NL1011139C2 - Werkwijze en inrichting voor het scheiden van mest. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het scheiden van mest. Download PDF

Info

Publication number
NL1011139C2
NL1011139C2 NL1011139A NL1011139A NL1011139C2 NL 1011139 C2 NL1011139 C2 NL 1011139C2 NL 1011139 A NL1011139 A NL 1011139A NL 1011139 A NL1011139 A NL 1011139A NL 1011139 C2 NL1011139 C2 NL 1011139C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
manure
sieve
fraction
screen
frame
Prior art date
Application number
NL1011139A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1011139A1 (nl
Inventor
Gerrit Ten Kate
Leendert Noordegraaf
Original Assignee
Gerrit Ten Kate
Leendert Noordegraaf
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gerrit Ten Kate, Leendert Noordegraaf filed Critical Gerrit Ten Kate
Priority to NL1011139A priority Critical patent/NL1011139C2/nl
Publication of NL1011139A1 publication Critical patent/NL1011139A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1011139C2 publication Critical patent/NL1011139C2/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C05FERTILISERS; MANUFACTURE THEREOF
    • C05FORGANIC FERTILISERS NOT COVERED BY SUBCLASSES C05B, C05C, e.g. FERTILISERS FROM WASTE OR REFUSE
    • C05F3/00Fertilisers from human or animal excrements, e.g. manure
    • C05F3/06Apparatus for the manufacture
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D29/00Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor
    • B01D29/01Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor with flat filtering elements
    • B01D29/05Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor with flat filtering elements supported
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D29/00Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor
    • B01D29/50Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor with multiple filtering elements, characterised by their mutual disposition
    • B01D29/52Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor with multiple filtering elements, characterised by their mutual disposition in parallel connection
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D29/00Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor
    • B01D29/50Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor with multiple filtering elements, characterised by their mutual disposition
    • B01D29/56Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor with multiple filtering elements, characterised by their mutual disposition in series connection
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D29/00Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor
    • B01D29/88Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor having feed or discharge devices
    • B01D29/90Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor having feed or discharge devices for feeding
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D29/00Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor
    • B01D29/88Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor having feed or discharge devices
    • B01D29/94Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor having feed or discharge devices for discharging the filter cake, e.g. chutes
    • B01D29/945Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor having feed or discharge devices for discharging the filter cake, e.g. chutes for continuously discharging concentrated liquid
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D29/00Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor
    • B01D29/96Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor in which the filtering elements are moved between filtering operations; Particular measures for removing or replacing the filtering elements; Transport systems for filters
    • B01D29/965Device for changing the inclination of the filtering element
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A40/00Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
    • Y02A40/10Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
    • Y02A40/20Fertilizers of biological origin, e.g. guano or fertilizers made from animal corpses
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02PCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES IN THE PRODUCTION OR PROCESSING OF GOODS
    • Y02P20/00Technologies relating to chemical industry
    • Y02P20/141Feedstock
    • Y02P20/145Feedstock the feedstock being materials of biological origin

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Treatment Of Sludge (AREA)

