NL1011764C2

NL1011764C2 - Device and working method for working on a wall.

Info

Publication number: NL1011764C2
Application number: NL1011764A
Authority: NL
Inventors: Joannes Simon Gerardu Hoondert
Original assignee: Hoondert Beheer B V
Priority date: 1998-04-16
Filing date: 1999-04-09
Publication date: 1999-11-09
Also published as: EP0950779A1; DE69928038D1; DE69928038T2; EP0950779B1; NL1011764A1

Description

Titel: Inrichting en werkwijze voor werken aan een wand.Title: Device and working method for working on a wall.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting en werkwijze voor werken aan een wand. Het gaat om het werken, 5 zoals het bewerken of repareren of onderhouden, aan een wand, zoals een dak of vloer of plafond, bijvoorbeeld van een woning of een fabrieks- of sporthal, bijvoorbeeld het plaatsen van nieuwe of het vervangen van bestaande dakplaten, of het aanbrengen van bitumineuze dakbedekking, enz. Dakplaten zijn 10 bijvoorbeeld van metaal en bijvoorbeeld rechthoekig, bijvoorbeeld langwerpig, bijvoorbeeld ongeveer 11 m. lang en ongeveer 1 m. breed. Ook het ver- of bewerken van andere prefab-elemen-ten is denkbaar, maar ook bijvoorbeeld schilderen.The invention relates to an apparatus and method for working on a wall. It involves working, such as working on or repairing or maintaining, on a wall, such as a roof or floor or ceiling, for example of a house or a factory or sports hall, for example installing new or replacing existing roof plates, or applying bituminous roofing, etc. Roofing sheets are, for example, of metal and, for example, rectangular, for instance elongated, for example about 11 m. long and about 1 m. wide. The processing or processing of other prefab elements is also conceivable, but also painting, for example.

Het is uit de praktijk bekend, bestaande dakplaten te 15 vervangen met een hijsinstallatie, waarbij de dakplaten met de hijsinstallatie één voor één op het dak worden gehesen en door op het dak staande werklieden worden geplaatst en vastgezet.It is known from practice to replace existing roof plates with a hoisting installation, wherein the roof plates with the hoisting installation are hoisted one by one on the roof and are placed and secured by workers standing on the roof.

Het doel van de uitvinding is veelzijdig. In een aspect van de uitvinding gaat het om veiligheid. In een ander aspect 20 van de uitvinding gaat het om arbeidsbesparing. In een derde aspect van de uitvinding gaat het om kostenbesparing. In een vierde aspect van de uitvinding gaat het om materiaalbespa-ring. In een vijfde aspect van de uitvinding gaat het om besparing op hulpmiddelen. In een zesde aspect van de uitvin-25 ding gaat het om tijdsbesparing. In een zevende aspect van de uitvinding gaat het om ergonomie. In een achtste aspect van de uitvinding gaat het om transporteren over de openbare weg. Met de uitvinding wordt beoogd, een of meer van de voorgaande aspecten te verwezenlijken. Daartoe wordt de uitvinding geken-30 merkt door het in de bijgevoegde conclusie 1 aangegeven onderwerp .The object of the invention is versatile. One aspect of the invention is about safety. Another aspect of the invention is about labor savings. A third aspect of the invention concerns cost savings. A fourth aspect of the invention concerns material saving. A fifth aspect of the invention is about resource savings. A sixth aspect of the invention is about time savings. A seventh aspect of the invention is about ergonomics. In an eighth aspect of the invention it concerns transport by public road. The object of the invention is to realize one or more of the foregoing aspects. To this end, the invention is characterized by the subject matter indicated in the appended claim 1.

