NL1011153C2 - Sluitkomsamenstel. - Google Patents

Description

Sluitkomsamenstel

De uitvinding heeft betrekking op een sluitkomsamenstel voor een sluitschoot, zoals een dagschoot of een nachtschoot, voor een deur- of raamvleugel.

5 Dergelijke sluitkomsamenstellen zijn algemeen bekend. De sluitkom is daarbij opgenomen in een sparing in de staander van een kozijn voor de vleugel, op enige afstand van de sluitrand, dat wil zeggen de rand in het kozijn die de begrenzing vormt voor de sluitende zwaaibe-10 weging van de vleugel.

De sluitkom bezit een rand danwel wand die aan de openingszijde gelegen is en een vaste of stijve aanslag vormt voor de betreffende schoot, zodat deze niet onopzettelijk en slechts bij bevoegde bediening, bij terugtrekken 15 van de schoot uit de opneemruimte van de sluitkom, langs het naar de dag van het betreffende kozijndeel gekeerde oppervlak naar buiten kan bewegen.

Voor een goede sluiting is het nodig dat er overeenstemming bestaat tussen de afstand van de rand van 20 de vleugel die aankomt tegen de sluitrand van het kozijn en het naar de openende zijde gekeerde oppervlak van de betreffende schoot. Indien deze gelijk is aan de afstand tussen sluitrand en aanslag, dan is de sluiting speling-vrij . Door verschillen in dikten van de in de handel 25 verkrijgbare schoten en door werking in de vleugels over het jaar als gevolg van wijzigingen in het vochtgehalte is 1011153 2 dit echter een illusie. Een vaste instelling van de aanslag zal daardoor -indien geschikt voor het betreffende deur- of raamslot- op den duur speling toelaten.

Met een bekende uitvoering is hierin verbetering 5 verschaft, waarbij op de sluitkom een verstelbare aanslag-plaat bevestigd is, die voorzien is van een vertanding die ingrijpt op een vertanding op de sluitkom. Het geheel is afgedekt door een dek- of sluitplaatje. Wanneer de schoot gaat klapperen verwijdert men eerst de schroeven waarmee 10 het dekplaatje vast zit aan de sluitkom en de sluitkom zelf aan het kozijn en haalt men dit dekplaatje weg. Vervolgens maakt men de schroef waarmee de aanslagplaat op de sluitkom bevestigd is enigszins los, en wel zover dat de aanslagplaat met de hand opgelicht kan worden en met de 15 hand naar een andere positie ten opzichte van de sluitkom bewogen kan worden, waarna men de genoemde schroeven weer aandraait. Een nadeel hiervan is dat de verstelling niet traploos kan plaatsvinden, maar bepaald is door de tand-steek, maar bovendien manipulatie met de hand vergt, 20 waarvoor de nodige precisie en beheersing vereist is. Voorts vergt de vervaardiging en samenstelling van dit bekende sluitkomsamenstel relatief veel inspanning.

In een andere bekende uitvoering is de sluitkom dubbel uitgevoerd voor ontvangst van zowel nachtschoot als 25 dagschoot. De sluitkommen zijn in het kozijn vastgelegd mede middels een door de bodem van een van de sluitkommen reikende schroef. De sluitkommen zijn met behulp van aan de sluitplaat aangebrachte, van een inbusgat voorziene ex-centerklinken in zwaairichting beweegbaar bevestigd aan de 30 sluitplaat. Met behulp van een schroefje is de positie van de sluitkommen op de sluitplaat vastgelegd. Bij het verstellen wordt eerst dat schroefje losgedraaid en vervolgens de sluitkommen over de gewenste afstand verplaatst, met verdraaiing van de excenterklinken, waarna 35 het schroefje weer wordt vastgezet. Een nadeel hierbij is dat de schroef waarmee de sluitkommen aan het kozijn vastgezet zijn de verplaatsing hindert en dus eventueel 1011153 3 ook los gemaakt zal moeten worden. Dit sluitkomsamenstel vergt voorts veel inspanning om te maken en is daardoor relatief kostbaar.

