NL1010211C2 - Inrichting voor het regelen van de druk van het medium in een leiding- stelsel. - Google Patents

Inrichting voor het regelen van de druk van het medium in een leiding- stelsel. Download PDF

Info

Publication number
NL1010211C2
NL1010211C2 NL1010211A NL1010211A NL1010211C2 NL 1010211 C2 NL1010211 C2 NL 1010211C2 NL 1010211 A NL1010211 A NL 1010211A NL 1010211 A NL1010211 A NL 1010211A NL 1010211 C2 NL1010211 C2 NL 1010211C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pressure
medium
valve
pipe
ball
Prior art date
Application number
NL1010211A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1010211A1 (nl
Inventor
Timothy A Baldrigde
Keith A Sheets
Original Assignee
Ziggity Systems Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ziggity Systems Inc filed Critical Ziggity Systems Inc
Publication of NL1010211A1 publication Critical patent/NL1010211A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1010211C2 publication Critical patent/NL1010211C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K39/00Feeding or drinking appliances for poultry or other birds
    • A01K39/02Drinking appliances
    • A01K39/0213Nipple drinkers
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K39/00Feeding or drinking appliances for poultry or other birds
    • A01K39/02Drinking appliances
    • A01K39/0206Drinkers especially adapted for feeding hummingbirds
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16KVALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
    • F16K15/00Check valves
    • F16K15/02Check valves with guided rigid valve members
    • F16K15/04Check valves with guided rigid valve members shaped as balls

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Feeding And Watering For Cattle Raising And Animal Husbandry (AREA)
  • Catching Or Destruction (AREA)
  • Housing For Livestock And Birds (AREA)
  • Meat, Egg Or Seafood Products (AREA)

