NL1012116C2 - Veiligheidsinrichting voor inzittenden van een weg- of watervoertuig voor toediening van zuurstof aan de inzittenden. - Google Patents

Description

VEILIGHEIDSINRICHTING VOOR INZITTENDEN VAN EEN WEG- OF WATERVOERTUIG VOOR TOEDIENING VAN ZUURSTOF AAN DE INZITTENDEN

De uitvinding heeft betrekking op een veiligheids-5 inrichting voor inzittenden van een weg- of water-voer-tuig. Er bestaan noodsituaties waarbij de inzittenden het voertuig niet kunnen verlaten, bijvoorbeeld wanneer het te water is geraakt en geheel of gedeeltelijk is volgelopen, of wanneer het interieur van het voertuig is gevuld 10 met rook en verbrandingsgassen en gevaar lopen hetzij te verdrinken, hetzij te stikken.

Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een veiligheidsinrichting die deze noodsituaties bestrijdt, respectievelijk opheft.

15 Dit doel van de uitvinding wordt volgens de uitvin ding bereikt, doordat genoemde inrichting de inzittenden van het voertuig de mogelijkheid biedt om zichzelf in noodsituaties, of naar believen op elk ander moment, op eenvoudige wijze zuurstof toe te dienen en tegelijkertijd 20 zo min mogelijk van eventueel aanwezige rook- en verbrandingsgassen in te ademen. De inrichting volgens de uitvinding treedt dan in werking na een signaal van bijvoorbeeld een vochtsensor of een rookgassensor en kan in een dergelijke situatie van levensbelang zijn doordat zij de 25 inzittenden gedurende een bepaalde tijd van zuurstof kan voorzien, zodat reddingsdiensten meer tijd hebben om hen uit het voertuig te bevrijden.

De inrichting vindt echter ook een toepassing in bijvoorbeeld het internationale vrachtvervoer over de 30 weg, waarbij de vrachtwagens vaak bergpassen op grote hoogte dienen te passeren. In een dergelijke situatie kunnen de inzittenden van een vrachtwagen naar believen gebruik maken van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding, ter compensatie van de nadelige gevolgen van T012116 - 2 - het lagere zuurstofgehalte in de lucht op dergelijke hoogten. De nadelige gevolgen van hoogteziekte op de rijvaardigheid, en daarmee het aantal ongevallen, kunnen hierdoor worden beperkt.

5

Het Amerikaanse octrooi US 4.905.684 beschrijft een inrichting, waarbij in een gebouw kastjes met gelaatsma-skers aanwezig zijn, met behulp waarvan meerdere gebruikers, in geval van brand en rookontwikkeling in het 10 gebouw, gefilterde buitenlucht kunnen inademen via een distributievoorziening in elk kastje.

Uit de Nederlandse octrooi-aanvrage NL-8800905 is verder een draagbare rook- of gasverdrijver bekend, die met name wordt gebruikt bij laswerkzaamheden. De bekende 15 inrichting hangt voor de borst van de gebruiker en detecteert laslicht met behulp van een ingebouwde lichtsensor, waarna de inrichting de lasrook uit de ademzone van de gebruiker verdrijft door lucht voor diens gezicht langs te blazen.

20 Ook uit bijvoorbeeld de medische wereld en de luchtvaart zijn inrichtingen bekend om personen zuurstof, verse lucht of narcosegassen toe te dienen. Bekend zijn eveneens de persluchtmaskers, die bijvoorbeeld door de brandweer worden gebruikt, en de gelaats(gas)maskers met 25 filtervoorzieningen voor het filteren van rook- en schadelijke verbrandingsgassen.

Genoemde inrichtingen zijn echter vaak omvangrijk, moeilijk aan te brengen, en niet geschikt voor eenvoudige toepassing door ondeskundige gebruikers in een beperkte 30 ruimte, zoals bijvoorbeeld het interieur van een personenauto. Helaas zorgt de huidige omvang van het personenen vrachtvervoer ervoor dat de kans op ongevallen waarbij inzittenden bekneld kunnen raken in een met water of rook gevuld auto-interieur, aanzienlijk is. De onderhavige T012116 - 3 - uitvinding beoogt mede daarom een inrichting te verschaffen die de genoemde nadelen niet heeft, en die geschikt is om bij toepassing in een voertuig de inzittenden in een noodsituatie, of naar believen op een ander moment, 5 op eenvoudige wijze van zuurstof te voorzien. Hierdoor neemt de overlevingskans van de inzittenden bij ongevallen aanzienlijk toe en kunnen ongevallen ten gevolge van hoogteziekte, door gebruik van de inrichting volgens de uitvinding zelfs worden voorkomen.

