NL1009949C2

NL1009949C2 - Inrichting voor het verspreiden van materiaal.

Info

Publication number: NL1009949C2
Application number: NL1009949A
Authority: NL
Inventors: Olaf Van Der Lely; Alexander Van Der Lely
Original assignee: Maasland Nv
Priority date: 1998-08-26
Filing date: 1998-08-26
Publication date: 2000-02-29
Also published as: EP0982190A1

Description

INRICHTING VOOR HET VERSPREIDEN VAN MATERIAAL

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting volgens de aanhef van conclusie 1. Bij dergelijke inrichtingen zijn uit het oogpunt van veiligheid beschermbeugels noodzakelijk om het 5 verspreidorgaan enigszins af te schermen. De lichten, die bij een zekere hoogte van het reservoir eveneens noodzakelijk zijn, zijn meestal aan de achterzijde bevestigd. De voor de lichten benodigde elektrische leidingen zitten vaak in de weg. Bovendien zijn deze leidingen erg kwetsbaar en gemakkelijk te 10 beschadigen. Het verpakken van de leidingen in speciale slangen of buizen heeft het nadeel dat dit extra kosten en gewicht met zich meebrengt.

De uitvinding heeft onder andere tot doel de bovengenoemde nadelen te vermijden en een verbeterde inrichting te verschaf-15 fen. Volgens de uitvinding wordt dit door de maatregelen in het kenmerk van conclusie 1 bereikt. Het speciale verloop van de holle beschermbeugel(s) maakt het mogelijk om de leidingen voor de lichten in de beschermbeugel(s) aan te brengen. Hierdoor zijn de kabels op eenvoudige en goedkope wijze zeer goed 20 beschermd.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande figuren.

Figuur 1 toont een aanzicht in perspectief van een deel van de inrichting volgens de uitvinding; 25 Figuur 2 toont een achteraanzicht van het deel van de inrichting;

Figuur 3 toont een bovenaanzicht van het deel van de inrichting;

Figuur 4 toont een zijaanzicht van het deel van de 30 inrichting;

Figuur 5 toont een schematische doorsnede volgens de pijlen V - V in Figuur 4;

Figuur 6 toont een schematische zijaanzicht in de richting van de pijl VI in Figuur 4 en 35 Figuur 7 toont een schematische doorsnede volgens de pijlen VII - VII in Figuur 6.

1 00 99 4 9 2

De uitvinding betreft een inrichting voor het verspreiden van materiaal, zoals bijvoorbeeld kunstmest of strooimateriaal voor wegen of voor gebruik in de wegenbouw (zout, zand, grind etcetera). Dergelijke inrichtingen zijn voorzien van ten minste 5 één reservoir voor het te verspreiden materiaal en ten minste één verspreidorgaan. Verspreidorganen zijn op zich bekend; deze zijn in de Figuren dan ook niet weergegeven. Ook het frame of gestel waarop het reservoir met het verspreidorgaan is aangebracht en dat verbindbaar is met bijvoorbeeld een trekker is op 10 zich bekend en zal eenvoudigheidshalve niet nader worden toegelicht. Van belang voor de uitvinding zijn het reservoir, de lichten en één of meer beschermbeugels voor de verspreidorganen .

In Figuur 1 is een aanzicht in perspectief van een deel 15 van de inrichting volgens de uitvinding weergegeven. Het reservoir 1, in Figuur 1 schuin van achteren gezien, is aan de bovenzijde in hoofdzaak rechthoekig gevormd, waarbij echter de hoeken afgesneden zijn. Aan de onderzijde omvat het reservoir 1, zoals in de Figuren 2-4 duidelijk is te zien, twee als het 20 ware piramidaal verlopende stukken die elk in een met een verspreidorgaan corresponderende opening uitmonden. Afgezien van de twee uitstrooiopeningen aan de onderkant en de open bovenkant is het reservoir 1 verder helemaal gesloten.

