NL1009708C2 - Inrichting voor het in een doos plaatsen van in althans één richting a-symmetrische producten zoals bijvoorbeeld voor consumptie bestemde, verpakte gevogeltekadavers. - Google Patents

Description

Titel: Inrichting voor het in een doos plaatsen van in althans één richting a-symmetrische producten zoals bijvoorbeeld voor consumptie bestemde, verpakte gevogeltekadavers.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting bestemd voor het in een doos plaatsen van in althans één richting a-symmetrische producten zoals bijvoorbeeld voor consumptie bestemde gevogeltekadavers. De beoogde 5 inrichting kan bijvoorbeeld samenwerken met een verpakkingsmachine. Voor gevogeltekadavers is een dergelijke verpakkingsmachine uit de praktijk bekend en wordt deze onder andere door aanvraagster onder de naam MAXIPACK in het verkeer gebracht. De met behulp van de 10 verpakkingsmachine in folie of een zak verpakte, voor consumptie bestemde gevogeltekadavers dienen door een inpakker handmatig in een doos te worden verpakt. Wanneer de inpakker zijn werkzaamheden moet onderbreken, bijvoorbeeld ten behoeve van sanitairbezoek, staakt het 15 verpakkingsproces en dient de verpakkingsmachine tijdelijk te worden stilgezet. Dit heeft ook nadelige gevolgen voor de stroomopwaarts gelegen gevogeltebewerkingsprocessen. Bovendien is het in dozen plaatsen van verpakte gevogeltekadavers tamelijk geestdodend werk en is een 20 inpakker relatief kostbaar.

De door de uitvinding beoogde inrichting is bestemd voor het automatiseren van het in dozen plaatsen van verpakte gevogeltekadavers. Daarbij dient de inrichting over een aanzienlijke capaciteit te beschikken van ten 25 minste ca. 1200 verpakte gevogeltekadavers per uur. Ook dienen in verband met de hygiëne de producten zo min mogelijk met de hand te worden aangeraakt. De beoogde inrichting dient bovendien met water te kunnen worden afgespoeld, zodat reiniging eenvoudig is.

30 De inrichting is hiertoe volgens de uitvinding voorzien van een transporteur, een eerste, met behulp van een eerste verplaatsingmechanisme verplaatsbaar opgesteld

O n 0 7 Π P

2 aangrijpelement en een tweede, met behulp van een tweede verplaatsingsmechanisme verplaatsbaar opgesteld aangrijpelement, waarbij de inrichting verder is voorzien van een besturing voor het besturen van de transporteur, 5 het eerste en het tweede verplaatsingsmechanisme en het eerste en het tweede aangrijpelement.

Alhoewel het plaatsen van producten zoals gevogeltekadavers in een doos tevens met behulp van een robotarm, die is voorzien van een geschikte grijper, zou 10 kunnen worden uitgevoerd, kan met een dergelijk mechanisme niet de gewenste capaciteit worden bereikt. Bovendien zou een dergelijke oplossing veel te kostbaar zijn. Door gebruik te maken van twee aangrijpelementen, kunnen de verplaatsingsmechanismen met behulp waarvan de 15 aangrijpelementen verplaatsbaar zijn, relatief eenvoudig worden uitgevoerd. Niet alleen is dit gunstig voor de kostprijs van de verplaatsingsmechanismen, ook de snelheid van de verplaatsing kan aanzienlijk hoger worden gekozen wanneer de te doorlopen verplaatsingen relatief eenvoudig 20 zijn.

