NL1012100C2 - Werkwijze voor het vervaardigen van een rotatiezeefdrukvorm, alsmede toepassing daarvan. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Werkwij ze voor het vervaardigen van een rotatiezeefdrukvorm, alsmede toepassing daarvan

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een cilindrische rotatiezeefdrukvorm voor het bedrukken van substraten met een te drukken drukafbeelding, in het bij zonder voor het zeefdrukken van drukmedium absorberende 5 substraten, waarbij in een kunststof omvattende drager door dammen gescheiden, doorgaande drukopeningen worden aangebracht met energierijke straling, alsmede met één drukopening in verbinding staande uitsparingen.

Een soortgelijke niet-cilindrische drukvorm, echter bestemd 10 voor vlakke diepdruk in plaats van rotatiezeefdruk, is uit DE-A-196 51 462, bekend voor toepassing met dun vloeibare druksubstanties, waarbij elke uitsparing in verbinding staat met één drukopening, die met behulp van een laser in een kunststof drager wordt aangebracht.

15 Een vervaardigingswerkwij ze en drukvorm in de vorm van een cilindrisch sjabloon voor rotatiezeefdruk zijn bijvoorbeeld uit NL-A-8802144 bekend. Deze sjabloon, die uit kunststof is vervaardigd, bezit de vorm van een dunwandige holle cilinder, waarin een groot aantal kleine roosterpuntvormige doorbrekingen, d.w.z. 20 drukopeningen, zijn voorzien, die de te drukken afbeelding bepalen. De drukopeningen kunnen met behulp van een laser in de cilinderwand worden aangebracht. Bij een andere bekende werkwijze wordt een drukvorm vervaardigd door het galvanisch neerslaan (elektroformeren) van metalen op een matrijs met een 25 patroon van de te vormen drukopeningen. Bij deze bekende elektroformeringswerkwijze wordt derhalve de drukvorm met drukopeningen, die dus geen deklaag omvat, in een stap gevormd. Een aldus vervaardigde drukvorm wordt in het vak "galvano" genoemd, Ook de hierboven besproken kunststof drukvorm volgens 30 bijvoorbeeld NL-A-8802144, die net zoals de geëlektroformeerde drukvorm geen deklaag omvat, wordt "galvano" genoemd, hoewel het galvanisch neerslaan van metalen bij die techniek ontbreekt.

Een van de nadelen van de bekende "galvano" drukvormen volgens de stand van de techniek is dat bij het bedrukken van 1012100 - 2 - absorberende substraten, zoals textiel, het door de drukopeningen geperste drukmedium, drukinkt of -pasta, in het substraat uitvloeit, zodat de kwaliteit (scherpte) van de gedrukte afbeelding niet optimaal is. Dit treedt met name op bij een 5 gering aantal drukopeningen.

De onderhavige uitvinding heeft ten doel een werkwijze voor de vervaardiging van een drukvorm van de hierboven genoemde soort te verschaffen, waarmee de drukkwaliteit met name bij het bedrukken van absorberende substraten is verbeterd.

10 Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een werkwijze, zoals gedefinieerd in conclusie 1.

De drukvorm, die met de werkwijze volgens de uitvinding wordt vervaardigd, is eveneens een "galvano", die een drager met door de drager heengaande drukopeningen omvat. Aan de substraatzijde 15 zijn tenminste uitsparingen voorzien, waarbij desgewenst een en dezelfde uitsparing met meerdere drukopeningen in verbinding staat. De drukopeningen en uitsparingen bepalen samen de te drukken drukafbeelding. Bij gebruik van de rotatiezeefdrukvorm volgens de uitvinding vindt het uitvloeien van het drukmedium 20 reeds in de uitsparingen plaats, zodat het uitvloeien in het substraat wordt gereduceerd en aldus de kwaliteit van de gedrukte afbeelding wordt verbeterd. Naast genoemde uitsparingen, waarin meerdere drukopeningen uitmonden, kan de rotatiezeefdrukvorm tevens uitsparingen omvatten, die slechts met een drukopening in 25 verbinding staan, alsmede drukopeningen zonder bijbehorende uitsparing.

