NL1010183C1 - Beheer- en gebruikssysteem voor dag- en weekbladen in de leeszaal. - Google Patents

Description

BEHEER- EN GEBRUIKSSYSTEEM VOOR DAG- EN WEEKBLADEN IN DE LEESZAAL 1 Bcschri jving 1.1 Inleiding

De uitvinding heeft betrekking op een systeem waarin het assortiment dag- en 5 weekbladen in de leeszaal veel geordender beheerd en gebruikt kan worden dan nu het geval is. Het systeem is gebaseerd op een 3~tal uitgangspunten. Het lc is het statiegeldprincipc. Zoals bekend wordt daarbij aan de consument, die het door de producent/leverancier gewenste gedrag vertoont, (een deel van) het eerder betaalde bedrag teruggegeven. In het uitgevonden systeem ge-10 beurt dat als de klant het door hem geleende dag- of weekblad weer op de juiste wijze aan de collectie van de leeszaal toevoegt. Daarbij hoeft hij minder op het blad zelf dan op het aan het blad gekoppelde, zogenaamde pits-pistool te letten. Het blad kan hij namelijk zonder meer in de verzamelbak deponeren. Op straffe van inhouding van het statiegeld moet het pitspistool 15 wel per se op de goede plaats worden teruggezet. Dat is het geval als de volgnummers die aan plek en pitspistool zijn toegekend, overeenstemmen. Hier mee zijn ook de 2 overige uitgangspunten van het systeem ter sprake gekomen, te weten: - het gegeven, dat, ergonomisch gezien, het werken met een klein, stevig van 20 een handgreep voorzien voorwerp te preferen vhlt boven iets wat groot en slap is. De klant wordt daarom bij zijn leenhandelingen het pitspistool in plaats van het dag- of weekblad aangereikt - het gegeven, dat het veel efficiënter en helderder is op nummervolgorde dan op alfabet te sorteren. In plaats van met titels, die vaak uit meerde- 25 re woorden bestaan, kan de klant nu met simpele, eenduidige nummers werken Hierna wordt met een opsomming van de benodigde hulpmiddelen en de te volgen procedures het nieuwe systeem uitvoeriger beschreven.

1.2 Benodigde hulpmiddelen

Bij het systeem horen de volgende hulpmiddelen:

30 - de PITSSTRIP

Die dient om het pitspistool (zie hierna) te stallen. De pitsstrip is een metalen balk in de vorm van een liggende T. Erop lopen lengteribbels, die per 12cm van patroon veranderen. De hoogste ribbel (= het dwarsstreepje van de T) geeft het geparkeerde pistool de nodige stabiliteit 35 - het PITSPISTOOL (zie figuur 1 tot en met 5)

In feite is het pitspistool het slot van het eraan vastzittende dag- of weekblad. De munt van de klant, die als statiegeld in het pistool wordt ge duwd, vormt samen met de pitsstrip dé sleutel. Figuur 1 geeft de buitenkant van het pistool weer. Rechts zit de handgreep. In de uitsparingen 10 10 18 3 2 links- en middenonder passen de pitsstripribbels. Het nummer verwijst naar de bladtitel en de plek op de pitsstrip. Figuur 2 is de binnenkant in rust De veer aan de achterkant van de naar links verschuifbare L is niet gespan nen. Onder de tussen de 2 palletjes op en neer beweegbare H is ruimte voor 5 het uitstekende deel van de hoge pitsstripribbel. Figuur 3 is het pistool in werkstand. De veer staat nu strak en de posities van L en H zijn veranderd. Figuur 4 is te vergelijken met figuur 2. Te zien is nu ook nog hoe het pistool de pitsstrip omklemt houdt. Figuur 5 is gelijk aan figuur 3· Zichtbaar is nu tevens hoe het pistool de statiegeldmunt inneemt en de 10 pitsstrip loslaat. Het pistool kan uitsluitend worden teruggezet op zijn oude plek (alleen daar komen de stripribbels overeen met de pistooluitspa-ringen). Tijdens die handeling wordt door het pistool de munt uitgestoten en wordt figuur 4 weer van toepassing.