Description

WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET SCHEIDEN VAN MEST
De onderhavige uitvinding heeft volgens een eerste aspect betrekking op het werkwijze voor het scheiden van ten minste een gedeeltelijk vloeibare mest, omvattende: 5 - het aanvoeren van de mest; - 'het scheiden van de mest in een eerste en tweede mestfractie; en - het opvangen van de eerste en/of tweede mestfractie.
10 Volgens een ander aspect heeft de uitvinding betrekking op een inrichting voor het scheiden van mest, omvattende: - een gestel; - mestaanvoermiddelen voor het aanvoeren van 15 ten minste gedeeltelijk vloeibare mest; - aan het gestel aangebracht en van een aantal zeefopeningen voorzien eerste zeeforgaan voor het scheiden van de aangevoerde mest in een eerste en een tweede mestfractie; en 20 - aan het gestel aangebrachte opvangmiddelen voor het opvangen van de eerste en tweede mestfractie.
Mest, en in het bijzonder varkensmest in een mestopslagsilo, is over het algemeen opgebouwd uit een aantal fracties, zoals het bezinksel of de dikke fractie, 25 die zich onderaan in de mestopslagsilo bevindt, een waterige tussenlaag of dunne fractie en een vaste fractie, die bijvoorbeeld bestaat uit een korst van zaagsel, strooisel en overige verontreinigingsdelen en zich over het algemeen in het bovenste gebied van de 30 mestopslagsilo bevindt.
Bekend zijn mestscheiders die de dunne fractie kunnen scheiden van de overige fracties. Bij deze bekende mestscheiders wordt de mest door een zeef gepompt, 1011139 2 waarbij de dunne fractie door de openingen in de zeef wegstroomt en de overige fracties achterblijven op de zeef. Na verloop van tijd geraken echter de openingen of perforaties in de zeef-verstopt waardoor de werking van 5 de zeef nadelig beïnvloed wordt. Indien de perforaties eenmaal in vergaande mate verstopt zijn, dient de aanvoer van mest gestopt te worden, teneinde de zeef te reinigen. Niet alleen kost het schoonmaken van de zeef veel tijd en inspanning, maar ook neemt de totale verwerkingscapa-10 citeit van de mestscheider af. Een verder bezwaar is dat in- veel 'gevallen bij het dichtslibben van de openingen in de zeef de druk van de mest op de zeef wordt verhoogd, bijvoorbeeld door het verhogen van de door de aanvoerpomp geleverde druk, om ervoor te zorgen dat de mest nog door 15 de openingen geperst wordt. Dit heeft echter het gevolg dat grotere onzuiverheden, zoals zaagsel, strooisel en dergelijke, door de openingen geperst worden en derhalve de kwaliteit van het afgescheiden deel van de mest vermindert.
20 Het is een doel van de uitvinding om de bovengenoemde bezwaren te ondervangen en een mestscheiding te verschaffen waarbij de afgescheiden dunne fractie een laag vaste-stofgehalte heeft.
Volgens een eerste aspect verschaft de 25 uitvinding een werkwijze voor het scheiden van ten minste gedeeltelijk vloeibare mest, waarbij het scheiden omvat het geleiden van de te scheiden mest langs een oppervlak van een eerste zeeforgaan, dat voorzien is een aantal zeefopeningen waardoor de eerste mestfractie passeert. De 30 mest stroomt in dit geval over het oppervlak van het zeeforgaan, waarbij de eerste of dunne fractie, die voor het meest uit water bestaat, door de openingen van het zeeforgaan zakt. Het resterend deel van de mest, dat wil zeggen de genoemde dikke fractie met de veront-35 reinigingsdelen, stroomt verder over het zeeforgaan en reinigt daarmee de openingen in het zeeforgaan. Het reinigend effect ontstaat waarschijnlijk doordat de dikkere fractie de perforaties openhoudt wrijvend.
1011139 3
Doordat de perforaties openblijven is er geen afname van de scheidingscapaciteit en is er weinig onderhoud nodig aan de installatie. Met een dergelijke scheiding van de mest is een vaste-stofgehalte in de dunne fractie van 5 kleiner dan 2% bereikbaar. Mest met een dergelijk laag vaste-stofgehalte kan direct door een mestfabriek verwerkt worden.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt de te scheiden mest aan de bovenzijde 10 van het eerste zeef orgaan aangevoerd en is het eerste zeeforgaan schuin opgesteld voor het geleiden van de mest langs het oppervlak daarvan. De aangevoerde mest stroomt derhalve door de zwaartekracht langs het oppervlak van het zeeforgaan naar beneden. De mest wordt gescheiden in 15 een eerste of dunne fractie en tweede fractie, die bestaat uit de eerdergenoemde dikke fractie met veront-reinigingsdelen. Afhankelijk van de dikte van de aan-· gevoerde mest, dient de helling of schuinte van het zeeforgaan te worden aangepast om de zelfreinigende 20 werking te behouden.
