NL1011608C2 - Vrouwelijk bevestigingselement. - Google Patents

Vrouwelijk bevestigingselement. Download PDF

Info

Publication number
NL1011608C2
NL1011608C2 NL1011608A NL1011608A NL1011608C2 NL 1011608 C2 NL1011608 C2 NL 1011608C2 NL 1011608 A NL1011608 A NL 1011608A NL 1011608 A NL1011608 A NL 1011608A NL 1011608 C2 NL1011608 C2 NL 1011608C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
fastening element
housing
female
male
element according
Prior art date
Application number
NL1011608A
Other languages
English (en)
Inventor
Jan Van Walraven
Original Assignee
Walraven J Van Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Walraven J Van Bv filed Critical Walraven J Van Bv
Priority to NL1011608A priority Critical patent/NL1011608C2/nl
Priority to ES00201010T priority patent/ES2257264T3/es
Priority to EP00201010A priority patent/EP1039196B1/de
Priority to DE50012160T priority patent/DE50012160D1/de
Priority to DE20023083U priority patent/DE20023083U1/de
Priority to AT00201010T priority patent/ATE317086T1/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1011608C2 publication Critical patent/NL1011608C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B37/00Nuts or like thread-engaging members
    • F16B37/08Quickly-detachable or mountable nuts, e.g. consisting of two or more parts; Nuts movable along the bolt after tilting the nut
    • F16B37/0807Nuts engaged from the end of the bolt, e.g. axially slidable nuts
    • F16B37/0842Nuts engaged from the end of the bolt, e.g. axially slidable nuts fastened to the threaded bolt with snap-on-action, e.g. push-on nuts for stud bolts
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L3/00Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets
    • F16L3/08Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing
    • F16L3/12Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing comprising a member substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing
    • F16L3/133Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing comprising a member substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing and hanging from a pendant

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Clamps And Clips (AREA)
  • Mutual Connection Of Rods And Tubes (AREA)