Description

Inrichting voor het regelen van de druk van het medium in een leiding-stelsel.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het regelen van de druk van het medium in een leiding-stel-5 sel en wel in het bijzonder voor het handhaven van een vooraf bepaalde druk in een waterleiding-stelsel voor pluimvee waarbij de leidingen zijn voorzien van drinknippels.
In de agrarische industrie zijn waterleiding-stelsels voor pluimvee algemeen bekend. Deze worden gebruikt voor de 10 toevoer van water, waarin eventueel medicijnen en voedingsstoffen zijn opgelost, aan pluimvee dat over de grond loopt dan wel zich in kooien bevindt. Een dergelijk stelsel omvat leidingen die zich over nagenoeg de gehele lengte van een hok uit zullen strekken en waaraan vanuit een bron medium 15 onder druk zal worden toegevoerd. Met de leidingen zijn drinknippels verbonden zodat het pluimvee naar wens water kan drinken. Dergelijke nippels zijn bijvoorbeeld beschreven in US 4.637.345 en ÜS 5.193.485.
In de meeste gevallen is het noodzakelijk de druk van 20 het medium in de leidingen nauwkeurig te regelen ten einde lekkage te voorkomen en een efficiënte werking van de drinknippels te verzekeren. De mediumdruk die in de pluimvee hokken wordt toegepast is gewoonlijk relatief laag en wel in de orde van enkele centimeters waterkolom. Nu is het bekend dat 25 dergelijke lage drukken bij kleppen en andere onderdelen van een leiding-stelsel geheel andere bedrijfs-karakteristieken met zich brengen dan het geval is bij de gebruikelijke hogere drukken. Voorgesteld werd reeds drukregulators tussen de leidingen en de toevoer-inrichting voor het medium aan te 30 brengen voor het verlagen van de druk waarmee het medium aan de leidingen wordt toegevoerd en om drukvariaties te compenseren. Een voorbeeld van een dergelijke drukregulator is getoond in US 4.344.456.
Binnen het hok, in het bijzonder wel bij het fokken van 35 op de grond lopend pluimvee, kunnen stroomafwaarts van de drukregulators in de leidingen drukvariaties optreden. Voor een deel kunnen deze variaties zich voordoen wanneer de bodem van het hok een zekere hoek met de horizontaal maakt.
1010211 2
Wanneer een hok op een niet vlak terrein wordt gebouvrd is een dergelijke helling niet ongebruikelijk. Daar de 1 sngte van een hok wel een honderd meter kan bedragen zal een slechts geringe helling van de bodem reeds kunnen resulteren 5 in een aanmerkelijke drukvariatie over de lengte van het hok. Terwijl bij andere leiding-stelsels een dergeLijke drukvariatie nauwelijks zou worden opgemerkt kan deze in een pluimveehok tot ongunstige omstandigheden leiden. Er kan bijvoorbeeld medium uit de standpijpen naar het ene einde 10 van de leiding worden geperst zodat medium op de gronci terecht komt en/of geen juiste werking van de drinknippels meer is verzekerd. Dit kan er toe leiden dat een te grote druk op de nippels moet worden uitgeoefend voor het bed:.enen ervan of dat te veel medium wegstroomt bij de bediening. 15 Dergelijke omstandigheden hebben een nadelige invloed op het fok-resultaat.
Andere drukvariaties kunnen optreden vanwege variaties in de hoeveelheid toegevoerd medium. Op bepaalde tijden, zoals bij het voederen of op een warme dag, kan het pluj.mvee 20 via de drinknippels grote hoeveelheden water consumeren. Tussen de voedertijden in en bij koele weersomstandigheden zal de hoeveelheid water die door de leidingen naar de drinknippels stroomt aanmerkelijk geringer zijn.