Volgens een verdere voorkeursvorm van de uitvinding omvat de werkwijze tevens het scheiden van de tweede mestfractie in een derde en vierde mestfractie door het geleiden van de tweede mestfractie langs een 25 oppervlak van een tweede zeeforgaan, dat voorzien is van een aantal zeefopeningen, door welke zeefopeningen een derde mestfractie passeert. De derde mestfractie is in dit geval de eerdergenoemde dikke, vloeibare fractie, terwijl de vierde mestfractie gevormd wordt door het 30 eerdergenoemde zaagsel, strooisel en de veront- reinigingsdelen. In deze uitvoeringsvorm is de mest derhalve gescheiden in drie delen, te weten de dunne fractie, de dikke fractie en een restfractie bestaande uit zaagsel, strooisel, verontreinigingsdelen en derge-35 lijke. Een bijkomend voordeel van afscheiding van een dikke fractie is dat deze gescheiden is van grovere vaste delen, zoals zaagsel en strooisel, waardoor beschadiging 1011139 4 van machines voor de verdere verwerking van de mest vermeden wordt.
Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt een inrichting voor het scheiden van mest ver-5 schaft, gekenmerkt door geleidingsmiddelen voor het geleiden van de te scheiden mest langs een oppervlak van het eerste zeeforgaan. Een dergelijke inrichting kan bijvoorbeeld een mestscheider op een boerderij zijn, maar kan ook in een centrale mestverwerkingsfabriek zijn 10 geplaatst.
-- " Vólgens een voorkeursvorm van de uitvinding omvatten de geleidingsmiddelen een stroomorgaan voor het laten stromen van de te scheiden mest langs het oppervlak van het eerste zeeforgaan. In deze uitvoeringsvorm kan 15 het zeeforgaan parallel aan of schuin ten opzichte van het gestel van de inrichting worden aangebracht.
In een andere voorkeursvorm van de uitvinding omvatten de geleidingsmiddelen een ondersteuning voor het schuin ten opzichte van het gestel opstellen van het 20 eerste zeeforgaan. Hierbij zorgt de zwaartekracht ervoor dat de mest langs het oppervlak van het zeeforgaan naar beneden wordt geleid.
Volgens een andere voorkeursvorm van de uitvinding omvat de ondersteuning instelmiddelen voor het 25 instellen van de helling van het eerste zeeforgaan ten opzichte van het gestel. Met deze instelmiddelen kan de helling worden aangepast, afhankelijk van de dikte van de aangevoerde mest, teneinde te allen tijde de goede zelfreinigende werking gecombineerd met een adequate schei-30 ding van de mest te bewerkstelligen.
Volgens een verdere voorkeursvorm van de uitvinding omvatten de instelmiddelen: - scharniermiddelen tussen het zeeforgaan en het gestel; 35 - uit- en inschuifbare hefcilinders tussen het zeeforgaan en het gestel, waarbij de hefcilinders de helling van het zeeforgaan ten opzichte van het gestel bij uit- en inschuiven aanpassen.
10 11130 5
Hierdoor kan de helling van het zeeforgaan op mechanisch eenvoudige wijze traploos worden aangepast. Bij voorkeur zijn de hef cilinders van de hydraulische soort en zijn deze aanstuurbaar met een handbediende pomp. Hierdoor kan 5 de mestscheider op afstand bediend worden, waarbij slechts één bedienend persoon is vereist.
Volgens een verdere voorkeursvorm van de uitvinding omvat de inrichting een van zeefopeningen voorzien tweede zeeforgaan, dat zodanig in serie met het 10 eerste zeeforgaan is opgesteld, dat de tweede mestfractie langs het bovenoppervlak van de tweede zeeforgaan wordt geleid en scheiding in een derde en vierde mestfractie.
De van het eerste zeeforgaan afkomstige tweede mestfractie wordt derhalve geleid over een tweede zeeforgaan, 15 dat de tweede mestfractie scheidt in een derde en vierde mestfractie. Door een juiste keuze van de grote van de openingen in het eerste en het tweede zeeforgaan kan in een voorkeursvorm van de uitvinding de derde mestfractie gevormd worden door de eerdergenoemde dikke fractie en de 20 vierde mestfractie gevormd door de eerdergenoemde rest-fractie.
