NL1010834C2

NL1010834C2 - Werkwijze voor het onder toepassing van een luchtstroom met elkaar verbinden van garens, alsmede een inrichting voor het met elkaar verbinden van garens.

Info

Publication number: NL1010834C2
Application number: NL1010834A
Authority: NL
Inventors: Luc Eddy Stas
Original assignee: Spindor International N V
Priority date: 1998-12-17
Filing date: 1998-12-17
Publication date: 2000-06-20

Description

Korte aanduiding: Werkwijze voor het onder toepassing van een luchtstroom met elkaar verbinden van garens, alsmede een inrichting voor het met elkaar verbinden van garens.

5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het onder toepassing van een luchtstroom met elkaar verbinden van garens ter verkrijging van garens met een hoge treksterkte. Verder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een inrichting voor het met elkaar verbinden van garens, omvattende een splicekamer voorzien 10 van een luchttoevoerorgaan.

Het met elkaar verbinden van garens onder toepassing van een luchtstroom is op zich bekend uit bijvoorbeeld de Britse octrooiaanvragen 2.066.315 en 2.123.859, de internationale octrooiaanvragen WO 96/00182, WO 96/15971 en WO 98/42608 en de Europese octrooiaanvrage 15 0 691 300 en 0 846 641. Volgens bijvoorbeeld de internationale octrooiaan vrage WO 96/15971 worden de te verbinden garens met de tegenover elkaar liggende uiteinden aangebracht in een zogenaamde splicer, in het bijzonder de splicekamer, welke kamer vervolgens wordt afgesloten. Daarna wordt aan de kamer lucht toegevoerd waardoor de vezels van de garens met elkaar 20 verstrengelen. Nadat de luchttoevoer is afgesloten, worden de aldus met elkaar verbonden garens verwijderd. Geen bijzondere gegevens ten aanzien van de omstandigheden van de luchttoevoer zijn vermeld.

Een nadeel van een dergelijke methode is dat niet alle garens onder toepassing van een dergelijke methode met el kaar kunnen worden 25 verbonden.

Een ander nadeel is dat de, met behulp van een dergelijke methode tot stand gebrachte verbindingen niet sterk genoeg zijn en dat aldus deze verbindingen opnieuw worden verbroken. Dergelijke garens kunnen echter alsnog met elkaar worden verbonden, bijvoorbeeld door knopen 30 of lijmen. De methode van knopen geeft weliswaar een sterke verbinding van de garenuiteinden, maar een dergelijke knoop geeft in het algemeen een verdikking die door de afnemers van garen niet wordt geaccepteerd. Een dergelijke verdikking kan tot problemen in de naalden van de tapijtmachines leiden, hetgeen garenbreuk tot gevolg heeft en aldus in 35 de praktijk te allen tijde moet worden voorkomen. De methode van lijmen geeft een voldoende sterke verbinding maar de lijmplaats is zeer gevoelig 1010834 2 voor vervuiling. Aldus is het uit de praktijk bekend dat de lijmplaats bij wit garen snel vuil wordt en dus een donkere kleur aanneemt, hetgeen ertoe heeft geleid dat de tapijtfabrikanten een dergelijke verbindingsmethode niet toestaan.

5 Omdat het verbinden van garens op grote schaal wordt toegepast is het aldus gewenst een werkwijze te verschaffen die de hiervoor genoemde problemen, verbonden met het verknopen en verlijmen, opheft.

Het doel van de onderhavige uitvinding is derhalve te voorzien in een werkwijze die geschikt is voor het verbinden van garens, 10 volgens welke werkwijze garens met een hoge treksterkte worden verkregen.

Een ander doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een werkwijze die het mogelijk maakt dat garens met elkaar worden verbonden, zonder dat de kans op slechte verbindingen hoog is.

Nog een ander doel van de onderhavige uitvinding is 15 het verschaffen van een werkwijze voor het met elkaar verbinden van garens, welke werkwijze garens oplevert die voldoen aan de eisen zoals gesteld door fabrikanten van tapijten en confectie.

Een ander doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een werkwijze voor het met elkaar verbinden van garens, J 20 welke werkwijze geschikt is voor elk type garen.

De werkwijze zoals vermeld in de aanhef wordt door de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat het met elkaar verbinden van de garens wordt uitgevoerd onder vochtige omstandigheden.