In het hiernavolgende wordt de uitvinding toegelicht aan de hand van verschillende niet-beperkende uitvoeringsvoorbeel-den van de uitvinding, waarbij verwezen wordt naar de bijge-35 voegde tekening. Hierbij toont:In the following, the invention is elucidated on the basis of various non-limiting exemplary embodiments of the invention, reference being made to the accompanying drawing. Hereby shows:

Fig. 1 een aanzicht in perspectief van de inrichting volgens de uitvinding in een eerste uitvoering;Fig. 1 is a perspective view of the device according to the invention in a first embodiment;

Fig. 2 een aanzicht in perspectief van de inrichting volgens de uitvinding in een tweede uitvoering; 40 Fig. 3 een zij-aanzicht; 1011764 2Fig. 2 a perspective view of the device according to the invention in a second embodiment; Fig. 40 3 a side view; 1011764 2

Fig. 4 een bovenaanzicht van de inrichting van fig. 1;Fig. 4 is a top view of the device of FIG. 1;

Fig. 5 een zij-aanzicht van de inrichting van fig. 1;Fig. 5 is a side view of the device of FIG. 1;

Fig. 6 een vooraanzicht van de inrichting van fig. 1;Fig. 6 is a front view of the device of FIG. 1;

De getoonde inrichting is een hulpmiddel dat bestemd is 5 om te kunnen werken aan een wand, zoals een dak of een vloer. De inrichting is bij voorkeur aan zijn onderzijde zoveel mogelijk open, met meer voorkeur althans in hoofdzaak geheel open. De inrichting bevat bij voorkeur een in bovenaanzicht rechthoekig basisframe. De vorm van de onderzijde van de inrichting 10 in zij-aanzicht is bij voorkeur aangepast aan het profiel van het dak of de vloer waaraan gewerkt wordt. Dus bij een plat of schuin dak of een vlakke vloer of plafond heeft de inrichting een vlakke, bij een van de nok naar de goot bol gekromd dak heeft de inrichting een hol gekromde onderzijde. De inrichting 15 is bij voorkeur hefbaar door bij voorkeur met een soepel hijsorgaan, zoals een ketting, bij voorkeur viersprong hijsorgaan, verbinden met een hef- of hijsinstallatie. Bij voorkeur beschikt de inrichting over hoekinstelmiddelen, zoals een twee- of vier- of meersprong hijsorgaan om in de hefstand zijn 20 stand aan te passen aan bijvoorbeeld de dakhelling. Het basisframe is bij voorkeur deelbaar uitgevoerd, bij voorbeeld langs de langsmiddenlijn, om de grondafmetingen voor transport en opslag te verkleinen. De inrichting is bij voorkeur geschikt voor rusten op of tegen een steunconstructie, bijvoorbeeld van 25 het gebouw waaraan gewerkt wordt, bij voorkeur om nabij de tegenoverliggende zijden van de inrichting te steunen, waartoe aldaar geschikte steunvoorzieningen zijn getroffen, zoals elastisch meegevende elementen, zoals van rubber. Bij voorkeur wordt de belasting uit de inrichting verdeeld tussen de steun-30 constructie en de hefinstallatie, waartoe de inrichting met geschikte belastingverdeelmiddelen kan zijn uitgerust, zodat de steunconstructie zo min mogelijk wordt belast en desondanks de inrichting voldoende bewegingloos wordt ondersteund. De inrichting is bij voorkeur voorzien van een tegenhoudvoorzie-35 ning, zoals leunigwerk, bij voorkeur althans in hoofdzaak geheel rondom, om zich in de inrichting bevindende personen te beveiligen tegen uit de inrichting vallen. Die tegenhoudvoor-ziening kan tevens uitgevoerd zijn om de inrichting stevigheid te geven. De inrichting bevat bij voorkeur een of meer, bij 1011?64 3 voorkeur ten minste twee, brugelementen of gangways waarover zich een of meer personen kunnen bewegen, bijvoorbeeld kruipen. Die brugelementen zijn bij voorkeur zijdelings verplaatsbaar, bij voorkeur althans in hoofdzaak evenwijdig aan zich-5 zelf, aan de inrichting bevestigd en bij voorkeur in verschillende zijdelings verplaatste standen ver- en ontgrendelbaar. Aldus kan met de inrichting bijvoorbeeld strooksgewijze te werk worden gegaan. Door de zijdelingse verplaatsbaarheid van de brugelementen is het bijvoorbeeld mogelijk het werkgebied 10 van de inrichting aan te passen zonder de inrichting in zijn geheel te hoeven verplaatsen. Een brugelement heeft bij voorkeur een vrije overspanning. Een brugelement steunt bij voorkeur met zijn kopse uiteinden aan de inrichting. Bij voorkeur is de inrichting zo breed, dat twee of meer, bij voorkeur ten 15 minste drie, stroken naast elkaar behandeld kunnen worden, zonder de inrichting tussentijds te hoeven verplaatsen, waarbij die stoken bij voorkeur zo breed zijn, dat althans een brugelement zijdelings verplaatst moet worden teneinde aan al die stroken te kunnen werken. De inrichting heeft bij voorkeur 20 een voorziening voor het zekeren van een persoon in of aan de inrichting, zoals een rail met daarlangs verplaatsbaar een aankoppelmiddel voor een veiligheidslijn. Wanneer de inrichting bestemd is voor twee of meer personen, zijn er bij voorkeur evenveel rails of andere voorzieningen voor zekeren, als 25 personen. De dragende delen van de inrichting zijn bij voor keur lichtgewicht en bij voorkeur althans in hoofdzaak van een geschikte aluminiumlegering. De