Volgens een verdere voorkeursvorm van de uitvinding is het tweede zeeforgaan voorzien van middelen voor het losmaakbaar bevestigen van het tweede zeeforgaan 25 aan het gestel. Alhoewel het tweede zeeforgaan, met het daarop achtergebleven mengsel van zaagsel, strooisel en verontreinigde delen gemakkelijk uitgeschept kan worden, is in deze voorkeursvorm het tweede zeeforgaan voorzien van middelen om het zeeforgaan gemakkelijk te verwijderen 30 en vervolgens te ledigen. Ook kan het zeeforgaan in een dergelijk geval eenvoudig vervangen worden door een schoon zeeforgaan.
Volgens een verdere voorkeursvorm van de uitvinding omvatten de opvangmiddelen één of meer opvang-35 reservoirs die bij voorkeur voorzien zijn van één of meer voor snelkoppeling geschikte openingen, zodat de mest-fracties in de opvangreservoirs eenvoudig en snel af- 1011139 6 gevoerd kunnen worden, bijvoorbeeld naar een mesttank of een gereedstaande tankauto.
Volgens een verdere vookeursvorm van de uitvinding wordt de mest over een bovenoppervlak van het 5 zeeforgaan geleid en zijn aan het onderoppervlak van het zeeforgaan één of meer onderbrekingsstrippen aangebracht ter onderbreking van de langs het onderoppervlak stromende mestfractie. Door het aan de onderzijde van de zeef aanbrengen van (horizontale) strippen wordt de langs 10 de onderzijde van de zeef naar beneden stromende mestfractie-zo snel mogelijk van de zeef gescheiden. Hierdoor wordt de doorstroomcapaciteit en -snelheid van de mest vergroot. Bovendien wordt lekkage aan de onderzijde van het zeeforgaan hierdoor vermeden.
15 Volgens een verdere voorkeursvorm van de uitvinding omvatten de mestaanvoermiddelen een pomporgaan van een soort die de structuur van de mest in hoofdzaak intact laat, bijvoorbeeld een centrifugaalpomp of een dompelpomp. Dit is van belang om de mest op juiste wijze 20 in de verschillende mest fracties te kunnen scheiden.
Volgens een verdere voorkeursvorm van de uitvinding omvatten de geleidingsmiddelen tevens één of meer regelschuiven voor het regelen van de stroomsnelheid van de mest langs het oppervlak van het eerste 25 zeeforgaan. Afhankelijk van de dikte en kwaliteit van de mest wordt de stroomsnelheid bij de aanvoer van mest verhoogd of verlaagd, teneinde een goed geleiding langs het gehele oppervlak van het zeeforgaan te bewerkstelligen.
30 Volgens een verdere voorkeursvorm van de uitvinding omvatten de geleidingsmiddelen tevens één of meer stroomplaten voor het regelen van de verspreiding van de mest langs het oppervlak van het eerste zeeforgaan. Door het aanbrengen van dergelijke stroomplaten 35 wordt de aangevoerde mest verspreid alvorens langs het zeeforgaan geleid te worden. Hierdoor wordt het oppervlak van het zeeforgaan optimaal benut, hetgeen een optimale 1011139 7 benutting van de scheidingscapaciteit van de inrichting bewerkstelligt.
Verdere voorkeursvormen, aspecten, details en kenmerken van de uitvinding zullen worden verduidelijkt 5 aan de hand van de navolgende beschrijving met figuur.
In de figuur is een voorkeursuitvoeringsvorm van de mestscheider 1 volgens de uitvinding weergegeven. Mest wordt in een richting van pijl A via aanvoerbuis 2 aangevoerd. De aanvoer geschiedt door het uit een 10 mestsilo (niet weergegeven) pompen van mest, waarbij het pempen zodanig geschiedt, dat de structuur van de mest niet verloren gaat. Bij voorkeur worden derhalve dompelpompen, membraanpompen, vacuümpompen of centrifugaalpompen 40 toegepast.
15 Aan de aanvoerbuis 2 is een aantal aanvoerkanalen 3 aangebracht, waarbij in elk van de aanvoerkanalen 3 een doseerafsluiter 4 is voorzien.
Met deze doseerafsluiters 4 is de hoeveelheid door de aanvoerkanalen 3 aangevoerde mest te regelen. De aan-20 voerkanalen 3 monden uit in openingen 5 in een plaat 6.