Description

Korte aanduiding: Vrouwelijk bevestigingselement.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een vrouwelijk bevestigingselement dat op een mannelijk bevestigingselement kan worden gestoken zonder draaibeweging.
5 Een dergelijk vrouwelijk bevestigingselement is bijvoorbeeld bekend uit WO 93/15328. Dit bekende vrouwelijke bevestigingselement heeft een huis met een zeshoekige buitenzijde en een cilindrische holte, waarin vier radiaal beweegbare segmenten zijn opgesteld rondom de 10 axiale boring voor het opnemen van een mannelijk bevestigingselement. Elk segment heeft de vorm van een vierde gedeelte van een van binnenschroefdraad voorziene cilindrische bus. Om de vier segmenten ligt een elastische ring, die de vier segmenten onder voorspanning naar het 15 hart van de axiale boring gedrukt houdt. Verder is een draaibare kap aanwezig, die is voorzien van uitsteeksels die in ingrijping zijn met de segmenten, zodat door verdraaiing van de kap de segmenten uit elkaar kunnen worden bewogen en het mannelijke bevestigingselement wordt 20 vrijgegeven.
Dit bekende vrouwelijke bevestigingselement is complex en heeft daarom een ongewenst hoge kostprijs.
De onderhavige uitvinding beoogt een vrouwelijk bevestigingselement te verschaffen dat als massaprodukt 25 eenvoudig en tegen lage kosten kan worden geproduceerd.
De uitvinding verschaft volgens een eerste aspect een vrouwelijk bevestigingselement volgens conclusie 1.
De uitvinding verschaft volgens een tweede aspect een vrouwelijk bevestigingselement volgens conclusie 2.
30 De uitvinding verschaft volgens een derde aspect een vrouwelijk bevestigingselement volgens conclusie 3.
Verder verschaft de onderhavige uitvinding een pijpbeugel volgens conclusie 27.
Verdere voordelige uitvoeringsvormen van het 35 vrouwelijke bevestigingselement volgens de uitvinding zijn 10 1 1608 -2- beschreven in de volgconclusies en in de navolgende beschrijving aan de hand van de tekening. Daarbij toont: fig. 1 in perspectief een voorkeursuitvoeringsvorm van het vrouwelijke bevestigingselement volgens de uitvinding, 5 fig. 2 het bevestigingselement van figuur 1 met uiteengenomen delen, figs. 3a-c, respectievelijk in langsdoorsnede, zijaanzicht en onderaanzicht het huis van het bevestigingselement van figuur 1, 10 figs. 4a-c, respectievelijk in bovenaanzicht, zijaanzicht en in uitgeslagen vorm het binnenschroefdraadorgaan van het bevestigingselement van figuur 1, figs. 5a-d, respectievelijk in zijaanzicht, 15 onderaanzicht, langsdoorsnede en bovenaanzicht het additionele orgaan van het bevestigingselement van figuur 1, en fig. 6 een toepassingsvoorbeeld van het bevestigingselement van figuur 1.
2 0
De figuren 1 en 2 tonen respectievelijk in zijn geheel en met uiteengenomen onderdelen een uitvoeringsvoorbeeld van het vrouwelijke bevestigingselement 1 volgens de uitvinding, dat is ingericht om op een van 25 buitenschroefdraad of dergelijke voorzien mannelijk bevestigingselement te worden gedrukt, zodat het vrouwelijk en mannelijk bevestigingselement met elkaar in ingrijping komen zonder dat een draaibeweging nodig is. Het mannelijke bevestigingselement kan een gebruikelijke schroefbout of 30 draadstang met metrische schroefdraad zijn, maar het vrouwelijke bevestigingselement volgens de uitvinding is ook geschikt voor toepassing bij mannelijke bevestigingselementen met een andere schroefdraadvorm of een ribbelprofiel.
35 Het bevestigingselement 1 bestaat uit drie onderdelen: een huis 2, een binnenschroefdraadorgaan 3 en een additioneel orgaan 4, die in figuur 2 duidelijk zijn getoond. Het bevestigingselement 1 is in de figuren op
10 1 1R0S
-3- vergrote schaal getoond en kan bijvoorbeeld worden vervaardigd met afmetingen voor het opnemen van een mannelijk bevestigingselement met een M8 of M10 schroefdraad.
5 Het huis 2 is in detail getoond in de figuren 3a-c en is hier uit metaal vervaardigd, in een voordelige uitvoering uit plaatmetaal door middel van bewerkingen zoals stansen en dieptrekken. In een variant kan het huis uit kunststof zijn vervaardigd, bijvoorbeeld een 10 vezelversterkte kunststof.
Het huis 2 heeft hier een zeskantige omtrekswand 21 en aan een axiaal einde een kopwand 22, die is voorzien van een opening 23. De opening 23 wordt begrensd door de naar binnen omgezette rand 24 van de kopwand 22, zodat zich een 15 groef 25 vormt tussen de rand 24 en de omtrekswand 21. Het zal duidelijk zijn dat het huis 2 ook een andere doorsnede zou kunnen hebben, bijvoorbeeld vierkant.
