NL1011073C2 - Verpakking voor platen. - Google Patents

Description

Nr. 158 442

Verpakking voor platen

De uitvinding heeft betrekking op een verpakking van in het bijzonder een plaat of een pakket platen, in het bijzonder een plaat of een pakket platen van kwetsbaar 5 materiaal zoals die welke bestemd zijn voor flexo-drukken.

Het is bekend om voorwerpen te verpakken in een doos van cellulosemateriaal, in het bijzonder van karton. Dergelijke dozen bezitten voor het verpakken van relatief grote en zware voorwerpen al gauw onvoldoende sterkte en 10 stijfheid. Dit speelt in het bijzonder bij het verpakken van platen voor flexodrukken, welke platen een breedte en lengte kunnen bezitten van 1 a 2 meter en in pakketvorm een gewicht van 50 kg. Vooral de buigstijfheid van de bodem van de verpakking kan dan onvoldoende blijken te 15 zijn, ook als de doos vervaardigd is van meerdere lagen golfkarton. Dergelijke platen zijn mechanisch zeer kwetsbaar: een relatief geringe vervorming beïnvloedt het drukresultaat nadelig.

Volgens een benadering wordt in een doos de 20 bodem versterkt door daarin een inleg in de vorm van een honingraatpaneel te plaatsen. Een dergelijke verpakking is echter relatief duur vanwege de extra handeling en het extra materiaal dat gebruikt wordt.

Volgens eén alternatieve benadering wordt de 25 bodem opgebouwd uit meerdere lagen golfkarton. Een nadeel hiervan is dat de onderste -kwetsbare- drukplaat bescha- 1011073 2 digd wordt door de golfribben in de bovenste golfkarton-plaat Voorts zijn relatief veel platen nodig, en daarmee ook veel -zorg vergende- verbindingen tussen opeenvolgende lagen. De vele platen verhogen het gewicht van de bodem in 5 aanzienlijke mate. Nadelig is voorts dat deze constructie van de bodem indrukbaar is, waardoor de buigstijfheid kan verminderen.

Een doel van de uitvinding is om hierin verbetering te brengen, en daartoe voorziet de uitvinding in een 10 verpakking voor in het bijzonder een plaat of een pakket platen, in het bijzonder van kwetsbaar materiaal, waarbij de verpakking een bodemwand, een omtrekswand en een bovenwand heeft, waarbij de plaat ondersteund wordt op de bodemwand en de bodemwand gevormd is door een bodempaneel 15 van cellusosemateriaal, met een honingraatvormige opbouw met een cellen vormende kern en aan de bovenzijde en onderzijde daarvan daarop gehechte dekplaten, waarbij de onderste dekplaat van het bodempaneel het ondervlak van de verpakking vormt en het bodempaneel berekend is op door-20 buiging als gevolg van het gewicht van de plaat.

De verpakking volgens de uitvinding is bijzonder eenvoudig, omdat de honingraatpaneelvormige bovenwand zelf zowel het steunvlak vormt voor de te verpakken plaat als de buitenbegrenzing van de verpakking als geheel. De 25 verpakking is daardoor zeer eenvoudig en goedkoop op te bouwen, waarbij gebruik wordt gemaakt van de buigstijfheid van een honingraatpaneel. De dekplaten functioneren hierbij als trek- en druklaag op afstand van de neutrale lijn. De celwanden zorgen hierbij ervoor dat de beide deklagen 3 0 op min of meer constante afstand van elkaar blijven en door hun hechting aan de dekplaten voor vergroting van de buigstij fheid.

Bij voorkeur bestaat het bodempaneel uit één enkel honingraatpaneel. In deze eenvoudige benadering is 35 de buigstijfheid niet afhankelijk van de volmaaktheid in de hechting tussen dekplaten van opeenvolgende gestapelde honingraatpanelen. Bovendien wordt het materiaal van de 10Π0 7 3 3 dekplaten effectiever benut, door de ligging van het materiaal ten opzichte van de neutrale lijn.

De onderlinge afstand van de beide uiterste deklagen van het bodempaneel bedraagt bij voorkeur enige 5 centimeters.

Bij voorkeur strekt het bodempaneel zich uit over het volledige grondoppervlak van de verpakking. Aldus kan de bovenste deklaag van het bodempaneel dienst doen als ondersteuning voor de omtrekswand.