Uit experimenten is gebleken dat het met elkaar 25 verbinden van de garens onder vochtige omstandigheden garens oplevert die ten aanzien van treksterkte een significante verbetering vertonen ten opzichte van onder dezelfde omstandigheden met elkaar verbonden garens, echter zonder de aanwezigheid van vocht. Het vormen van vochtige omstandigheden kan zowel binnen als buiten de zogenaamde splicekamer 30 plaatsvinden. Bovendien kan het vormen van vochtige omstandigheden zowel tijdens als vóór de splicecyclus, te weten het onder toepassing van een luchtstroom met elkaar verbinden van garens, plaatsvinden.

Het verdient in de onderhavige werkwijze de voorkeur dat het met elkaar verbinden onder warme omstandigheden plaatsvindt.

35 Het toepassen van warme, bij voorkeur een temperatuur van ten minste 60 °C, en vochtige omstandigheden, zoals vereist door de 1010834 3 werkwijze volgens de onderhavige uitvinding, leidt ertoe dat de verbinding verkregen met de garens voldoende sterk is om bijvoorbeeld als tapijtgaren te worden toegepast. Het is aldus volgens de onderhavige werkwijze in een bijzondere uitvoeringsvorm gewenst een verwarmde, vocht bevattende 5 luchtstroom voor het verbinden van de garens toe te passen.

De werkwijze volgens de onderhavige uitvinding wordt verder bij voorkeur uitgevoerd onder toepassing van stoom, bijvoorbeeld met een druk van ongeveer 3 bar.

De toepassing van stoom heeft tot gevolg dat op 10 hetzelfde moment zowel vochtige als warme omstandigheden worden gecreëerd, welke beide omstandigheden ertoe bijdragen dat na het verbinden garens worden verkregen met een zeer hoge treksterkte. Stoom wordt bij voorkeur op de te met elkaar verbinden garens geïnjecteerd, welke garens aansluitend onder toepassing van een luchtstroom met elkaar worden verbonden.

15 In een bijzondere uitvoeringsvorm van de onderhavige werkwijze verdient het de voorkeur dat de garens eerst worden voorbevochtigd waarna het met elkaar verbinden onder toepassing van een luchtstroom wordt uitgevoerd.

Door de garens eerst voor te bevochtigen wordt een 20 situatie gecreëerd waarin optimale vochtige omstandigheden voor de te verbinden garens worden verkregen. Indien de garens met warm water worden voorbevochtigd, is het mogelijk het met elkaar verbinden van de garens zowel onder toepassing van warme als koude lucht uit te voeren. Het verdient echter de voorkeur het met elkaar verbinden van de garens onder 25 toepassing van een warme luchtstroom uit te voeren omdat een dergelijke uitvoeringsvorm een garen met een bijzonder hoge treksterkte oplevert.

In een andere bijzondere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding verdient het de voorkeur de garens eerst met koud water voor te bevochtigen waarna het met elkaar 30 verbinden van de garens wordt uitgevoerd onder toepassing van een koude of warme luchtstroom, bij voorkeur een warme luchtstroom. De toepassing van warme omstandigheden heeft een gunstig effect op de uiteindelijke treksterkte van de garens.

Nadat het met elkaar verbinden van de draden tot stand 35 is gebracht, hetgeen volgens de onderhavige uitvinding onder vochtige omstandigheden is uitgevoerd, wordt bij voorkeur een koude luchtstroom 1010834 4 toegepast om de eventuele warme garens af te koelen. De aldus afgekoelde garens zijn direct geschikt voor verdere verwerking.

De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een inrichting voor het met elkaar verbinden van garens, welke inrichting 5 een zogenaamde splicekamer, voorzien van één of meer luchttoevoerorganen, omvat, welke inrichting volgens de onderhavige uitvinding wordt gekenmerkt doordat deze ten minste een orgaan voor het creëren van vochtige omstandigheden omvat.

In een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de 10 onderhavige inrichting is als orgaan voor het creëren van vochtige omstandigheden een stoomtoevoerorgaan aangebracht. Aldus wordt de onderhavige werkwijze voor het met elkaar verbinden van garens uitgevoerd door eerst de te verbinden garens in de splicekamer te plaatsen, vervolgens een stoominjectie uit te voeren en tenslotte het met elkaar verbinden van 15 de garens door het toedienen van een korte koude luchtstroom. Ten gevolge van deze koude luchtstroom koelt het garen onmiddellijk af en is aldus geschikt voor verdere verwerking.