Het ten opzichte van de omtrekswand 21 naar binnen stekende deel van de kopwand 22 vormt een schouder, waar 20 het nog nader te beschrijven binnenschroefdraadorgaan 3 tegenaan ligt.
Aan het van de kopwand 22 afgekeerde einde van de omtrekswand 21 steken twee diametraal tegenover elkaar gelegen bevestigingslippen 26 uit. Om het 25 bevestigingselement 1 aan een voorwerp, bijvoorbeeld een pijpbeugel, aan te brengen, kan dat voorwerp worden voorzien van twee gaten, waar de lippen 26 doorheen worden gestoken en de uitstekende einden van de lippen 26 worden omgebogen en/of vervormd. Het zal duidelijk zijn dat het 30 huis 2 ook van andere bevestigingsorganen kan zijn voorzien om het huis 2 aan een voorwerp aan te brengen of dat deze bevestigingsorganen in het geheel kunnen ontbreken als het bevestigingselement 1 als normale moer wordt toegepast.
Door de zeskantige vorm van de omtrekswand 21 heeft 35 ook de boring van het huis 2 in deze uitvoering een zeskantvorm.
Het binnenschroefdraadorgaan 3 is, zoals duidelijk blijkt uit de weergave van figuur 1, in de boring van het 101 1608 -4- huis 2 geplaatst en steunt daarbij tegen de door de kopwand 22 gevormde schouder van het huis 2.
Het binnenschroefdraadorgaan 3, dat in detail is getoond in de figuren 4a en 4b, is hier vervaardigd uit een 5 strook metaal, bij voorkeur uit verenstaal, die in vlakke toestand is getoond in figuur 4c.
Het binnenschroefdraadorgaan 3 heeft een hier een tot een zeskant gebogen ringlichaam 31, waarbij meerdere uitstekende lippen 32 zijn voorzien, die eendelig zijn met 10 het ringlichaam 31. De lippen 32 zijn ten opzichte van het ringlichaam 31 schuin naar binnen gericht zodanig, dat de uiteinden van de lippen 32 op een cirkelomtrek liggen met een diameter die enigzins kleiner is dan de diameter van het op te nemen mannelijke bevestigingselement.
15 De lippen 32 kunnen, wanneer het vrouwelijke bevestigingselement 1 op een mannelijk bevestigingselement wordt gedrukt, met hun uiteinden elastisch naar buiten veren en met hun uiteinden over de toppen van het schroefdraadprofiel van het mannelijke bevestigingselement 20 ratelen. De ingrijping tussen het vrouwelijke en mannelijke bevestigingselement kan dus zonder te draaien worden verkregen.
Het ringlichaam 31 past in de boring van het huis 2 en is door de complementaire vorm geborgd tegen verdraaiing 25 ten opzichte van het huis 2. Verder klemt het ringlichaam 31 in het huis 2 vanwege de aanwezigheid van een langsdeelnaad 33 en de verende kwaliteit van het staal waaruit het ringlichaam 31 is vervaardigd.
In figuur 4c is te herkennen dat de lengte van de 30 lippen 32 niet gelijk is maar van lip 32 tot lip 32 stapsgewijs met een geringe lengte toeneemt. Hierdoor wordt bereikt dat de uiteinden van de lippen 32 niet alleen op een cirkelomtrek maar op een schroeflijn liggen afgestemd op de spoed van de buitenschroefdraad van het op te nemen 35 mannelijke bevestigingselement.
Het binnenschroefdraadorgaan 3 ligt met zijn niet van lippen 32 voorziene rand tegen de schouder 22 van het huis 2 en steekt daarbij in de groef 25. Aldus steken de lippen 101 1608 -5- 32 uit aan de van de schouder 22 afgekeerde zijde van het ringlichaam 31.
Om een goede aanligging van het uiteinde van elk van de lippen 32 in het voetgedeelte van het 5 schroefdraadprofiel van het mannelijke bevestigingselement te verkrijgen is er in voorzien dat het uiteinde van elke lip 32 is voorzien van een cirkelboogvormige verdieping 34. Hierbij ligt het middelpunt van die cirkelboog van elke verdieping 34 in geringe mate verschoven ten opzichte van 10 de middenlijn van de betreffende zijde van het zeskantige ringlichaam in vlakke toestand. Eventueel kan het eindgebied van elke lip 32 verder naar binnen zijn omgebogen ten opzichte van de rest van de lip 32 om een aanligging van het uiteinde van de lip 32 tegen de voet van 15 het schroefdraadprofiel van het mannelijke bevestigingselement te bereiken.
Het additionele orgaan 4 vervult in de getoonde uitvoeringsvorm drie funkties, te weten het centreren van het mannelijke bevestigingselement ten opzichte van het 20 binnenschroefdraadorgaan 3, het opsluiten van het binnenschroefdraadorgaan in de boring van het huis, en het borgen van het mannelijke bevestigingselement. Als alternatief kan het additionele orgaan 4 zodanig zijn uitgevoerd dat het slechts een of twee van de bovengenoemde 25 funkties vervult. De daarvoor geschikte uitvoeringen zullen na lezing van het onderstaande en van de conclusies voor de vakman duidelijk zijn.