De uitvinding heeft tot doel een eenvoudig en 5 traploos te verstellen sluitkomsamenstel van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen. Hiertoe wordt voorzien in een sluitkomsamenstel voor een sluitschoot, zoals een dagschoot of een nachtschoot, voor een deur- of raamvleugel, omvattend een met behulp van sluitkombeves-10 tigingsmiddelen in het bijbehorende kozijn te bevestigen sluitkom met een opneemruimte voor de schoot en een daarop bevestigd aanslagmiddel voor het naar de vleugelzijde begrenzen van de opneemruimte, waarbij het aanslagmiddel middels aanslagbevestigingsmiddelen bevestigd is aan de 15 sluitkom, waarbij voorts verstelmiddelen voorzien zijn voor het in zwaairichting van de vleugel verstellen van de positie van de aanslagmiddelen op de sluitkom, waarbij de verstelmiddelen een excenterlichaam omvatten, dat voorzien is van een doorgang met een hartlijn voor door-20 voer van de aanslagbevestigingsmiddelen en van concentrisch om een hartlijn omlopende vlakken, waarbij voorts middelen voorzien zijn voor het verschaffen van een draai-leger voor de concentrische vlakken van het excenterlichaam voor verdraaiing om de hartlijn, waarbij de aanslag-25 middelen voorzien zijn van langgaten die zich in zwaairichting uitstrekken.

Hiermee is een traploze, ongehinderde verstelling van de aanslag mogelijk en wordt bespaard op het aantal aparte verbindingen.

30 Wanneer een dekplaatje afwezig is behoeven de aanslagbevestigingsmiddelen slechts een weinig te worden gelost, waarna bij dezelfde plaats de verstelling kan worden uitgevoerd, waarbij het excenterlichaam op zijn plaats gehouden worden door de aanslagbevestigingsmidde-35 len.

Bij voorkeur omvatten de draailegermiddelen een busgedeelte op het excenterlichaam, dat nauw in een beves- 1011153 4 tigingsgat van de sluitkora past. Hierdoor kan het aanslag-middel ook bij -tijdelijke- afwezigheid van een schroef of iets dergelijks tijdens het verstellen op zijn plaats tegen de sluitkom gehouden worden. De concentrische vlak-5 ken worden hierbij gevormd door het buitenoppervlak van het busgedeelte.

Bij voorkeur reikt het excenterlichaam met het busgedeelte in de langgaten en wordt het daardoor geleid in zwaairichting. Het busgedeelte en daarmee het excenter-10 lichaam blijven daarmee op zekere wijze in verticale richting op hun plaats.

Bij voorkeur omvatten de verstelmiddelen het excenterlichaam aan weerszijden -beschouwd in zwaairichting- grijpende oppervlakken op de aanslagmiddellen.

15 In een voordelige verdere ontwikkeling van het sluitkomsamenstel volgens de uitvinding is het excenterlichaam voorzien van een opneemruimte voor het eind van een schroevendraaier, waarbij de opneemruimte naast de doorgang gelegen is. Het verstellen van het excenterlichaam 20 kan daardoor plaatsvinden nadat de aanslagbevestigingsmid-delen slecht een zeer weinig zijn losgemaakt.

Bij voorkeur bezit het excenterlichaam een boring voor passende doorvoer van een bevestigingsmiddel zoals een schroef. De binnenoppervlakken van de boring 25 kunnen hierbij functioneren als de voornoemde concentrische vlakken.

Bij voorkeur zijn de aanslagmiddelen gevormd op een langwerpige aanslagplaat, die nabij de uiteinden voorzien is van de aanslagbevestigingsmiddelen en verstel-30 middelen.

Bij voorkeur is de aanslagplaat voorzien van een in de sluitkom reikende omgezette aanslag, teneinde een groot aanslagoppervlak aan te kunnen bieden, dat ook na enige gebruiksvervorming betrouwbaar kan blijven werken.

35 De aanslagplaat is bij voorkeur voorzien van tenminste een in lengterichting over de sluitkom reikende rand, waarachter een haakvormige schoot of sluithaak kan 1011153 5 grijpen. Hiermee wordt bereikt dat het sluitkomsamenstel ook kan worden gebruikt bij hedendaagse raamsluitconstruc-ties, waarin bij het verdraaien van de handgreep van het raam een of meer sluithaken in een bijbehorende sluitkom 5 draaien. Hierbij heeft de schoot een extra opsluitfunctie in de vorm van een haak, die achter de aanslagplaat in de sluitkom haakt en in openende richting wordt tegengehouden door de op de juiste plaats gestelde aanslagplaat, zodat klapperen voorkomen wordt.

