NL1011520C2 - Drukinrichting voor het vastleggen of afdichten van lichamen. - Google Patents

Drukinrichting voor het vastleggen of afdichten van lichamen. Download PDF

Info

Publication number
NL1011520C2
NL1011520C2 NL1011520A NL1011520A NL1011520C2 NL 1011520 C2 NL1011520 C2 NL 1011520C2 NL 1011520 A NL1011520 A NL 1011520A NL 1011520 A NL1011520 A NL 1011520A NL 1011520 C2 NL1011520 C2 NL 1011520C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pressure
printing
rings
jacket
printing device
Prior art date
Application number
NL1011520A
Other languages
English (en)
Inventor
Wijnant Van Genderen
Original Assignee
Wijnant Van Genderen
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Wijnant Van Genderen filed Critical Wijnant Van Genderen
Priority to NL1011520A priority Critical patent/NL1011520C2/nl
Priority to EP00911484A priority patent/EP1165999A1/en
Priority to PCT/NL2000/000162 priority patent/WO2000053964A1/en
Priority to AU33351/00A priority patent/AU3335100A/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1011520C2 publication Critical patent/NL1011520C2/nl
Priority to NO20014378A priority patent/NO20014378L/no

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L21/00Joints with sleeve or socket
    • F16L21/02Joints with sleeve or socket with elastic sealing rings between pipe and sleeve or between pipe and socket, e.g. with rolling or other prefabricated profiled rings
    • F16L21/04Joints with sleeve or socket with elastic sealing rings between pipe and sleeve or between pipe and socket, e.g. with rolling or other prefabricated profiled rings in which sealing rings are compressed by axially-movable members
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L21/00Joints with sleeve or socket
    • F16L21/08Joints with sleeve or socket with additional locking means