Doordat met behulp van de inrichting de producten automatisch in dozen worden geplaatst, kan een inpakker worden uitgespaard. Bovendien behoeft het verpakkingsproces niet meer te worden onderbroken voor persoonlijke 25 verzorging van de inpakker.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding is het bijzonder gunstig wanneer de besturing is ingericht voor het zodanig aansturen van het eerste en het tweede aangrijpelement, het eerste en het tweede 30 verplaatsingsmechanisme, en de transporteur, dat het eerste aangrijpelement in de eerste positie wordt gebracht en daar een geopende stand aanneemt en een gesloten stand aanneemt zodra een product zich in het bereik van het eerste aangrijpelement bevindt, waarna vervolgens het eerste 35 aangrijpelement naar de tweede positie wordt bewogen, waarna het tweede aangrijpelement aangrijpt op het product ' η n q 7 n o 3 dat zich in het eerste aangrijpelement bevindt, waarna het eerste aangrijpelement de geopende stand aanneemt, waarna vervolgens het tweede aangrijpelement vanuit de tweede positie naar de derde of de vierde positie beweegt en in 5 deze derde of vierde positie het product vrijgeeft en het daarmee in een op de transporteur opgestelde doos plaatst, waarna vervolgens de transporteur wordt aangedreven voor het enigszins verplaatsen van de genoemde doos, zodat daarin een volgend product kan worden geplaatst, waarbij de 10 opeenvolgende in de doos te plaatsen producten afwisselend in de derde en de vierde positie worden afgegeven.

Met een aldus uitgevoerde besturing kan een dichtst mogelijke pakking van producten in de doos worden bewerkstelligd zonder enig menselijk ingrijpen. Het 15 verdient daarbij de voorkeur dat de derde en de vierde positie 180° ten opzichte van elkaar zijn verdraaid en in breedterichting van de transporteur zijn versprongen.

Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies en zullen hierna aan de 20 hand van een uitvoeringsvoorbeeld, onder verwijzing naar de tekening verder worden verduidelijkt.

Fig. 1 toont een bovenaanzicht van de verpakkingsinrichting met een daarnaast opgesteld uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de 25 uitvinding; fig. 2 toont een vooraanzicht van de in fig. 1 weergegeven verpakkingsinrichting en het daarnaast opgestelde uitvoeringsvoorbeeld; fig. 3 toont een vooraanzicht van het eerste 30 aangrijpelement; fig. 4 toont een linker zij-aanzicht van het in fig. 3 weergegeven eerste aangrijpelement; fig. 5 toont een vooraanzicht van het tweede aangrijpelement; en 1 00 97 ns 4 fig. 6 toont een bovenaanzicht van een met behulp van de inrichting gevulde doos met verpakte gevogeltekadavers.

Figuren 1 en 2 tonen een inrichting 1 bestemd voor 5 samenwerking met een verpakkingsmachine 2. De verpakkingmachine 2 is uit de praktijk bekend en wordt door aanvraagster in het verkeer gebracht onder de merknaam MAXIPACK. De bekende verpakkingsinrichting 2 is bestemd voor het in folie of een zakken verpakken van voor 10 consumptie bestemde gevogeltekadavers P. De inrichting l is met name bestemd voor het in een doos D plaatsen van de verpakkingsinrichting 2 verpakte gevogeltekadavers.

De inrichting 1 is hiertoe voorzien van een transporteur 3, een eerste, met behulp van een eerste 15 verplaatsingmechanisme 4 verplaatsbaar opgesteld aangrijpelement 5 en een tweede, met behulp van een tweede verplaatsingsmechanisme 6 verplaatsbaar opgesteld aangrijpelement 7. De inrichting 1 is verder voorzien van een besturing voor het besturen van de transporteur 3, het 20 eerste en het tweede verplaatsingsmechanisme 4, resp. 6 en het eerste en het tweede aangrijpelement 5, resp. 7.

Het eerste aangrijpelement 5 is met behulp van het eerste verplaatsingsmechanisme 4, dat hier is uitgevoerd als een pneumatisch bekrachtigd zuigerstangloos 25 zuiger/cilinder-samenstel 4, vanuit een eerste positie A in de verpakkingsmachine 1 beweegbaar naar een tweede positie B boven de transporteur 3. Het spreekt vanzelf dat in plaats van een zuigerstangloos zuiger/cilinder-samenstsel ook andere aandrijvingen voor het verplaatsingsmechanisme 30 kunnen worden gekozen. Bij voorkeur is de verplaatsing een translatie langs een recht traject.

