnede in de linkerhelft van figuur 6. Het aandrijfwiel 61 is roteerbaar 35 gemonteerd in een wielhuis 63, en wordt voor rotatie aange- 12 dreven door een ter wille van de eenvoud niet weergegeven elektromotor. Het wielhuis 63 heeft een cilindrische ingangs-mof 64 en een cilindrische uitgangsmof 65, voor aansluiting op buissegmenten van het buisstelsel 2, welke twee moffen 64 en 5 65 in eikaars verlengde zijn opgesteld. In de figuur 6 is ingetekend een gedeelte van een schrapertransporteur 20 volgens de onderhavige uitvinding, waarbij in dit geval de elastische koppelstukken 22 zijn uitgevoerd als de onder verwijzing naar figuur 3 besproken koppelstukken. Bij een 10 positie tussen de twee moffen 64 en 65 is een duworgaan 62 van het aandrijfwiel 61 in aangrijping op een schraper 21A. De U-vorm van de duworganen 62 is zodanig, dat de koppelorganen 22 ongehinderd het roterende aandrijfwiel 61 kunnen passeren. Het aandrijfwiel 61 draait in figuur 6 volgens de wijzers van 15 de klok, zoals aangeduid met de pijl P, zodat de schrapertransporteur 20 naar rechts wordt verplaatst. Duidelijk is in figuur 6 getoond, dat de lengte LI van het koppelstuk links van genoemde schraper 2IA groter is dan de lengte L2 van het koppelstuk rechts van genoemde schraper 2IA.
20 Figuur 7 illustreert een voorbeeld van een aandrijfbocht- segment 70. De onderdelen 71-75 zijn gelijk of vergelijkbaar aan de onderdelen 61-65 in figuur 6, en zullen niet nader worden uitgelegd. Een aandrijfmotor voor het aandrijfwiel 71 is aangeduid met het verwijzingscijfer 76. Enkele buissegmen-25 ten van het buisstelsel 2 zijn aangeduid met het verwijzingsci jfer 4. De U-vorm van de aandrijforganen 72 is zodanig, dat daarin het elastische koord 40 met speling past. Overigens kan het aandrijfwiel 71 identiek zijn aan het aandrijfwiel 61. De ingangsmof 74 en de uitgangsmof 75 zijn ten opzichte van 30 elkaar opgesteld onder een hoek van 90°, zodat de schrapertransporteur 20 een parcours van 90° volgt langs de omtrek van het aandrijfwiel 71. In figuur 7 is weergegeven, dat de schrapers 21 steunen tegen het omtreksvlak van het aandrijfwiel 71, en daarbij steeds in hoofdzaak loodrecht staan op dat 35 omtreksvlak. Bij voorkeur is het omtreksvlak van het J \; 13 aandrijfwiel 71 voorzien van een omtreksgroef waarvan de contour overeenkomt met de contour van de schrapers 21, zodat de schrapers 21 in die omtreksgroef worden gecentreerd en wordt tegengegaan, dat het elastische koord 40 in aanraking 5 komt met de U-vormige aandrijforganen 72.
Het aandrijfbochtsegment 70 kan worden toegepast in de plaats van een geleidingsbochtsegment. Een geleidings-bochtsegment volgens de onderhavige uitvinding is niet afzonderlijke geïllustreerd, maar kan gelijk zijn aan het 10 aandrijfbochtsegment 70, met dien verstande dat geen aandrijfmotor aanwezig is. In het geleidingsbochtsegment zal een geleidingswiel roteerbaar zijn opgesteld, dat identiek kan zijn aan het aandrijfwiel 71, met dien verstande dat het geleidingswiel bij voorkeur geen aandrijforganen zoals 72 15 heeft.
Bij het installeren van het voerdistributiesysteem wordt de schrapertransporteur 20 met een zekere voorafbepaalde voorspanning om het (de) aandrijfwiel(en) 71 en de hoek-20 geleidingswielen gelegd. Tijdens bedrijf zal de lokale trekspanning in de schrapertransporteur geleidelijk variëren. Een belangrijk voordeel van de elastische schrapertransporteur volgens de onderhavige uitvinding is, dat de schrapertransporteur op een bijzonder gelijkmatige manier wordt getranspor-25 teerd door het buisstelsel. De hoeveelheid mechanische schokken wordt tot een minimum beperkt, hetgeen de levensduur van de installatie ten goede komt. Deze voordelen zijn in het bijzonder van belang in vergelijking met schrapertransporteurs die zijn uitgevoerd als een ketting. In vergelijking met 30 schrapertransporteurs die zijn uitgevoerd als een staalkabel, heeft de onderhavige uitvinding het belangrijke voordeel dat de schrapertransporteur juist elastisch is uitgevoerd, waardoor de kans op vermoeiingsverschijnselen als gevolg van herhaald buigen aanzienlijk is verkleind.