In het algemeen is gebleken, dat het gewenst is de 25 mediumdruk in de leidingen nagenoeg konstant te houden, zoals op een niveau van ongeveer 10 cm waterkolom en wel over de gehele lengte van de leidingen en onafhankelijk van de helling van de leiding en van de hoeveelheid toegevoerd medium. Verschillende inrichtingen zijn in de leidingen 30 opgenomen om te trachten de genoemde druk-omstandigheden te verkrijgen. Voorgesteld werd bijvoorbeeld drukregulators van het hiervoor aangegeven type op onderlinge afstanden verdeeld over elke leiding aan te brengen, stroomafwaarts van de drukregulator die zich bij de toevoer van het meidium 35 bevindt. Hoewel deze drukregulators voor een goede afc.ich-ting zullen zorgen bij lage of geen doorstromende hoeveelheden, moeten zij individueel worden afgesteld wanneer de drukniveaus zich wijzigen en tijdens het schoonspoeleλ na afvoer van het pluimvee. Gezien de lengte van de leidingen 1010211 3 en het aantal drukregulators dat in een bepaald hok wordt toegepast is een dergelijke instelling zeer tijdrovend. Verder zijn dergelijke regulators duurder en moeilijker teas-sembleren dan gewenst. Als alternatief is voorgesteld 5 een aantal veerbelaste terugslagkleppen op onderlinge afstanden in elke leiding aan te brengen. Zo zijn bijvoorbeeld plunjer-vormige kleppen gebruikt omvattende een in de horizontale stromings-richting lopende veer om een kleporgaan aan te drukken zodat dit stroomopwaarts aan komt te liggen 10 tegen een comprimeerbare rubberachtige klepzitting. Dergelijke kleppen kunnen, indien de veren een constante compres-siedruk uitoefenen, de mediumdruk automatisch instellen door de variabele compressie van de veer in elke klep. Gebleken is echter dat dergelijke kleppen de neiging hebben om bij 15 lage of geen doorstromende hoeveelheid medium te gaan lekken. Zelfs geringe lekkages vermeerderen zich over de lengte van de leiding. De mediumdruk zal dus niet op het gewenste niveau worden gehandhaafd. Een reden voor een dergelijke lekkage schijnt te zijn/ dat de veren voor het belasten van 20 de kleppen zwak genoeg moeten zijn om de klep open te houden wanneer medium wordt gevraagd, zoals bijvoorbeeld bij een druk van 10 cm waterkolom, maar gelijktijdig dan te zwak zijn om het kleporgaan voldoende stevig tegen de klepzitting aan te drukken wanneer er geen medium stroomt. Het toepassen 25 van zwaardere veren om een betere afdichting te verkrijgen zou er echter toe leiden dat het kleporgaan minder gevoelig is om bij drukvariaties open te gaan. Verder zijn dergelijke kleppen gevoelig voor storingen en verstopping door vuil dat in de mediumtoevoer is terecht gekomen en door de leidingen 30 stroomt.
Het doel van de uitvinding is nu een verbeterd water-leiding-stelsel voor pluimvee te verschaffen dat aan de . volgende voorwaarden voldoet: a) een betrouwbare wijze van automatisch neutraliseren 3 5 van de druk die in het stelsel optreedt ten gevolge van de helling van de bodem van het pluimveehok; b) een goedkope inrichting voor het compenseren van de druk, welke inrichting werkt over een breed gebied van doorstromende hoeveelheden met inbegrip van geen stroming; 1010211 4 c) een drukregulator waarbij geen lekkage optreedt, bij geringe of geen stroming; d) een drukreduceer-inrichting die zich automatisch instelt op veranderingen in de toevoerdruk van het medium en 5 op de snelheid van het doorstromende medium voor het handhaven van een vooraf bepaald traject van de druk van het medium in stroomafwaartse richting; en e) een drukreduceer-inrichting die minder gevoelig is voor zich in het medium bevindend vuil.