Aan de buitenkant van het reservoir 1 zijn aan zijn 25 achterzijde twee montage-elementen 2, 3 aangebracht. In elk van de montage-elementen 2, 3 is een licht 4, respectievelijk 5 geïntegreerd. Het reservoir 1 en de montage-elementen 2, 3 zijn zodanig geconstrueerd, dat zij tezamen ten minste één aaneengesloten wandgedeelte vormen. In het geïllustreerde voorbeeld 30 vormen het reservoir 1 en het montage-element 2 samen een aaneengesloten achterwandgedeelte en ook een aaneengesloten zijwandgedeelte van de inrichting.

Het montage-element 2 vult als het ware het afgesneden hoekdeel van het reservoir 1 op, waarbij het geheel een 35 nagenoeg continu verlopend deel van de buitenwand van de inrichting vormt dat geen uitstekende delen omvat. Het reservoir 1 vormt samen met de montage-elementen 2, 3 een in hoofdzaak vlakke achterwand en twee in hoofdzaak vlakke 1 00 9949 4 3 zijwanden. Bij voorkeur is aan de linker- en aan de rechterkant van de achterzijde van het reservoir 1 een montage-element 2, 3 aangebracht. De montage-elementen 2, 3 zijn bijvoorbeeld uit kunststof vervaardigd en kunnen aan de buitenkant van het 5 reservoir 1 bevestigd worden.

Natuurlijk kunnen in een andere, niet weergegeven uitvoeringsvorm de wandgedeelten ook gebogen verlopen. Ook kunnen de montage-elementen 2, 3 niet op de hoeken van het reservoir 1, maar bijvoorbeeld in uitsparingen aan de achterkant zijn 10 aangebracht. Verder kunnen tussen de montage-elementen 2, 3 knikken, uitsparingen of uitstekende delen in de wand zijn aangebracht. Lokaal vormen de montage-elementen 2, 3 met het reservoir 1 echter steeds een in hoofdzaak aaneengesloten gedeelte van een zij- of achterwand. Het spreekt vanzelf dat in 15 een verdere, niet weergegeven uitvoeringsvorm het reservoir 1 ook vóór de trekker kan worden aangebracht, waarbij dan de lichten 4, 5 natuurlijk aan de voorkant van het reservoir 1 zijn aangebracht.

Aan de linker- en aan de rechterkant van de voorzijde van 20 het reservoir 1 is telkens een in hoofdzaak met het montage-element 2, 3 overeenkomend verder montage-element 6, 7 zonder licht aangebracht. Deze verdere montage-elementen 6, 7 hebben nagenoeg dezelfde vorm als de montage-elementen 2, 3, maar zij bevatten geen lichten. Zij vormen samen met het reservoir 1 een 25 aaneengesloten voorzijde en aaneengesloten zijwandgedeelten van de inrichting.

De inrichting is verder voorzien van beschermbeugels 8, 9, 10 voor de verspreidorganen. De beschermbeugels 8 en 9, die aan de zijkanten van de onderkant van het reservoir 1 verlopen, 30 zijn hol uitgevoerd. De beschermbeugel 8 verloopt vanaf een opening van het montage-element 2 naar de voorzijde van de inrichting. De elektrische leidingen 16 voor het licht 4 zijn in de beschermbeugel 8 aangebracht. Evenzo zijn de leidingen 16 voor het licht 5 in de beugel 9 aangebracht, die vanaf het 35 montage-element 3 naar de voorzijde van de inrichting verloopt. De beschermbeugel 10 verbindt de beugels 8 en 9 en dient ook ter versteviging.

De Figuren 2, 3 en 4 tonen ter verdere verduidelijking een 1 On 9949 4 achteraanzicht, een bovenaanzicht, respectievelijk een zijaanzicht van het relevante deel van de inrichting. De inrichting is aan de voorzijde voorzien van een met een frame 11 verbonden dwarsbalk 12, waarin een uiteinde van de beschermbeugels 8, 9 5 uitmondt.

In Figuur 5 is een schematische doorsnede volgens de pijlen V - V in Figuur 4 weergegeven ter illustratie van de onderlinge bevestiging van de beugels 9 en 10. In het uiteinde van beschermbeugel 10 is een kunststof eindelement 13 aange-10 bracht dat geschikt is om met een door openingen in de beschermbeugel 9 stekend bevestigingselement 14 samen te werken. De elementen 13, 14 kunnen bijvoorbeeld een schroefverbinding vormen. Zoals in Figuur 5 is te zien, lopen de leidingen 16 onder het bevestigingselement 14 door en door de holle be-15 schermbeugel 9 heen.