In een bijzondere uitvoeringsvorm van de onderhavige inrichting is het aldus gewenst het luchttoevoerorgaan te voorzien van 20 een verwarmingselement, bijvoorbeeld een verwarmingsspiraal, waarlangs de te verwarmen lucht wordt geleid. Het creëren van vochtige omstandigheden vindt bijvoorbeeld plaats door een vernevel orgaan aan te brengen, bij voorkeur in de splicekamer, met name bij voorkeur in het luchttoevoerorgaan. Het is echter in bepaalde uitvoeringsvormen gewenst de vochtige 25 omstandigheden reeds buiten de splicekamer tot stand te brengen, bijvoorbeeld door een luchttoevoerorgaan te verbinden met de splicekamer, in welk luchttoevoerorgaan een orgaan voor het creëren van vochtige omstandigheden is aangebracht.

De onderhavige uitvinding zal hierna in een voorbeeld 30 nader worden toegelicht, welk voorbeeld echter niet als beperking van de onderhavige uitvinding moet worden beschouwd.

Voorbeeld

Een aantal verschillende typen garens werd onder toepassing van vier verschillende splicemethoden met elkaar verbonden 35 waarna vervolgens de sterkte van de verkregen verbinding werd beoordeeld. Elke methode werd in dezelfde, in de handel verkrijgbare splicekamer 1010834 5 uitgevoerd. De werkwijze volgens de onderhavige uitvinding werd uitgevoerd door stoom gedurende een korte tijd liggend in het gebied van 0,1-2 seconde te injecteren in de splicekamer. De toegepaste stoom heeft een temperatuur van 133 °C en een druk van ongeveer 3 bar. Nadat de stoominjectie heeft 5 plaatsgevonden, wordt een korte koude luchtstoot toegevoerd. De aldus aan elkaar verbonden garens worden uit de splicekamer genomen en onderzocht ten aanzien van de treksterkte hiervan. Het moet duidelijk zijn dat de toegepaste stoomcondities voor elke garensoort verschillend kunnen zijn en dat deze omstandigheden door een deskundige op dit gebied onder 10 uitvoering van routinematige experimenten eenvoudig kunnen worden bepaald.

De resultaten zijn in onderstaande tabel schematisch weergegeven.

Het met elkaar Het eerst 15 verbinden van onttorsen en Het met elkaar Volgens de garens onder vervolgens met verbinden van onderhavige Garensoort toepassing van elkaar verbinden garens onder uitvinding koude droge van garens onder toepassing van lucht toepassing van verwarmde lucht koude droge lucht___ zeer slecht zeer slecht slecht zeer goed 20

Jute NM 3.6________

Jute NM 3.6/6 slecht slecht slecht zeer goed draden____ oc oy?/5ei1S? NM " redelijk slecht redelijk zeer goed 25 2.0/3 draden ___ NMnih8t1SCh/BCF 9°eCl goed 9°ed Zeel" 9°ed 80 wol/20 " ~ ~

synthetisch NM

30 2.3 gefixeerd, redelijk slecht redelijk goed high torsion 225 toeren _____ 50 wol/50 syn- •3c T 2öoc redelijk slecht redelijk goed 35 high torsion 225 toeren ___ 100 wol 2^5/2/3 slecht slecht slecht g0ed natuurlijke wol ____ 40 fersrj g°ed 1 g°ed I a°ed 1zeergoer 1010834 6

Opmerking:

Zeer slecht: van 10 garens zijn slechts 0-1 garen met elkaar verbonden.

Slecht: van 10 garens zijn slechts 1-3 garens met elkaar verbonden.

Redelijk: van 10 garens zijn slechts 3-6 garens met elkaar verbonden.

5 Goed: van 10 garens zijn 6-10 garens met elkaar verbonden.

Zeer goed: van 10 garens zijn 8-10 garens met elkaar verbonden.

