NL1011958C2

NL1011958C2 - Afsluitbare houder en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.

Info

Publication number: NL1011958C2
Application number: NL1011958A
Authority: NL
Inventors: Cornelis Killestijn
Original assignee: P E T Partners B V
Priority date: 1999-05-04
Filing date: 1999-05-04
Publication date: 2000-11-23
Also published as: NL1011958A1

Description

AFSLUITBARE HOUDER EN WERKWIJZE VOOR HET VERVAARDIGEN DAARVAN

De uitvinding heeft betrekking op een aan ten minste een zijde open, afsluitbare houder, alsmede op een werkwijze voor het vervaardigen daarvan.

Meer in het bijzonder heeft de uitvinding 5 betrekking op een afsluitbare houder die is voorzien van een aan ten minste een zijde open, door spuitgieten voorgevormd en door strekken en/of blazen in zijn uiteindelijke vorm gebracht lichaam en ten minste een onder tussenkomst van kunststof verbindingsmiddelen met 10 het houderlichaam verbonden afsluitorgaan, dat verplaatsbaar is tussen een de open zijde van de houder afsluitende en een de open zijde vrijgevende stand. Een dergelijke houder is bekend, bijvoorbeeld uit het Amerikaanse octrooischrift 5.320.232.

15 De bekende houder wordt gevormd door een aan een zijde open, relatief slank, cilindrisch houderlichaam, bijvoorbeeld een fles of bus. Dit houderlichaam kan door middel van strekblazen gevormd zijn uit een kunststofmateriaal, bijvoorbeeld 20 polyetheentereftalaat (PET). De open zijde van het houderlichaam heeft de gedaante van een rond een opening aangebrachte hals. Deze hals is op zijn beurt voorzien van een losneembaar daarop bevestigde, bijvoorbeeld daarop geschroefde kraag of ring, welke een afsluitorgaan 25 draagt in de vorm van een deksel. Het deksel is daarbij scharnierbaar verbonden met de ring, en is beweegbaar tussen een open stand en een gesloten stand, waarin het wordt vastgeklikt op de ring. Daarbij is van belang dat in de gesloten stand van het deksel de houder gasdicht 30 afgesloten wordt. Hiertoe vertoont het deksel een opstaand of uitstekend middendeel, dat in de gesloten stand van het deksel ten dele in de opening steekt, en < ;· < · n }7 0 2 daar samenwerkt met een langs de binnenrand van de opening aangebrachte pakkingring.

De uitvinding heeft nu tot doel de bekende houder zodanig te verbeteren, dat deze eenvoudiger en 5 tegen geringere kosten te vervaardigen is, voor meer verschillende toepassingen bruikbaar is, en eenvoudiger is in het gebruik.

Daartoe wordt volgens een eerste aspect van de uitvinding.een afsluitbare houder verschaft van het 10 hiervoor beschreven type, welke zich onderscheidt doordat althans een deel van de verbindingsmiddelen onlosmaakbaar bevestigd is aan het houderlichaam. Op deze wijze wordt een houder verkregen waarbij kan worden afgezien van een afzonderlijke, op het houderlichaam aan te brengen ring 15 voor de bevestiging van het afsluitorgaan. De houder vertoont dus minder afzonderlijke onderdelen en is derhalve eenvoudiger en goedkoper te vervaardigen.

Volgens een voorkeursuitvoering vertoont de houder tevens onlosmaakbaar met het houderlichaam 20 verbonden middelen voor het in de afsluitstand vergrendelen van het afsluitorgaan.

Daarbij zijn bij voorkeur het houderlichaam en het bijbehorende deel van de verbindingsmiddelen en/of de grendelmiddelen als een geheel gevormd, waardoor de 25 vervaardiging nog verder vereenvoudigd en versneld wordt. Volgens een verdere voorkeursuitvoering zijn het houderlichaam en het bijbehorende deel van de verbindingsmiddelen en/of de grendelmiddelen als een geheel gespuitgiet.

30 Teneinde de samenstelling van de houder verder te vereenvoudigen draagt bij voorkeur het afsluitorgaan een complementair deel van de verbindingsmiddelen, en is dit door middel van een klikkoppeling met het deel van de verbindingsmiddelen op het houderlichaam verbonden. Zo 35 kan het afsluitorgaan eenvoudig op het houderlichaam vastgeklikt worden. Daarbij kunnen de verbindingsmiddelen een scharnier vormen.