Description

Drukinrichting voor het vastleggen of afdichten van lichamen
De uitvinding heeft betrekking op een drukinrichting voor gebruik bij het vastleggen of het tegen 5 langslekwegen afdichten van lichamen, in het bijzonder ronde lichamen zoals buizen en buiskoppelingen, alsmede op een werkwijze daarvoor. De uitvinding heeft voorts betrekking op een druklichaam voor gebruik in een dergelijke inrichting.
10 Buiskoppelingen, inbegrepen flensadapters, tussen buizen van gelijke diameter, buizen van verschillende diameter en van buizen met een afsluiterhuis, etcetera, dienen, in het bijzonder wanneer het gaat om gas- of waterleidingen in woongebieden, zeer betrouwbaar en duur-15 zaam te worden afgedicht. Gebruikelijk is om de buizen of de buis te laten reiken in een huis en tussen de buis of buizen en het huis een ringvormige rubberen afdichting aan te brengen. De afdichtingsring wordt daarbij in axiale richting aangedrukt. Het is daarbij bekend om gebruik te 20 maken van schuine oploopvlakken om een kegwerking te bewerkstelligen.
In dergelijke verbindingen kunnen ook trekvast-heidsvoorzieningen zijn opgenomen, voor het voorkomen van een onderlinge, uit elkaar gaande beweging van de gekop-25 pelde elementen. Deze trekvastheidsvoorzieningen kunnen
10 1 : 5 2 G
2 eventueel ook zonder afdichting voorzien zijn, waar af-dichting niet nodig is. Een voorbeeld hiervan is weergegeven in de Europese octrooiaanvrage 0.168.069, waarin een trekring getoond wordt, die een kegvormige doorsnede heeft 5 en in omtreksrichting onderbroken is.
Voorst is een afdichtingsring bekend, die een kegvormige doorsnede bezit en voorzien is van twee versprongen ten opzichte van elkaar gelegen reeksen radiale inkepingen in beide tegenover elkaar gelegen axiale ring-10 vlakken.
Bij alle uitvoeringen dient bij het aanbrengen van de afdichtingsring en/of de trekvastheidsring veel kracht te worden uitgeoefend, om het materiaal van die ring(en) te verdringen/te vervormen of te verschuiven naar 15 een werkzame positie, in axiale en eventueel in omtreksrichting .
Installatie op moeilijk te bereiken plaatsen, zoals ondergronds, beneden grondwater, etc. levert aldus vaak nog problemen op. Een gevolg hiervan is dat een 20 koppelopstelling, afdichting en/of trekbeveiliging niet juist gerealiseerd is, zodat gevaar ontstaat.
Een doel van de uitvinding is een drukinrichting voor afdichting, trekbeveiliging en/of koppeling te verschaffen, die snel, met minder kracht op betrouwbare wijze 25 en op eenvoudige wijze kan worden aangebracht.
Vanuit een aspect voorziet de uitvinding hiertoe in een drukinrichting voor het voor verbinding aangrijpen van lichamen, in het bijzonder ronde lichamen zoals buizen, omvattend een druklichaam met een -in dwarsdoorsnede 30 beschouwd- relatief stijf gedeelte en met een of meer drukvlakken en omvattend middelen voor het tegen het oppervlak van het te verbinden lichaam brengen en gedrukt houden van de drukvlakken, waarbij het druklichaam een of meer tegengesteld aan de drukvlakken werkzame tegendruk-35 vlakken bezit, twee tegengesteld werkzame zijvlakken bezit en -in dwarsdoorsnede beschouwd- onder wijziging van de axiale afstand tussen de zijvlakken verdraaibaar of ver- 10 1 ; 5 2 o 3 vormbaar is voor het in radiale richting ten opzichte van elkaar verplaatsen van de drukvlakken en de tegendrukvlak-ken.
Bij het installeren kan het druklichaam eenvou-5 dig geplaatst en daarna in dwarsdoorsnede verdraaid of vervormd worden om aan te drukken tegen het oppervlak van bijvoorbeeld de buis, voor afdichting of vastklemming. Een min of meer axiale toenadering van de beide zijvlakken/te-gendrukvlakken resulteert vanzelf in een verkleining -in 10 het geval van een afdichting om een buis- of vergroting -in het geval van (zeldzame) plaatsing in een buis- van de kromme waarop de drukvlakken gelegen zijn.
Vanuit een ander aspect verschaft de uitvinding een drukinrichting voor het voor verbinding aangrijpen van 15 lichamen, in het bijzonder ronde lichamen zoals buizen, omvattend een druklichaam met een -in dwarsdoorsnede beschouwd- relatief stijf gedeelte en met een of meer drukvlakken en tegengesteld daaraan werkzame tegendruk-vlakken, en omvattend middelen voor het tegen het opper-2 0 vlak van het te verbinden lichaam brengen en gedrukt houden van de drukvlakken, welke middelen werkzaam zijn door het vergroten van de radiale afstand tussen de drukvlakken en de tegendrukvlakken.
Vanuit weer een ander aspect verschaft de uit-25 vinding een drukinrichting voor het voor verbinding aangrijpen van lichamen, in het bijzonder ronde lichamen zoals buizen, omvattend een druklichaam met een -in dwarsdoorsnede beschouwd- relatief stijf gedeelte en met een of meer drukvlakken die in de uitgangspositie een omtreksbaan 30 bepalen met een omvang, en omvattend middelen voor het in de werkpositie, tegen het oppervlak van het te verbinden lichaam brengen en gedrukt houden van de drukvlakken, welke middelen werkzaam zijn door het wijzigen, in het bijzonder verkleinen, van de omvang van de omtreksbaan 35 door vervorming van de dwarsdoorsnede van het druklichaam.
Bij voorkeur zijn de zijvlakken en de tegendrukvlakken gevormd op een omlopend, continu of samengesteld 101 1520 4 lichaam, zodat de drukkrachten gelijkmatig over de omtrek verdeeld kunnen worden opgewekt.
Bij voorkeur heeft het druklichaam een in hoofdzaak V- of U-vormige doorsnede, waarbij de drukvlakken bij 5 voorkeur gelegen zijn op de buitenzijde van de basis van de V of U. De zijvlakken en de tegendrukvlakken zijn dan aanwezig op de armen van de V of U, waarmee een uit oogpunt van stabiliteit gunstige vormgeving is verkregen.