De breedte van de uitsparingen zal niet zo groot worden gekozen, dat het risico bestaat dat tijdens het drukken het substraat in de uitsparingen wordt geperst, waardoor het effect 30 van de drukvorm volgens de uitvinding teniet zou worden gedaan. Indien gewenst, kan het in de uitsparingen persen van het substraat worden tegengegaan door in de uitsparingen afstandhouders te voorzien. Een dergelijke afstandhouder kan bijvoorbeeld bestaan uit een damgedeelte, dat bij de 35 vervaardiging van de drukvorm is blijven staan of gevormd, waarbij inkt vrijelijk in de uitsparing om dit damgedeelte kan stromen. De diepte van de uitsparingen zal zodanig worden geko- 10 12 100 - 3 - zen, dat de stijfheid en sterkte van de drukvorm, die mede door de dammen tussen de drukopeningen wordt bepaald, voldoende zijn voor het opvangen en weerstaan van de tijdens drukken uitgeoefende krachten.

5 Het dragermateriaal, waarin de drukopeningen en uitsparingen door energierijke straling, zoals van een laser of elektronenstraal (E-beam) worden aangebracht, is bij voorkeur een kunststof, bijvoorbeeld polyester, die desgewenst met vezels (glasvezel, koolstofvezel) is versterkt. Andere toevoegsels voor 10 het modificeren van de fysische eigenschappen of voor kostenreductie kunnen eveneens in het kunststofdragermateriaal worden opgenomen, zoals zand, koolstof, aluminium en glas.

De drager kan ook uit een laminaat van twee of meer verschillende kunststoflagen zijn vervaardigd, alsmede een 15 samenstel van een metaallaag en kunststoflaag, waarbij de metaallaag de rakelzijde van de drukvorm is en de kunststoflaag de substraatzijde van de drukvorm vormt.

Bij voorkeur wordt een dikwandige drager met een dikte in het gebied van 100-800 micrometer toegepast, zoals een dikte van 300 20 micrometer.

De diameter van de drukopeningen ligt met voordeel in het gebied van 25-400 micrometer, meer bij voorkeur tussen 50 en 125 micrometer. Bij te kleine diameter is de stromingsweerstand in de drukopeningen voor het drukmedium te groot en kan er verstopping 25 en/of indroging optreden, zodat onvoldoende drukmedium per tijdseenheid kan worden gedrukt, terwijl bij te grote diameter de druknauwkeurigheid d.w.z. de scherpte van de contouren van het te drukken beeld afneemt.

De drukvorm of sjabloon volgens de uitvinding wordt bij 30 rotatiezeefdrukken toegepast.

Bij de werkwijze volgens de uitvinding worden de drukopeningen en uitsparingen met voordeel aangebracht door middel van het perforeren, respectielijk graveren van de drager met behulp van een geschikte laser, zoals een gaslaser (C02) of een 35 vastestoflaser, zoals Nd:YAG.

Overige voorkeursuitvoeringsvormen van de werkwijze volgens de uitvinding zijn in de afhankelijke werkwijzeconclusies gede- r' 10 12 10 0 - 4 - finieerd.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op de toepassing van een volgens de onderhavige werkwijze vervaardigde drukvorm bij het bedrukken van substraten met een te drukken drukafbeelding 5 door middel van rotatiezeefdruk in het bijzonder van drukmedium absorberende substraten.

De uitvinding wordt hierna geïllustreerd aan de hand van de bijgevoegde tekening, waarin de enige figuur een schematische doorsnede door een deel van een rotatiezeefdruksjabloon is, die 10 met behulp van de werkwijze volgens de uitvinding is vervaardigd.

In de fig. is schematisch een deel van een uitvoeringsvorm drukvorm ("galvano"), vervaardigd volgens de uitvinding, in dwarsdoorsnede weergegeven. De drukvorm 1 bestaat uit een cilindrische drager 2 in de vorm van een huls met een dikte van 15 300 micrometer. In de drager 2 zijn uitsparingen 4 en drukopeningen 3, ter verduidelijking hier verdeeld in drukopeningen 3a, 3b en 3c, aangebracht, welke drukopeningen 3 zich vanaf de binnenzijde, d.w.z. rakelzijde, van de drager tot de buitenzijde, d.w.z. substraatzijde, uitstrekken, die samen de 20 drukafbeelding bepalen. De drukopeningen 3 bezitten een diameter van 100 micrometer. Zoals duidelijk uit de fig. blijkt, monden een aantal drukopeningen 3a in een en dezelfde uitsparing 4a uit, terwijl ook drukopeningen 3b aanwezig zijn, die in afzonderlijke uitsparingen 4b uitkomen. Elke uitsparing 4b staat derhalve 25 slechts met een drukopening 3b in verbinding. Naast de drukopeningen 3a, respectievelijk 3b met uitsparingen 4a, resp.