10 Bij voorkeur is de omtrekswand gevormd door een paneel (deel) van cellulosemateriaal, bij voorkeur met een honingraatplaatvormige constructie. Aldus kan de omtrekswand althans deels gevormd zijn uit hetzelfde paneel als de bodemwand.

15 De omtrekswand kan aan tenminste één zijde uitgevoerd zijn als klep, waarmee toegang verkregen kan worden tot het inwendige van de verpakking. Hierdoor wordt het mogelijk gemaakt om in een stapel van meerdere van dergelijke verpakkingen toegang te krijgen tot één verpak-20 king, zonder de stapel uit elkaar te moeten halen. Bij voorkeur is daarbij de klep scharnierbaar bevestigd aan het bodempaneel, nabij of ter plaatse van de bovenste dekplaat daarvan. De klep kan dan naar voren geklapt worden, zonder dat het openzwaaien belemmerd wordt door 25 een daaronder gelegen verpakking. Men kan hierbij denken aan een combinatie met de uitvoering waarin de klep gevormd is uit hetzelfde paneel als het bodempaneel, en van onder af tot bij de bovenste dekplaat ingesneden is om aldaar een vouwlijn danwel scharnierlijn te vormen. Deze 30 benadering kan gevolgd worden indien de inwendige ruimte van de verpakking net zo hoog is als de dikte van het bodempaneel.

Alternatief kan de klep afzonderlijk geconstrueerd zijn en met behulp van kleef band aan de bodemplaat 35 bevestigd zijn.

Bij voorkeur is de bovenwand relatief dun en wordt deze gevormd door een paneel(deel) van cellulosema- 101Ï073 4 teriaal, bij voorkeur met een honingraat plaatvormige constructie. De bovenwand kan voorzien zijn van een over de omtrekswand neerhangende zoomstrook voor afwerking.

Bij voorkeur is althans de aan de buitenzijde 5 van de verpakking gelegen dekplaat van de voor de wanden gebruikte honingraatconstructie voor althans de bodemwand voorzien van een deklaag van vochtdicht materiaal en zijn de smalle zijden van de kern van de gebruikte honingraatconstructie voor althans de bodemwand afgedekt 10 middels een afsluitstrook met vochtdicht materiaal.

Aldus wordt op eenvoudige wijze voorkomen dat het gebruikte honingraatpaneel aan sterkte en stijfheid kan inboeten als gevolg van inwerking van vocht. In het bij zonder worden hier bij de celwanden afgeschermd tegen 15 vocht.

Op zich is het bekend om een dekplaat van een honingraatpaneel van cellulosemateriaal te voorzien van een laag vochtdicht materiaal, zoals polyetheen. Het is ook bekend om de celwanden opgebouwd te zijn uit een 20 combinatie van cellulosemateriaal en een laag vochtdicht-materiaal, zoals polyetheen. Het celmateriaal wordt daardoor echter vrij duur. Door nu de smalle of kopse zijde van kern van de gebruikte honingraatconstructie af te dekken met een afsluitstrook, wordt samen met de vocht-25 dicht gemaakte onderste dekplaat een vochtafsluiting verkregen voor de gehele kern, tegen geringe kosten. Bovendien wordt op materiaal bespaard, in het bijzonder polyetheen, omdat dit vochtdichte materiaal déér wordt aangebracht waar het het meest effectief is, en kan het kernma-30 teriaal, dat anders ook in bijvoorbeeld het middengebied van de kern voorzien zou zijn van een polyetheenlaag, onbehandeld blijven.

Vanuit een ander aspect verschaft de uitvinding daarmee een honingraatpaneel met een ten opzichte van de 35 stand van de techniek eenvoudiger en goedkoper verkregen bestendigheid tegen de inwerking van vocht.

Opgemerkt wordt dat een dergelijke afsluitstrook 1011073 5 eventueel ook benut kan worden voor golfkartonpanelen.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in: 5 Figuur 1 een verticale dwarsdoorsnede door een eerste uitvoering van de verpakking volgens de uitvinding;

Figuur 2 een tweede uitvoering van de verpakking volgens de uitvinding;

Figuur 3 een derde uitvoering van de verpakking 10 volgens de uitvinding;

Figuren 4A en 4B respectievelijk een vier en een vijfde uitvoering van de verpakking volgens de uitvinding;

Figuren 5A-C een aantal mogelijke uitvoeringen van een klep aan de voorzijde van een verpakking volgens 15 de uitvinding.