inrichting heeft een bij voorkeur onbeweeglijk ten opzichte van de inrichting bevestigd looppadelement waarover een persoon zich kan verplaatsen, 30 bijvoorbeeld kruipen, bij voorkeur aan een, met meer voorkeur twee tegenoverstaande zijden. Bij voorkeur strekken looppadelement en brugelement zich zodanig ten opzichte van elkaar uit, dat een persoon via het looppadelement van het ene brugelement op het andere brugelement kan komen, waartoe bijvoor-35 beeld de lengterichting van het looppadelement althans in hoofdzaak haaks gericht is op die van het brugelement. Looppadelement of brugelement zijn aan een of beide langsranden bijvoorbeeld voorzien van een bijvoorbeeld wegklapbaar leu-ningwerk om een zich daarop bevindende persoon tegen daarvan 1011764 4 af vallen te beschermen.The device shown is an aid intended to be able to work on a wall, such as a roof or a floor. The device is preferably open at its underside as much as possible, more preferably at least substantially completely open. The device preferably comprises a basic frame rectangular in plan view. The shape of the underside of the device 10 in side view is preferably adapted to the profile of the roof or floor being worked on. Thus, with a flat or sloping roof or a flat floor or ceiling, the device has a flat roof, which is curved from the ridge to the gutter, the device has a concave curved bottom. The device 15 is preferably liftable by preferably connecting it to a lifting or hoisting installation with a flexible hoisting member, such as a chain, preferably a four-jump hoisting member. Preferably, the device has angle adjustment means, such as a two- or four- or multi-jump hoisting member for adjusting its position in the lifting position to, for example, the roof pitch. The base frame is preferably divisible, for example along the longitudinal centerline, in order to reduce the ground dimensions for transport and storage. The device is preferably suitable for resting on or against a supporting construction, for instance of the building being worked on, preferably for supporting near the opposite sides of the device, for which suitable supporting provisions are made there, such as elastically yielding elements, such as of rubber. Preferably, the load from the device is distributed between the support construction and the lifting installation, for which purpose the device can be equipped with suitable load distribution means, so that the support construction is loaded as little as possible and yet the device is supported sufficiently motionless. The device is preferably provided with a retaining device, such as leaning work, preferably at least substantially all around, in order to protect persons who are in the device from falling out of the device. This restraining provision can also be designed to give the device firmness. The device preferably contains one or more, preferably at least two, bridge elements or gangways over which one or more persons can move, for example crawl. Said bridge elements are preferably movable laterally, preferably at least substantially parallel to themselves, attached to the device and preferably lockable and unlockable in different laterally displaced positions. Thus, for example, the device can be used in strips. The lateral displaceability of the bridge elements makes it possible, for example, to adjust the working area 10 of the device without having to move the device as a whole. A bridge element preferably has a free span. A bridge element preferably supports the end with its end ends. Preferably, the device is so wide that two or more, preferably at least three, strips can be treated side by side, without having to move the device in between, preferably said fires being so wide that at least one bridge element moves laterally must be in order to work on all those strips. The device preferably has a provision for securing a person in or on the device, such as a rail with a coupling means for a safety line that can be moved along it. When the device is intended for two or more persons, there are preferably as many rails or other provisions for securing as 25 persons. The supporting parts of the device are preferably lightweight and preferably at least substantially of a suitable aluminum alloy. The device has a walkway element, which is preferably immovable fixed relative to the device, over which a person can move, for example crawl, preferably on one, more preferably two opposite sides. Preferably, the walkway element and the bridge element extend in such a way that a person can come from one bridge element to the other bridge element via the walkway element, for which purpose, for example, the longitudinal direction of the walkway element is at least substantially perpendicular to that of the bridge element. Walkway element or bridge element are provided on one or both longitudinal edges, for instance with a railing which can be folded away, for example, to protect a person on it against falling off.