10 Bij voorkeur is de aanslagplaat aan twee tegen overgelegen zijden voorzien van een dergelijke rand, zodat hetzelfde sluitkomsamenstel -anders dan in de stand van de techniek- zowel voor rechtszwaaiende als voor linkszwaai-ende ramen geschikt is.

15 Verdere vereenvoudiging wordt volgens de uitvin ding bereikt doordat de aanslagbevestigingsmiddelen deel uitmaken van de sluitkombevestigingsmiddelen.

Nog verdere vereenvoudiging wordt bereikt indien bij aanwezigheid van een dekplaat voor afdekking van de 20 sluitkom en de aanslagmiddelen deze dekplaat op losmaakbare wijze bevestigd is aan het excenterlichaam of aan het aanslagmiddelbevestigingsmiddel.

Bij voorkeur zijn de aanslagbevestigingsmiddelen schroeven.

25 De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een in de bijvoegde tekeningen weergegeven voor-beelduitvoering.

Getoond wordt in:

Figuren 1A-C respectievelijk in vooraanzicht, 30 zijaanzicht en eindaanzicht een sluitkom voor een sluitkomsamenstel volgens de uitvinding;

Figuren 2A-C respectievelijk een vooraanzicht, zijaanzicht en eindaanzicht, van een verstelbare schoot-aanslagplaat voor een sluitkomsamenstel volgens de uitvin-3 5 ding ;

Figuren 3A en 3B respectievelijk een onderaanzicht en een zijaanzicht van een excentrische verstelnok 1011153 6 voor een sluitkomsamenstel volgens de uitvinding;

Figuur 4 een dekplaatje voor een sluitkomsamenstel volgens de uitvinding;

Figuren 5A en 5B respectievelijk een vooraan-5 zicht en een zijaanzicht van een samengesteld sluitkomsamenstel volgens de uitvinding, waarin opgenomen de in voorgaande figuren getoonde componenten; en

Figuur 6 een alternatieve aanslagplaat, bestemd voor haakvormige raamschoten.

10 De in de figuren IA-1C weergegeven sluitkom 1 van metaal bepaalt een opneemruimte of kom 8 voor een (nacht)schoot van een deur, welke kom 8 omgeven wordt door een omtrekswand 7 en naar beneden toe begrensd wordt door een bodem 6. Aan de openingszijde van de omtrekswand 7 15 zijn twee flenzen 2 en 3 gevormd, die elk voorzien zijn van een gat 4, 5 voor een bevestigingsmiddel, zoals een schroef voor het bevestigen van de sluitkom in een kozijn. Zoals hieronder nog besproken zal worden bezitten de gaten 4 en 5 echter een diameter die groter is dan gebruikelijk.

20 De in de figuren 2A-C weergegeven aanslagplaat 10 is bestemd om op de sluitkom 1, aan de openingszi jde daarvan, geplaatst te worden en is eveneens van metaal vervaardigd. De aanslagplaat 10 bezit twee platte einddelen 12, 13 waarin zittingen 16, 17 uitgespaard zijn, die 25 begrensd worden door opstaande randen 18, 19, welke twee evenwijdige, verticale rechte randen 18a, 18b en 19a, 19b en cirkelvormig gebogen randen 18c en 19c omvatten. In de zittingen 16, 17 zijn langgaten 14, 15 gemaakt, die zich uitstrekken in de richting A.

30 De beide einddelen 12, 13 zijn met elkaar ver bonden door een tussen- of aanslagdeel 20, dat een opstaande langswand 20a omvat, alsmede omgezette eindwanden 3 9a, 3 9b. Het naar binnen gekeerde oppervlak 11 van de wand 39c dient als aanslag voor de nachtschoot.

35 In figuren 3A en 3B is weergegeven één van de twee identieke excentrische verstelnokken 30, die elk een plaatje 31 en een bus 32 omvatten en vervaardigd zijn van 1011153 7 metaal. In het plaatje 31 en de bus 32 is een doorgaande cirkelcilindervormige boring 33 aangebracht. Aan de zijde van het plaatje 31 is in de toegang van de boring 33 een verruimde sparing 34 aangebracht, waarin de kop van een 5 schroef opgenomen kan worden, zodat deze schroef niet uitsteekt van het plaatje 31. Het plaatje 31 is voorts voorzien van een sleuf 35, waarin de kop van een schroevendraaier past.