-f -> ’ ; JU, , J 1 3

Bij voorkeur zijn de verbindingsmiddelen ingericht voor het in de vrijgavestand vasthouden van het afsluitorgaan. Op deze wijze is de inhoud van houder bij gebruik eenvoudig toegankelijk.

5 Volgens een verder aspect van de uitvinding zijn langs de omtrek van de opening op het houderlichaam afdichtingsmiddelen gevormd, en vertoont het afsluitorgaan een daarmee samenwerkend afdichtingselement. Daarbij zijn de afdichtingsmiddelen 10 bij voorkeur buiten de opening gevormd. Zo wordt het uitstromen van de inhoud van de houder door de opening niet belemmerd door de afdichtingsmiddelen, terwijl daarnaast het risico van achterblijvende resten in door de afdichting gevormde hoeken of ruimten wordt 15 verminderd. Tenslotte is het op deze wijze mogelijk de opening voor het eerste gebruik af te dichten met een vershoudzegel, bijvoorbeeld in de vorm van een over de opening gespannen en langs de rand daarvan vastgelaste folie, welke door de eerste gebruiker kan worden 20 verwijderd. Het afdichtingselement kan daarbij met voordeel een O-ring zijn, waardoor niet slechts een vormsluitende, maar ook een krachtsluitende afdichtingsverbinding bereikt wordt.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een 25 werkwijze voor het vormen van een afsluitbare houder van de hiervoor beschreven soort. Een dergelijke werkwijze omvat de stappen van het door spuitgieten van kunststof voorvormen en vervolgens, door strekken en/of blazen in zijn uiteindelijke vorm brengen van een aan ten minste 30 één zijde open houderlichaam, het op het houderlichaam aanbrengen van kunststof verbindingsmiddelen en het onder tussenkomst van de verbindingsmiddelen met het houderlichaam verbinden van ten minste één afsluitorgaan, en wordt volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat 35 althans een deel van de verbindingsmiddelen onlosmaakbaar bevestigd wordt aan het houderlichaam. Bij voorkeur omvat de werkwijze tevens de verdere stap van het onlosmaakbaar 5 u j 19 5 8 4 met het houderlichaam verbinden van middelen voor het in de afsluitstand vergrendelen van het afsluitorgaan.

Met voordeel worden daarbij het houderlichaam en het bijbehorende deel van de verbindingsmiddelen en/of 5 de grendelmiddelen, als een geheel gevormd, doordat bijvoorbeeld de verbindingsmiddelen en/of de grendelmiddelen met het houderlichaam wordt/worden meegespoten.

Het is tenslotte ook denkbaar dat naast een 10 deel van de verbindingsmiddelen en/of de grendenmiddelen ook ten minste één ander onderdeel, bijvoorbeeld een handvat of ophanghaak als een geheel met het houderlichaam gespuitgiet wordt.

De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand 15 van een voorbeeld, waarbij wordt verwezen naar de bijgevoegde tekening, waarin:

Fig. 1 een schematisch perspectivisch aanzicht is van de houder volgens de uitvinding met het afsluitorgaan in zijn afsluitstand, 20 Fig. 2 een met fig. 1 overeenkomend aanzicht is met het afsluitorgaan in zijn de opening vrijgevende stand,

Fig. 3 een perspectivisch detailaanzicht is van de opening van de houder met het afsluitorgaan in de 25 vrijgavestand, waarbij de opening is afgesloten door een folie,

Fig. 4 een gedeeltelijk weggebroken en doorgesneden zijaanzicht is van de houder met het afsluitorgaan in de gesloten stand, en 30 Fig. 5 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch detailaanzicht is van de verbindingsmiddelen van de houder volgens de uitvinding.

Een houder 1 omvat een (hier gestippeld weergegeven) relatief slank, cilindrisch houderlichaam 2 35 dat aan een zijde een opening 3 vertoont, alsmede een daarmee verbonden afsluitorgaan of deksel 4. Het deksel 4 is scharnierbaar tussen een de opening 3 afsluitende stand (fig. 1) en een de opening vrijgevende stand (fig.

i Γ' ' 5 2) . In de afsluitstand wordt het deksel 4 ten opzichte van het houderlichaam 2 gefixeerd door grendelmiddelen 8, in het getoonde voorbeeld in de vorm van een aan het deksel 4 bevestigde, enigszins buigzame lip 5, die een 5 klikrand 6 vertoont, welke achter een kliknok 7 op het houderlichaam 2 kan grijpen (fig. 4).

