NL1010190C2 - Inrichting voor het afschermen van een verwarmingselement. - Google Patents

Description

Inrichting voor het afschermen van een verwarmingselement

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het afschermen van een verwarmingselement met behulp van panelen welke zijn bevestigd aan een draagstel.

Dergelijke inrichtingen zijn in de handel bekend en 5 worden in het algemeen aangeduid met radiatorombouw. Radiatorom-bouwen dienen de radiator aan het zicht te onttrekken en worden dan ook zodanig uitgevoerd dat zij de radiator grotendeels afdekken. Doordat de panelen van de radiatorombouw zijn voorzien van openingen blijft een goede warmte-uitwisseling behouden. Zo 10 is een radiatorombouw bekend welke om een aan een wand bevestigde radiator kan worden geplaatst. In deze bekende radiatorombouw zijn de panelen vast aan het draagstel verbonden. Een dergelijke ombouw heeft het nadeel dat deze in zijn geheel moet worden verwijderd wanneer men de radiator wenst te bereiken.

15 De uitvinding heeft nu tot doel deze bekende radia- torombouwen te verbeteren.

Daartoe wordt de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat de panelen met behulp van bevestigingsmiddelen losneembaar aan het draagstel bevestigbaar zijn.

20 Door deze maatregel volgens de uitvinding is het niet langer noodzakelijk om de gehele inrichting te verwijderen wanneer men het verwarmingselement wenst te bereiken. Wanneer men bijvoorbeeld het verwarmingselement op een andere warmtestand wenst te zetten kan men volstaan met het verwijderen van bij-25 voorbeeld één van de panelen, welke men na het veranderen van de warmtestand eenvoudig weer kan terugplaatsen. Bovendien kan een paneel zeer licht worden uitgevoerd waardoor het verwijderen en terugplaatsen zeer eenvoudig is.

Volgens een voorkeursuitvoering van de inrichting 30 volgens de uitvinding, wordt deze om een tegen een wand geplaatst verwarmingselement geplaatst, waarbij het draagstel steunmiddelen omvat waarmee het in gebruik steunt op een ondergrond en voorts steunmiddelen omvat welke in gebruik zijn verbonden met de wand. Bijvoorbeeld kunnen deze laatste steun- 1010190 2 middelen met behulp van aan de wand aan te brengen voorzieningen aan de wand worden bevestigd. Dit heeft het voordeel dat de aan de wand aan te brengen voorzieningen op eenvoudige wijze horizontaal kunnen worden aangebracht, waardoor het draagstel, na 5 eenvoudige bevestiging daaraan, zich eveneens in een horizontale positie bevindt. Volgens een voorkeursuitvoering kunnen de betreffende steunmiddelen losneembaar worden verbonden met deze voorzieningen. Daardoor kan de hele inrichting indien gewenst eenvoudig van het verwarmingselement worden verwijderd. De 10 steunmiddelen kunnen bij voorkeur op telescopische wijze met het draagstel zijn verbonden, zodat de hoogte en diepte van het draagstel naar wens instelbaar zijn. Dit is met name nuttig wanneer de wand of de ondergrond niet vlak zijn.

De uitvinding zal verder worden toegelicht aan de hand 15 van de tekeningen, welke een voorkeursuitvoering van de uitvinding weergeven.

Fig. 1 toont een vooraanzicht van een inrichting volgens de uitvinding, welke drie panelen aan de voorzijde van een verwarmingselement (niet getoond) omvat.

20 Fig. 2 en Fig. 3 tonen een zijaanzicht van een deel van een draagstel volgens de uitvinding.

Fig. 4 toont een vooraanzicht van een deel van een J draagstel volgens de uitvinding.

Fig. 5 toont een zijaanzicht van een deel van het 25 draagstel volgens de uitvinding, voorzien van een paneel.

Fig. 6 toont een doorsnede langs de lijn VI-VI in Fig. 5, waarbij tevens is voorzien in een hoekpaneel.