10 Voor de duidelijkheid van de beschrijving gaan we er in het navolgende vanuit dat de inrichting volgens de uitvinding is geplaatst in een personenauto. Dit houdt echter geenszins een beperking van de toepassing in: de uitvinding kan op analoge wijze worden toegepast in 15 andere voertuigen, zoals bijvoorbeeld vrachtwagens.

De inrichting volgens de uitvinding heeft betrekking op een veiligheidssysteem in een voertuig, dat wordt gekenmerkt door het feit dat bedoeld systeem de inzittenden van het voertuig de mogelijkheid biedt om zichzelf in 20 noodsituaties, of naar believen op elk ander moment, op eenvoudige wijze zuurstof toe te dienen en tegelijkertijd zo min mogelijk van eventueel aanwezige rook en verbrandingsgassen in te ademen. Hiertoe omvat de inrichting volgens de uitvinding ten minste de volgende delen: 25 - een zuurstofhouder, bijvoorbeeld een universele zuurstofcilinder (gasfles), die met gangbare bevestigingsmiddelen en in overeenstemming met de gangbare veiligheidseisen in de auto is aangebracht, op een plaats die eenvoudige vervanging mogelijk maakt; 30 - een elektrisch bedienbare gasverdeler met een ingang die, direct door middel van een gangbare mechanische koppeling, of indirect via een slang, met de zuurstof houder verbonden is, en met twee of meer uitgangen die zijn voorzien van elektrisch bedienbare gasventielen 1012118 ( - 4 - die via elektrische besturingssignalen kunnen worden geopend en gesloten, zodat bij een geopend ventiel zuurstof uit genoemde zuurstofhouder via de gasverdeler naar de betreffende uitgang kan stromen; 5 - één of meerdere zuurstofleidingen van een brand veilig materiaal, aan de ene zijde via een gangbare slangkoppeling aangesloten op een uitgang van genoemde gasverdeler, en aan de andere zijde voorzien van een universele aansluiting, waarop een slang kan worden aan-10 gesloten; gezichtsmaskers geschikt voor toediening van zuurstof via de mond en de neus, die via gangbare middelen kunnen worden verbonden met een universele aansluiting van genoemde zuurstofleiding(en) in het interieur 15 van de auto, waarbij de maskers eenvoudig op het gezicht kunnen worden geplaatst en daarop goed aansluiten, zodat water en eventueel aanwezige rook en verbrandingsgassen zoveel mogelijk buiten het masker blijven; - een elektronische besturingsvoorziening die ten 20 minste geschikt is om besturingssignalen voor genoemde elektrisch bedienbare gasverdeler te leveren, teneinde de toevoer van zuurstof naar de aangesloten gezichtsmaskers individueel te kunnen openen of sluiten.

25 De in het bovenstaande genoemde zuurstofleiding tussen de gasverdeler en de aansluiting voor de gezichtsmaskers wordt bij voorkeur dubbel uitgevoerd, teneinde voldoende redundantie te bereiken, zodat een gebruiker zijn gezichtsmasker op een andere leiding kan aansluiten, 30 wanneer een van de leidingen beschadigd is geraakt, of een nog werkend masker kan delen met een andere inzittende van de auto. verder zijn de zuurstofleidingen bij voorkeur weggewerkt achter de binnenbekleding van de auto. De zuurstofhouder en de gasverdeler kunnen bijvoor- 1012116 - 5 - beeld worden geplaatst in een compartiment dat bereikbaar is via de kofferbak van de auto. De gezichtsmaskers en de aansluitingen van de zuurstofleidingen dienen zodanig in het interieur van de auto te worden aangebracht, dat dit 5 esthetisch verantwoord is, maar de aansluitingen en maskers tegelijkertijd gemakkelijk bereikbaar blijven, ook wanneer chassis en carosserie van de auto enigszins ontwricht zijn geraakt door bijvoorbeeld een ongeval.

Bij voorkeur zijn er verder schakelvoorzieningen in 10 het interieur van de auto aanwezig, die het mogelijk maken dat een inzittende individueel de toevoer van zuurstof naar zijn gezichtsmasker in werking stelt, waarbij de toevoer van zuurstof naar eventueel aanwezige, andere gezichtsmaskers gesloten blijft.