De inrichting 1 volgens fig.l kan omschreven worden als een bak of kooi met open onderzijde en eventueel open bovenzijde, waarbij zich in de opening aan de onderzijde een of 5 meer brugelementen 2 en/of looppadelementen 3 uitstrekken. Gewerkt wordt aan de wand, zoals een dak 4 (fig. 3) die zich beneden de inrichting 1 bevindt. De inrichting heeft bij voorkeur een integraal magazijn voor een voorraad prefabelementen, zoals dakplaten, waarmee gewerkt wordt, bijvoorbeeld aan een 10 zijde, bij voorkeur twee tegenoverliggende zijden voor het evenwicht, twee of meer steunen 5 op onderlinge afstand in lengterichting en althans in hoofdzaak op gelijk niveau voor het gezamenlijk dragen van een stapel van een of meer van die prefabelementen. De inrichting heeft bij voorkeur een voorzie-15 ningen-unit (niet zichtbaar), zoals aggregaat voor gereedschap, bij voorkeur "overhead" geplaatst, en bij voorkeur althans in hoofdzaak recht boven het zwaartepunt van de inrichting. Bijvoorbeeld is het aggregaat bovenop de koppelplaat 6 (wordt verderop toegelicht) geplaatst. Het aggregaat levert 20 bijvoorbeeld perslucht om het gereedschap aan te drijven. Het aggregaat bevat bijvoorbeeld een of meer op een gemeenschappelijke of separate automatisch opwikkelende haspels gewik kelde leidingen naar het gereedschap.The device 1 according to fig. 1 can be described as a container or cage with open bottom and optionally open top, wherein one or 5 more bridge elements 2 and / or walkway elements 3 extend in the opening at the bottom. Work is carried out on the wall, such as a roof 4 (fig. 3) which is located below the device 1. The device preferably has an integral warehouse for a stock of prefabricated elements, such as roof plates, with which work is carried out, for instance on one side, preferably two opposite sides for the balance, two or more supports 5 in mutual longitudinal direction and at least substantially on equal level for jointly carrying a stack of one or more of those prefab elements. The device preferably has a provisioning unit (not visible), such as tool aggregate, preferably positioned "overhead", and preferably at least substantially directly above the center of gravity of the device. For example, the aggregate is placed on top of the coupling plate 6 (explained below). For example, the aggregate supplies compressed air to drive the tool. For example, the aggregate contains one or more conduits to the tool wound on a common or separate self-winding reels.

De inrichting 1 is deelbaar langs de langsmiddenlijn (die 25 evenwijdig loopt aan de lengterichting van de looppadelementen 3). Met 11 is de deelnaad in de brugelementen 2 aangegeven.The device 1 is divisible along the longitudinal centerline (which runs parallel to the longitudinal direction of the walkway elements 3). The dividing seam in the bridge elements 2 is indicated by 11.

Met de koppelplaten 6 en 12 en koppelvoorz leningen (niet zichtbaar) bij de brugelementen wordt de inrichting in de bedrijfsstand gehouden. De inrichting is 12 m. lang en 6 m. 30 breed en weegt 2000 kg. Een looppadelement is 60 cm. breed.With the coupling plates 6 and 12 and coupling provisions (not visible) at the bridge elements, the device is kept in the operating position. The interior is 12 m. Long and 6 m. 30 wide and weighs 2000 kg. A walkway element is 60 cm. wide.