10 Volgens de uitvinding worden deze doeleinden nu bereikt doordat de inrichting middelen omvat voor het automatisch regelen van de druk van het medium en wel onafhankelijk van de horizontale helling van de grond waarop zich het le:.ding stelsel bevindt en van de hoeveelheid door de leiding stro-15 mend medium met inbegrip van geen stroming, welke middelen worden gevormd door klepstelsels aangebracht in de metlium-leiding.
Volgens een uitwerking van de uitvinding omvat het lei-ding-stelsel een aantal neutraliserings-kamers elk voorzien 20 van tenminste één vertikale, gewichts-belaste terugslagklep, welke kamers op onderlinge afstanden verdeeld over de leidingen zijn aangebracht voor het binnen een vooraf gekozen traject handhaven van de druk van het medium. Een dergelijke klep omvat een tapse of geleidelijk toenemende uitlaat-ope-25 ning. Daarbij kan het kleporgaan kogelvormig zijn en kunnen gewichten worden aangebracht voor het verder aandrukken van de kogelklep naar de stroomopwaartse gesloten stand, De kogelkleppen zijn zodanig uitgevoerd dat zij kunnen dreaien in afhankelijkheid van het er langs stromende medium zodat 30 plaatselijk turbulentie optreedt voor het stuk breken van eventueel in het medium aanwezig vuil. Bij voorkeur zal in elke kamer een aantal kogelkleppen, parallel aan elkaar, worden aangebracht. Ook zal elke kogelklep zodanig zijn uitgevoerd, dat een grotere druk vereist is voor het opener van 35 de klep dan om de klep geopend te houden.
Verdere doeleinden, voordelen en kenmerken van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van een uitvoerings-voorbeeld, getoond in de tekening , waarin: 1010211 5
Fig. 1 schematisch een deel toont van een waterleiding-stelsel voor pluimvee, waarbij een voorkeurs-uitvoeringsvorm van de uitvinding is toegepast;
Fig. 2 een "exploded view" toont van een neutralise-5 rings-kamer volgens de uitvinding;
Fig. 3 een langsdoorsnede toont over de gemonteerde neutraliserings-kamer van fig. 2;
Fig. 4 een bovenaanzicht toont van de kamer van fig. 3;
Fig. 5 een eindaanzicht toont van de kamer van fig. 3, 10 gezien vanaf de stroomafwaartse zijde; en
Fig. 6 op grotere schaal, gedeeltelijk in aanzicht en gedeeltelijk in doorsnede, het klep-stelsel van fig. 3 toont.
Fig. 1 toont een waterleiding-stelsel voor pluimvee 15 waarbij een leiding 12 aanwezig is voor toevoer van medium onder druk vanaf een bron 13. Met deze leiding is een druk-regulator 14 verbonden die bij voorkeur van het type is als beschreven in US 4.344.456 en die gefabriceerd wordt door Ziggity Systems, Ine. uit Middlebury, Indiana, USA. De 20 uitgang van de regulator 14 is verbonden met een leiding 16 die naar het pluimvee loopt. Verdeeld over de lengte van de leiding 16 zijn op bekende wijze een aantal drinknippels 18 aangebracht. Een steunbuis 20 is via kabels 22 met het pluimveehok verbonden en op onderlinge afstanden is de 25 leiding 16 boven de bodem van het hok aan deze steunbuis bevestigd door middel van consoles 24.
De toevoerleiding 16 bestaat uit een aantal met elkaar verbonden buissecties die zich over de lengte van het pluimveehok uitstrekken in hoofdzaak volgens een langsas 28. Bij 30 gebruikelijke uitvoeringen zal een aantal leidingen aanwezig zijn die onderling evenwijdig lopen en over de breedte van het hok verdeeld zijn. Volgens de onderhavige uitvinding is, verdeeld over de lengte van de toevoerleiding 16, met enkele van de buissecties een neutraliserings-kamer 30 verbonden. 35 De lokaties zijn bepaald aan de hand van het door de helling optredende drukverschil dat door de kamer automatisch moet worden geneutraliseerd.