Figuur 6 toont een schematisch zijaanzicht in de richting van de pijl VI in Figuur 4 en Figuur 7 toont een schematische doorsnede volgens de pijlen VII - VII in Figuur 6. De dwarsbalk 12 waarin de beschermbeugel 9 uitmondt is aan zijn binnenzijde 20 voorzien van een door middel van schroeven bevestigd profiel 15, waaraan de beschermbeugel 9 is bevestigd. Verder is de dwarsbalk 12 voorzien van een opening 17, waardoorheen de elektrische leidingen 16 zijn gevoerd.

In een voordelige uitvoeringsvorm van de inrichting is ten 25 minste een gedeelte van de buitenkant van de montage-elementen 2, 3 in een felle of met de kleur van het reservoir 1 contrasterende kleur uitgevoerd. Dit verhoogt de veiligheid bij het gebruik van de inrichting. Wanneer het montage-element 2, 3 op een hoek van het reservoir 1 is bevestigd, kan (in een niet 30 weergegeven uitvoeringsvorm) het licht 4, 5 zodanig in het montage-element 2, 3 geïntegreerd zijn, dat het niet alleen van achteren, maar ook van opzij zichtbaar is. Dit verhoogt eveneens de veiligheid van de inrichting.

! 1 00 994 9

A

Claims

1. Inrichting voor het verspreiden van materiaal, zoals kunstmest, welke inrichting is voorzien van een reservoir (1) voor het te verspreiden materiaal, ten minste één verspreidor- 5 gaan, ten minste één beschermbeugel (8, 9, 10) voor het verspreidorgaan en ten minste één licht (4, 5), met het kenmerk, dat een gedeelte (8; 9) van de beschermbeugel (8, 9, 10) vanuit de nabijheid van het licht (4; 5) naar de andere zijde van de inrichting verloopt en de leidingen (16) voor het 10 licht (4; 5) in hoofdzaak in de beschermbeugel (8, 9, 10) zijn aangebracht.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat aan de buitenkant van het reservoir (1) ten minste één montage-element (2, 3) is aangebracht, waarin een licht (4, 5) is 15 geïntegreerd, waarbij een uiteinde van de beschermbeugel (8, 9, 10) tot aan een opening van het montage-element (2, 3) reikt.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het reservoir (1) en het montage-element (2, 3) zodanig zijn geconstrueerd, dat zij tezamen ten minste één in hoofdzaak 20 aaneengesloten wandgedeelte vormen.

4. Inrichting volgens één der conclusies 1 - 3, met het kenmerk, dat de inrichting aan de voorzijde is voorzien van een dwarsbalk (12), waarin een gedeelte van de beschermbeugel (8, 9, 10) uitmondt.

5. Inrichting volgens één der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de dwarsbalk (12) is voorzien van een opening (17), waardoorheen de elektrische leidingen (16) zijn gevoerd.

6. Inrichting volgens één der conclusies 2-5, met het kenmerk, dat aan de linker- en aan de rechterkant van de 30 achterzijde van het reservoir (1) een montage-element (2, 3) is aangebracht.

7. Inrichting volgens één der conclusies 2 - 6, met het kenmerk, dat aan de linker- en aan de rechterkant van de voorzijde van het reservoir (1) een in hoofdzaak met het 35 montage-element (2, 3) overeenkomend verder montage-element (6, 7) zonder licht is aangebracht.

8. Inrichting volgens één der conclusies 2 - 7, met het 1 009949 kenmerk, dat ten minste een gedeelte van de buitenkant van de montage-elementen (2, 3) in een felle of met de kleur van het reservoir (1) contrasterende kleur is uitgevoerd.

9. Inrichting volgens één der conclusies 1-8, met het 5 kenmerk, dat het montage-element (2, 3) op een hoek van het reservoir (1) is bevestigd.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het licht (4, 5) zodanig in het montage-element (2, 3) geïntegreerd is, dat het van achteren en van opzij zichtbaar is. \ 1 00 99 49