Het additionele orgaan 4 is bij voorkeur vervaardigd uit een gietbaar materiaal, in het bijzonder kunststof, bij 30 voorkeur door middel van spuitgieten, en is in detail getoond in de figuren 2 en 5a-d.
Het orgaan 4 bevindt zich hoofdzakelijk aan de van de schouder 22 afgekeerde zijde van het binnenschroefdraadorgaan 3 in het huis 2.
35 Het orgaan 4 heeft een ringwanddeel 41 met een buitenomtrek die past in het huis 2, bij voorkeur met een klempassing. Aan het ringwanddeel 41 zijn hier zes poten 42 aangevormd, die een zodanige lengte hebben dat het 1 01 1608 -6- ringwanddeel 41 vlak is met de vrije rand van het huis 2 en de poten 42 zich uitstrekken tot aan het kopvlak 22 van het huis 2.
De poten 42 bevinden zich telkens bij een hoek van de 5 omtrekswand van het huis 2. Hierbij ligt elke poot 42 aan tegen de wandgedeelten van de omtrekswand 21, die in een hoek van het huis 2 bijeenkomen.
Nabij het uiteinde is elke poot 42 aan zijn buitenzijde voorzien van een verdieping 43, die naar binnen 10 ligt ten opzichte van de buitenomtrek van de zeskantvorm van het orgaan 4. Deze verdiepingen 43 zijn zodanig dat de poten 42 voorbij de binnenzijde van het ringlichaam 31 van het binnenschroefdraadorgaan 3 steken, waarbij dan het ringlichaam 31 in de verdiepingen 43 ligt. Aldus is het 15 ringlichaam 31 ingeklemd tussen de poten 42 en het huis 2. Verder zijn de poten 42 nabij hun uiteinde ook aan de binnenzijde voorzien van een verdieping 44, zodat de poten 42 met hun uiteinden in de groef 25 kunnen steken, tussen de rand 24 en het tegen de omtrekswand 21 liggende 20 ringlichaam 31. Hierdoor is het ringlichaam 31 van het binnenschroefdraadorgaan 3 stevig ingesloten, hetgeen de opsluitfunktie van het orgaan 4 is.
De dwarsdoorsnede van elk van de poten 42 is zodanig dat elke poot 42 tussen twee naburige lippen 32 van het 25 binnenschroefdraadorgaan 3 steekt. Hierbij heeft elke poot 42 een binnenvlak 45, welke binnenvlakken 45 aan de zijde van de kopwand 21 op een cirkelomtrek liggen met een diameter in geringe mate groter dan de diameter van het op te nemen mannelijke bevestigingselement. Ook de opening 23 30 van het huis 2 heeft bij voorkeur een diameter die slechts in geringe mate groter is dan de diameter van het mannelijke bevestigingselement.
Doordat de poten 42 tussen de lippen 32 steken, begrenzen die poten 42 de bewegingsruimte voor het op te 35 nemen mannelijke bevestigingselement, met name in een richting dwars op de insteekrichting van dat mannelijke bevestigingselement. Deze centreerfunktie is voordelig bij het in het bevestigingselement 1 steken van een bijbehorend 10 1 1608 -7- mannelijk bevestigingselement. Verder wordt voorkomen dat een of meer van de lippen 32 te ver radiaal naar buiten kunnen worden gedrukt en daardoor hun verende werking (gedeeltelijk) verliezen. Door het additionele orgaan 4 5 wordt ook een ongewenste kantelmogelijkheid van het bevestigingselement 1 ten opzichte van het daarin gestoken mannelijke bevestigingselement verregaand gereduceerd.
Het ringdeel 41 is voorzien van een cirkelvormige opening 46 in het verlengde van de opening 23 van het huis 10 2. De opening 46 heeft hier een enigzins geringere diameter dan de opening 23, welke diameter van opening 46 hier nog iets groter is dan de buitendiameter van het op te nemen mannelijke bevestigingselement.
De binnenvlakken 45 van de poten 42 lopen onder een 15 hoek ten opzichte van de hartlijn door de beide openingen 23 en 46 en sluiten aan op de begrenzingsranden van die openingen.
Wat de borgfunktie van het additionele orgaan 4 betreft is in de figuren 5c en 5d te herkennen dat het 20 orgaan 4 is voorzien van drie vanaf de begrenzingsrand van de opening 46 naar binnen stekende borgnokken 47.
De borgnokken 47 definiëren op een plaats die gezien vanaf de schouder 22 van het huis 2 voorbij de lippen 32 ligt een vernauwd gedeelte, dat een geringere diameter 25 heeft dan de buitenschroefdraaddiameter van het op te nemen mannnelijke bevestigingselement. Door draaiing van het mannelijke bevestigingselement ten opzichte van het vrouwelijke bevestigingselement 1 kan dan de schroefdraad van het mannelijke bevestigingselement in de borgnokken 47 30 snijden en zo kan het mannelijke bevestigingselement in het vernauwde gedeelte van het orgaan 4 komen.