Elke kamer 30 heeft een inlaat 32 die is verbonden met een stroomopwaartse sectie van de toevoerleiding. 1$ en een 1010211 6 uitlaat 34 die is verbonden met een stroomafwaartse sectie van de leiding 16. In elke kamer 30 is tenminste één kogel-klep-stelsel 36, maar zijn bij voorkeur twee van dergel;.jke stelsels, aangebracht. Deze stelsels zijn bijvoorbeeld ver-5 tikaal en evenwijdig aan elkaar opgesteld zodat de klepin-laat 38 van elk stelsel nagenoeg radiaal naar buiten tot: is gericht en naar boven toe ten opzichte van de langas 28 van het stelsel. Elk klepstelsel bezit een zitting-element 40 en een kogel 50 en, indien bij de uitvoeringsvorm gewenst, een 10 gewichts-element 60. De kamer 30 bezit een wegneembaar deksel 70 dat kan worden vastgezet met bekende organen, zoals schroeven 73 die worden gedraaid in delen 74. Bij voorkeur zal een 0-ring afdichting worden aangebracht in een groei' 78 tussen het deksel 70 en het lichaam 72 van de kamer. Bij 15 voorkeur zullen de kamers 30 uit een kunststof mater:.aal worden vervaardigd.
In tegenstelling daarmee zullen de zitting-elemeriten 40, de kogels 50 en de gewichts-elementen 60 bij voorkeur worden vervaardigd uit een metaal, zoals roestvast steal. 20 Bij uitvoeringsvormen waarbij tussen elke kamer een drukval moet worden gehandhaafd van ongeveer 10 cm waterkolom, zal de kogel 50 een doorsnede hebben van ongeveer 11 mm. Het zitting-element 40 kan bijvoorbeeld een metalen ring zijn met een doorgang volgens de hartlijn 42. De klepinlaat 38 25 strekt zich door het zitting-element 40 uit.
Bij het andere, bovenwaartse, einde van het klepstelsel 36 en stroomafwaarts daar binnen, is nabij het zitting-element 40, een taps doorlaat-orgaan 43 gemonteerd. Dit orcaan 43 kan bijvoorbeeld dienen voor het positief positioneren en 30 vasthouden van het zitting-element 40, in aanvulling op zijn hoofddoel het compenseren van drukvariaties in het medium, in het bijzonder wanneer de klep geopend is. Het orgaan is bij voorkeur gevormd als een in hoofdzaak hol, ci-lindrisch lichaam met de langsas 42 en met een eerste afgeknot kegel-35 vormig oppervlak 44 dat een hoek A maakt met de hartlijn 42. Nabij het oppervlak 44 is, via een terugspringend deel 45, het orgaan 43 voorzien van een tweede afgeknot kegelvormig oppervlak 46 dat zich naar de uitlaat van het klep-stelsel 36 uitstrekt en een hoek B maakt met de langsas 42. De hoek 1010211 7 B is bij voorkeur groter dan de hoek A. De op-pervlakken 44 en 46 dienen voor het vormen van een geleidelijk groter wordende opening of wel een stromingsbaan vanaf het zitting-element naar de uitlaat van de kamer 30. Bij de getoonde 5 uitvoeringsvorm eindigt het orgaan 43 in een nagenoeg horizontaal vlak 48 dat dicht bij het deksel 70 ligt.
De kogel 50 bevindt zich binnen het orgaan 43 om af te dichten tegen het zitting-element 40. Door de zwaartekracht wordt de kogel naar beneden toe gedrukt naar de klepinlaat 10 38. Wanneer bij deze uitvoeringsvorm een grotere drukval over de kamer 30 gewenst is zonder wijziging van de grootte van de kamer of van de onderdelen daarvan, wordt bij voorkeur het gewichts-element 60 boven de kogel 50 aangebracht om deze met een grotere kracht, dan alleen door zijn eigen 15 gewicht, naar de inlaat 38 en in aanraking met het zitting-element 40 te drukken. Op deze wijze ondervindt de kogel 50 dus een zelfde aandrukkracht als een kogel met aanmerkelijk grotere diameter, maar bevindt hij zich in een meer compacte constructie met gestandaardiseerde onderdelen. Volgens een 20 voorkeurs-uitvoeringsvorm kan het gewichts-element 60 zijn uitgevoerd als een in hoofdzaak schijfvormig element met een afgeknot kegelvormige doorsnede. Het gewichts-element 60 bezit bij voorkeur schuine omtreks randen 62 en een centrale uitsparing 64 op de onderzijde voor het opnemen en positio-25 neren van de kogel 50. De kogel 50 en het gewichts-element 60 zijn zodanig uitgevoerd dat de kogel kan draaien wanneer medium door de klepinlaat 38 stroomt en rond de kogel 50.