Het druklichaam kan gevormd zijn als één conti-10 nu, omlopend geheel, al dan niet voorzien van inkepingen. Gezien de hoge matrijskosten en de maatafhankelijke toepassingsmogelijkheden is dit echter vooral voordelig indien het gaat om grote series.
Anders heeft het de voorkeur dat het druklichaam 15 opgebouwd is uit een aantal in omloopzin tegen elkaar aan geplaatste of op afstand van elkaar vastgehouden segmenten. Hiermee kan het druklichaam op de gewenste omtreks-maat samengesteld worden. Een uitgebreide voorraad aan verschillende ringdiameters behoeft niet te worden aange-20 houden.
Bij voorkeur zijn de drukvlakken gelegen aan de radiaal meest binnen gelegen zijde van het druklichaam. Zij zijn dan opgesteld om op het buitenoppervlak van het -bijvoorbeeld ronde- te verbinden lichaam, zoals de buis, 25 aan te grijpen. Door de radiale binnenwaartse krachten en het relatief kleinere drukoppervlak zijn de omstandigheden voor afdichting gunstiger.
Bij voorkeur is het druklichaam voorzien van min of meer stijve gedeelten die verdraaibaar ten opzichte van 30 elkaar zijn. Aldus is de vervorming geconcentreerd in een bepaald gebied, waardoor de beheersbaarheid vergroot is en de goede werking bij meerdere malen hergebruik verzekerd is.
Alternatief beschouwd is het druklichaam bij 35 voorkeur voorzien van een inwendig scharnier.
In het geval van de bekende rubberen afdichting-ringen is het een probleem dat bij het samendrukken in het 1011520 5 vlak van dwarsdoorsnede nauwelijks vervorming mogelijk is, maar het materiaal wel ergens naar toe moet bij het verkleinen van de omtrek van de ring. De inkepingen in de voornoemde bekende afdichtingsring bieden hierbij wel 5 enige verbetering, maar nog steeds zullen in omtreksrich-ting en in axiale richting hoge wrijvingskrachten overwonnen moeten worden.
Vanuit een verder aspect verschaft de uitvinding hierin een verbetering, doordat het druklichaam althans 10 ter plaatse van de drukvlakken bekleed is met een ring of manchet van rubber of vergelijkbaar materiaal, dat daarop vastgelegd is in een in omtreksrichting gespannen toestand .
Hierbij wordt gebruik gemaakt van het feit dat 15 (massief) rubber en dergelijke wel rekbaar maar niet samendrukbaar is. Voorafgaande aan installatie wordt het druklichaam -in het geval van buitenomgri jping van een buis- in diameter vergroot, tegen rekspanning van het rubber in. Na het initieel plaatsen zullen de rek- of 20 voorspanningskrachten vrij komen, en zullen de drukvlakken als vanzelf tegen het buisoppervlak aangedrukt kunnen worden. De zijvlakken zullen daarbij ook elkaar vanzelf naderen. Men hoeft dan weinig tot geen spankracht in axiale richting aan te brengen op de zijvlakken. In om-25 treksrichting behoeft het materiaal niet of nauwelijks samengedrukt te worden, zodat de krachten voor het laten uitwijken van materiaal uit een omtrekslijn beperkt blijven .
In het geval van een buitenomgri jping van een 30 buis en een continu, omlopend druklichaam kan dit lichaam op een kleinste maat ontworpen worden en dan ingezet kunnen worden in een groot bereik aan buisdiameters. Bij grotere diameters zal de terugstelkracht navenant groter kunnen zijn.
35 Het druklichaam kan aan de drukzijde geheel bekleed zijn met een rubberen manchet, bijvoorbeeld door dompeling in een bad of door overtrekken.
1011520 6
In het bijzonder in het geval van een uit segmenten opgebouwd lichaam heeft het de voorkeur dat het druklichaam tenminste één omlopend steunlichaam bezit voor het verband. Het steunlichaam is bij voorkeur van vormvast 5 materiaal en bij voorkeur aan de zijde van de tegendruk-vlakken gelegen. Het steunlichaam heeft voorts bij voorkeur een vaste omtrekslengte, zodat de (radiale) plaats van de daarmee verbonden gedeelten van het druklichaam vastgelegd is. Bij voorkeur is in elke arm van het (seg-10 ment van het) druklichaam een dergelijk steunlichaam voorzien.
Vanuit een verder aspect volgens de uitvinding wordt de installatie van de drukinrichting vergemakkelijkt, wanneer het druklichaam een voorspanning bezit naar 15 de werkzame stand, hetgeen bij voorkeur gerealiseerd wordt middels een elastisch materiaal in of aan het druklichaam. De voornoemde bekleding kan een dergelijke functie uitoefenen, indien omlopend.
Vanuit een verder aspect verschaft de uitvinding 20 een samenstel van een drukinrichting volgens de uitvinding en een stijf lichaam, bijvoorbeeld een rond lichaam zoals een buis, waarbij het druklichaam met de tegendrukvlakken steunt tegen in radiale richting plaatsvast ten opzichte van het lichaam opgestelde, stijve plaatsingsmiddelen, 25 zoals plaatsingsringen.
In een verdere ontwikkeling wordt een dergelijk samenstel verschaft, waarbij een tweede vergelijkbaar samenstel in het verlengde bijgeplaatst is, waarbij de middelste plaatsingsmiddelen of - ringen een verband met 30 elkaar vormen en de beide andere plaatsingsmiddelen of -ringen aangebracht zijn voor gecontroleerde, axiale verplaatsing. Aldus wordt met de principes van de uitvinding een snel monteerbare, betrouwbare buizenkoppeling verschaft .
35 Alternatief kunnen de buitenste plaatsingsmidde len of - ringen een verband met elkaar vormen en de beide andere plaatsingsmiddelen of - ringen aangebracht zijn ιοί 7 voor gecontroleerde, axiale verplaatsing.
Zoals vermeld kan het oogpunt afdichting zijn. In dat geval zal het druklichaam, voorzien van een afdichtend materiaal, een afdichting vormen voor een lekweg voor 5 fluïdum, zoals water of gas, langs het oppervlak van het ronde lichaam. Het druklichaam kan alternatief of in aanvulling daarop bij een trekbeveiligingsfunctie vervullen. Hiertoe kunnen de drukvlakken voorzien zijn van wrijvingverhogend middelen of profielen, zoals tandvormige 10 ribbels. Het ontwerp van de drukinrichting volgens de uitvinding maakt deze echter ook effectief in een beveiliging tegen axiale verschuiving onder invloed van druk. In een combinatie van afdichting en trek/drukbeveiliging kan het drukvlak samengesteld zijn, met een deel gevormd door 15 elastisch materiaal en een ander deel gevormd door een wrijvingsprofiel.