Bij het inbrengen van een mannelijk bevestigingselement in het bevestigingselement 1 komt dat mannelijke bevestigingselement dus eerst in ingrijping met 35 de verende lippen 32, zodat reeds een krachtig belastbare verbinding is verkregen. Vervolgens komt de kop van het mannelijke verbindingselement tegen de borgnokken 47 en door dan te draaien, snijdt de schroefdraad daarvan in de 1 011608 -8- borgnokken 47. Door deze borgnokken 47 wordt een weerstand verkregen die een relatieve verdraaiing tussen het bevestigingselement 1 en het mannelijke bevestigingselement bemoeilijkt. Verder wordt een kanteling van het 5 bevestigingslement 1 ten opzichte van het mannelijke bevestigingselement beperkt.
Het zal duidelijk zijn dat het orgaan 4 ook zonder de opening 46 of met een veel kleinere opening kan zijn uitgevoerd, zodat het orgaan 4 het huis 2 tegenover de 10 opening 23 afsluit voor het doorsteken van het mannelijke bevestigingselement.
In een variant kan er in zijn voorzien dat het huis en het additionele orgaan 4 onder vormsluiting met elkaar verbonden zijn, bijvoorbeeld doordat in de omtrekswand van 15 het huis 2 een of meer indrukkingen zijn aangebracht, die in bijbehorende verdiepingen in het additionele orgaan steken en zo het additionele orgaan vasthouden. Ook zouden bijvoorbeeld de lippen 26 iets korter kunnen zijn en naar elkaar gebogen om het additionele orgaan 4 vast te houden, 20 of zou een deel van de vrije rand van het huis kunnen zijn omgezet om het additionele orgaan 4 vast te houden. In die uitvoering kan het bevestigingselement worden gebruikt als een alternatief voor een gewone moer.
De vervaardiging van het bevestigingselement 1 wordt 25 bij voorkeur zodanig verricht dat eerst het binnenschroefdraadorgaan 3 op de poten 42 van het additionele orgaan 4 wordt gestoken en dat die eenheid dan in het huis 2 wordt ingebracht.
De uitvinding voorziet ook in een uitvoeringsvorm, 30 waarbij in een gemeenschappelijk huis twee binnenschroefdraadorganen in axiale richting achter elkaar zijn ondergebracht, waarbij de lippen in dezelfde richting wijzen. Hierbij is het binnenschroefdraadorgaan dat het dichtste bij de opening van het huis ligt bestemd voor een 35 mannelijke bevestigingselement met een grotere diameter dan het daarachter liggende binnenschroefdraadorgaan, bijvoorbeeld voor M10 en M8. Bij elk binnenschroefdraadorgaan kan dan een additioneel orgaan 10 1 1608 - 9 - zoals eerder beschreven zijn voorzien, of er kan sprake zijn van een gemeenschappelijk additioneel orgaan.
In een andere variant is het bevestigingselement volgens de uitvinding uitgevoerd als verbinder voor het 5 verbinden van twee in eikaars verlengde gelegen mannelijke bevestigingselementen, bijvoorbeeld twee draadstangen. In die uitvoering is voorzien in een huis met aan beide axiale einden een insteekopening voor een mannelijk bevestigingselement, en bij elk einde een 10 binnenschroefdraadorgaan dat het aan dat einde ingestoken mannelijke bevestigingselement vasthoud.
Een andere mogelijke toepassing van het bevestigingselement volgens de uitvinding is getoond in figuur 6.
15 In figuur 6 is het vrouwelijke bevestigingselement 1 met de van de lippen 26 voorziene zijde tegen het ringvormige beugellichaam van een pijpbeugel 50 bevestigd. Hierbij sluit dat beugellichaam de opening 46 af en kan een mannelijke bevestigingselement, bijvoorbeeld een draadeinde 20 waar de beugel aan opgehangen wordt, dus wel in de opening 46 worden gebracht maar er niet doorheen worden gestoken. Door deze uitvoering kan een monteur de pijpbeugel op het al gemonteerde mannelijke bevestigingselement drukken en door de ingrijping van de lippen 32 op de schroefdraad van 25 het mannelijke bevestigingselement wordt direkt een krachtopnemende verbinding verkregen. Door dan de pijpbeugel 50 een of meer slagen te draaien, snijdt het mannelijke bevestigingelement met zijn schroefdraad in de borgnokken 47 en de monteur kan zo de beugel 50 in de door 30 hem gewenste stand brengen. Dit is bijvoorbeeld van belang als meerdere pijpbeugels worden uitgelijnd om daar vervolgens een leiding in te plaatsen. Dit bewerkstelligt dat beugels niet gemakkelijk om de as van het bijbehorende mannelijke bevestigingselement kunnen draaien naar een niet 35 uitgelijnde stand. De nokken 47 verschaffen dus een borging van de stand van de beugel 50. Ook wordt bereikt dat eventuele speling tussen het vrouwelijke en mannelijke bevestigingselement wordt opgeheven.
101 1608