De via de aanvoerkanalen 3 aangevoerde mest wordt tegen verdeelschuiven gespoten, welke verdeelschuiven bestaan uit een eerste plaat 7 en een ten opzichte van deze eerste plaat 7 schuifbare tweede plaat 8. In de tweede 25 plaat 8 zijn langgerekte uitsparingen 9 voorzien. Door deze uitsparingen 9 steken in de platen 7 schroefbare pennen 10. Door aandraaien van deze pennen 10 zijn eerste platen 7 tegen de tweede platen 8 te fixeren. Doordat de openingen 9 in opwaartse richting langgerekt zijn, kunnen 30 de platen 8 in de richting van de pijl B heen en weer geschoven worden, waardoor de grootte van de opening tussen de onderrand van de tweede plaat 8 en de daaronder aangebrachte zeef 11 te variëren is en de uittree-snelheid van de meststroom aan te passen is. Bovendien 3 5 zorgt de verdeelschuif voor een brede verdeling van de mest over de zeef 11.
101 1139 8
Als alternatief kan de mest ook door middel van spuitmonden (niet weergegeven) over de zeef 11 verspreid worden.
In de voorkeursuitvoeringsvorm van de figuur 5 zijn vier zeven 11 naast elkaar aangebracht, waarbij elke zeef 11 voorzien is van een groot aantal openingen of perforaties met een kleine diameter, bijvoorbeeld 0,5-4,0 mm. De zeven 11 zijn in deze uitvoeringsvorm vervaardigd van roestvrij staal. Andere materialen zijn echter 10 denkbaar.
"De zeven 11 zijn onderling van elkaar gescheiden door opstaande wanden 13. Hierdoor is het mogelijk om, afhankelijk van'de hoeveelheid mest die per tijdseenheid wordt aangevoerd, het aantal te gebruiken 15 zeven 11 aan te passen. Bij weinig mestaanvoer kan volstaan worden met het gebruik van slechts één of twee zeven 11, waarbij de overige zeven ongebruikt blijven en niet gereinigd behoeven te worden. Bij een grotere aanvoer van mest kunnen meer zeven gebruikt worden, 20 teneinde de verwerkingscapaciteit te vergroten. Het gebruik van meer of minder zeven 11 is te sturen door middel van bediening van de doseerafsluiters 4 in de aanvoerkanalen 3.
De aangevoerde mest stroomt over het 25 bovenoppervlak van de zeef 11, waarbij met name het gebruik van de verdeelschuif ervoor zorgt dat de mest gelijkmatig over het oppervlak wordt verdeeld. De in de mest aanwezige waterige, dunne fractie stroomt via de genoemde perforaties 12 naar het onderoppervlak van de 30 zeef 11. Een deel daarvan zal direct loskomen van de zeef 11 en vervolgens terechtkomen in een zich onder de zeef 11 bevindende opvangbak 14. Een ander deel zal door adhesiekrachten aan het onderoppervlak van de zeef 11 daaraan blijven vastzitten en over het onderoppervlak 35 naar beneden stromen. Om deze stroming aan het onderoppervlak van de zeef 11 te verminderen zijn tegen het onderoppervlak horizontale strippen 31 aangebracht. Deze strippen 31 onderbreken de genoemde stroming, 1011139 9 waardoor het resterende deel van de dunne fractie in de opvangbak 14 terechtkomt. Uit proefnemingen blijkt dat het aanbrengen van de strippen 31 de verwerkingssnelheid en -capaciteit van de mestscheider 1 in aanzienlijke mate 5 vergroot, in veel gevallen met meer dan 10-30 %.
Bovendien blijkt dat hierdoor voorkomen wordt dat mest langs de scharnieren 3 lekt.
De in de opvangbak 14 terechtgekomen dunne fractie (I) kan op ten minste twee manieren uit de 10 opvangbak 14 verwijderd worden. Aan de onderzijde van de opvangbak 14 is namelijk een uittreebuis 15, welke is voorzien van een afsluiter 16, aangebracht, waaraan oftewel een slang kan worden gekoppeld die is verbonden met een externe opslagruimte, zoals een mestsilo of 15 tankwagen, oftewel een flexibele slang 17 is te bevestigen die leidt naar een dunne fractieopvang-container 18. Ook deze opvangcontainer 18 is weer voorzien van een uittreebuis 19 die met een afsluiter 20 is afgesloten. Het uiteinde van de uittreebuis is 2 0 voorzien van een snelkoppeling 21 voor aansluiting op een externe opvangmogelijkheid.
De op de boven beschreven wijze afgescheiden eerste fractie I heeft een vaste-stofgehalte van minder dan 2%. Uit proefnemingen blijkt, dat vaste-stofgehaltes 25 van 1,9 tot 1,2 en minder bereikbaar zijn.
De van de zeven 11 naar beneden stromende mest wordt gescheiden in een eerste, dunne fractie en een tweede fractie die terechtkomt op een aantal grovere zeven 22, die voorzien zijn van perforaties 23 met een 3 0 grotere diameter dan die van perforaties 12 van de zeven 11. De perforaties 23 van deze grovere zeven 22 hebben een diameter van circa 3-8 mm, doch dit kan, afhankelijk van het type mest, ook meer of minder zijn.