Vanuit nog een ander aspect verschaft de uitvinding een werkwijze voor het koppelen van twee in hoofdzaak in eikaars verlengde gelegen buizen, waarbij een afdich-20 tende mantel uitwendig of inwendig om het koppelgebied geplaatst wordt, aan twee op axiale afstand van elkaar gelegen ringen van de mantel een druklichaam volgens de uitvinding geplaatst wordt, met het zijvlak en tegendruk-vlak steunend in de mantel, en op beide andere zijvlakken 25 en tegendrukvlakken een plaatsingsring geplaatst wordt en vervolgens de axiale afstand tussen de plaatsingsringen en de daarbij gelegen mantelranden verkleind wordt, om aldus de afstand tussen de zijvlakken te verkleinen en de drukvlakken afdichtend aan te drukken tegen het oppervlak 30 van de betreffende buis.
In een ontwikkeling zijn de plaatsingsringen op een vaste axiale afstand van elkaar gelegen en vormen zij een geheel met de mantel, terwijl op de mantel, axiaal binnen de plaatsingsringen, twee ringen voorzien zijn die 35 in axiale richting versteld kunnen worden.
In een alternatieve ontwikkeling zijn de mantel-ringen vast met de mantel en zijn de plaatsingsringen 101 1520 8 verstelbaar in axiale richting.
Bij voorkeur bezit de mantel een zodanige relatieve diameter, dat enige kanteling van een buis mogelijk is, waartoe ook bijgedragen wordt door het feit dat de 5 drukvlakken een kleine afmeting zullen hebben in axiale richting.
Bij voorkeur geschiedt het naar elkaar toe dwingen van de mantelring en de plaatsingsring onder invloed van een voorspanning in het betreffende druk-10 lichaam.
Verder heeft het de voorkeur dat de plaats van de plaatsingsringen ten opzichte van de mantel ingesteld wordt, bij voorkeur met een stelbout, snelspanner of een wartel.
15 De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in:
Figuur 1 een gedeeltelijke dwarsdoorsnede door een buizenkoppeling, waarin opgenomen een voorbeelduitvoe-20 ring van drukinrichtingen volgens de uitvinding;
Figuren IA en 1B schematische weergave van een koppeling vergelijkbaar met die van figuur 1;
Figuur 2 een ander voorbeeld van een drukinrich-ting volgens de uitvinding; 25 Figuren 3A-C een schematische weergave van de werking van een drukinrichting volgens de uitvinding;
Figuren 4A-4I respectievelijk een aantal voorbeelden van drukinrichtingen volgens de uitvinding, bestemd voor afdichting en/of vastlegging; 30 Figuur 5 een verdere voorbeelduitvoering van een drukinrichting volgens de uitvinding, dubbel uitgevoerd voor vastlegging en afdichting;
Figuur 6 twee verdere voorbeelden van koppelingen van holle lichamen, maar dan nu met inwendige aanbren-35 ging.
De buizenkoppeling 1 van figuur 1 zorgt voor afdichtende koppeling van twee buizen 2 en 3, die een 101 i 52 0 9 verschillende diameter bezitten. Om de buis 2 is een stijve omlopende plaatsingsring 5 geplaatst, en om de buis 3 een vergelijkbare plaatsingsring 6. De tussenruimte in axiale richting tussen de buizen 2 en 3 wordt overbrugd 5 door een stijve mantel 4.
De plaatsingsring 5 is voorzien van een of meer lippen 7, met boutgaten 8. Op vergelijkbare wijze is de plaatsingsring 6 voorzien van een of meer lippen 9, met boutgat 10. De mantel 4 is op vergelijkbare wijze voorzien 10 van lippen 11 en 13 respectievelijk met boutgaten 12 en 14 .
De plaatsingsring 5 bepaalt een zitting 15, de plaatsingsring 6 een omlopende zitting 16, terwijl de mantel 4 aan beide einden met randen 50 en 60 vergelijkba-15 re omlopende zittingen 17 en 18 bepaalt. De zittingen 15, 16, 17 en 18 vormen een ondersteuning voor druklichamen volgens de uitvinding 19 en 20, in axiale en in buitenwaarts radiale richting. Zoals schematisch is weergegeven zijn deze druklichamen opgebouwd uit -althans in dwars-20 doorsnede beschouwd- twee min of meer stijve armen 31, die in het midden scharnierend met elkaar verbonden zijn. Aan de radiale binnenzijde is een bekleding 29 voorzien, die afdichtend kan werken en bijvoorbeeld van rubber, of een ander (elastisch) materiaal met vergelijkbare afdichtende 25 eigenschappen, kan zijn. Wanneer in de situatie weergegeven in figuur 1 bouten 21 en 22 aangebracht zijn, kunnen daarmee de plaatsingsring 5 en de plaatsingsring 6 axiaal naar de mantel 4 toe bewogen worden in de richting A en B, waardoor de zittingen 15 en 17 en 16 en 18 in axiale 30 richting naar elkaar toe gedwongen worden. De uiteinden van de armen 31 van de druklichamen 19 en 20 zullen eveneens naar elkaar toe gedwongen worden, maar kunnen met hun -axiaal gerichte- zijvlakken en -radiaal gerichte- tegen-drukvlakken vormende armeinden verdraaien in de zittingen 35 15-18, waardoor de scharnieren waarmee de armen met elkaar verbonden zijn in de richting C en D radiaal naar binnen gedwongen zullen worden. Hiermee wordt ook het vlak 28 1011520 10 waarmee de afdichting tegen de buizen 2 en 3 gedwongen wordt stevig aangedrukt voor optimale afdichting.
In figuur 1 is nog weergegeven dat doordat de diameter van de mantel 4 van de ring 5 en/of ring 6 ruim 5 is\zijn ten opzichte van de diameter van de buizen 2 en/of 3 en doordat de drukvlakken op de buizen relatief smal zijn, kunnen die buizen enigszins gekanteld worden, zodat te grote spanningen in de daarop aangesloten buisleidingen voorkomen kunnen worden en de plaatsing van de koppeling 10 vergemakkelijkt wordt, dan wel de leiding onder een gewenste, kleine hoek geplaatst kan worden. Ook is dan een kanteling mogelijk als gevolg van zettingen, waardoor te grote spanningen voorkomen worden.