Claims (29)

1. Vrouwelijk bevestigingselement dat is ingericht om op een van buitenschroefdraad of een dergelijk profiel voorzien mannelijk bevestigingselement te worden gedrukt, 5 waarbij het vrouwelijke bevestigingselement omvat: - een huis, dat een open axiale boring met een naar binnen stekende schouder begrenst, 10. een in de axiale boring van het huis geplaatst en tegen de schouder steunend binnenschroefdraadorgaan, dat meerdere verend beweegbare segmenten heeft, die aangrijpen op het profiel van een mannelijk bevestigingselement indien een mannelijk bevestigingselement in het vrouwelijke 15 bevestigingselement wordt gestoken, met het kenmerk, dat het binnenschroefdraadorgaan een ringvormig lichaam is, dat is voorzien van elastisch verende metalen lippen die de 20 beweegbare segmenten van de binnenschroefdraadorgaan vormen, en dat het vrouwelijke bevestigingselement verder een in het huis ondergebracht additioneel orgaan omvat, dat het mannelijke bevestigingselement in het 25 binnenschroefdraadorgaan centreert.
2. Vrouwelijk bevestigingselement dat is ingericht om op een van buitenschroefdraad of een dergelijk profiel voorzien mannelijk bevestigingselement te worden gedrukt, 30 waarbij het vrouwelijke bevestigingselement omvat: - een huis, dat een open axiale boring met een naar binnen stekende schouder begrenst, 35 - een in de axiale boring van het huis geplaatst en tegen 101 1608 -11- de schouder steunend binnenschroefdraadorgaan, dat meerdere verend beweegbare segmenten heeft, die aangrijpen op het profiel van een mannelijk bevestigingselement indien een mannelijk bevestigingselement in het vrouwelijke 5 bevestigingselement wordt gestoken, met het kenmerk, dat het binnenschroefdraadorgaan een ringlichaam is, dat is voorzien van elastisch verende metalen lippen die de 10 beweegbare segmenten van de binnenschroefdraadorgaan vormen, en dat het vrouwelijke bevestigingselement verder een in het huis ondergebracht additioneel orgaan omvat, dat het binnenschroefdraadorgaan in het huis opsluit. 15
3. Vrouwelijk bevestigingselement dat is ingericht om op een van buitenschroefdraad of een dergelijk profiel voorzien mannelijk bevestigingselement te worden gedrukt, 20 waarbij het vrouwelijke bevestigingselement omvat: - een huis, dat een open axiale boring met een naar binnen stekende schouder begrenst, 25. een in de axiale boring geplaatst en tegen de schouder steunend binnenschroefdraadorgaan, dat meerdere verend beweegbare segmenten heeft, die aangrijpen op het profiel van een mannelijk bevestigingselement indien een mannelijk bevestigingselement in het vrouwelijke bevestigingselement 30 wordt gestoken, met het kenmerk, dat het binnenschroefdraadorgaan een ringlichaam is, dat is voorzien van elastisch verende metalen lippen die de beweegbare segmenten van de binnenschroefdraadorgaan 35 vormen, en dat het vrouwelijke bevestigingselement verder een additioneel orgaan omvat, dat op een plaats die gezien vanaf de schouder van het huis voorbij de lippen ligt een 1011608 -12- vernauwd gedeelte definieert, dat een geringere diameter heeft dan de buitendiameter van het op te nemen mannnelijke bevestigingselement, welk vernauwd gedeelte vervormbaar is bij het onder krachtsuitoefening in het vernauwd gedeelte 5 inbrengen van het mannelijke bevestigingselement, zodat bij het inbrengen van het mannelijk bevestigingselement in het huis, dat mannelijke bevestigingselement eerst in ingrijping komt met de verende lippen en vervolgens in het vernauwde gedeelte komt. 10
4. Bevestigingselement volgens een of meer van de conclusies 1-3, waarbij het additionele orgaan poten omvat, die zich elk tussen naburige lippen van het binnenschroefdraadorgaan uitstrekken. 15
5. Bevestigingselement volgens een of meer van de conclusies 1-4, waarbij het additionele orgaan aan de van de schouder afgekeerde zijde van het schroefdraadorgaan is aangebracht. 20
6. Bevestigingselement volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de lippen uitsteken aan het van de schouder afgekeerde einde van het ringlichaam.
7. Bevestigingselement volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het ringlichaam is vervaardigd uit metaal, bij voorkeur verenstaal.
8. Bevestigingselement volgens een of meer van de 30 voorgaande conclusies, waarbij het ringlichaam is ïngeklemd tussen de poten en het huis.
9. Bevestigingselement volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de poten het ringlichaam aan 35 de binnenzijde overdekken.
10. Bevestigingselement volgens conclusie 4, waarbij de poten zich uitstrekken tot aan de schouder van het huis. 1011608 -13-
11. Bevestigingselement volgens conclusie 4, waarbij het huis in het gebied van de schouder is voorzien van een omtreksgroef en elk van de poten met zijn uiteinde in die omtreksgroef steekt. 5
12. Bevestigingselement volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de boring in het huis een niet-cirkelvormige doorsnede heeft en waarbij het ringlichaam een daarmee complementaire niet-cirkelvormige 10 doorsnede heeft en zodanig in het huis past dat het ringlichaam tegen verdraaiing ten opzichte van het huis is geborgd.