Tussen het deksel 4 en het houderlichaam 2 zijn verbindingsmiddelen 9 aangebracht, die in het getoonde voorbeeld een scharnier vormen. Een deel 10 van de 10 verbindingsmiddelen 9 is daarbij aangebracht op het deksel 4, terwijl een ander deel 11 van de verbindingsmiddelen onlosmaakbaar bevestigd is aan het houderlichaam 2. Dit deel 11, dat door spuitgieten als een geheel gevormd is met het houderlichaam 2, omvat 15 daarbij in dit voorbeeld een tweetal uitstekende armen 12, die elk voorzien zijn van een scharnierpen 13 (fig.

5). Het met het deksel 4 verbonden deel 10 van de verbindingsmiddelen 9 wordt gevormd door een tweetal in de rand 14 van het deksel 4 gevormde uitsparingen 15, 20 waarin de scharnierpennen 13 kunnen worden vastgeklikt.

De verbindingsmiddelen 9 zijn hier ook ingericht voor het in de open stand vasthouden van het deksel 4. Daartoe is aan de binnenzijde van de rand 14 van het deksel 4, in de nabijheid van de uitsparing 15 25 telkens een ribbe 16 gevormd, terwijl de aan het houderlichaam 2 gevormde armen 12 elk een wrijvingsnok 17 dragen, waardoor de ribben 16 in de geopende stand van het deksel 4 worden tegengehouden. De vasthoudkracht is daarbij zodanig, dat deze eenvoudig kan worden overwonnen 30 wanneer de gebruiker het deksel 4 wil sluiten.

Teneinde de houder bij voorkeur gasdicht te kunnen afsluiten, vertoont het houderlichaam 2 rond de opening 3 aangebrachte afdichtingsmiddelen in de vorm van een ononderbroken omtreksrand 18. Het deksel 4 is 35 voorzien van een met de rand 18 samenwerkend afdichtingselement 19, hier in de gedaante van een 0-ring. Hierdoor wordt een zowel vorm- als krachtsluitende afdichting verkregen. Doordat de afdichting bovendien aan 10 1 19 58 6 de buitenzijde van de opening 3 gevormd wordt, blijft de volledig oppervlakte van de opening vrij als doorstroomoppervlak. Bovendien kan zo de opening 3 voor het,eerste gebruik worden verzegeld door een over de 5 opening 3 gespannen en langs de omtreksrand 20 daarvan vastgelaste folie 21 (fig. 3), hetgeen bij de afsluitbare houder volgens de stand van de techniek, waar de afdichting in de opening aangebracht was, niet mogelijk was.

10 Door op de hiervoor beschreven wijze een deel van de verbindingsmiddelen 9 en van de grendelmiddelen 8 rechtstreeks aan te brengen op het houderlichaam 2, -kan worden afgezien van de uit de stand van de techniek bekende tussenring. Hierdoor vertoont de houder 1 volgens 15 de uitvinding minder onderdelen dan bekende afsluitbare houders, en kan deze eenvoudiger worden samengebouwd, door het eenvoudigweg op het houderlichaam 2 vastklikken van het deksel 4.

Het houderlichaam 2 met de daarop aangebrachte 20 verbindingsmiddelen 9 en grendelmiddelen 8 kan in een bewerking door spuitgieten worden gevormd van een kunststof, bijvoorbeeld PET. Daarbij kan in eerste instantie een relatief klein en dikwandig houderlichaam 2 worden gespuitgiet, dat dan terwijl het 25 kunststofmateriaal nog warm is wordt gestrekt en opgeblazen tot een grotere, meer dunwandige eindvorm. De bewerkingen van het spuitgieten en het vervolgens strekken en blazen kunnen daarbij in een enkele installatie worden uitgevoerd.