Overeenkomstig de opstaande wanden 13 van de zeven 11 35 zijn tussen de zeven 22 opstaande wanden 24 aangebracht.
De op de zeven 22 terechtkomende tweede mestfractie wordt langs het bovenoppervlak van de zeven 22 geleid, waardoor een scheiding ontstaat tussen een 1 u » i '1 08 10 derde fractie oftewel dikke fractie III die nog door de perforaties 23 naar beneden valt en een vierde fractie, ook wel vaste fractie of restfractie genoemd, bestaande uit zaagsel, strooisel/ verontreinigingsdelen en 5 dergelijke. De dikke fractie III komt terecht in een opvangcontainer 25 die voorzien is van een uittreebuis 27 met afsluiter 28. De uiteinden van de uittreebuis 27 zijn voorzien van een snelkoppeling 30 ter vereenvoudiging van de koppeling met een externe afvoer.
10 Door de afscheiding van de dikke fractie III, welke is''gezuiverd van grotere delen die zich in de restfractie bevinden, worden bij verdere verwerking van de dikke fractie mogelijke beschadiging van de verwerkingsapparatuur voorkomen.
15 Afhankelijk van de samenstelling van de in de richting van pijl A aangevoerde mest dient de helling van de eerste zeven 11 aangepast te worden. Bij relatief dikke mest zal de helling a groter dienen te zijn dan bij dunne mest om een voldoende zelfreinigend effect van de 20 zeven te kunnen bewerkstelligen. De in de praktijk voorkomende waarden van a variëren tussen 10° en 80°, gemiddeld circa 60°. Deze waarden zijn ondermeer afhankelijk van het type mest.
Voor het variëren van de helling van de zeven 25 11 is elke zeef 11 aan de onderzijde voorzien van scharnieren 31 om rotatie in de richting van pijl E mogelijk te maken. Aan de bovenzijde van de rechter zeef 11 is via aansluiting 34 een uiteinde van een rechter hef cilinder 29 aangebracht. De hefcilinder is via een 3 0 ander uiteinde via aansluiting 33 aan de opvangcontainer 18 bevestigd. Aan de linkerzijde van de linker zeef 11 is op overeenkomstige wijze een linker hefcilinder aangebracht. Deze hefcilinders zijn via een van de rechter hefcilinder 29 afkomstige hydraulische verbinding 35 3 5 en een van de linker hefcilinder afkomstige hydraulische verbinding 3 6 en een gezamenlijke hydraulische verbinding 37 verbonden met een hydraulische pomp 38 die handmatig met een hendel 39 te bedienen is.
1011139 11
Door aanpassing van de hydraulische druk met behulp van de hendel 3 9 kan de helling a. van de zeven 11 traploos aangepast worden.
Uit proefnemingen is gebleken dat de verwerking 5 van mest verbeterd wordt wanneer het bovenste gedeelte van de zeven 11 zijn uitgevoerd als dichte, vlakke stroomplaten 41. Door deze platen 41 is de onder de verdeelschuif uitkomende meststroom beter verdeeld, waardoor een gelijkmatige stroom over het gehele 10 bovenoppervlak van de zeven 11 plaatsvindt. Hierdoor treedt èê'n optimale scheiding in de diverse mestfracties op en worden de perforaties 12 op optimale wijze door de stroming zelf gereinigd.
De op de grove zeven 22 achterblijvende 15 restfractie kan handmatig verwijderd worden, bijvoorbeeld door de restfractie van elke zeef 11 te scheppen. In een niet weergegeven uitvoeringsvorm zijn de grove zeven 22 echter voorzien van zodanige bevestigingsmiddelen, dat de zeven op eenvoudige wijze van de opvangcontainer 25 20 verwijderd kunnen worden. Hierdoor is het mogelijk vervuilde grove zeven 22 te vervangen door schone zeven 22 of de vervuilde zeven 22 van de opvangcontainer 25 te verwijderen en op een bestemde plaats ondersteboven te keren om de restfractie te verwijderen.
25 De inrichting volgens de uitvinding kan worden toegepast in een mestverwerkingsfabriek. Het is echter eveneens mogelijk om een inrichting, in kleiner formaat, op het erf of in een stal van een boerderij te plaatsen. Ook zijn uitvoeringen realiseerbaar waarbij de 30 mestscheider transportabel is door deze te voorzien van wielen of te plaatsen op een aanhanger.
De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de boven beschreven voorkeursuitvoeringsvormen daarvan; de gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende 35 conclusies binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.
1011139