Tenslotte is in figuur 4 weergegeven een dek-10 plaatje 22, dat plat is en vervaardigd is van metaal, en voorzien is van een centrale doorgang 25 voor een schoot en van twee gaten 23 en 24 voor een bevestigingsmiddel zoals een schroef.

In de samengestelde toestand, weergegeven in 15 figuren 5A en 5B is de aanslagplaat 10 op de sluitkom 1 geplaatst, en zijn de verstelnokken 30 zodanig geplaatst, dat zij met hun bussen 32 door de langgaten 14, 15 en in de gaten 4, 5 reiken. De bussen 32 hebben een zodanig diameter, dat zij nauw passend opgenomen zijn in de gaten 20 4, 5. De plaatjes 31 van de verstelnokken 30 liggen hier bij op de zittingen 16, 17, met een -in de richting A beschouwd- nauwe passing tussen de tegenover elkaar gelegen gedeelten van de opstaande randen 18, 19. De wanden 39a-c reiken tot in de kom 8. In figuur 5A is het sluit-25 komsamenstel weergegeven zonder dekplaatje 22, en in figuur 5B mèt dekplaatje 22.

Tijdens gebruik worden de diverse genoemde bestanddelen van het sluitkomsamenstel volgens de uitvinding bijeen gehouden door middel van schroeven, die con-3 0 centrisch door de gaten 23, 24 van de eventuele dekplaat 20, door de boringen 33' van de verstelnokken 30 heen, in het hout van het kozijn geschroefd zijn, en zich bij doorgang door de boringen 33 meteen ook concentrisch door de gaten 4, 5 en ook door de gaten 14, 15 uitstrekken.

35 Het instellen danwel verstellen van de positie van het aanslagvlak 11 ten opzichte van de sluitrand in het kozijn kan op verschillende manieren plaatsvinden.

1011153 8

Volgens een eerste manier, indien een dekplaatje aanwezig is, worden de beide genoemde schroeven verwijderd om het dekplaatje weg te kunnen halen. Doordat de verstelnokken 3 0 met hun bussen 32 in de gaten 4, 5 reiken en de sluit-5 kom 1 zoals gewoonlijk met enige wrijving in het kozijn zal zijn opgenomen, waarbij de sluitkom 8 zelf ook ondersteund wordt in het kozijn, zullen de sluitkom 1 en de aanslagplaat 10 op hun plaats blijven. Vervolgens pakt men een schroevendraaier en steekt die met het eind in de 10 gleuven 35 van de verstelnokken 30, om de verstelnokken in gelijke mate te verdraaien, waardoor het aanslagvlak 11 in de richting A bewogen zal worden, met behoud van zijn uitrichting. Op de verstelnokken kan een maatverdeling zijn aangegeven voor een indicatie van het aantal millime-15 ters dat het aanslagvlak 11 verplaatst wordt bij een verdraaiing over een bepaalde hoek. Tijdens verdraaiing van de verstelnokken 30 blijft het busgedeelte 32 in de richting A en een richting loodrecht daarop beschouwd ten opzichte van de sluitkom, in het bijzonder de gaten 4, 5, 20 op zijn plaats, en in de richting loodrecht op de richting A ten opzichte van de aanslagplaat 10 op zijn plaats door zijn nauwe passing tussen de langsranden van langgaten 14, 15. Door de excentrische opstelling van het plaatje 31 ten opzichte van de bus 32 en het aanliggen tegen de randen 25 18, 19 wordt de aanslagplaat 10 wel in de richting A verplaatst. Nadat de juiste stand bereikt is verwijdert men de schroevendraaier en plaatst men het dekplaatje 22 weer op de aanslagplaat 10 en vervolgens draait men de schroeven weer in en vast.

3 0 Waar een dekplaatje 22 niet nodig is en de schroeven direct op en in de verstelnokken 30 liggen, behoeft men de schroeven slechts een weinig los te draaien totdat de verstelnokken verdraaid kunnen worden. Elk risico van uitvallen van onderdelen wordt daarmee verme-35 den. Nadat met behulp van de schroevendraaier de verstelnokken 30 over de gewenste hoek verdraaid zijn draait men beide schroeven weer vast.