Fig. 1 toont een inrichting voor het afschermen van een tegen een wand geplaatst verwarmingselement. De inrichting 30 omvat aan de voorzijde geplaatste vlakke panelen 1 en aan de zijkanten geplaatste vlakke panelen 1', welke zijn bevestigd aan een draagstel 2. De panelen 1' worden ook wel met zijpanelen aangeduid. Het verwarmingselement is in het onderhavige geval niet zichtbaar, en bevindt zich achter de panelen 1. De panelen 35 1, 1' kunnen van elk materiaal worden vervaardigd dat bestand is 101 01 90 3 tegen temperaturen die bij verwarmingselementen optreden. Met name dient het materiaal bestand te zijn tegen kromtrekken ten gevolge van de warmteverschillen tussen de naar het verwarmingselement toegekeerde zijde en de daarvan afgekeerde zijde. Het 5 draagstel 2 steunt met steunmiddelen 3 op een ondergrond 4. De inrichting is aan de bovenzijde voorzien van een dekpaneel 5. Hiermee wordt bereikt dat het verwarmingselement volledig door de inrichting aan het zicht wordt onttrokken, doch nog voldoende ruimte tussen de panelen overblijft voor het doorlaten van warme 10 lucht. Ook kunnen de panelen 1, 1' zijn voorzien van openingen om extra mogelijkheid te verschaffen voor het doorlaten van warme lucht.

De panelen 1, 1' zijn alle losneembaar verbonden met het draagstel 2. Hierdoor wordt bewerkstelligd dat het verwar-15 mingselement eenvoudig toegankelijk is door het wegnemen van één of meerdere panelen 1, 1'. Het draagstel 2 dat, bij voorkeur losneembaar, is verbonden met de wand 6, hoeft daarbij niet te worden verwijderd. Wanneer het dekpaneel 5 bijvoorbeeld wordt gebruikt als steun of ondergrond voor naar keuze daarop te 20 plaatsen voorwerpen, hoeven deze voorwerpen niet te worden verwijderd wanneer toegang tot het verwarmingselement dient te worden verkregen. Wanneer bijvoorbeeld de warmtestand van het verwarmingselement dient te worden gewijzigd, kan worden volstaan met het verwijderen van één paneel 1, 1'. Elk paneel 1, 1' 25 kan licht worden uitgevoerd, waardoor het verwijderen en terugplaatsen zeer gemakkelijk kan plaatsvinden.

Zoals getoond in Fig. 2 steunt het draagstel 2 van de radiatorombouw volgens de uitvinding met steunmiddelen 3 op een ondergrond 4 en met steunmiddelen 8 tegen een wand 6. De figuur 30 toont hoe het draagstel 2 over een verwarmingselement 7 wordt geplaatst. De beide steunmiddelen 3, 8 zijn elk verstelbaar uitgevoerd. Zo is het draagstel eenvoudig zowel qua hoogte h, als diepte d aan te passen. Dit is met name nuttig wanneer de ondergrond of de wand niet volledig vlak zijn uitgevoerd. In dat 35 geval is het bijvoorbeeld toch mogelijk de inrichting volkomen 1 01 01 90 4 horizontaal te plaatsen.

Fig. 3 toont een uitvergroting van het draagstel 2 volgens Fig. 2, waarin wordt getoond dat de steunmiddelen 3, 8 telescopisch in de staanders 9 van het draagstel 2 bevestigbaar 5 zijn. De steunmiddelen 8 zijn aan hun naar de wand gekeerde uiteinde voorzien van een naar beneden gerichte nok 10 welke in gebruik in een daartoe geschikte uitsparing in een tegen de wand aan te brengen bevestigingsmiddel 11 kan worden geplaatst. Wanneer de nok 10 in de uitsparing van het bevestigingsmiddel 11 is 10 geplaatst wordt een naar beneden of van de wand gerichte verplaatsing van het steunmiddel 8 verhinderd. Door het bevestigingsmiddel 11 horizontaal aan de wand 6 te bevestigen, wordt bereikt dat het draagstel, en derhalve de gehele inrichting, eveneens horizontaal staat.