4b kunnen ook nog doorgaande drukopeningen 3c zonder bijbehorende uitsparing zijn voorzien. De drukopeningen 3 worden door dammen 5 gescheiden.

30 Tijdens zeefdrukken onder toepassing van de drukvorm 1 volgens de uitvinding wordt met behulp van een niet weergegeven Takelinrichting drukpasta vanaf de rakelzijde door de drukopeningen 3 naar de substraatzi jde geperst, waarbij de uit de drukopeningen 3 komende drukpasta in de uitsparingen 4a en 4b 35 uitvloeit, zoals met pijlen is aangeduid, en aldus op het te bedrukken substraat (eveneens niet weergegeven) overgedragen.

De uitsparingen 4 en drukopeningen 3 zijn in de drager 2 10 12 10 0 - 5 - aangebracht door middel van graveren, respectievelijk perforeren, bij voorkeur in een bewerkingsstap, met behulp van energierijke straling, zoals geleverd door een laser. Daarbij wordt een ontwerp van de te drukken afbeelding afgetast en gedigitaliseerd 5 in de vorm van een aantal aan te brengen perforaties, waarvan de coördinaten zijn vastgesteld. Op dezelfde wijze worden de uitsparingen vastgelegd. Een elektronisch gestuurde laser wordt over de drager bewogen, en op de vastgelegde plaatsen worden de perforaties aangebracht en de uitsparingen gegraveerd.

1012100

Claims (10)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een cilindrische rotatiezeefdrukvorm (1) voor het bedrukken van substraten met een te drukken drukafbeelding, in het bijzonder een rotatiezeefdrukvorm voor het zeefdrukken van drukmedium absor-5 berende substraten, waarbij in een kunststof omvattende drager (2) door dammen (5) gescheiden, doorgaande drukopeningen (3) worden aangebracht met energierijke straling, alsmede met een drukopening (3) in verbinding staande uitsparing (4) , met het kenmerk dat in de substraatzijde van de drukvorm (1) tenminste 10 uitsparingen (4a) worden voorzien, die elk in verbinding staan met meerdere drukopeningen (3a), waarbij de drukopeningen (3; 3a, 3b, 3c) en uitsparingen (4; 4a, 4b) samen de drukafbeelding bepalen.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat in de uitsparingen (4) afstandhouders worden voorzien voor het op afstand houden van het substraat.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de 20 drukopeningen (3) worden aangebracht door middel van het perforeren van de drager met een laser.

4. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies 1-3, met het kenmerk dat de uitsparingen (4) worden aangebracht door 25 middel van het graveren van de substraatzi jde van de drager met een laser.

5. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies 1-4, met het kenmerk dat de drager (2) uit vezelversterkte kunststof is 30 vervaardigd.

6. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies 1-5, met het kenmerk dat de drager (2) uit een kunststof omvattend laminaat is vervaardigd. 1012100 - 7 -

7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de drager (2) uit een laminaat van kunststof laag en metaallaag is vervaardigd, waarvan de kunststoflaag de substraatzijde van de drukvorm is. 5

8. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies 1-7, met het kenmerk dat de dikte van de drager (2) in het gebied van 100-800 micrometer ligt. 10

9, Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies 1-8, met het kenmerk dat drukopeningen (3) met een diameter van meer dan 25 micrometer, bijvoorkeur 50-125 micrometer, worden aangebracht.

10. Toepassing van een volgens de werkwijze volgens een van de 15 voorgaande conclusies 1-9 vervaardigde rotatiezeefdrukvorm bij het bedrukken van substraten met een te drukken drukafbeelding door middel van rotatiezeefdruk, in het bijzonder van drukmedium absorberende substraten. 1012100