In figuren IA en 1B is een en ander verder 15 aanschouwelijk gemaakt, waarbij te zien is dat de drukli-chamen 19' en 20' uit een aantal in omloopszin tegen elkaar of vlak bij elkaar geplaatste segmenten opgebouwd kunnen zijn. Om de segmenten bij elkaar te houden kunnen omlopende ringen 41a,b voorzien zijn, in dit geval door de 20 uiteinden van de armen 1 reiken.
Het druklichaam 30 weergegeven in figuur 2 is uit één geheel gevormd van bijvoorbeeld nylon, en omvat twee relatief vormvaste ringvormige gedeelten 32a, 32b, die steunlichamen vormen en waar vanuit armen 31a, 31b 25 naar elkaar toe reiken, welke armen met elkaar verbonden zijn middels bruggen 36. Tussen de armen en de bruggen, in omtreksrichting gezien, zijn spieetvormige ruimtes aanwezig, om ruimte te verschaffen voor toenadering van de armen en de bruggen wanneer deze radiaal binnenwaarts 30 bewogen worden. Om scheuren te voorkomen eindigen deze tussenruimtes in gaten 34a, die via wijder wordende spleten 33a uitmonden in spleten 37 tussen de bruggen.
De bruggen 36 zijn door hun dikte en vorm, waarbij een holte 39 bepaald is, te beschouwen als schar-35 nier waarmee de armen 31a, en 31b met elkaar verbonden zijn. De ringen 32a, 32b zijn voorzien van zijvlakken 35a,b en steun- en tegendrukoppervlakken 35c, 35d.
101 1523 11
In figuren 3A-C is het principe van de werking van het druklichaam volgens de uitvinding weergegeven. Weergegeven is een (segment van) druklichaam 130, dat voorzien is van twee armen 131a, 131b van relatief stijf 5 materiaal, die met elkaar verbonden zijn middels scharnier 136. Over het druklichaam 130 -dat de functie van geraamte vervult- is een doorlopende rubberen bekleding 140 aangebracht, die met gedeelten 135a, 135b om de uiteinden van de armen 131a, 131b geslagen is. Ter hoogte van het schar-10 nier is de bekleding 14 0 verdikt, en vormt aldaar een drukoppervlak 138. Begrepen zal worden dat een omlopende, aaneengesloten reeks van de weergegeven segmenten gevormd kan worden, waarbij de afdichtende bekleding doorlopend is.
15 Het druklichaam 130 opgebouwd uit deze segmenten is geplaatst in de buiskoppeling van figuur 1. Aldaar zorgen de zittingen 15-18 ervoor dat het steunoppervlak, weergegeven in figuur 3A en 3B met T, in radiale richting beschouwd plaatsvast is. Wanneer de uiteinden van de armen 20 131a, 131b axiaal naar elkaar toe worden bewogen in de richting A, zal het drukvlak 138 in de richting C radiaal naar binnen worden gedwongen, om de situatie weergegeven in figuur 3B te bereiken. De inwendige straal bepaald door een omlopende reeks drukvlakken 138 van Rl, zal dan ver-25 kleind zijn tot R2 (zie ook figuur 3C).
In de figuren 4A-4E is een aantal segmenten dat in een druklichaam volgens de uitvinding opgenomen kan worden weergegeven, waarbij begrepen zal worden dat de rubber bekleding weer omlopend is en meerdere segmenten 30 met elkaar verbonden kunnen zijn tot een omlopende serie.
In figuur 4A is het segment 230 weergegeven, dat twee armen 231a, 231b omvat, die met elkaar verbonden zijn middels een scharnier 236. Om deze armen is een rubber bekleding 240 aangebracht, eventueel onder rek in axiale 35 richting. Getekend is dat zich door de uiteinde van de armen een metalen deel uit strekt, dat een ringvorm heeft en opeenvolgende segmenten 230 met elkaar in omlopende 101 1520 12 serie houdt. De segmenten kunnen met de armuiteinden tegen elkaar liggen, maar als alternatief kunnen op een doorlopende ring afstandhouders bevestigd zijn, zodat de uiteinden van de opeenvolgende segmenten op de juiste afstand 5 van elkaar gehouden worden zonder dat ze direct tegen elkaar aanliggen.
Een alternatief voor het bevestigen van de rubberen manchet 240 op de armuiteinden en de segmenten met elkaar te verbinden is door in plaats van de ringen 10 opgenomen in de armuiteinden de armuiteinden verjongd uit te voeren en over het verjongde gedeelte een omlopende, in doorsnede U-vormig stalen ring te klemmen. De verjonging is zodanig dat het buitenoppervlak van de stalen ring vloeiend overgaat in het oppervlak van de armen. Het 15 rubber kan dan zonder dat er kans op beschadiging daarvan is over het armuiteinde bevestigd worden.
Begrepen zal worden dat de eventuele rek waarmee het rubber manchet 240 over de armuiteinden wordt geplaatst niet zo groot zal zijn dat de scharnierbeweging 20 tussen de armen bovenmatig gehinderd wordt. Immers, bij toenadering van de armen zal de lengte tussen de armuiteinden aan de radiale binnenzijde vergroot worden.
Een bijzonder aspect is dat de rubbermanchet aangebracht kan worden op het druklichaam volgens de 25 uitvinding door dit (eventueel ook) in omtreksrichting enigszins te rekken. Zonodig kunnen niet weergegeven voorzieningen getroffen worden om de armuiteinden in de (weergegeven) situatie voorafgaande aan plaatsing op afstand van elkaar te houden. Na plaatsing kan die voor-30 ziening of borging verwijderd worden, waarna de rubberen manchet ter plaatse van het drukvlak 238 weer naar zijn oorspronkelijke toestand zal willen neigen, en zal samentrekken, waardoor als het ware de armen vanzelf zullen meescharnieren en het drukvlak 238 radiaal naar binnen zal 35 worden bewogen. De armuiteinden worden hierbij in radiale zin op hun plaats gehouden door de omlopende ringen, die als -inwendig- steunlichaam functioneren.
ini ·’ £ o n
1 U l v ^ il*. O
13