Uit het hiervoor weergegeven voorbeeld blijkt dat de 10 werkwijze volgens de onderhavige uitvinding garens oplevert die een wezenlijk hogere treksterkte vertonen dan de garens verkregen volgens de verbindingsmethoden zoals bekend volgens de stand van de techniek. De werkwijze volgens de onderhavige uitvinding levert ongeacht de toegepaste garens een zeer goede verbinding van garens op, terwijl bijvoorbeeld de 15 toepassing van koude lucht slechts geschikt is voor synthetische/BCF NM 1.8. De hiervoor weergegeven tabel geeft tevens aan dat jute volgens de onderhavige werkwijze zeer goed met jute kan worden verbonden, terwijl het slechts toepassen van warme lucht een slecht resultaat oplevert. Het is aldus duidelijk dat de toepassing van vochtige omstandigheden voor het 20 met elkaar verbinden van garens van wezenlijk belang is.

1010834

Claims

1. Werkwijze voor het onder toepassing van een luchtstroom met elkaar verbinden van garens ter verkrijging van garens met een hoge 5 treksterkte, met het kenmerk, dat het met elkaar verbinden van de garens wordt uitgevoerd onder vochtige omstandigheden.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het met elkaar verbinden van de garens onder warme omstandigheden wordt uitgevoerd.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de temperatuur ten minste 60 °C bedraagt.

4. Werkwijze volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het met elkaar verbinden van de garens onder toepassing van stoom wordt uitgevoerd.

5. Werkwijze volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de garens eerst worden voorbevochtigd waarna het met elkaar verbinden plaatsvindt.

6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de garens met warm water wordt voorbevochtigd.

7. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de garens met koud water worden voorbevochtigd.

8. Werkwijze volgens conclusies 1-7, met het kenmerk, dat na het met elkaar verbinden van de garens een koude luchtstroom wordt toegepast.

9. Inrichting voor het met elkaar verbinden van garens, omvattende een zogenaamde splicekamer voorzien van een luchttoevoerorgaan, met het kenmerk, dat de inrichting verder een orgaan voor het creëren van vochtige omstandigheden omvat.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat 30 het luchttoevoerorgaan is voorzien van een verwarmingselement voor het verwarmen van de toe te voeren luchtstroom.

11. Inrichting volgens conclusies 9-10, met het kenmerk, dat het orgaan voor het creëren van vochtige omstandigheden een stoomtoevoerorgaan omvat. 1010834

12. Inrichting volgens conclusies 9-10, met het kenmerk, dat het orgaan voor het creëren van vochtige omstandigheden een vernevel orgaan omvat.

13. Inrichting volgens conclusies 9-12, met het kenmerk, 5 dat het orgaan voor het creëren van vochtige omstandigheden is verbonden met het luchttoevoerorgaan van de splicekamer. 1010834 SAMENWERKINGSVERDRAG (PCT) RAPPORT BETREFFENDE N1EUWHEIDSONDERZOEK VAN INTERNATIONAAL TYPE IDENTIFIKA7IE VAN DE NATIONALE AANVRAGE Kenmerk van de aanvrager ot van de gemachtigde 40432/AB/ravl Nederlandse aanvrage nr. Indieningsdaium 1010834 17 december 1998 Ingeroepen voorrangsdatum Aanvrager (Naam) SPINDOR INTERNATIONAL N.V. Datum van het verzoek voor een onderzoek van internationaal type Door de Imtantie voor Internationaal Onderzoek (ISA) aan het verzoek voor een onderzoek van internationaal type toegekend nr. SN 32243 NL I. CLASSIFICATIE VAN HET ONDERWERPIbij toepassing van verschillende classificaties, alle classïficatiesymbolen opgeven) Volgen· de Internationale classificatie (IPC) Int. Cl.6; B 65 H 69/06 II. ONDERZOCHTE GEBIEDEN VAN DE TECHNIEK _ Onderzochte minimum documentatie _Clauificatietyiteem_ Clauificatiesymoolen Int. Cl.6 B 65 H Onderzochte andere documentatie dan de minimum documentatie voor zover dergelijke documenten in de onderzochte geOieden zijn oogenomen ΙΜ· Γ 1 GEEN ONDERZOEK MOGELUK VOOR BEPAALDE CONCLUSIES (opmerkingen op aanvullingsblad) L 1 GEBREK AAN EENHEID VAN UITVINDING (opmerkingen op aanvullingsblad) f°'rn pCy/\SA/7DUM) 07.1579