De in figuur 1 in verticale dwarsdoorsnede weergegeven verpakking 1 kan in een toepassing voor een pakket drukplaten voor flexodrukken een breedte bezitten van zo'n 1200 mm, een lengte (loodrecht op papier) van 20 1600 mm en een hoogte van 110 mm en een gewicht van ca. 10 kg. De verpakking 1 omvat een bodemwand 3, een omtrekswand 4 en een bovenwand 5. De bodemwand 3 wordt gevormd door een honingraatpaneel van karton, te verkrijgen bij aanvrager onder de merknaam BEE-BOARD®, kwaliteit 300/12,5 XLA, 2 5 dat wil zeggen 300 kPa druksterkte bij belating op vlak, 12,5 kN/m druksterkte bij belasting op de kanten en Extra Low Absorption. Het honingraatpaneel 3 omvat een bovenste dekplaat 6, waarop de drukplaten 2 direct ondersteund is, een onderste, buitenste dekplaat 7 en een zich daartussen 30 uitstrekkende kern 8 met verticaal gerichte cellen. De dekplaat 7, en eventueel ook de dekplaat 6, zijn gevormd door een laminaat, achtereenvolgens bestaande uit een laag papier, een laag polyetheen, en een laag papier. De bovenrand en de onderrand van de celwanden zijn gehecht aan de 35 dekplaten 6 en 7 middels bijvoorbeeld PVA-lijm. De kern is opgebouwd uit papieren stroken, op bekende wijze. Het paneel 3 bezit een hoogte van 40 mm. De beide dekplaten 6 ί0110 73 6 en 7 zijn hier opgebouwd uit een papierlaag van "Kraftli-ner" 300g/m2 met een dikte van ongeveer 0,5 mm, een dunne laag polyetheen 20 g/m2 en een papierlaag van "Kraftliner" 300g/m2 van 0,5 mm. De kernwanden zijn vervaardigd van 5 stroken "Testliner" 150 g/m2 .

Bijzonder is nu ook dat de omtreksrand van het honingraatpaneel 3 tegen vocht afgeschermd is middels een op die randen geplakte afdek- of afsluitlaag 9 van een laminaat van papier en polyetheen. De papierlaag hiervan 10 is met bijvoorbeeld PVA-lijm geplakt op de papieren cel-wanden. De afsluitlaag is vervaardigd van het zelfde materiaal als de deklaag 6, 7.

Op de bovenste dekplaat 6 zijn honingraatpaneel-delen 4a en 4b geplaatst, die elk een bovenste dekplaat 15 10, een onderste dekplaat 12 en een kern 13 omvatten, waarvan de cellen eveneens verticaal gericht zijn. De hoogte van deze paneeldelen 4a, 4b kan 60 mm bedragen, ca. 10 mm meer dan de hoogte van het pakket drukplaten 2. Paneeldeel 4b is gehecht op dekplaat 6.

20 Begrepen zal worden dat de niet weergegeven andere zijden van de omtrekswand 4 op vergelijkbare wijze uitgevoerd en op de dekplaat 6 gehecht zijn. De op de bodemplaat gehechte omtrekswanden 4 kunnen verstijven de verpakking verder.

25 In het bijzonder indien het de bedoeling is om de verpakking 1 te kunnen stapelen zal men ook de omtrekswand 4 willen beschermen tegen de inwerking van vocht. Hiertoe zijn ook de verticale wanden van de paneeldelen 4a, 4b (en natuurlijk ook de niet weergegeven andere 30 wanddelen) voorzien van een afsluitstrook 14, die gelijk opgebouwd is aan de afsluitstrook 9.