Claims (22)

1. Werkwijze voor het scheiden van ten minste gedeeltelijk vloeibare mest, omvattende: - het aanvoeren van de mest; - het scheiden van de mest in een eerste en 5 tweede mestfractie; en - 'het opvangen van de eerste en/of tweede mestfractie; met het kenmerk dat het scheiden omvat het geleiden van de te scheiden mest langs een oppervlak van een eerste zeeforgaan, dat voorzien is van een aantal 10 zeefopeningen waardoor de eerste mestfractie passeert.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de te scheiden mest aan de bovenzijde van het eerste zeeforgaan wordt aangevoerd en het eerste zeeforgaan schuin is opgesteld voor het geleiden van de mest langs het 15 oppervlak daarvan.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, omvattende het scheiden van de tweede mestfractie in een derde en vierde mestfractie door het geleiden van de tweede mestfractie langs een oppervlak van een tweede 20 zeeforgaan, dat voorzien is van een aantal zeefopeningen door welke zeefopeningen de derde mestfractie passeert.
4. Inrichting voor het scheiden van mest, omvattende: - een gestel; 25. mestaanvoermiddelen voor het aanvoeren van ten minste gedeeltelijk vloeibare mest; - aan het gestel aangebracht en van een aantal zeefopeningen voorzien eerste zeeforgaan voor het scheiden van de aangevoerde mest in een eerste en een 30 tweede mestfractie; - aan het gestel aangebrachte opvangmiddelen voor het opvangen van de eerste en tweede mestfractie; 1011139 gekenmerkt door geleidingsmiddelen voor het geleiden van de te scheiden mest langs een oppervlak van het eerste zeeforgaan.
5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de 5 geleidingsmiddelen een stroomorgaan omvatten voor het stromen van de te scheiden mest langs het oppervlak van het eerste zeeforgaan.
6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, waarbij de geleidingsmiddelen een ondersteuning omvatten voor het 10 schuin ten opzichte van het gestel opstellen van het eerste 'zeeforgaan.
7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij de ondersteuning instelmiddelen omvat voor het instellen van de helling van het eerste zeeforgaan ten opzichte van het 15 gestel.
8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij de instelmiddelen omvatten: - scharniermiddelen tussen het zeeforgaan en het gestel; 20. uit- en inschuifbare hefcilinders tussen het zeeforgaan en het gestel, waarbij de hefcilinders de helling van het zeeforgaan ten opzichte van het gestel bij uit- en inschuiven aanpassen.
9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij de 25 hefcilinders van de hydraulische soort zijn en aanstuurbaar zijn met een handbediende pomp.
10. Inrichting volgens één van der conclusies 4-9, welke een van zeefopeningen voorzien tweede zeeforgaan omvat dat zodanig in serie met het eerste 3. zeeforgaan is opgesteld, dat de tweed.e mest fractie langs het bovenoppervlak van het tweede zeeforgaan wordt geleid ter scheiding in een derde en vierde mestfractie.
11. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij het tweede zeeforgaan voorzien is van middelen voor het 35 losmaakbaar bevestigen van het tweede zeeforgaan aan het gestel. 1011139
12. Inrichting volgens één der conclusies 4-11, waarbij de opvangmiddelen één of meer opvangreservoirs omvatten.
13. Inrichting volgens conclusie 12, waarbij 5 een opvangreservoir voorzien is van één of meer voor snelkoppeling geschikte afvoeropeningen voor het afvoeren van de mestfracties.
14. Inrichting volgens conclusie 13 of 14, waarbij één of meer opvangreservoirs uit het gestel 10 uitneembaar is.
"15. Inrichting volgens één der conclusies 4-14, waarbij de mest over een bovenoppervlak van het zeeforgaan wordt geleid en aan een onderoppervlak van het zeeforgaan een of meer onderbrekingsstrippen zijn 15 aangebracht ter onderbreking van de langs het onderoppervlak stromende mestfractie.
16. Inrichting volgens één der conclusies 4-15, waarbij de mestaanvoermiddelen een pomporgaan omvatten van een soort die de structuur van de mest in hoofdzaak 20 intact laat.
17. Inrichting volgens conclusie 16, waarbij het pomporgaan een cent rif ugaalpomp, vacuümpomp of membraanpomp omvat.
18. Inrichting volgens conclusie 17, waarbij 25 het pomporgaan een dompelpomp omvat.
19. Inrichting volgens één der conclusies 4-18, waarbij de geleidingsmiddelen tevens één of meer regelschuiven omvatten voor het regelen van de stroomsnelheid van de mest langs het oppervlak van het 30 eerste zeeforgaan.
20. Inrichting volgens één der conclusies 4-19, waarbij de geleidingsmiddelen tevens één of meer stroomplaten omvatten voor het regelen van de verspreiding van de mest langs het oppervlak van het 35 eerste zeeforgaan.
21. Inrichting voor het boven een bodem scheiden van mest, omvattende: - een mestaanvoer; 1011139 - een viertal naast elkaar onder een helling ten opzichte van de bodem geplaatste eerste zeef organen; - een viertal naast elkaar en stroomafwaarts van de eerste zeeforganen geplaatste tweede zeeforganen; 5. hellingsinstelmiddelen voor het afhankelijk van de soort mest instellen van de genoemde helling van de eerste zeeforganen ten opzichte van de bodem; waarbij de eerste en tweede zeeforganen elk een van een groot aantal zeefopeningen voorzien oppervlak omvatten 10 langs welke de mest te geleiden is.
22. Inrichting volgens conclusie 21 en ten minste één van de conclusies 4-20. 1011139
NL1011139A 1999-01-26 1999-01-26 Werkwijze en inrichting voor het scheiden van mest. NL1011139C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011139A NL1011139C2 (nl) 1999-01-26 1999-01-26 Werkwijze en inrichting voor het scheiden van mest.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011139 1999-01-26
NL1011139A NL1011139C2 (nl) 1999-01-26 1999-01-26 Werkwijze en inrichting voor het scheiden van mest.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1011139A1 NL1011139A1 (nl) 2000-07-27
NL1011139C2 true NL1011139C2 (nl) 2001-03-06