De pistolen hebben per 2 stuks hetzelfde uitsparingspatroon. Daarnaast 15 zijn per 2 stuks de bladtitels in de leeszaal aanwezig. Als met dit gegeven bij het (eenmalig) toekennen van de pistolen aan de bladen rekening wordt gehouden, komen de pistolen van hetzelfde blad vanzelf naast elkaar op de pitsstrip te staan. Overigens is het H-onderdeeltje ingebracht om het pistool groot genoeg, dus voldoende handzaam te maken. Zonder die 20 voorziening zou het pistool ook te fragiel zijn. De inkeping, die vóór de handgreep zit en die nodig is voor de hoge stripribbel, zou het pistool bijna geheel doorsnijden. En dat juist daar waar door het induwen van de munt steeds opnieuw druk wordt uitgeoefend - de PITSTAFEL (zie figuur 6) 25 Die bbstaat uit 3 onderdelen, te weten de pitsstrip, de pitsdisplay en de pitsbox. De pitsstrip is al toegelicht. Op de display wordt aangegeven welke bladtitels bij welke volgnummers horen. Die opsomming wordt wel steeds beperkt tot de titels waarvan de nummers voorkomen op de er tegenover staande pistolen. In de pitsbox liggen (door elkaar) de bladen die 30 hóren bij en vastzitten aan de ervoor geparkeerde pistolen

- het KOORD

Daarmee wordt het blad aan het pistool vastgemaakt. Eigenlijk is het koord een vast onderdeel van het pistool: het is daar blijvend aan bevestigd. Het koord (-f 50cm lang) heeft aan het losse eind een lus voor het blad zit 35 tèn'j Direct hierna wordt daar verder op ingegaan

- de V-LABEL

Met behulp van de v-label wordt het blad aan de lus van het koord geniet. Hoewel van plastic is de v-label goed te vergelijken met het sigarettenvloeitje: de label is net zo groot en heeft ook een vouw die overlangs 1 0 1 ö 1 8 3 3

door het midden loopt - de NUMMERTABEL

Daarop is te vinden welk blad welk nummer heeft. Achter de op alfabetische volgorde staande bladtitels zijn de daaraan toegekende nummers in oplopen-5 de volgorde vermeld. Die nummers komen terug op de display en de pistolen. Exemplaren van de tabel zijn her en der in de leeszaal, maar zeker in de buurt van de pitstafel aan te treffen.

1.3 Procedure_voor de leeszaalmedewerker De procedure kent 2 stappen: 10 1 het belabelen van de dag- en weekbladen 2 het koppelen van die bladen aan de pistolen.

1 Kan overal, 2 moet in de leeszaal in de pits (= bij de pitstafel) plaatsvinden. 1 Begint zo spoedig mogelijk na de bezorging van de bladen. Bij die procedure krijgt de krant 2 v-labbls, het tijdschrift 1. Hierna wordt eerst 15 aangegeven hoe dat bij kranten in zijn werk gaat. Omdat het tafelblad anders in de weg zou komen te zitten, legt de medewerker de krant (voorpagina boven) met de rug over het tafelblad (aan de werkkant uiteraard). De krant wordt zover en recht mogclijk met de linkerhoek van de rug in de onderste helft van een van de klaar te leggen v-labels geniet (op de daarvoor aangewe 20 zen plaatsen). Hetzelfde gebeurt nu met de rechterhoek van de rug. Als de dikte daartoe aanleiding geeft, wordt van de (zaterdag)krant een deel in een le en een deel in een 2e v-label gehecht. Beschikt wordt nu over (delen van) een krant., waaruit linksboven en -onder een label steekt. Na de kranten zijn de tijdschriften aan de beurt. Het tijdschrift komt niet over de rand, 25 maar wel weer met de rug naar de medewerker toe te liggen. Het wordt bij het begin van het middelste katern opengeslagen, waarna de linkerhoek (beetje op lichten) net zo behandeld wordt als die van de krant. De rechterhoek wordt nu niet belabeld. Als het tijdschrift weer is dichtgedaan, moet aan de bovenkant bij de rug een gedeelte van de v-label te zien zijn. Stap 1 in de 30 procedure is gezet. Zoals vermeld wordt stap 2 bij de pitstafel uitgevoerd. Het is de bedoeling dat daar de nieuwe bladen de oude (= die van eergisteren (dagbladen) en eervorige week (weekbladen)) gaan vervangen. Daartoe dient de laatste categorie eerst nog te worden opgespoord. Dat doet de medewerker als volgt. Aan de hand van de aanwijzingen op de display kiest hij de juiste 2 35 pistolen uit. Hij trekt aan het koord van een van de pistolen en bekijkt of het daardoor te voorschijn gekomen blad dat van de gezochte dag/week is. Al naar gelang de uitkomst hangt hij of het nagekeken blad of juist het exemplaar aan het andere pistool buiten de pitsbox. Als zo alle om te wisselen exemplaren zichtbaar zijn geworden, maakt hij ze door de labels door te knip 1010183 4 pen los uit de lus van het koord. De nieuwe bladen bevestigt hij aan de 'lege' koorden. Daarbij wordt het labeluiteindé om de koordlus gevouwen en geniet (bij meer uiteinden per krant dat met alle uiteinden tegelijk doen; het nietje weer op de aangegeven plaats). Net zo, al komt daar geen koord aan te 5 pas, worden de aan de onderkant van de kranten uitstekende labels behandeld. Zo wordt voorkomen, dat de nu zowel boven als onder gehechte kranten gaan uitwaaieren. De dag- en weekbladen kunnen in de pitsbox worden gelegd. Stap nummer 2 is ook uitgevoerd. Het werk van de medewerker zit erop. Hij moet alleen nog zorgen, dat de oude bladen in het archief terecht komen.