35 14
Al de hiervoor genoemde voordelen van de onderhavige uitvinding vinden hun oorsprong in het feit, dat de schraper-transporteur een elastische schrapertransporteur is, waarvan de schrapers bij voorkeur zijn bevestigd op een elastisch 5 koord 40 dat is uitgevoerd als een elastische rubberen slang met een kevlar-mantel. Een verdere uitwerking van de onderhavige uitvindingsgedachte heeft betrekking op de bevestiging van een schraperschijf op een dergelijk elastisch koord. Het zal mogelijk zijn om de schraperschijven klemmend aan te 10 brengen rondom het koord 40, zodanig dat het koord 40 ter plaatse van een schraperschijf 21 is samengeknepen, zoals geïllustreerd in figuur 4. De maximale trekkracht die een schraper 21 op het koord 40 kan overbrengen, kan echter volgens de onderhavige uitvinding worden verbeterd als de 15 schraperschijven zodanig zijn aangebracht op het koord, dat er een directe krachtoverdragende verbinding is tussen de schraperschijven 21 en de versterkingsmantel 42.
Een dergelijke goede krachtoverdragende verbinding kan worden verschaft door de schraperschijf 21 te voorzien van een 20 uitsteeksel, bij voorbeeld één of meerdere pennen, dat door de versterkingsmantel 42 heen reikt. Bij voorkeur worden die pennen zodanig aangebracht, dat zij zich uitstrekken tussen die versterkingsmantel 42 en de rubberen kern 41 en aldus de rubberen kern 41 intact laten. Met voordeel worden per 25 schraperschijf twee van dergelijke pennen aangebracht, aan weerszijden van de rubberen kern 41. De pennen zijn bij voorkeur gemaakt van kunststof, zoals bijvoorbeeld polyamide. Mèer in het bijzonder zijn de pennen bij voorkeur vervaardigd van hetzelfde materiaal als de schraperschijven. De twee 30 pennen kunnen bij een uiteinde met elkaar verbonden zijn om een in hoofdzaak U-vormige kram te definiëren.
Als dan vervolgens een schraperschij f wordt gevormd om het elastische koord 40 met de aangebrachte pennen, via bijvoorbeeld een op zich bekende spuitgietmethode, vormt die 35 schraperschijf een vormsluitende verbinding met de pennen of 15 kram, waardoor relatief grote trekkrachten kunnen worden overgedragen door een schraper 21 op het koord 40. Bij voorkeur wordt verzekerd, dat het materiaal van de schraper-schijf zich zal hechten aan het materiaal van de pennen of 5 kram, of zelfs dat het materiaal van de pen(nen) en het schrapermateriaal met elkaar samenvloeien.
Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat de omvang van de onderhavige uitvinding niet is beperkt tot de in het 10 voorgaande besproken voorbeelden, maar dat diverse wijzigingen en modificaties daarvan mogelijk zijn zonder af te wijken van de omvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies. Zo is bijvoorbeeld de uitvindings-gedachte toepasbaar bij transporteurs van een ander type, 15 opgebouwd uit een eindloze reeks van met elkaar gekoppelde, langs een geleideorgaan te verplaatsen meeneemorganen.
Ook zal het duidelijk zijn, dat een werkwijze en inrichting, zoals voor een deskundige direct en ondubbelzinnig duidelijk is na lezing van de beschrijving en bestudering van 20 de tekeningen, ook onder de uitvindingsgedachte valt.
• Ί