Door het gebruik van een relatief stijf, maar door de scharniervrijheid vervormbaar druklichaam, gevormd door de beide armen en de al dan niet volkomen scharnier-verbinding daartussen, en het rubberen afdichtingsdeel, 5 wordt een goed functionerende, makkelijk aan te brengen en op de lange duur betrouwbaar werkende afdichting verkregen. Het stijve gedeelte danwel de stijve gedeelten van het druklichaam vormt hierbij als het ware een op gecontroleerde wijze vervormbaar geraamte voor het rubberen 10 afdichtingsdeel.
In figuur 4B is een alternatieve uitvoering weergegeven, die voor een groot deel overeenkomt met die van figuur 2. Hier vormen opeenvolgende segmenten dus een geheel met elkaar. Het druklichaam 330 is in het midden 15 voorzien van een en scharnier vormende brug 336, waarbij een rubberen bekleding 340 aangebracht is, die in een verdikt gedeelte drukvlak 338 vormt. In figuur 4B is aangegeven dat de rubberen manchet 340 zich niet over beide armen hoeft uit te strekken, maar mogelijk is dat 20 wel (gedeelte 340').
In figuur 4C is een druklichaam 430 weergegeven, waarvan de armen 431a, 431b ongelijke lengten bezitten.
In figuur 4D is een druklichaam 530 weergegeven, waarvan de armen met elkaar verbonden zijn middels twee 25 scharnieren 536a,b, terwijl ook het drukvlak 538 twee gedeelten bezit. De scharnieren 536a,b zijn scharnierbaar met elkaar verbonden middels tussen deel 537.
In figuur 4E is een druklichaam 630 weergegeven, dat net als figuur 4D twee scharnieren 636a,b heeft voor 30 de verbinding van de beide armen met elkaar, waarbij een drukvlak gevormd wordt door een reeks zaagtanden, die aangebracht zijn op een omlopende ring, die voorzien is van axiale/radiale ribben 637 en waarop telkens twee armen 631a,b scharnierbaar bevestigd zijn.
35 In figuur 4F-4J zijn schematische voorbeelden weergegeven van (segmenten voor) druklichamen volgens de uitvinding, die enkel bestemd zijn voor het vastleggen 101 1520 14 danwel koppelen, zonder dat een afdichting noodzakelijk is.
In figuur 4F is het druklichaam 730 weergegeven, dat in een scharnier 73 6 voorzien is van een reeks vast-5 grijptanden 739.
In figuur 4G is het druklichaam 830 weergegeven, waarvan één van de relatief stijve armen, die scharnier-baar met elkaar verbonden zijn, voorzien is van een reeks in één richting werkende tanden 839. Door verdraaiing van 10 de arm bij axiale toenadering van de armeinden komen de tanden als het ware automatisch in werkstand.
In figuur 4H is een druklichaam 930 weergegeven, dat voorzien is van twee scharnierbaar met elkaar verbonden armen, die aan hun uiteinden voorzien zijn van reeksen 15 aangrijptanden 939, die bij scharniering tijdens plaatsing naar elkaar toe en in een aangrijpende stand bewogen worden.
In figuur 41 is een (segment van een) druklichaam 1030 weergegeven, dat afdichting en vastlegging in 20 elkaar combineert. De arm 1031b is middels scharnier 1036b verbonden met een tussenstuk 1037, waarmee via scharnier 1036a de andere arm 1031a verbonden is. Het tussenstuk 1040 bezit een aangrijpvertanding 1039, terwijl over de arm 1031b een in omtreksrichting omlopende rubberen man-25 chet 1040 aangebracht is, die in axiale richting naast de vertanding 1039 een rubberen afdichtingsvlak 1038 verschaft.
Een gecombineerde vastleg- en afdichting kan ook verschaft worden met de opstelling weergegeven in figuur 30 5, die enigszins overeenkomt met die van figuur 1, waarbij het ene druklichaam 730 dient voor het vast leggen van de ene buis en het druklichaam 130 dient voor het vormen van de afdichting langs de andere buis.
Voordelig is in dit geval ook dat de lippen 35 waardoor heen de bout 21' voert met elkaar in lijn liggen, zodat met minder bouten volstaan kan worden en beide druklichamen met een enkele handeling op spanning gebracht tei 15 kunnen worden.
In figuur 6 is bovenaan een gebruik van een drukinrichting volgens de uitvinding weergegeven, waarbij deze omlopend is doch werkzaam is radiaal naar buiten toe.
5 De drukinrichting wordt hierbij geplaatst bijvoorbeeld in het inwendige van een rond lichaam, waar plaatsing van het druklichaam in een doortocht niet bezwaarlijk is omdat deze bijvoorbeeld geen transportfunctie voor vloeistof of vaste stof vervult.
10 Begrepen zal worden dat de weergegeven onderde len in de meeste gevallen omlopend zijn.
Bovenaan in figuur 6 zijn de omlopende lichamen 1102 en 1103 weergegeven, tegen de binnenoppervlakken waarvan twee omlopende druklichamen 1130 geplaatst zijn, 15 die voorzien zijn van rubber manchetten 1140 met tegen de binnenoppervlakken drukvlakken. De druklichamen 1130 zijn met hun scharnieren naar buiten gedwongen, op een wijze die vergelijkbaar is met die welke weergegeven is in figuur 1. Aldus zijn de ringen 1105 en 1106 naar elkaar en 20 naar de steunringen 1150 en 1160, die vast zijn op mantel 1104, gedwongen, middels een bout die door de openingen 1122 gevoerd is. Begrepen zal worden dat een aantal bouten in omtrekszin gebruikt zullen worden. Andere spanmiddelen, zoals een wartelconstructie, zijn ook mogelijk.
2 5 In de onderste helft van figuur 6 is een verge lijkbare opstelling weergegeven, maar nu zijn de rubberen manchetten 1141' van beide druklichamen 1130' als één geheel met elkaar gevormd middels manchetgedeelte 1170. De plaatsingsringen 1105' en 1106' zijn nu op een en hetzelf-30 de mantellichaam 1104' gevormd, maar nu zijn daarop twee axiaal verschuifbare open ringen 1170a,b aangebracht, die elk vast verbonden zijn met steunringen of -schouders 1150' en 1160'. Door de ringen 1170a,b uit elkaar te dwingen, bijvoorbeeld door daartussen een aantal keggen 35 1122' te slaan, worden de armen van de druklichamen 1130' naar elkaar toe gedwongen en de drukvlakken van de af-dichtmanchetten 1140' stevig tegen het oppervlak van de ··;.: :;: o 16 lichamen 1102 en 1103 gedrukt.
101 1520