10 Uiteraard worden de maatregelen tegen diefstal van krant, tijdschrift en nu ook pitspistool op de gebruikelijke wijze uitgevoerd.

1.4 Procedure voor de klant

Die vindt plaats bij de pitstafel en wel bij de 2 pitspistolen van het gewenste blad. De klant is daar al of niet na raadpleging van de nummertabel 15 terecht gekomen. Hij trekt aan het koord van een van de pistolen en bekijkt of het daardoor zichtbaar geworden blad van de gewenste datum is. Het hangt dan van zijn bevinding af of hij het statiegeld (= 1 guldenstuk) in het pistool van het gecontroleerde blad of juist in het andere moet stoppen. In elk geval wordt door het induwen van de munt het pistool gedeblokkeerd waar-20 door het zo van de pitsstrip genomen kan worden. De klant begeeft zich vervolgens naar zijn leestafel. Na lezing kan het blad zonder meer in de pitsbox worden gelegd. Het terugzetten van het pistool heeft wat meer aandacht nodig. Dat moet namelijk op de strip weer op het goede nummer worden geparkeerd. De klant zal daaraan overigens best willen meewerken: behalve dat het 25 nummersysteem het hem erg gemakkelijk maakt, retourneert het pistool anders zijn gulden niet.

1.5 Voordelen nieuwe systeem

Zoals hieronder wordt aangetoond, biedt het nieuwe systeem vergeleken met het oude 4 voordelen. Het is: 30 1 betrouwbaarder 2 doorzichtiger en op de belangrijkste onderdelen 3 Handiger en 4 eenduidiger.

In het oude systeem wordt de klant bediend door middel van een sorteerkast. 35 Daarin is voor elke bladtitel op alfabetische volgorde een vak aanwezig. In de grootsteedse leeszaal heeft de sorteerkast zo al gauw een 100-tal vakjes. In principe is dit systeem gelijk aan dat van de boeken. Boek en blad zijn in de bibliotheek echter 2 heel verschillende producten. Een boek wordt daar namelijk hooguit enkele keren per maand en een blad enkele keren per uur uit 1010183 5 geleend. Gesteld kan worden dat in vergelijking met het blad, het boek bijna nooit hoeft te worden teruggezet. Daarom kan die handeling, die voor het vindbaar houden zeer cruciaal is, uit kostenoogpunt bij het boek wel en bij het blad niet aan een terzake kundige (= een beroepskracht) opgedragen wor-5 den. Ook in het nieuwe systeem, waarin de klant te maken krijgt met op werk-hoogte op nummervolgorde staande, aan de kranten vastzittendc apparaatjes (= de pitspistolen), wordt het terugzetten aan de klant overgelatcn. Hij wordt nu echter door de ingevoerde statiegeldmethode geprikkeld de handeling, die hij in het oude systeem door gebrek aan motivatie/deskundigheid vaak achter-10 wege liet, metterdaad uit te voeren. Er zullen daarbij ook geen fouten meer voorkomen. Ze worden doodeenvoudig door de techniek, waarmee in het nieuwe systeem pitsstrip en -pistolen zijn uitgerust, niet geaccepteerd. Het nieuwe systeem is ook erg doorzichtig. In het oude systeem weet de klant niet waar de niet in het vakje aangetroffen krant wel kan worden gevonden. Is dat in 15 een van de overige 99 vakjes? Ligt de krant anders misschien onbeheerd op een van de lecszaaltafeltjes? Het is ook nog mogelijk, dat het blad nog niet gebruiksklaar is of door een andere bezoeker wordt gelezen. Kortom, de klant weet letterlijk niet waar hij het zoeken moet. In het nieuwe systeem is de situatie voor de klant steeds volkomen helder: 20 - hij treft de door hem gewenste krant aan. Dat is het meest bevredigend.