Volgens een voorkeurs-uitvoeringsvorm is het orgaan 43 aanvullend voorzien van een aantal sleuven 80 in de zijwand 30 ervan. Deze sleuven zijn bijvoorbeeld V-vormig met schuine vlakken 82. Het medium wordt dus door het orgaan 43 geleid naar de uitsparing 84 van de kamer 30 door de sleuven 80 of langs het eindvlak 48, wanneer dit vlak niet in aanraking is met het deksel 70. In het laatste geval wordt de stroraings-35 baan weer gewijzigd zodat hij nagenoeg haaks op de hartlijn 42 loopt. Vanaf de uitsparing 84 kan het medium door de restrictie 86 naar de uitlaat 34 stromen.
Een visuele indicatie van het drukniveau dat door de learner 30 wordt verschaft, wordt verkregen door een standpijp 1010211 8 88 van doorzichtige kunststof, die zich uitstrekt vanaf de verbindingsbuis 89 van het deksel 70. Op bekende wijze kan een vlotter-kogel in de standpijp 88 worden aangebracht om het drukniveau te kunnen meten. Het deksel 70 wordt bij 5 voorkeur voorzien van een steun 90 voor het passend daarin opnemen van een deel van de steunbuis 20 en het positief positioneren van de kamer 30 ten opzichte van de steunbu:.s.
Tijdens het bedrijf zal de aandrukkracht, die door het gewicht van de kogel 50 wordt uitgeoefend, automatisch zor-10 gen voor het verlagen van de druk-toename in de toevoer leiding 16 die optreedt door een zekere mate van de helling van de bodem in het pluimvee-hok. De geleidelijke toename van de grootte van de opening van het doorlaat-orgaan gevormd door de oppervlakken 44, 45 en 82 zal zorgen voor het compenseren 15 van variaties in de druk van het medium veroorzaakt door grotere doorstromende hoeveelheden wanneer veel medium wordt afgenomen en voor het compenseren van een aanmerkelijke piek in de druk bij het open gaan van de klep. Wanneer geen stroming aanwezig is ligt de kogel 50 aan tegen het zitting-ele-20 ment 40 voor het onderbreken van de stroom van het medium. Na deze afsluiting zorgt het gereduceerde oppervlak van de klep-organen naar de stroomopwaartse mediumdruk er voor dat op de kogel 50 een grotere druk moet worden uitgeoefend om deze opnieuw te openen dan om deze geopend te houden wanneer 25 er een positieve stroming is. Er kan dus een betrouwbare afdichting tegen lekkage van medium door de kamer 30 heen vor-den verkregen. Aanvullend zal de, door de stroming van het medium optredende, rotatie van de kogel 50 zorgen voor het stuk maken van, zich in het medium bevindend, vuil ten ge-30 volge van plaatselijk optredende turbulentie.
Het zal duidelijk zijn, dat slechts een enkele moge Lijke uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding in de tekening is weergegeven en hierboven beschreven en dat vele wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder buiten de 35 uitvindingsgedachte te vallen, aangegeven in bijgaande conclusies.
Wanneer bijvoorbeeld de materiaal eigenschappen liet kritisch zijn kunnen het zitting-element 40 en het doorlaat-orgaan 43 een integraal geheel met elkaar vormen. Warneer 1010211 9 verder de vormgeving van het gewichts-element 60 zich meer vertikaal dan horizontaal uitstrekt, kan het terugspringende deel 45 worden weggelaten.
conclusies 1010211