13. Bevestigingselement volgens een of meer van de 15 voorgaande conclusies, waarbij de boring in het huis een niet-cirkelvormige doorsnede heeft en waarbij het additionele orgaan een daarmee complementaire nietcirkelvormige doorsnede heeft en zodanig in het huis past dat het additionele orgaan tegen verdraaiing ten opzichte 20 van het huis is geborgd.
14. Bevestigingselement volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de boring in het huis veelhoekig is en het additionele orgaan in elke hoek is 25 voorzien van een poot.
15. Bevestigingselement volgens conclusie 14, waarbij de boring in het huis zeshoekig is, het ringlichaam zes lippen heeft en tussen naburige lippen telkens een poot van het 30 additionele orgaan steekt.
16. Bevestigingselement volgens conclusie 4, waarbij elke poot aan de naar het hart van de boring gekeerde zijde een binnenvlak heeft, welk binnenvlak in de richting vanaf de 35 schouder van het huis vandaan schuin naar binnen is gericht.
17. Bevestigingselement volgens een of meer van de 1011608 -14- voorgaande conclusies, waarbij het ringlichaam een langsdeelnaad heeft en zodanig elastisch is dat het onder voorspanning in het daaromheen liggende huis ligt.
18. Bevestigingselement volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het additionele orgaan is voorzien van een axiale doorgaande boring coaxiaal aan de boring in het huis.
19. Bevestigingselement volgens conclusie 3, waarbij het vernauwde gedeelte zodanig is uitgevoerd dat door draaiing van het mannelijke bevestigingselement ten opzichte van het vrouwelijke bevestigingselement het profiel van het mannelijke bevestigingselement in het vernauwde gedeelte 15 van het additionele orgaan snijdt.
20. Bevestigingselement volgens conclusie 19, waarbij het vernauwde gedeelte is begrensd door een of meer borgnokken.
21. Bevestigingselement volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij elke lip via een voet daarvan aansluit op de omtrekswand van het ringlichaam en aan zijn van de voet afkeerde uiteinde is voorzien van een bij voorkeur cirkelboogvormige verdieping. 25
22. Bevestigingselement volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het huis is vervaardigd uit metaal.
23. Bevestigingselement volgens conclusie 22, waarbij het huis is diepgetrokken.
24. Bevestigingselement volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het huis een omtrekswand 35 heeft en aan een axiaal einde daarvan een kopwand met een opening voor het daar doorheen steken van het mannelijke bevestigingselement. 10 1 1608 4 -15-
25. Bevestigingselement volgens conclusie 24, waarbij de rand van de kopwand rondom de opening naar binnen is omgezet voor het vormen van een groef rondom de opening.
26. Bevestigingselement volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het binnenschroefdraadorgaan is vervaardigd van verenstaal en het additionele orgaan is vervaardigd van kunststof.
27. Pijpbeugel omvattende een uit metaal vervaardigd beugellichaam en een aan het metalen beugellichaam vastgezet vrouwelijk verbindingselement voor een van buitenschroefdraad of een dergelijk profiel voorzien mannelijk verbindingselement, dat de pijpbeugel verbindt 15 met een wand, plafond of andere ondersteuning, met het kenmerk, dat het vrouwelijke bevestigingselement meerdere verend beweegbare segmenten heeft, die aangrijpen op het profiel van een mannelijk bevestigingselement indien een mannelijk bevestigingselement in het vrouwelijke 20 bevestigingselement wordt gestoken, en dat de pijpbeugel verder is voorzien van borgmiddelen voor het borgen van de hoekpositie van de pijpbeugel ten opzichte van het in het vrouwelijke bevestigingselement gestoken mannelijke bevestigingselement. 25
28. Pijpbeugel volgens conclusie 27, waarbij de borgmiddelen een vervormbaar lichaam omvatten dat zodanig is opgesteld dat dit in aanraking komt met het mannelijke bevestigingselement nadat het mannelijke 30 bevestigingselement in ingrijping is gekomen de beweegbare segmenten.
29. Pijpbeugel volgens conclusie 28, waarbij het vervormbare lichaam zodanig is opgesteld en uitgevoerd dat 35 door draaiing van de pijpbeugel ten opzichte het mannelijke bevestigingselement het profiel in het vervormbare lichaam snijdt. 1 011608
NL1011608A 1999-03-19 1999-03-19 Vrouwelijk bevestigingselement. NL1011608C2 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011608A NL1011608C2 (nl) 1999-03-19 1999-03-19 Vrouwelijk bevestigingselement.
ES00201010T ES2257264T3 (es) 1999-03-19 2000-03-20 Abrazadera para tubos con un elemento de fijacion hembra y elemento de fijacion hembra.
EP00201010A EP1039196B1 (de) 1999-03-19 2000-03-20 Rohrschelle mit einem weiblichen Befestigungselement und weibliches Befestigungselement
DE50012160T DE50012160D1 (de) 1999-03-19 2000-03-20 Rohrschelle mit einem weiblichen Befestigungselement und weibliches Befestigungselement
DE20023083U DE20023083U1 (de) 1999-03-19 2000-03-20 Rohrschelle mit einem weiblichen Befestigungselement und weibliches Befestigungselement
AT00201010T ATE317086T1 (de) 1999-03-19 2000-03-20 Rohrschelle mit einem weiblichen befestigungselement und weibliches befestigungselement