Claims (26)

1. Ringvormige drukinrichting voor het aangrijpen van lichamen, in het bijzonder ronde lichamen, zoals buizen, omvattend een druklichaam met een -in dwarsdoorsnede beschouwd- stijf lichaam en met een of meer druk- 5 vlakken en omvattend middelen voor het tegen het oppervlak van het ronde lichaam brengen en gedrukt houden van de drukvlakken, waarbij het druklichaam een of meer tegengesteld aan de drukvlakken werkzame tegendrukvlakken bezit, twee tegengesteld gelegen zijvlakken bezit en -in 10 dwarsdoorsnede beschouwd- onder wijziging van de afstand tussen de zijvlakken verdraaibaar of vervormbaar is voor het in radiale richting ten opzichte van elkaar verplaatsen van de drukvlakken en de tegendrukvlakken.
2. Drukinrichting volgens conclusie 1, waarbij 15 de zijvlakken en de tegendrukvlakken gevormd zijn op een omlopend lichaamgedeelte, dat in omlooprichting continu of samengesteld kan zijn.
3. Drukinrichting volgens conclusie 2, waarbij het druklichaam een in hoofdzaak V- of U-vormige doorsnede 20 heeft, waarbij de drukvlakken bij voorkeur gelegen zijn op de buitenzijde van de basis van de V of U.
4. Drukinrichting volgens conclusie 2 of 3, waarbij het druklichaam opgebouwd is uit een aantal in omloopzin tegen elkaar aan geplaatste segmenten.
5. Drukinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de drukvlakken aan de radiaal meest binnen gelegen zijde van het druklichaam gelegen zijn.
6. Drukinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het druklichaam een omlopend steunli-30 chaam van vormvast materiaal bezit, bij voorkeur althans nabij de tegendrukvlakken. 101 :52 0
7. Drukinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het druklichaam meerdere naast elkaar omlopende vormvaste steunlichamen bezit.
8. Drukinrichting volgens een der voorgaande 5 conclusies, waarbij het druklichaam voorzien is van een inwendig scharnier.
9. Drukinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het druklichaam twee of meer stijve gedeelten omvat, die scharnierbaar met elkaar verbonden 10 zijn.
10. Drukinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het druklichaam een voorspanning bezit naar de werkzame stand.
11. Drukinrichting volgens conclusie 10, waarbij 15 de voorspanning bewerkstelligd wordt middels een elastisch materiaal aan het druklichaam.
12. Druklichaam volgens conclusie 11, waarbij het elastische materiaal gevormd wordt door een afdich-tingsring.
13. Samenstel van een drukinrichting volgens een der voorgaande conclusies en een lichaam, zoals een buis, waarbij het druklichaam met de tegendrukvlakken aansteunt tegen in radiale richting plaatsvast ten opzichte van het lichaam opgestelde, stijve plaatsingsmiddelen, zoals 25 plaatsingsringen.
14. Samenstel volgens conclusie 13, waarbij een tweede vergelijkbaar samenstel in het verlengde bijgeplaatst is, waarbij de middelste plaatsingsmiddelen een verband met elkaar vormen en de beide andere plaatsings- 30 middelen aangebracht zijn voor gecontroleerde, axiale verplaatsing ten opzichte daarvan.
15. Samenstel volgens conclusie 14, waarbij de beide lichamen buisvormig zijn met een verschillende diameter en de plaatsingsmiddelen, zoals plaatsingsringen, 35 daarvoor een verschillende diameter bezitten.
16. Samenstel volgens conclusie 13, 14 of 15, waarbij het druklichaam of de druklichamen een afdichting 101 1520 vormen voor een lekweg voor fluïdum, zoals water of gas, langs het oppervlak van het ronde lichaam.
17. Drukinrichting omvattend een of meer van de in de beschrijving omschreven en/of in de tekeningen 5 weergegeven kenmerkende maatregelen.
18. Samenstel omvattend een of meer van de in de beschrijving omschreven en/of in de tekeningen weergegeven kenmerkende maatregelen.
19. Werkwijze voor het koppelen van twee althans nagenoeg in eikaars verlengde gelegen buizen, waarbij een afdichtende mantel inwendig of uitwendig om het koppelge-bied geplaatst wordt, aan twee op axiale afstand van elkaar gelegen ringen van de mantel een druklichaam volgens de uitvinding geplaatst wordt, met het zijvlak en tegendrukvlak steunend in de mantel, en op beide andere zijvlakken en tegendrukvlakken een plaatsingsring geplaatst wordt en vervolgens de axiale afstand tussen de plaatsingsringen en de daarbij gelegen mantelringen verkleind wordt, om aldus de afstand tussen de zijvlakken te verkleinen en de drukvlakken afdichtend aan te drukken tegen het oppervlak van de betreffende buis.
20. Werkwijze volgens conclusie 19, waarbij de plaatsingsringen op een vaste axiale afstand van elkaar gelegen en vormen zij een geheel met de mantel, terwijl op de mantel, axiaal binnen de plaatsingsringen, twee ringen voorzien zijn die in axiale richting versteld kunnen worden.
21. Werkwijze volgens conclusie 19, waarbij de mantelringen vast met de mantel zijn en de plaatsingsringen verstelbaar zijn in axiale richting.
22. Werkwijze volgens conclusie 21, waarbij het naar elkaar toe dwingen van de mantelring en de plaatsingsring geschiedt onder invloed van een voorspanning in het betreffende druklichaam.
23. Werkwijze volgens een der conclusies 19-22, waarbij de plaats van de plaatsingsringen ten opzichte van de mantel ingesteld wordt, bij voorkeur met een stelbout, '!<>«* : r o q wartel of snelspanner.
24. Werkwijze volgens een der conclusies 19-23, waarbij de mantel een zodanige relatieve diameter bezit, dat enige kanteling van een buis mogelijk is, waartoe ook bijgedragen wordt door het feit dat de drukvlakken een kleine afmeting zullen hebben in axiale richting.
25. Drukinrichting voor het voor verbinding aangrijpen van lichamen, in het bijzonder ronde lichamen zoals buizen, omvattend een druklichaam met een -in dwarsdoorsnede beschouwd- relatief stijf gedeelte en met een of meer drukvlakken en tegengesteld daaraan werkzame tegen-drukvlakken, en omvattend middelen voor het tegen het oppervlak van het te verbinden lichaam brengen en gedrukt houden van de drukvlakken, welke middelen werkzaam zijn door het vergroten van de radiale afstand tussen de drukvlakken en de tegendrukvlakken.
26. Drukinrichting voor het voor verbinding aangrijpen van lichamen, in het bijzonder ronde lichamen zoals buizen, omvattend een druklichaam met een -in dwarsdoorsnede beschouwd- relatief stijf gedeelte en met een of meer drukvlakken die in de uitgangspositie een omtreksbaan bepalen met een omvang, en omvattend middelen voor het in de werkpositie, tegen het oppervlak van het te verbinden lichaam brengen en gedrukt houden van de drukvlakken, welke middelen werkzaam zijn door het wijzigen, in het bijzonder verkleinen, van de omvang van de omtreksbaan door vervorming van de dwarsdoorsnede van het druklichaam. -o-o-o-o-o-o-o-o- AF i U l S W Vj
NL1011520A 1999-03-10 1999-03-10 Drukinrichting voor het vastleggen of afdichten van lichamen. NL1011520C2 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011520A NL1011520C2 (nl) 1999-03-10 1999-03-10 Drukinrichting voor het vastleggen of afdichten van lichamen.
EP00911484A EP1165999A1 (en) 1999-03-10 2000-03-10 Pressure device for the securing or sealing of bodies
PCT/NL2000/000162 WO2000053964A1 (en) 1999-03-10 2000-03-10 Pressure device for the securing or sealing of bodies
AU33351/00A AU3335100A (en) 1999-03-10 2000-03-10 Pressure device for the securing or sealing of bodies
NO20014378A NO20014378L (no) 1999-03-10 2001-09-10 Trykkanordning for å feste eller tette legemer