Claims (18)

1. Inrichting voor het regelen van de druk van het medium in een leiding-stelsel en wel in het bijzonder voor het handhaven van een vooraf bepaalde druk in een waterleiding- 5 stelsel voor pluimvee, waarbij de leidingen zijn voorzien van drinknippels, met het kenmerk, dat de inrichting middelen omvat voor het automatisch regelen van de druk van het medium en wel onafhankelijk van de horizontale helling van de grond waarop zich het leiding-stelsel bevindt en van de 10 hoeveelheid door de leiding stromend medium met inbegrip van geen stroming, welke middelen worden gevormd door klepstel-sels aangebracht in de medium-leiding.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het klepstelsel middelen omvat voor het stuk maken van smil 15 dat zich bevindt in het door de leiding stromende medium bevindt.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmark, dat het klepstelsel een kleporgaan bezit, dat naar de gesloten stand van het klepstelsel wordt gedrukt door de zwaarte- 20 kracht die inwerkt op het kleporgaan.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, da1; op het kleporgaan een aanvullend gewichts-orgaan kan worden aangebracht voor het vergroten van de druk waarmee het kLep-orgaan naar de sluitstand wordt gedrukt.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het klepstelsel een kamer omvat voorzien van een mediuminlaat en -uitlaat; in welke kamer een kleporgaan is aangebracht voor het regelen van de druk van het medium tussen de inlaat en de uitlaat; waarbij het klepor-30 gaan een kogel omvat, een zitting-element en een doorlaat-orgaan en het zitting-element is gevormd voor het opnamen van de kogel en een afdicht-oppervlak bezit waar de kogel tegen aan kan liggen, terwijl het doorlaat-orgaan zodanig is gevormd dat een geleidelijk aan groter wordende doorlaat 35 voor medium ontstaat vanaf h$t zitting-element naar de uit-laat toe.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het doorlaat-orgaan een in hoofdzaak hol, cilindrisch li- 1010211 chaam omvat dat zich uitstrekt rond de langsas, waarbij het eerste, zich nabij het zitting-element bevindende, deel ervan een eerste afgeknot kegelvormig oppervlak bezit, dat een eerste hoek maakt met de langas, en stroomafwaarts van 5 het eerste deel een tweede afgeknot kegelvormig oppervlak aanwezig is dat een tweede hoek maakt met de langsas, waarbij de eerste hoek kleiner is dan de tweede hoek.
7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat binnen de kamer een gewichts-orgaan is aangebracht dat 10 inwerkt op het kleporgaan om dit naar het zitting-element te drukken.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat in de kamer middelen aanwezig zijn om het gewichts-orgaan in een bepaalde stand te houden ten opzichte van de kogelklep, 15 waarbij het gewichts-orgaan een uitsparing bezit voor het opnemen van een deel van de kogel zodat deze kan roteren ten gevolge van de stroming van het medium langs de kogel.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het gewichts-orgaan zodanig is gevormd dat de geleidelijk 20 toenemende opening van het doorlaat-orgaan gehandhaafd blijft.
10. Inrichting volgens een der conclusies 5-9, met het kenmerk, dat in een kamer een aantal klep-samenstellen zijn aangebracht, bepaald door de mate van drukval die gewenst is 25 tussen de inlaat en de uitlaat.
11. Inrichting volgens een der een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tussen de bron voor medium onder druk en een leiding-stelsel een druk-regulator is aangebracht en elke leiding is voorzien van een aantal klep- 30 stelsel.
12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de toevoerleiding een aantal onderling met elkaar verbonden buis-secties omvat en de inrichting voor het automatisch regelen van de druk van het medium in de toevoerleiding een 35 aantal afzonderlijke, drukregel-eenheden omvat die tussen de buis-secties zijn gemonteerd.
13. Inrichting volgens een der voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat stroomafwaarts van een klepstelsel indica-tie-middelen zijn aangebracht voor het verschaffen van een 1010211 visuele indicatie van de druk van het medium in de betreffende leiding.
14. Inrichting volgens een der voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat deze een steun-orgaan omvat dat is verbon- 5 den met de toevoer-leiding en dat de inrichting voor het automatisch regelen van de druk van het medium midcelen omvat zodat hij zich positief positioneert ten opzichte van het steun-orgaan.
15. Werkwijze voor het handhaven van een vooraf bepaalde 10 drukval over de lengte van een medium-leiding met een neerwaartse helling en met door de leiding stromende variabele hoeveelheden medium, met het kenmerk, dat eerst de druk van het in de leiding binnen tredende medium wordt gereguleerd voor het handhaven van een nagenoeg konstante ingangs-druk, 15 waarna de druktoename in de leiding, optredende ten gevolge van de helling daarvan, wordt gereguleerd door middel van een aantal, verdeeld over de lengte van de leiding aangebrachte, door de zwaartekracht belaste, klep-samensteller.
16. Werkwijze volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat 20 het effekt van variabele doorstromende hoeveelheden medium op de druk daarvan wordt verminderd door doorlaat-organen lopend vanaf de klep-samenstellen waardoor de dimensies van de stromingsbaan worden vergroot naar de stroomafwaartse zijde van de leiding.
17. Werkwijze volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat de mate van druk-toename geregeld door de klep-samen-stellen kan worden ingesteld door het kiezen van het aantal parallelle, zwaartekracht belaste, klep-organen binnen elk klep-samenstel.
18. Werkwijze volgend een der conclusies 15 - 17, met het kenmerk, dat een klep-samenstel zodanig is uitgevoerd, dat een hogere druk van het medium vereist is voor het van de zitting drukken van het klep-orgaan dan om het klep-or?aan in de stand vrij van de zitting te houden. 35 ----------- 1010211
NL1010211A 1997-09-30 1998-09-29 Inrichting voor het regelen van de druk van het medium in een leiding- stelsel. NL1010211C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US94042197A 1997-09-30 1997-09-30
US94042197 1997-09-30