15 Het steunmiddel 8 kan telescopisch in het bovenste, naar de wand toegekeerde gedeelte 12 van de staander 9 worden gebracht, en met een klembevestiging 13 worden vastgezet. De klembevestiging 13 kan bijvoorbeeld worden gevormd door een inbusschroef. Op soortgelijke wijze kan het steunmiddel 3 tele-20 scopisch in het onderste, naar de vloer toegekeerde deel 14 van de staander 9 worden gebracht, en met behulp van een klembevestiging 13 worden vastgezet. Uit de figuur blijkt dat een verdere aanpassing van de steunmiddelen 3 kan worden verkregen doordat het op de ondergrond rustende gedeelte door middel van een J 25 schroefbevestiging 15 kan worden bijgeregeld. Wanneer de onder grond enigszins kan inveren, of bijvoorbeeld na verloop van tijd een blijvende vervorming ondergaat, kan door middel van de schroefbevestiging 15 voor deze indrukking worden gecompenseerd.

Fig. 4 toont een vooraanzicht van een deel van het 30 draagstel 2 van de inrichting volgens de uitvinding, waarbij twee staanders 9 met steunmiddelen 3 door middel van dwarsverbindingen 16 met elkaar zijn verbonden. Deze dwarsverbindingen 16 verlenen stijfheid aan het draagstel 2. Met name wanneer het draagstel 2 van metaal is vervaardigd kan voldoende stijfheid 35 worden verkregen. De horizontale dwarsverbindingen 16 van het 1010190 5 draagstel 2 kunnen tevens dienen om de panelen op te hangen, zoals hierna zal worden beschreven.

Fig. 5 toont een zijaanzicht van een staander 9 volgens de uitvinding welke is voorzien van een paneel 1. Het pa-5 neel 1 is aan de naar het verwarmingselement gekeerde zijde voorzien van bevestigingsmiddelen 17, hier in de vorm van haken, welke in de hier getoonde uitvoering om de horizontale dwarsverbindingen 16 worden geplaatst. Hierdoor wordt een eenvoudige bevestiging van het paneel 1 aan een draagstel 2 verkregen, 10 welke ook weer eenvoudig te ontkoppelen is.

Fig. 6 toont een doorsnede volgens de lijn VI-VI in Fig. 5, waarbij de panelen 1, 1' met bevestigingsmiddelen 17 aan de dwarsverbindingen 16 zijn bevestigd. De dwarsverbindingen 16 zijn in dit geval door middel van hulpstukken 18 verbonden met 15 het verticale deel 14 van de staander 9. Zoals hier getoond zijn de dwarsverbindingen 16 aan hun uiteinde voorzien van zijsteunen 16'. Deze zijsteunen 16' kunnen bijvoorbeeld zijn verkregen door het ombuigen van de dwarsverbindingen 16, of kunnen bijvoorbeeld als aparte metalen strips door middel van hulpstukken 19 aan de 20 dwarsverbindingen 16 zijn bevestigd. Bij voorkeur kunnen de zijpanelen 1' op soortgelijke wijze aan deze eindsteunen 16' worden bevestigd als de panelen 1 aan de dwarsverbindingen 16.

Uit de hiervoor gegeven beschrijving en de tekeningen blijkt dat volgens de uitvinding een radiatorombouw kan worden 25 verkregen welke zeer eenvoudig op een gewenste maat kan worden ingesteld, en welke in het gebruik zeer eenvoudig gedeeltelijk is te verwijderen. Volgens de uitvinding is het tevens mogelijk een radiatorombouw op onregelmatig gevormde ondergronden te plaatsen, waarbij deze ten allen tijde stevig door de ondergrond 30 wordt ondersteund. De afstelling vindt op eenvoudige wijze plaats, zonder dat destructieve handelingen dienen te worden uitgevoerd, zoals bijvoorbeeld zagen.