Family

ID=19768547

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1011139A NL1011139C2 (nl) 1999-01-26 1999-01-26 Werkwijze en inrichting voor het scheiden van mest.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1011139C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP3666054A1 (en) * 2018-12-12 2020-06-17 Maquinaria Agricola Plumed Sl Automatic slurry filter

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3833123A (en) * 1970-02-18 1974-09-03 A Walker Filters
RU1813327C (ru) * 1991-02-25 1993-05-07 Республиканское Кооперативно-Государственное Проектно-Изыскательское И Научно-Исследовательское Объединение "Укрнииагропроект" Установка дл фильтрации жидкого навоза
RU1819502C (ru) * 1991-06-03 1993-06-07 Республиканское Кооперативно-Государственное Проектно-Изыскательское Научно-Изыскательское И Научно-Исследовательское Объединение "Укрнииагропроект" Установка дл фильтрации жидкого навоза

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3833123A (en) * 1970-02-18 1974-09-03 A Walker Filters
RU1813327C (ru) * 1991-02-25 1993-05-07 Республиканское Кооперативно-Государственное Проектно-Изыскательское И Научно-Исследовательское Объединение "Укрнииагропроект" Установка дл фильтрации жидкого навоза
RU1819502C (ru) * 1991-06-03 1993-06-07 Республиканское Кооперативно-Государственное Проектно-Изыскательское Научно-Изыскательское И Научно-Исследовательское Объединение "Укрнииагропроект" Установка дл фильтрации жидкого навоза

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP3666054A1 (en) * 2018-12-12 2020-06-17 Maquinaria Agricola Plumed Sl Automatic slurry filter

Also Published As

Publication number Publication date
NL1011139A1 (nl) 2000-07-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4446022A (en) Vibratory screening apparatus for screening liquids
US6355167B1 (en) Apparatus for filtering contaminated liquids
US11040300B1 (en) Flow back separation system with dispersing device
US4867877A (en) Waste disposal/separation system
NL9300300A (nl) Inrichting voor het continu afscheiden van opdrijvende verontreinigingen.
US9611636B2 (en) Mobile water reclaiming system
NO177775B (no) Fremgangsmåte og filtreringsanlegg for filtering av forurensninger fra en væske
US5141650A (en) Pressure screen
CA2669775A1 (en) Fluid recovery apparatus and method
NL1011139C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het scheiden van mest.
US20030075515A1 (en) Apparatus for the treatment of oil-containing sludge and methods of doing the same
AU728143B2 (en) Portable water recycler
ZA200307004B (en) A method and device for separating fractions in a material.
NO20140421A1 (no) Vibrasjonssileanordning
US20190224594A1 (en) Portable filtering apparatus and system
FR2831461A1 (fr) Appareil de filtration
DE202007018016U1 (de) Schlammsauger mit horizontal eingebauter Entleerungspumpe
EP1526219A2 (en) A method and apparatus for aggregate grading and cleaning
BE1027559B1 (nl) Watertank
CN219299468U (zh) 混凝土泵
BE1010135A3 (nl) Werkwijze voor het verwijderen van onreinheden uit groenten, fruit en dergelijke en inrichting die deze werkwijze toepast.
CN111479636A (zh) 用于清洁手推车的装置、系统及方法
EP0089219A2 (en) Sludge filtration apparatus
EP0769593A1 (de) Verfahren und Vorrichtung zur Reinigung von Kanälen etc.
DE19538845C2 (de) Vorrichtung zum Aufnehmen und Abführen von Schmutz

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20010104

PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20030801