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1010211A1 NL1010211A1 (nl) 1999-03-31
NL1010211C2 true NL1010211C2 (nl) 2001-05-15

Family

ID=25474808

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1010211A NL1010211C2 (nl) 1997-09-30 1998-09-29 Inrichting voor het regelen van de druk van het medium in een leiding- stelsel.

Country Status (8)

Country Link
CN (1) CN1214199A (nl)
DE (1) DE19845425A1 (nl)
ES (1) ES2163346B1 (nl)
GB (1) GB2329953A (nl)
IL (1) IL126348A0 (nl)
IT (1) IT1302567B1 (nl)
NL (1) NL1010211C2 (nl)
TR (1) TR199801960A2 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19953656A1 (de) * 1999-11-08 2001-05-10 Lubing Maschf Ludwig Vorrichtung zum Ausgleich des Drucks einer Flüssigkeit und Verfahren zur Änderung des Druckausgleichsverhältnisses
US6553937B1 (en) * 2002-03-12 2003-04-29 Chen Hui Cheng Water shut-off structure of a drinking device for a pet

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3724425A (en) * 1970-05-20 1973-04-03 E Thompson Water distribution system for poultry and small animals
US5247963A (en) * 1990-09-10 1993-09-28 Ziggity Systems, Inc. Flush apparatus for watering systems
US5870970A (en) * 1994-05-25 1999-02-16 Plasson Maagan Michael Industries Ltd. Water supply system and method particularly useful for poultry houses, and water pressure reducer for use in such system and method

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1524255A (en) * 1975-09-04 1978-09-06 Jwi Ltd Automatic vacuum stabilizing valve
US4176679A (en) * 1978-03-27 1979-12-04 Harry Roger Check valve
US4201244A (en) * 1978-08-03 1980-05-06 Leo Quirk Auxiliary safety valve for a pressurized fluid system
US4448212A (en) * 1981-05-14 1984-05-15 Sterling Drug Inc. Check valve for use with high pressure pump
GB2100483B (en) * 1981-06-16 1985-04-24 Yamato Scale Co Ltd Predetermined counting
US4721289A (en) * 1985-07-23 1988-01-26 Rantom, Inc. Combined check and exhaust valve for high pressure gas spring
US4945947A (en) * 1989-05-26 1990-08-07 Chromalloy American Corporation Ball-type check valve
US5253668A (en) * 1993-02-18 1993-10-19 G.T. Products, Inc. Smooth-opening, low-hysteresis ball head valve
NL9301504A (nl) * 1993-09-01 1995-04-03 Metalo Monti Vof Inrichting en werkwijze voor het in één richting blokkeren van een vloeistofstroom door een leiding.

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3724425A (en) * 1970-05-20 1973-04-03 E Thompson Water distribution system for poultry and small animals
US5247963A (en) * 1990-09-10 1993-09-28 Ziggity Systems, Inc. Flush apparatus for watering systems
US5870970A (en) * 1994-05-25 1999-02-16 Plasson Maagan Michael Industries Ltd. Water supply system and method particularly useful for poultry houses, and water pressure reducer for use in such system and method

Also Published As

Publication number Publication date
IT1302567B1 (it) 2000-09-29
ES2163346A1 (es) 2002-01-16
NL1010211A1 (nl) 1999-03-31
CN1214199A (zh) 1999-04-21
TR199801960A3 (tr) 1999-04-21
IL126348A0 (en) 1999-05-09
ITMI982101A1 (it) 2000-03-30
GB9820972D0 (en) 1998-11-18
ES2163346B1 (es) 2003-04-01
TR199801960A2 (xx) 1999-04-21
GB2329953A (en) 1999-04-07
DE19845425A1 (de) 1999-05-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3386462A (en) Liquid level control
US5730730A (en) Liquid flow rate control device
US8663525B2 (en) Internally pressure compensated non-clogging drip emitter
US6827100B1 (en) Pressure independent control valve
US9850635B2 (en) Irrigation network valve
US5905208A (en) System and method measuring fluid flow in a conduit
NZ303801A (en) Fluid flow calculated from sensed differential pressure at pipe bend
EP0730822A2 (en) In-line retention drip emitter
US10925209B2 (en) System, apparatus and method for applying anhydrous ammonia (NH3) to the soil
AU2004201663A1 (en) Pressure independent control valve
NL1010211C2 (nl) Inrichting voor het regelen van de druk van het medium in een leiding- stelsel.
US5040770A (en) Device for transforming a laminar fluid flow into drops
US4892524A (en) Intravenous administration system
US3618625A (en) Ice axe valve
US6843206B1 (en) Water tray drinker for pigs
US5870970A (en) Water supply system and method particularly useful for poultry houses, and water pressure reducer for use in such system and method
AU676751B2 (en) An apparatus for filling packaging containers
US4328820A (en) Constant-flow regulator for gravity-fed liquids
US7900396B2 (en) Irrigation system and assembly therefor
US5839466A (en) Automatic watering device
US4997459A (en) Gas pressure relief system
WO2007028390A1 (en) Device for automatic regulation of flow
US4102354A (en) Self-regulating fluid pressure and temperature valve and assembly
CA1261230A (en) Differential pressure fluid flow regulating device
JPS6253748B2 (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20010314

PD2B A search report has been drawn up