Overigens zal dat nu veel vaker het geval zijn dan vroeger. De kranten en weekbladen worden in het nieuwe systeem immers steeds teruggebracht - hij ziet zijn pitspistool niet op de pitsstrip staan. Dat kan alleen maar betekenen, dat zijn krant bij een andere, eerder gearriveerde lezer in ge- 25 bruik is. Er zit niets anders op dan geduld te oefenen - hij komt in plaats van de nieuwe krant nog de krant van eergisteren tegen. Hij mag van de balie verlangen, dat in die omissie zo spoedig mogelijk oovrrzraT.

Resteren nog de 2, al in de inleiding genoemde voordelen van het nieuwe sy-30 steem: het werken met een handzaam apparaat, het pitspistool, in plaats van met een slappe krant en met een methode met volgnummers in plaats van een methode met veel minder eenduidige kantentitels.

Onderkend wordt dat de klant op verschillende manieren het systeem kan saboteren; vooral tegen mesgepeuter en scheurende vingers is een enkel onder-35 deel niet bestand. Toch zijn daar in het systeem geen veiligheden voor ingebouwd; a) omdat het practisch niet kan en b) omdat de klant niet tot die fraudchandelingcn zal overgaan. Uit een systeem dat gratis is (het statiegeld wordt altijd weer terugbetaald) valt geen geldelijk voordeel te behalen Zonder dat heeft frauderen weinig zin.

'i A i ‘1 ·? A 7 s ' v j α λ

Claims (1)

1. 2 Conclusie Het gaat om een substituut voor het systeem, waarin aan leeszaalbezockers dag- en weekbladen worden uitgeleend. Het substituut, dat het beheer en gebruik van de bladen veel geordender dan nu het geval is laat plaatsvinden, 5 heeft als kenmerk dat tussen klant en krant (of weekblad) een intermediair is geplaatst. Die intermediair bestaat uit 2 onderdelen, te weten: 1 het zogenaamde pitspistool 2 de zogenaamde pitsstrip. Het pistool, waaraan het blad met een koord vastzit, heeft een eigen plek op 10 de strip. Het profiel dat daar is aangebracht is namelijk alleen passend voor het pistool met overeenkomstige uitsparing. Een keer op de goede plek staand, kan het pistool daar alleen door er een munt (thans 1 gulden, straks 1 euro) in te duwen van worden afgehaald. Het retourneert de munt pas weer bij terugkomst op de eigen plaats. Er kan van worden uitgegaan, dat de eigc- 15 naars van de munten zo vanzelf de pistolenrij juist gerangschikt zullen houden. Het pistool staat dus goed. Voor het blad komt dat er niet meer op aan. Het is in ieder geval niet meer nodig dat in een bepaalde volgorde te leggen Het hoeft dus ook niet meer te worden opgeborgen in de soms wel uit 100 vakjes (1 voor elke bladtitel) bestaande sorteerkast (dat is maar goed ook: 20 vooral de incidentele klant vond daarin maar moeilijk of helemaal niet de weg). Nee, het blad kan men voortaan, met of zonder een verzamelbak als opvang, zo van het pistool laten afhangen (vergelijk de keukendoek aan het haakje). Op voorwaarde dat hij zich niet meer door de bladtitel laat leiden, is het voor de klant een koud kunstje het door hem gewenste blad weer uit de 25 bulk te halen. Aan de hand van het aan zijn blad toegekendc, via een tabel aan hem bekend geworden volgnummer pakt de klant eenvoudigweg (wel met be hulp dus van een munt) het met hetzelfde nummer toegeruste pistool uit de rij op de strip. Met het goede pistool heeft hij ook het goede blad (zijn er 2 nummers van hetzelfde blad in de leeszaal dan kiest hij het pistool mede 30 aan de hand van de bladdatering). Overigens moet niet worden gedacht, dat het bij het pistool, gezien zijn vele functiemogelijkheden, om een ingewikkeld stuk techniek gaat. Het tegendeel is het geval. Het van kunststof vervaardigde apparaat is amper een halve hand groot en bestaat uit 2 eikaars spiegelbeeld zijnde helften waartus-35 sen zich een 2-t.al onderdeeltjes door menselijke duwkracht kan bewegen. De strip, eigenlijk de baard van de sleutel waarmee het pistool op slot wordt gezet, is nog het ingewikkeldst. Toch is ook die niet meer dan een T-buis met een ribbeltjespatroon. 1010183