Op de wand 4 is een bovenwand 5 van honingraatpaneel gelegd, die een dikte heeft van 10 mm en vergelijkbaar in opbouw is aan de eerder besproken honingraatpane-35 len in deze verpakking 1. De kopse randen van honingraatpaneel 5 kunnen eventueel afgedekt zijn door een afsluitstrook. Op het honingraatpaneel 5 is een golfkarton deksel 1011Π7 3 7 gehecht, dat voorzien is van een polyetheen coating en over de omtrekswand 4 neerhangt met gedeelten 15 en 16, waarbij gedeelte 15 omhoog opgelicht kan worden in de richting B. De neerhangende gedeelten 15 en 16 dienen als 5 afwerkstrook en verschaffen extra afsluiting tegen indringing van vocht.

In een gestapelde toestand van de verpakking 1 wordt het verwijderen van een drukplaat 2 uit de verpakking vergemakkelijkt doordat het wandgedeelte 4a niet met 10 de onderste dekplaat 12 gehecht is op de bovenste dekplaat 6 van het bodempaneel 3, doch gebruik is gemaakt van de aanwezigheid van de aan de voorzijde gelegen afsluitstro-ken 14 en 9, waarop een textiele hechttape 17 geplakt is. Deze tape 17 is flexibel genoeg om een vouwlijn 18 te 15 vormen, zodat het wanddeel 4a in de richting A naar beneden geklapt kan worden naar de in figuur 1 gestreept weergegeven toestand. De bovenwand 5 blijft in dat geval aan de achterzijde en aan de niet weergegeven zijden gesteund door de andere omtrekswanddelen. Een alternatief 20 voor de textiele hechttape is een kunststof tape of een (zeer) dun kunststof of metalen profiel met ingevormde vouwlijn.

Door het gebruik van kartonnen honingraatpanelen zoals weergegeven in figuur 1 kan de verpakking voor de 25 drukplaten daartoe beperkt blijven. De bodemwand verschaft verrassenderwijs voldoende buigstijfheid voor het dragen van zwaar pakket drukplaten. Daarbij zorgen de gebruikte afsluitstroken ervoor dat de toetreding van vocht tot het kernmateriaal op eenvoudige wijze verhinderd wordt, in 30 aanvulling op de polyetheenlaag in de dekplaat.

In figuur 2 is een alternatieve uitvoering 101 weergegeven, waarbij het bodempaneel 103 hetzelfde opgebouwd is als bodempaneel 3 van figuur 1, doch zich niet over het volledige grondoppervlak van de verpakking uit-35 strekt. Afwijkend is dat aan de achterrand omtrekswanddeel 104b opgebouwd is uit twee honingraatplaten 107 en 108, bijvoorbeeld met een gelijke dikte van 20 mm en vervaar- 1011073 8 digd van karton (Bee-Board®) . Bijzonder is hier dat met één afsluitstrook 109' zowel de kopse randen van de panelen 107 en 108 tegen vochtindringing afgesloten worden alsook de kopse rand ter plaatse van het bodempaneel 103.

5 Bovenaan is met behulp van afsluitstrook 114 ook voor afsluiting tegen vochtindringing gezorgd van de panelen 107 en 108 alsook van de bovenwand 105, die ook vervaardigd is van Bee-Board®. Aan de voorrand is een vergelijkbare oplossing gevonden met afsluitstrook 112. Benedenaan 10 zijn met behulp van afsluitstrook 113 beide kopse randen van panelen 110 en 111 tegen vocht afgesloten. De genoemde afsluitstroken 109', 114, 112 en 113 zijn in de vorm van een U omgeslagen, waardoor eventuele spleetvorming ter plaatse van de overgang van de dekplaat van het betreffen-15 de paneel naar de kopse rand voorkomen wordt. Bovendien is dan een groter hechtvlak voor de strook verkregen.

Zoals te zien is een textieltape 117 op de aan de voorzijde gelegen afsluitstrook 109 en het omgebogen gedeelte van de afsluitstrook 113 gehecht, om op dezelfde 20 wijze als in de verpakking van figuur 1 een vouwlijn te kunnen vormen zodat het omtrekswanddeel 104a in de richting A opengeklapt kan worden.