Claims (18)

1. Transporteur, omvattende: een reeks meeneemorganen (21), en koppelstukken (22) voor het met elkaar koppelen van naburige meeneemorganen (21); met het kenmerk: 5 dat de koppelstukken (22) elastische koppelstukken zijn.
2. Transporteur volgens conclusie 1, waarbij de elastische koppelstukken zijn voorzien van verlengingsbegrenzings-middelen. 10
3. Transporteur volgens conclusie 1 of 2, waarbij de elastische koppelstukken een progressieve elasticiteitsmodulus hebben.
4. Transporteur volgens één der conclusies 1-3, waarbij de elastische koppelstukken geïntegreerde verlengings-begrenzingsmiddelen hebben.
5. Transporteur volgens conclusie 4, waarbij de elastische 20 koppelstukken (22) zijn uitgevoerd als een segment van een elastisch koord (40).
6. Transporteur volgens conclusie 5, waarbij het elastisch koord een continu elastisch koord is. 25
7. Transporteur volgens conclusie 5 of 6, waarbij het elastisch koord (40) omvat: een kern (41) van een elastisch materiaal, bij voorbeeld EPDM-rubber, welke kern (41) bij voorbeeld hol is; 30 een om de' kern (41) aangebrachte versterkingsmantel (42) ; en bij voorkeur een om de versterkingsmantel (42) heen aangebrachte buitenmantel (43).
8. Transporteur volgens conclusie 7, waarbij de versterkingsmantel (42) is gevormd door kruislings gevlochten vezels, bij voorbeeld kevlar-vezels.
9. Transporteur volgens conclusie 7 of 8, waarbij de schrapers (21) door middel van een krachtoverdragende koppeling zijn verbonden met de versterkingsmantel (42).
10. Schrapertransporteur volgens conclusie 9, waarbij de 10 meeneemorganen (21) zijn voorzien van door de versterkingsmantel (42) heen reikende organen, bij voorbeeld een pen of kram.
11. Transporteur volgens conclusie 4, waarbij de elastische 15 koppelstukken (22) twee onderdelen (31; 34) omvatten, die elk een aangrijpuiteinde (32; 35) hebben dat geschikt is voor koppeling met een meeneemorgaan (21), en die door middel van een op druk belast veerkrachtig orgaan (37) met elkaar zijn gekoppeld. 20
12. Distributiesysteem voor poedervormig of korrelvormig of breivormig of vloeibaar materiaal of dergelijke, zoals voer, omvattende een buisstelsel (2) en een in dat buisstelsel geleide schrapertransporteur (20) volgens één der conclusies 25 1-11.
13. Distributiesysteem volgens conclusie 12, waarbij de schrapertransporteur (20) onder voorspanning is gemonteerd in het buisstelsel (2). 30
14. Distributiesysteem volgens conclusie 12 of 13, waarbij het buisstelsel (2) is voorzien van een aandrijfwiel (61; 71) voor het aandrijven van de schrapertransporteur (20), waarbij het aandrijfwiel (61) is opgesteld in een recht aandrijf- 35 segment (60) van het buisstelsel (2).
15. Distributiesysteem volgens conclusie 12 of 13, waarbij het buisstelsel (2) is voorzien van een aandrijfwiel (61; 71) voor het aandrijven van de schrapertransporteur (20), waarbij het aandrijfwiel (71) is opgesteld in een aandrijfbochtsegment 5 (70) van het buisstelsel (2).
16. Distributiesysteem volgens conclusie 14 of 15, waarbij het buisstelsel (2) is voorzien van meerdere aandrijfwielen (61; 71) . 10
17. Werkwijze voor het vervaardigen van een schraper (21) op een elastisch koord (.40) ten behoeve van een schrapertransporteur volgens conclusie 10, omvattende de stappen van: het aanbrengen van een pen bij een voorafbepaalde locatie van 15 het koord (40), op een dusdanige manier, dat de pen reikt tussen de kern (41) en de versterkingsmantel (42) van het koord (40); en het vervolgens aanbrengen van een schraper (21) om genoemde pen heen.
18. Werkwijze volgens conclusie 17, waarbij twee pennen worden aangebracht aan weerszijden van de kern (41), welke twee pennen bij voorkeur deel uitmaken van een in hoofdzaak U-vormige kram.
NL1012265A 1999-06-08 1999-06-08 Schrapertransporteur. NL1012265C1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1012265A NL1012265C1 (nl) 1999-06-08 1999-06-08 Schrapertransporteur.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1012265A NL1012265C1 (nl) 1999-06-08 1999-06-08 Schrapertransporteur.
NL1012265 1999-06-08

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1012265C1 true NL1012265C1 (nl) 2000-12-11

Family

ID=19769334

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1012265A NL1012265C1 (nl) 1999-06-08 1999-06-08 Schrapertransporteur.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1012265C1 (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6036002A (en) Plastic conveyor belt and conveyor apparatus using the same
US6516602B2 (en) Flexible cable support and guide device
HU183982B (en) Konveyor
US20090200284A1 (en) Cable casting for the guidance of a wire
CN101983165B (zh) 从带式输送机的输送带擦除物质的装置
FI94741C (fi) Hihnakuljetin sekä tämän kuljetinhihna
US10189648B2 (en) Flexible auger conveyor
CN107000938B (zh) 具有竖直的输送回程的轨式输送机系统
US4887707A (en) Interlocking torque tube-pulley assembly for live roller line shaft conveyors
US3999240A (en) Cable cleaning device
KR20150027746A (ko) 복합 링크를 갖는 컨베이어 벨트
US9958029B2 (en) Device for linking conveyor belts
NL1012265C1 (nl) Schrapertransporteur.
US5195393A (en) Braided mechanical control cable
US6843366B2 (en) Curved conveyor
EP0426505A1 (en) Apparatus for conveying grain
JPS6199739A (ja) 動力伝達ベルト
AU635862B2 (en) Improvements in and relating to extensible conveyors
KR960005536B1 (ko) 컨베이어 체인용 베어링
EP2374739B1 (en) Restrictor clip
US4735553A (en) Straight peristaltic pump for conveying concrete or the like
US4597137A (en) Hinge pin and hinge pin tool
CA2266653C (fr) Accouplement de transmission
US4927007A (en) Conveyor support
US9162829B2 (en) Conveyor

Legal Events

Date Code Title Description
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20040101