De looppadelementen 3 en/of de brugelementen 2 zijn bij voorkeur voorzien van afwateringsopeningen. De looppadelementen 3 kunnen met een vergrendeling 13 in de gewenste zijdelingse stand vastgezet worden. De looppadelementen 3 zijn 35 nabij hun uiteinden geleid in geleidemiddelen (niet zichtbaar) voor de zijdelingse beweging.The walkway elements 3 and / or the bridge elements 2 are preferably provided with drainage openings. The walkway elements 3 can be locked in the desired lateral position with a lock 13. The walkway elements 3 are guided near their ends in guide means (not visible) for the lateral movement.

Aan de onderzijde bezit de inrichting 1 een stootprofiel 13 nabij elk brugelement 2. De inrichting heeft rondom een leuningwerk 14 om steun te bieden tegen naar buiten vallen van t.Of 1T6 4 5 werklieden. Toegangsdeuren daarin zijn met 15 aangeduid. De opening beneden het leuningwerk 14 is afgedicht tegen doorvallen met een daarvoor geschikte afdichting, zoals doek- of gaas- of netmateriaal, bijvoorbeeld van kunststof.At the bottom, the device 1 has a bump profile 13 near each bridge element 2. The device has a railing around 14 to provide support against falling out of workers. Access doors therein are indicated by 15. The opening below the railing 14 is sealed against falling through with a suitable seal, such as cloth or mesh or net material, for instance of plastic.

5 De inrichting bevat een opbouw omvattende staanders 16 met daarbovenop een "overhead" frame 17. De opbouw is zo bemeten, dat werklieden lopend over de looppadelementen 3 geen hinder daarvan ondervinden. Op elk hoekpunt bevat het frame 17 een hijsorgaan 18. Het frame draagt een valbeveiliging 19. 10 Vanaf de bovenzijde van de staanders 16 lopen verstijvingsor-ganen, zoals spandraden 20, voor het verder verstijven van de constructie.The device comprises a superstructure comprising uprights 16 with an "overhead" frame 17 on top. The superstructure is sized so that workers walking over the walkway elements 3 are not hindered by this. At each corner point, the frame 17 contains a hoisting member 18. The frame carries a fall protection device 19. Stiffening members, such as tension wires 20, run from the top of the uprights 16 to further stiffen the construction.

Fig. 2 toont een alternatieve inrichting. Deze heeft een juk 7 met een tweesprong hijsketting 8 voor verbinding met een 15 hijskraan. Op elk been van het juk sluit een ligger 9 aan. Tussen de twee liggers strekken zich twee brugelementen 3 uit die elk langs de liggers 9 beweegbaar zijn (zie pijlen A). Een of meer hiervoor onder verwijzing naar fig. 1 opgesomde kenmerken kunnen toegevoegd worden aan de inrichting volgens fig. 20 2.Fig. 2 shows an alternative device. It has a yoke 7 with a double jump hoisting chain 8 for connection to a hoisting crane. A beam 9 connects to each leg of the yoke. Two bridge elements 3 extend between the two beams, each of which is movable along the beams 9 (see arrows A). One or more features listed above with reference to FIG. 1 may be added to the device of FIG. 2.