In figuur 3A is een andere alternatieve uitvoering weergegeven, waarbij het bodempaneel 203 vergelijk-25 baar is met het bodempaneel 3 van de verpakking 1 van figuur 1, doch nu aan de randen voorzien is van een over de dekplaten 206 en 207 geslagen en daarop gehechte afsluitstrook 209, terwijl het achterste omtrekswanddeel 204b nu met de cellen horizontaal geplaatst is en dezelfde 30 dikte heeft als het bodempaneel 203 en aan de kopse randen tegen vocht afgesloten is met U-vormig omgeslagen afsluit-stroken 214. Een alternatief voor de omtreksrand 204b, die overigens ook gebruikt zou kunnen worden voor de niet weergegeven andere zijwanden, is weergegeven in figuur 3B, 35 waar een honingraat paneel 204b' weergegeven is met U-vormige afsluitstroken 214'.

Aan de voorzijde is het omtrekswanddeel 204a 1011073 9 opgebouwd uit honingraatplaten 210, 211 van 20 mm dik, die aan de onderste kopse randen tegen vochtindringing afgesloten zijn door U-vormige omgeslagen afsluitstrook 213 en aan de bovenzijde door trapeziumvormig aangebrachte af-5 sluitstrook 212. De schuine danwel getrapte zijde bovenaan van het omtrekswanddeel 204a vergemakkelijkt het openklappen in de richting A, omdat dan uitgesloten wordt dat de daarboven gelegen en hier niet weergegeven deksel de beweging hindert. Ook hier is weer een textieltape 217 10 aangebracht, om een vouwlijn te kunnen vormen.

In figuur 4A is een volgende uitvoering van een verpakking 301 weergegeven, waarbij het bodempaneel 303 vergelijkbaar is met paneel 3 van de verpakking 1 van figuur 1. Aan de omtreksranden is het bodempaneel 303 15 tegen vocht afgesloten door afsluitstroken 309. De achterwand en eventueel ook de zijwanden worden gevormd door honingraatpaneeldeel 304b, dat met de cellen horizontaal opgesteld is en aan de bovenrand en onderrand afgesloten is tegen vocht middels afsluitstroken 314.

2 0 Aan de voorzijde is het omtrekswanddeel 304a boogvormig door het op zich op bekende wijze ombuigen van een paneeldeel, waarbij de tegen elkaar gelegen dekplaten aan elkaar gehecht zijn. De vrije of open rand van cellen is afgedekt door een afsluitstrook 311. Ook hier is weer 25 een textieltape 317 voorzien voor het vormen van vouwlijn om het omtrekswanddeel 304a ongehinderd in de richting A open te kunnen zwaaien.

In figuur 4B is weergegeven dat de wanddelen 304b hetzelfde opgebouwd kunnen zijn als het wanddeel 30 304a. Ter plaatse van de hoeken kan dan een verstekverbin- ding gekozen zijn.

In figuur 5A is weer een andere mogelijkheid weergegeven. Bijzonder is hier dat de afsluitstrook 409 zich verder uitstrekt, en zowel de kopse rand van het 35 paneel 403 afdekt als de achterrand van omtrekswanddeel 404b.

Aan de voorzijde is de opstelling vergelijkbaar tol iö73 10 aan die in figuur 1, hoewel de wandbreedte van de omtreks-wanden 404a en 404b hier iets groter is.

In figuur 5B is een manier weergegeven waarop voor het omtrekswanddeel 404a', dat als klep moet kunnen 5 fungeren, gebruik gemaakt kan worden van het bodempaneel 403'. Tijdens vervaardiging wordt op bekende wijze het honingraatpaneel (Bee-Board®) voor het bodempaneel met een V-vormig mes of stempel ingesneden of ingedrukt, zodat een V-vormige insnijding met een inwendige hoek van 90° ver-10 kregen wordt. In de V-vormige bodem kan een afsluitstrook 409' aangebracht worden, en daarop een textiele tape 418' voor het vormen van een meerdere malen te gebruiken schar-nierverbinding.

10)1073

Claims (19)

1. Verpakking voor in het bijzonder een plaat of een pakket platen, in het bijzonder van kwetsbaar materiaal, waarbij de verpakking een bodemwand, een omtrekswand en een bovenwand heeft, waarbij de plaat ondersteund wordt 5 op de bodemwand en de bodemwand gevormd is door een bodem -paneel van cellusosemateriaal, met een honingraatvormige opbouw met een cellen vormende kern en aan de bovenzijde en onderzijde daarvan daarop gehechte dekplaten, waarbij de onderste dekplaat van het bodempaneel het ondervlak van 10 de verpakking vormt en het bodempaneel berekend is op doorbuiging als gevolg van het gewicht van de plaat.