30 Met deze spuitgiet-strek-blaastechniek is het zo mogelijk om in een doorlopende bewerking producten, in het bijzonder houders zoals bussen of flessen te vormen, welke daarbij direct voorzien kunnen worden van meegespoten onderdelen. In het getoonde en beschreven 35 voorbeeld zijn deze onderdelen componenten van een scharnierverbinding en van een kliksluiting, maar het is natuurlijk ook evenzeer denkbaar dat ook andere onderdelen meegespoten worden, naast of zelfs in plaats •1 t 7 van de beschreven onderdelen. Voorbeelden van dergelijke onderdelen zijn bijvoorbeeld een handvat, een ophanghaak, of ogen voor het aanbrengen van een draagriem of iets dergelijks. Zoals gezegd kunnen deze onderdelen niet 5 slechts naast, maar ook in plaats van de scharnierdelen en grendeldelen aangebracht worden. Het is dus ook denkbaar een niet afsluitbare houder op de beschreven wijze te voorzien van meegespoten onderdelen. Deze onderdelen, zullen daarbij wel gevormd moeten worden langs 10 de hals of rand van de opening, die tijdens het strekken en blazen niet meer vervormd wordt.

De uitvinding is niet beperkt tot het hiervoor gegeven voorbeeld, maar kan op velerlei wijze gevarieerd worden binnen het kader van de bijgevoegde conclusies.

\ j A -¾ -f Λ ƒ"· Λ 5 u 5 I y o o

Claims

1. Afsluitbare houder, voorzien van een aan ten minste een zijde open, door spuitgieten van kunststof voorgevormd en door strekken en/of blazen in zijn uiteindelijke vorm gebracht lichaam en ten minste een 5 onder tussenkomst van kunststof verbindingsmiddelen met het houderlichaam verbonden afsluitorgaan, dat verplaatsbaar is tussen een de open zijde van de houder afsluitende en een de open zijde vrijgevende stand, met het kenmerk, dat althans een deel van de verbin-10 dingsmiddelen onlosmaakbaar bevestigd is aan het houderlichaam.

2. Afsluitbare houder volgens conclusie 1, gekenmerkt door onlosmaakbaar met het houderlichaam verbonden middelen voor het in de afsluitstand 15 vergrendelen van het afsluitorgaan.

3. Afsluitbare houder volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het houderlichaam en het bijbehorende deel van de verbindingsmiddelen en/of de grendelmiddelen als een geheel gevormd zijn.

4. Afsluitbare houder volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het houderlichaam en het bijbehorende deel van de verbindingsmiddelen en/of de grendelmiddelen als één geheel gespuitgiet zijn.

5. Afsluitbare houder volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het afsluitorgaan een complementair deel van de verbindingsmiddelen draagt, en door middel van een klikkoppeling met het deel van de verbindingsmiddelen op 30 het houderlichaam verbonden is.

6. Afsluitbare houder volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verbindingsmiddelen een scharnier vormen.

7. Afsluitbare houder volgens één der 35 voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de l; 1 verbindingsmiddelen zijn ingericht voor het in de vrijgavestand vasthouden van het afsluitorgaan.

8. Afsluitbare houder volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat langs de 5 omtrek van de opening op het houderlichaam afdichtingsmiddelen gevormd zijn, en het afsluitorgaan een daarmee samenwerkend afdichtingselement vertoont.

9. Afsluitbare houder volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de afdichtingsmiddelen buiten de opening 10 zijn gevormd.

10. Afsluitbare houder volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat het afdichtingselement een 0-ring is.

11. Werkwijze voor het vormen van een 15 afsluitbare houder, omvattende de stappen van het door spuitgieten van kunststof voorvormen door strekken en/of blazen in zijn uiteindelijke vorm brengen van een aan ten minste één zijde open houderlichaam, het op het houderlichaam aanbrengen van kunststof 20 verbindingsmiddelen en het onder tussenkomst van de verbindingsmiddelen met het houderlichaam verbinden van ten minste één afsluitorgaan, met het kenmerk, dat althans een deel van de verbindingsmiddelen onlosmaakbaar bevestigd wordt aan het houderlichaam.

12. Werkwijze volgens conclusie 11, gekenmerkt door de stap van het onlosmaakbaar met het houderlichaam verbinden van middelen voor het in de afsluitstand vergrendelen van het afsluitorgaan.

13. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, met 30 het kenmerk, dat het houderlichaam en het bijbehorende deel van de verbindingsmiddelen en/of de grendelmiddelen als een geheel gevormd worden.

14. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het bijbehorende deel van de verbin- 35 dingsmiddelen en/of de grendelmiddelen met het houderlichaam meegespoten wordt/worden.

15. Werkwijze volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat naast een deel van de verbindingsmiddelen 1011958 en/of de grendelmiddelen ook ten minste één ander onderdeel als een geheel met het houderlichaam gespuitgiet worden.