i 1011153 9

De uitvoering van een aanslagplaat met aan beide einden gedeelten voor bevestiging aan de sluitkom maakt het mogelijk om deze aan te passen voor gebruik bij een raamsluiting waarbij de raamhendel of het systeem van 5 raamhendels voorzien is van haakvormige schoten. Hiertoe zijn de beide einddelen 112, 113, zoals weergegeven in figuur 6, verder doorgezet naar binnen toe, om een in gemonteerde toestand vóór de opening in de sluitkom reikende wand te vormen, waarachter de haakvormige schoot kan 10 grijpen. Het aanslagvlak 111 kan hierbij weer op de hiervoor omschreven wijze op de juiste positie ingesteld worden. Door zowel bovenaan als benedenaan een dergelijke opsluitwand te voorzien, zal men eenzelfde aanslagplaat 100 zowel voor linksdraaiende als rechtsdraaiende ramen 15 kunnen gebruiken, met juiste positie van het aanslagvlak.

1011153

Claims (14)

1. Sluitkomsamenstel voor een sluitschoot, zoals een dagschoot of een nachtschoot, voor een deur- of raamvleugel, omvattend een met behulp van sluitkombeves-tigingsmiddelen in het bijbehorende kozijn te bevestigen 5 sluitkom met een opneemruimte voor de schoot en een daarop bevestigd aanslagmiddel voor het naar de vleugelzijde begrenzen van de opneemruimte, waarbij het aanslagmiddel middels aanslagbevestigingsmiddelen bevestigd is aan de sluitkom, waarbij voorts verstelmiddelen voorzien zijn 10 voor het in zwaairichting van de vleugel verstellen van de positie van de aanslagmiddelen op de sluitkom, waarbij de verstelmiddelen een excenterlichaam omvatten, dat voorzien is van een doorgang met een hartlijn voor doorvoer van de aanslagbevestigingsmiddelen en van concen-15 trisch om een hartlijn omlopende vlakken, waarbij voorts middelen voorzien zijn voor het verschaffen van een draai-leger voor de concentrische vlakken van het excenterlichaam voor verdraaiing om de hartlijn, waarbij de aanslagmiddelen voorzien zijn van langgaten die zich in zwaai-20 richting uitstrekken.

2. Sluitkomsamenstel volgens conclusie 1, waarbij de draailegermiddelen een busgedeelte op het excenterlichaam omvatten, dat nauw in een bevestigingsgat van de sluitkom past.

3. Sluitkomsamenstel volgens conclusie 2, waar bij het excenterlichaam met het busgedeelte in de langgaten reikt en daardoor geleid wordt in zwaairichting.

4. Sluitkomsamenstel volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de verstelmiddelen het excenterlichaam aan 30 weerszijden -in zwaairichting beschouwd- grijpende oppervlakken op de aanslagmiddelen omvatten. 1011153

5. Sluitkomsamenstel volgens een der conclusies 1-4, waarbij het excenterlichaam voorzien is van een opneemruimte voor het eind van een schroevendraaier, waarbij de opneemruimte naast de doorgang gelegen is.

6. Sluitkomsamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het excenterlichaam een boring bezit voor passende doorvoer van een bevestigingsmiddel zoals een schroef.

7. Sluitkomsamenstel volgens een der voorgaande 10 de aanslagmiddelen gevormd zijn op een langwerpige aanslagplaat, die nabij de uiteinden voorzien is van de aanslagbevestigingsmiddelen en verstelmiddelen.

8. Sluitkomsamenstel volgens conclusie 7, waarbij de aanslagplaat voorzien is van een in de sluitkom 15 reikende omgezette aanslag.

9. Sluitkomsamenstel volgens conclusie 7 of 8, waarbij de aanslagplaat voorzien is van tenminste een in lengterichting over de sluitkom reikende rand, waarachter een haakvormige schoot kan grijpen.

10. Sluitkomsamenstel volgens conclusie 9, waar bij de aanslagplaat aan twee tegenovergelegen zijden voorzien is van een dergelijke rand.

11. Sluitkomsamenstel volgens conclusie een der voorgaande conclusies, waarbij de aanslagbevestigingsmid- 25 delen deel uitmaken van de sluitkombevestigingsmiddelen.

12. Sluitkomsamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de aanslagbevestigingsmiddelen schroeven zijn.

13. Sluitkomsamenstel voorzien van een of meer 30 van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.

14. Aanslagplaat voor een schoot, kennelijk geschikt voor het sluitkomsamenstel volgens een der voor- 35 gaande conclusies. -o-o-o-o-o-o-o-o- 1011153