De uitvinding is niet beperkt tot het in de tekeningen weergegeven en in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoor-35 beeld, dat op verschillende manieren binnen het kader van de 1010190 6 uitvinding kan worden gevarieerd. Zo kunnen de steunmiddelen 3 op een vast aantal van te voren bepaalde hoogtes instelbaar zijn, waarbij een nauwkeurige afstelling met behulp van de schroefbevestiging 15 kan plaatsvinden. Volgens een ander uit-5 voeringsvorm kunnen de steunmiddelen 3 rechtstreeks op de ondergrond steunen, waardoor de fijnafstelling met behulp van de klembevestiging 13 kan geschieden. Eventueel kan de afstand tot de wand vast ingesteld zijn. Ook kunnen de steunmiddelen 3 op soortgelijke wijze als de steunmiddelen 8 in een aan de wand 10 bevestigd bevestigingsdeel rusten. Bij een dergelijke uitvoeringsvorm zijn er geen op de grond rustende onderdelen, en blijft de ondergrond overal toegankelijk. Verder zouden de panelen met bevestigingsmiddelen 17 aan speciaal daartoe aangebrachte voorzieningen aan het draagstel 2 kunnen worden bevestigd, in 15 plaats van aan de dwarsverbindingen 16. Ook zouden de dwarsverbindingen 16 in lengte instelbaar kunnen zijn om de breedte van de inrichting naar wens in te kunnen stellen.

101 0190

Claims (12)

1. Inrichting voor het afschermen van een verwarmingselement (7) met behulp van panelen (1, 1') welke zijn bevestigd aan een draagstel (2), met het kenmerk, dat de panelen (1, 1') met behulp van bevestigingsmiddelen (17) losneem- 5 baar aan het draagstel (2) bevestigbaar zijn.

2. Inrichting volgens conclusie 1 voor het afschermen van een tegen een wand (6) geplaatst verwarmingselement (7), waarbij het draagstel (2) is voorzien van steunmiddelen (3) welke in gebruik steunen op een onderoppervlak (4) en van 10 steunmiddelen (8) welke in gebruik zijn verbonden met de wand (6) .

3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij het draagstel (2) via de steunmiddelen (8) losneembaar kan worden verbonden met aan de wand (6) bevestigbare voorzieningen (11).

4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, waarbij het draagstel (2) zich uitstrekt tot de niet naar de wand (6) en vloer (4) gerichte zijden van het verwarmingselement (7).

5. Inrichting volgens één der conclusies 1-4, waarbij het draagstel (2) staanders (9) omvat welke onderling 20 verbindbaar zijn met behulp van dwarsverbindingen (16).

6. Inrichting volgens één der conclusies 1-5, waarbij het draagstel (2) is vervaardigd van metaal.

7. Inrichting volgens één der conclusies 1-6, waarbij het draagstel is voorzien van middelen (3) voor het in- 25 stellen van de hoogte (h), bijvoorbeeld telescopisch verstelbare steunmiddelen (3).

8. Inrichting volgens één der conclusies 1-7, waarbij het draagstel is voorzien van middelen (8) voor het kunnen instellen van de diepte (d), bijvoorbeeld telescopisch ver- 30 stelbare steunmiddelen (8).

9. Inrichting volgens één der conclusies 1-8, waarbij de panelen (1, 1') bevestigbaar zijn aan de zich aan het vooroppervlak en de zijoppervlakken van het verwarmingselement (7) uitstrekkende delen van het draagstel (2).

10. Inrichting volgens één der conclusies 1-9, waar bij het draagstel (2) middelen omvat voor het daarop kunnen 1010190 δ bevestigen van een dekpaneel (5).

11. Inrichting volgens één der conclusies 1-10, waarbij de panelen (1, 1') aan de naar het verwarmingselement (7) gerichte zijde zijn voorzien van haken (17), welke los- 5 neembaar verbindbaar zijn met daartoe aangebrachte voorzieningen (16) op het draagstel (2), bijvoorbeeld met de dwarsverbindingen (16).

12. Inrichting voor het afschermen van een tegen een wand (6) geplaatst verwarmingselement (7) met behulp van pane- )0 len (1, 1') welke met behulp van bevestigingsmiddelen (17) losneembaar aan een draagstel (2) bevestigbaar zijn, waarbij het draagstel (2) is voorzien van steunmiddelen (3) welke in gebruik steunen op een onderoppervlak (4) en van steunmiddelen (8) welke in gebruik zijn verbonden met de wand (6) via daar-15 aan bevestigbare voorzieningen (11), waarbij het draagstel is voorzien van middelen (3) voor het instellen van de hoogte (h), en/of middelen (8) voor het instellen van de diepte (d), bijvoorbeeld telescopisch verstelbare steunmiddelen (3, 8). ί01019 o