Men gaat nu bij voorkeur als volgt te werk met de inrichting: Deze wordt met de hijskraan in positie gebracht ten opzichte van de wand waaraan wordt gewerkt, waarna de brugelementen 3 eventueel in de gewenste stand opzij worden geschoven 25 en vervolgens vanaf de brugelementen gewerkt wordt aan de aan de brugelementen grenzende strook. Daarna worden de brugelementen in de volgende gewenste stand opzij geschoven, bij voorkeur zonder verplaatsen van de inrichting, en vervolgens wordt gewerkt aan een andere aan de brugelementen grenzende 30 strook. Bij voorkeur wordt gewerkt aan de strook die zich tussen twee brugelementen bevindt. Voor bijvoorbeeld het vervangen van dakplaten is de inrichting bij voorkeur uitgerust met twee brugelementen en is de inrichting zo breed, dat vanaf de brugelementen aan ten minste drie, bij voorkeur ten 35 minste vier met meer voorkeur ten minste vijf naast elkaar liggende stroken kan worden gewerkt door opzij schuiven van de brugelementen zonder tussentijds verplaatsen van de inrichting. Op de inrichting bevinden zich dan bij voorkeur ten minste twee arbeiders. Iedere arbeider kan werken aan de wand, 1011764 6 zonder de inrichting te hoeven verlaten. De inrichting staat toe dat deze weinig nauwkeurige positionering vergt; fijnaf-stemming vindt plaats met de verplaatsbare brugelementen.Preferably, the device is now proceeded as follows: This is brought into position with the hoisting crane relative to the wall on which is being worked, after which the bridge elements 3 may be pushed aside in the desired position, and then work from the bridge elements. to the strip adjacent to the bridge elements. Then, the bridge elements are slid aside in the next desired position, preferably without moving the device, and work is then carried out on another strip adjacent to the bridge elements. Preferably, work is carried out on the strip located between two bridge elements. For example, for replacing roof plates, the device is preferably equipped with two bridge elements and the device is so wide that at least three, preferably at least four, more preferably at least five adjacent strips can be worked from the bridge elements. by sliding the bridge elements to the side without moving the device in the meantime. At least two workers are then preferably located on the device. Every worker can work on the wall, 1011764 6 without having to leave the device. The device allows it to require little accurate positioning; fine tuning takes place with the movable bridge elements.

Verdere varianten volgens de uitvinding zijn denkbaar.Further variants according to the invention are conceivable.

5 Bijvoorbeeld kan de inrichting zijn uitgerust met hefgereed-schap om een voorwerp ten opzichte van de inrichting te heffen. Eventueel kan de inrichting momentenvast aan een hefinstallatie zijn bevestigd zodat de inrichting stabiel boven de wand kan zweven zonder op de wand te steunen.For example, the device may be equipped with a lifting tool to lift an object relative to the device. The device can optionally be fixed to a lifting installation for moments, so that the device can float stably above the wall without resting on the wall.

10 Fig. 3 toont de inrichting 1, hangend aan een hijsinstal latie 10 en steunend op een hellend dak 4.FIG. 3 shows the device 1, suspended from a hoisting installation 10 and supported on a sloping roof 4.

10117641011764

Claims

1. Movable device with an open bottom side and a gangway means so that a person can move over that gangway means past that opening to work on a wall underneath said device while that person is on that gangway means, and preferably said device is intended for outdoor use in all weather conditions while ensuring the safety of the person on it.

Device as claimed in claim 1, wherein said gangbord means is movable, more preferably laterally at least substantially parallel to itself, relative to the device.

3. Device as claimed in claim 1 or 2, wherein there are two gangbord means which run at least substantially parallel to each other and which are preferably each laterally adjustable with respect to the device.

Device as claimed in any of the claims 1-3, wherein there are locking means for laterally position locking of at least one of the gangbord means.

Device as claimed in any of the claims 1-4, wherein it is divisible for transport.

6. Device as claimed in any of the claims 1-5, wherein these means, such as a fence and / or rail means for attaching a lifeline connected to the person, to prevent falling out of the device of a person in it, respectively. . to complicate.

An apparatus according to any one of claims 1-6, wherein it comprises a rectangular, open frame means 30 viewed in top view between the opposite sides, of which at least one gangway means is preferably reciprocable sideways.

8. Device as claimed in any of the claims 1-7, wherein it comprises an overhead ("overhead") frame means, in particular for stiffening the device, wherein power transmission means preferably extend downwards from that frame means.

Device as claimed in any of the claims 1-8, wherein * it is constructed in a lightweight manner and comprises provisions for coupling with hoisting means, in particular for attaching to a hoisting; ^ j>? ζ / ^ I ', J! I; "J · + means to hang.

10. Device as claimed in any of the claims 1-9, wherein it contains one or more aids for the activities to be performed with the device, such as a storage means for storing goods at the device, and / or a generator for generating drive power for tools. Ί -. , - r