15 In een uitvoeringsvariant van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding, is de auto aan de binnen-en/of buitenzijde voorzien van sensoren, die het mogelijk maken om een toestand te signaleren die toediening van zuurstof aan de inzittenden wenselijk maakt, zoals een te 20 laag zuurstofgehalte in de lucht of de aanwezigheid van water, rook of verbrandingsgassen in het interieur. In een dergelijk geval zendt de eerder genoemde elektronische besturingsvoorziening een signaal naar de gasverdeler, die vervolgens de zuurstoftoevoer naar alle aange-25 sloten maskers opent. De hedendaagse auto's zijn veelal reeds standaard voorzien van een uitgebreid elektronisch systeem met sensoren voor bijvoorbeeld het controleren van de bedrijfstoestand van de motor of voor het detecteren van een botsing, teneinde tijdig een airbag te 30 activeren. Genoemde schakelvoorzieningen en sensoren van de inrichting volgens de uitvinding en genoemde elektronische voorziening voor aansturing van de gasverdeler kunnen daardoor gemakkelijk worden geïntegreerd binnen het bestaande elektronische (computer)systeem in de auto.

1012116 - 6 -

In een andere uitvoeringsvariant van de inrichting volgens de uitvinding worden de bedrijfstoestand van het zuurstofsysteem volgens de uitvinding en eventuele meetwaarden van de sensoren, bijvoorbeeld het zuurstofge-5 halte van de lucht in het auto-interieur, gepresenteerd aan de inzittenden van de auto, bijvoorbeeld via een display in het dashboard. Wanneer de zuurstoftoevoer voor alle maskers wordt geopend, bijvoorbeeld naar aanleiding van de meetwaarden van de sensoren, kan dit bijvoorbeeld 10 worden aangegeven door een licht en/of geluidssignaal.

De verschillende onderdelen van de inrichting volgens de uitvinding zijn algemeen verkrijgbaar of eenvoudig te fabriceren. Daarbij zou het benodigde onderhoud aan het systeem bijvoorbeeld kunnen plaatsvin-15 den bij de periodieke keuring van de auto.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de bijgevoegde figuren, die slechts zijn bedoeld ter illustratie en geenszins ter beperking van het 20 toepassingsgebied van de uitvinding, waarbij achtereenvolgens :

Figuur 1 een aanzicht in perpectief toont, van een personenauto waarin een uitvoeringsvariant van de inrichting volgens de uitvinding is toegepast; 25 Figuur 2 een bovenaanzicht toont van de auto uit figuur 1, waarin tevens een mogelijke plaatsing van de aansluitingen voor de gezichtsmaskers is weergegeven;

Figuur 3 een voorkeursvariant toont van een gezicht smasker dat deel uitmaakt van de inrichting volgens 30 de uitvinding.

In de verschillende figuren worden gelijke onderdelen aangeduid met overeenkomstige numerieke referenties. In de variant van de inrichting volgens de uitvinding die - 7 - is weergegeven in figuur 1, is de zuur stof houder (1) bijvoorbeeld geplaatst in een compartiment tussen de kofferbak en het interieur van de auto. De wijze van bevestiging is niet weergegeven in de figuren, maar dient 5 ten minste te voldoen aan de gangbare veiligheidseisen. Via een slang (2) met universele koppeling is de zuurstof houder (1) verbonden met een elektrisch bedienbare gasverdeler (3). Het aantal uitgangen {6) van deze gasverdeler is bij voorkeur minimaal gelijk aan het 10 aantal personen dat normaal in het betreffende voertuig kan plaatsnemen (in het algemeen 4 of 5). Vanaf deze uitgangen (6) lopen zuurstofleidingen (4) naar de aan-sluitpunten van de gezichtsmaskers in het interieur van de auto. In de figuren 1 en 2 is aangenomen dat de 15 leidingen (4) via een achter zij stijl van het dak worden geleid. In het interieur van de auto zijn de leidingen bij voorkeur weggewerkt achter de binnenbekleding.

Figuur 2 toont, naast de onderdelen van figuur 1, tevens een variant voor plaatsing van de aansluitpunten 20 (5) voor de gezichtsmaskers. Deze plaatsing zorgt ervoor dat de aansluitingen zich in de buurt van een ophangpunt van de meeste veiligheidsgordels bevinden en zodoende gemakkelijk zijn te lokaliseren. De aangesloten gezichtsmaskers kunnen op vele manieren esthetisch verantwoord 25 worden bevestigd in het interieur van de auto, bijvoorbeeld achter een verende flap of kap (niet weergegeven). De maskers dienen echter te allen tijde gemakkelijk bereikbaar te blijven, ook wanneer chassis of carosserie van de auto enigszins zijn ontwricht ten gevolge van 30 bijvoorbeeld een ongeval.