2. Verpakking volgens conclusie 1, waarbij het bodempaneel uit een enkele honingraatplaat gevormd is.

3. Verpakking volgens conclusie 1 of 2, waarbij 15 de onderlinge afstand tussen de beide uiterste deklagen van het bodempaneel enige cm. bedraagt.

4. Verpakking volgens conclusie 1,2 of 3, waarbij het bodempaneel zich over het volledige grondoppervlak van de verpakking uitstrekt.

5. Verpakking volgens een der voorgaande conclu sies, waarbij de omtrekswand gevormd is door een paneel (deel) van cellulosemateriaal, bij voorkeur met een honingraatplaatvormige constructie.

6. Verpakking volgens conclusie 5, waarbij de 25 omtrekswand uit hetzelfde paneel gevormd is als de bodemwand.

7. Verpakking volgens conclusie 5 of 6, waarbij de omtrekswand aan ten minste een zijde uitgevoerd is als klep, waarmee toegang verkregen kan worden tot het inwen- 30 dige van de verpakking. __ 1011073

8. Verpakking volgens conclusie 7, waarbij de klep scharnierbaar bevestigd is aan het bodempaneel, nabij of ter plaatse van de bovenste dekplaat daarvan.

9. Verpakking volgens een der voorgaande conclu-5 sies, waarbij de bovenwand relatief dun is en gevormd is door een paneel(deel) van cellulosemateriaal, bij voorkeur met een honingraatplaatvormige constructie.

10. Verpakking volgens conclusie 9, waarbij de bovenwand voorzien is van een over de omtrekswand neerhan- 10 gende zoomstrook.

11. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, waarbij althans de aan de buitenzijde van de verpakking gelegen dekplaat van de voor de wanden gebruikte honingraatconstructie voor althans de bodemwand voor- 15 zien is van een deklaag van vochtdicht materiaal en waarbij de smalle zijden van de kern van de gebruikte honingraatconstructie voor althans de bodemwand afgedekt zijn middels een afsluitstrook met vochtdicht materiaal.

12. Verpakking volgens conclusie 11, waarbij het 20 vochtdichte materiaal gevormd wordt door een laag polyetheen.

13. Verpakking volgens conclusie 12, waarbij de afsluitstrook een laminaat is van een buitenlaag van cellulosemateriaal, een binnenlaag van cellulosemateriaal 25 en daartussen een laag polyetheen.

14. Verpakking volgens conclusie 12, waarbij de dekplaat een laminaat is van een buitenlaag van cellulosemateriaal, een binnenlaag van cellulosemateriaal en daartussen een laag polyetheen.

15. Honingraatpaneel van cellulosemateriaal, zoals papier of karton, omvattend een uit een geëxpandeerd strokenpakket gevormde kern en twee op de grote zijden daarvan gehechte dekplaten, waarbij althans een dekplaat voorzien is van een laag vochtdicht materiaal, zoals 35 polyetheen, en de smalle of kopse zijden van de kern af gedekt zijn door een afsluitstrook met vochtdichte eigenschappen.

16. Honingraatpaneel volgens conclusie 15, 1011073 '' waarbij de afsluitstrook tevens op de dekplaten omgeslagen en daarop gehecht is.

17. Golfkartonpaneelvan cellulosemateriaal, zoals papier of karton, omvattend een uit een golfvormig 5 gevormde plaat gevormde kern en twee op de grote zijden daarvan gehechte dekplaten, waarbij althans een dekplaat voorzien is van een laag vochtdicht materiaal, zoals polyetheen, en de smalle of kopse zijden van de kern afgedekt zijn door een afsluitstrook met vochtdichte 10 eigenschappen.

18. Honingraatpaneel volgens conclusie 17, waarbij de afsluitstrook tevens op de dekplaten omgeslagen en daarop gehecht is.

19. Verpakking volgens een der conclusies 15-18, 15 waarbij de af sluitstrook een laminaat is van een buitenlaag van cellulosemateriaal, een tussenlaag van polyetheen en een binnenlaag van cellulosemateriaal. ******* AF/SvB 1011073