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011520A NL1011520C2 (nl) 1999-03-10 1999-03-10 Drukinrichting voor het vastleggen of afdichten van lichamen.
NL1011520 1999-03-10

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1011520C2 true NL1011520C2 (nl) 2000-09-12

Family

ID=19768812

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1011520A NL1011520C2 (nl) 1999-03-10 1999-03-10 Drukinrichting voor het vastleggen of afdichten van lichamen.

Country Status (5)

Country Link
EP (1) EP1165999A1 (nl)
AU (1) AU3335100A (nl)
NL (1) NL1011520C2 (nl)
NO (1) NO20014378L (nl)
WO (1) WO2000053964A1 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
PT2000728E (pt) * 2006-03-29 2010-01-28 Belgicast Internacional S L U Junta de estanqueidade universal
ES2535346A1 (es) * 2013-11-06 2015-05-08 Bsh Electrodomésticos España, S.A. Dispositivo de unión, disposición de conducto de gas, punto de cocción, y aparato de cocción
CH709441A2 (de) * 2014-03-20 2015-09-30 Theodor Wüst Steckmuffe.

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3662867A (en) * 1970-03-13 1972-05-16 Robert B Kinzbach Force transmitting coupling
EP0168069A1 (en) 1984-05-17 1986-01-15 Dresser Europe S.A. Tube coupling
US5037144A (en) * 1990-05-02 1991-08-06 Amsted Industries Incorporated Restrained pipe joint
DE4339361A1 (de) * 1993-10-06 1995-06-22 Manibs Spezialarmaturen Vorrichtung zum mediendichten Anschluß eines Rohres
DE19542463A1 (de) * 1995-11-15 1997-05-28 Mero Gmbh & Co Kg Rohrkupplung

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3662867A (en) * 1970-03-13 1972-05-16 Robert B Kinzbach Force transmitting coupling
EP0168069A1 (en) 1984-05-17 1986-01-15 Dresser Europe S.A. Tube coupling
US5037144A (en) * 1990-05-02 1991-08-06 Amsted Industries Incorporated Restrained pipe joint
DE4339361A1 (de) * 1993-10-06 1995-06-22 Manibs Spezialarmaturen Vorrichtung zum mediendichten Anschluß eines Rohres
DE19542463A1 (de) * 1995-11-15 1997-05-28 Mero Gmbh & Co Kg Rohrkupplung

Also Published As

Publication number Publication date
NO20014378L (no) 2001-11-12
WO2000053964A1 (en) 2000-09-14
EP1165999A1 (en) 2002-01-02
AU3335100A (en) 2000-09-28
NO20014378D0 (no) 2001-09-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU2004235398B2 (en) Gasket for pipe coupling and pipe coupling incorporating same
FI85058C (fi) Roerkoppling.
NL1002514C2 (nl) Koppelinrichting.
ES2263989T3 (es) Acoplamiento de tubos con manguito dividido.
US20090200797A1 (en) Pipe fitting and pipe coupling assembly employing such fitting
KR20080073726A (ko) 실링 링을 가진 파이프라인 커플링 및 농후 물체의 송출용파이프라인 시스템
JP6527870B2 (ja) 動的軸方向拘束システムを有する管継手
NL1011520C2 (nl) Drukinrichting voor het vastleggen of afdichten van lichamen.
EP2193981A1 (en) Mudguard suspension strut
CA1128093A (en) Pipe coupling with open sleeve
KR102276622B1 (ko) 너트형 이탈방지압륜을 이용한 관의 결합 구조
EP4237722A1 (en) Pipe coupling apparatus
WO2001086187A1 (en) Joiner for pipe ends
GB2167146A (en) Pipe coupling
EP0595874A1 (en) Hose end fitting and assembly
CA1243057A (en) Pipe restraint device
BE818531A (fr) Procede et appareil perfectionnes pour comprimer des manchons sur des barres d&#39;armature
AU541564B2 (en) Pipe coupling with open sleeve
NL1024742C2 (nl) Klemring, werkwijze voor het met behulp van klemming aan elkaar bevestigen van twee cilinderdelen en een systeem omvattende een flexibele buis, een rigide buis en een dergelijke klemring.
BE513797A (nl)
US20030193191A1 (en) Joiner for pipe ends
BE423592A (nl)
BE413804A (nl)
NL8902729A (nl) Buiskoppeling.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20041001