Figuur 3 toont een voorkeursvariant van een ge-zichtsmasker dat onderdeel uitmaakt van de inrichting volgens de uitvinding. Het masker (7) dat over de mond en de neus dient te worden geplaatst en met een elastische 10121 1 è « - 8 - band (8) aan het hoofd kan worden bevestigd, heeft twee uni-directionele uitademingsopeningen (9) waardoor slechts uitademingslucht naar buiten kan stromen, en een uni-directionele inademingsopening (10) waardoor slechts 5 zuurstof in het masker kan stromen. De zuurstof wordt aangevoerd via een slang (11) die met behulp van een universele koppeling (12) op een in de auto aanwezig aansluitpunt (5) kan worden aangesloten.

De eerder genoemde sensoren voor bijvoorbeeld het 10 detecteren van water of een te laag zuurstofgehalte in de lucht, zijn niet in de figuren weergegeven. De optimale plaats voor deze sensoren is namelijk afhankelijk van het soort sensor en de constructie van het voertuig.

1012116

Claims (7)

1. Veiligheidsinrichting voor inzittenden van weg of watervoertuigen, met het kenmerk dat genoemde inrich- 5 ting de inzittenden van het voertuig de mogelijkheid biedt om zichzelf in noodsituaties, of naar believen op elk ander moment, op eenvoudige wijze zuurstof toe te dienen en tegelijkertijd zo min mogelijk van eventueel aanwezige rook en verbrandingsgassen in te ademen. 10

2. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het voertuig aan de binnen-en/of buitenzijde is voorzien van sensoren, die het mogelijk maken om een toestand te detecteren die toedie- 15 ning van zuurstof aan de inzittenden wenselijk maakt.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk dat wanneer genoemde sensoren een toestand detecteren die toediening van zuurstof aan de inzittenden wenselijk 20 maakt, genoemde elektronische besturingsvoorziening een besturingssignaal naar de gasverdeler zendt, die vervolgens de zuurstoftoevoer naar alle aangesloten maskers opent.

4. Inrichting volgens conclusie 1-3, met het kenmerk dat de inrichting ten minste de volgende delen omvat: - een zuurstofhouder, bijvoorbeeld een universele zuurstofcilinder (gasfles), die met gangbare bevesti- 30 gingsmiddelen en in overeenstemming met de gangbare veiligheidseisen in het voertuig is aangebracht, op een plaats die eenvoudige vervanging mogelijk maakt; - een elektrisch bedienbare gasverdeler met een ingang die, direct door middel van een gangbare mechani- 1012116 » ' » - 10 - sche koppeling, of indirect via een slang, met de zuurstof houder verbonden is, en met twee of meer uitgangen die zijn voorzien van elektrisch bedienbare gasventielen die via elektrische besturingssignalen kunnen worden 5 geopend en gesloten, zodat bij een geopend ventiel zuurstof uit genoemde zuurstofhouder via de gasverdeler naar de betreffende uitgang kan stromen; - één of meerdere zuurstofleidingen van een brandveilig materiaal, aan de ene zijde via een gangbare 10 slangkoppeling aangesloten op een uitgang van genoemde gasverdeler, en aan de andere zijde voorzien van een universele aansluiting, waarop een slang kan worden aangesloten; gezichtsmaskers geschikt voor toediening van 15 zuurstof via de mond en de neus, die via gangbare middelen kunnen worden verbonden met een universele aansluiting van genoemde zuurstofleiding in het interieur van het voertuig, waarbij de maskers eenvoudig op het gezicht kunnen worden geplaatst en daarop goed aansluiten, zodat 20 water en eventueel aanwezige rook en verbrandingsgassen zoveel mogelijk buiten het masker blijven; - een elektronische besturingsvoorziening die ten minste geschikt is om besturingssignalen voor genoemde elektrisch bedienbare gasverdeler te leveren, teneinde de 25 toevoer van zuurstof naar de aangesloten gezichtsmaskers individueel te kunnen openen of sluiten.

5. Inrichting volgens conclusie 1-4, met het kenmerk dat er schakelvoorzleningen in het interieur van 30 het voertuig aanwezig zijn, die het mogelijk maken dat een inzittende individueel de toevoer van zuurstof naar zijn gezichtsmasker in werking stelt, waarbij de toevoer van zuurstof naar eventueel aanwezige, andere gezichtsmaskers gesloten blijft. 1012116 • I 1 - 11 -

6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat informatie met betrekking tot de bedrijf s toestand van het zuurstofsysteem aan de inzittenden van het voertuig wordt gepresenteerd via 5 elektronische of mechanische aanwijzingsvoorzieningen, of door middel van licht- en/of geluidssignalen.

7. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk dat meetresultaten van genoemde sensoren worden 10 gepresenteerd aan de inzittenden van het voertuig via elektronische of mechanische aanwijzingsvoorzieningen, of door middel van licht en/of geluidssignalen. 1012116