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011608A NL1011608C2 (nl) 1999-03-19 1999-03-19 Vrouwelijk bevestigingselement.
NL1011608 1999-03-19

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1011608C2 true NL1011608C2 (nl) 2000-09-20

Family

ID=19768873

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1011608A NL1011608C2 (nl) 1999-03-19 1999-03-19 Vrouwelijk bevestigingselement.

Country Status (5)

Country Link
EP (1) EP1039196B1 (nl)
AT (1) ATE317086T1 (nl)
DE (1) DE50012160D1 (nl)
ES (1) ES2257264T3 (nl)
NL (1) NL1011608C2 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2001654C2 (nl) * 2008-06-06 2009-12-08 Walraven Holding Bv J Van Connecting device for connecting a threaded rod to a construction element.
FR3101826B1 (fr) * 2019-10-09 2023-01-06 Illinois Tool Works Piece pour systeme de fixation et systeme de fixation comportant cette piece

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR912009A (fr) * 1944-01-24 1946-07-26 Liaison par écrou et vis
US3507182A (en) * 1967-01-27 1970-04-21 George A Tinnerman Composite plural part fastener
FR2315030A1 (fr) * 1975-06-18 1977-01-14 Mecano Simmonds Gmbh Element de fixation
US4626009A (en) * 1983-11-30 1986-12-02 Burnett Ralph G Shipping container seals
WO1993015328A1 (en) 1992-01-21 1993-08-05 Cinch Incorporated Slide-fit nut
NL1006725C2 (nl) * 1997-08-05 1999-02-08 Walraven J Van Bv Vrouwelijk verbindingselement.

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
IT1064239B (it) * 1976-09-08 1985-02-18 Tomasina Giuseppe Morsetto a fascetta per il fissaggio di tubi a raccordi giunzioni e simili
US4488695A (en) * 1981-04-27 1984-12-18 Michigan Hanger Company, Inc. Pipe hanger
NL1006726C2 (nl) 1997-08-05 1999-02-08 Walraven J Van Bv Pijpbeugel.

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR912009A (fr) * 1944-01-24 1946-07-26 Liaison par écrou et vis
US3507182A (en) * 1967-01-27 1970-04-21 George A Tinnerman Composite plural part fastener
FR2315030A1 (fr) * 1975-06-18 1977-01-14 Mecano Simmonds Gmbh Element de fixation
US4626009A (en) * 1983-11-30 1986-12-02 Burnett Ralph G Shipping container seals
WO1993015328A1 (en) 1992-01-21 1993-08-05 Cinch Incorporated Slide-fit nut
NL1006725C2 (nl) * 1997-08-05 1999-02-08 Walraven J Van Bv Vrouwelijk verbindingselement.
WO1999008007A1 (nl) * 1997-08-05 1999-02-18 J. Van Walraven B.V. Korte aanduiding: vrouwelijk verbindingselement

Also Published As

Publication number Publication date
ES2257264T3 (es) 2006-08-01
EP1039196A1 (de) 2000-09-27
EP1039196B1 (de) 2006-02-01
ATE317086T1 (de) 2006-02-15
DE50012160D1 (de) 2006-04-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
HU216758B (hu) Rögzítőeszköz
US6543956B2 (en) Device for connecting structural components
US6116747A (en) Flashlight
JPH0536114U (ja) パイプの接続構造
US6554526B1 (en) Fastening device
US4900183A (en) Assembly device
AU575598B2 (en) Chandelier
NL1011608C2 (nl) Vrouwelijk bevestigingselement.
JP2003307210A (ja) 緩み止めナット構造
NL1006726C2 (nl) Pijpbeugel.
US20070194190A1 (en) Device to be fastened to a support which is provided with a threaded bolt
EP0815363B1 (en) A device for securing a rail onto a supporting structure such as a wall
JP2021046867A (ja) 接続具
JPS62197565A (ja) 足場構成材に足場要素を取り外し可能に結合するための装置
US20020094231A1 (en) Connecting device for connecting a mirror support and a mirror body
TWI758858B (zh) 手工具之樞接結構
CN209818491U (zh) 公差补偿器
JPH0716094Y2 (ja) ボルト類の共回り防止装置
JPH07310720A (ja) 取付け具
JPH0216674Y2 (nl)
JPS6348025Y2 (nl)
JP3015738U (ja) 座板付きナット
JPH0135380Y2 (nl)
JP2504457Y2 (ja) スポット光照明装置
CA2274151C (en) Lampshade fitting for shading a lamp bulb and a lamp socket

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20041001