Het eerste aangrijpelement 5 is in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld uitgevoerd als een grijper 5. De grijper 5 is in detail weergegeven in figuren 3 en 4. De 35 grijper 5 is voorzien van een tweetal grijperarmen 8, 9, die elk een beugel 8a, 9a omvatten, en van een tweetal 100 97 08 5 zuiger/cilinder-samenstellen 10, 11 voor het openen en sluiten van de grijperarmen 8, 9. De grijperarmen 8, 9 zijn onafhankelijk van elkaar bestuurbaar, zodat de grijper 5 naast het aangrijpen van een verpakt gevogeltekadaver P 5 tevens geschikt is voor het wegstoten van het verpakte gevogeltekadaver P uit de eerste positie A, bijvoorbeeld wanneer door detectie met sensoren of opnemers is vastgesteld dat het gevogeltekadaver P niet juist is verpakt.

10 Het tweede aangrijpelement 7, dat in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld is uitgevoerd als een tweetal zuignappen 7, is met behulp van het tweede verplaatsingsmechanisme 6 althans omhoog en omlaag verplaatsbaar en roteerbaar rond een in hoofdzaak verticale 15 as LI opgesteld boven de transporteur 3.

Het tweede verplaatsingsmechanisme 6, dat in detail is weergegeven in figuur 5, is zodanig uitgevoerd dat het tweede aangrijpelement 7 het verpakte gevogeltekadaver P in de tweede positie B kan aangrijpen en overnemen uit het 20 eerste aangrijpelement 5 en vanuit die tweede positie B

naar beneden kan bewegen voor het brengen van het verpakte gevogeltekadaver P in ofwel een derde C ofwel een vierde positie D. De derde C en de vierde positie D zijn daarbij 180° ten opzichte van elkaar zijn verdraaid en in 25 breedterichting van de transporteur 3 versprongen. Het tweede verplaatsingsmechanisme 6 hiertoe is uitgevoerd als een rond een verticale as L2 en een horizontale as L3 verzwenkbare arm 12. Aan een vrij uiteinde 12a van de arm 12 is het tweede aangrijpelement 7 roteerbaar bevestigd. De 30 ten minste ene zuignap 7 is bevestigd op een riempoelie 13 die roteerbaar aan het vrije uiteinde van de arm 12a is bevestigd. De riempoelie 13 is vanuit een neutrale positie ten minste 90° in positieve zin en ten minste 90° in negatieve zin roteerbaar. De aandrijving van de poelie 13 35 kan tevens een geringe verzwenking van de arm rond de verticale as L2 in de ene of de andere richting 1 on Q7 op 6 veroorzaken, zodat het gevogeltekadaver P na vrijgave ofwel tegen een ene zijde El ofwel tegen een tegenovergelegen andere zijde E2 van de doos E aanligt. Noodzakelijk is dat laatste echter niet. De aandrijving wordt in het 5 onderhavige uitvoeringsvoorbeeld gevormd door een tweetal pneumatisch bekrachtigde zuiger/cilinder-samenstellen 14, 15 die een aandrijfpoelie 16 roteren. Twee naast de genoemde zuiger/cilinder-samenstellen 14, 15 ogestelde zuiger/cilinder-samenstellen 18, 19 bewerkstelligen de 10 verzwenking van de arm 12. De aandrijfpoelie 16 en riempoelie 13 zijn met een tandriem 17 werkzaam met elkaar verbonden.

De besturing is ingericht voor het zodanig aansturen van het eerste en het tweede aangrijpelement 5, resp. 7, 15 het eerste en het tweede verplaatsingsmechanisme 4, resp.

6, en de transporteur 3, dat het eerste aangrijpelement 5 in de eerste positie A wordt gebracht en daar een geopende stand aanneemt. Zodra een verpakt gevogeltekadaver P zich in het bereik van het eerste aangrijpelement 5 bevindt 20 neemt de grijper 5 een gesloten stand aan. Vervolgens wordt het eerste aangrijpelement 5 naar de tweede positie B bewogen. In deze tweede positie B grijpen de zuignappen 7 aan op het verpakte gevogeltekadaver P dat zich in het eerste aangrijpelement 5 bevindt. Nadat de aangrijping 25 tussen de zuignappen 7 en het gevogeltekadaver P tot stand is gebracht neemt de grijper 5 de geopende stand aan. Vervolgens beweegt het tweede aangrijpelement 7 vanuit de tweede positie B naar de derde of de vierde positie C, resp. D. In deze derde of vierde positie C, respectievelijk 30 D geven de zuignappen 7 het gevogeltekadaver P vrij.

Daarmee is het gevogeltekadaver P in een op de transporteur 3 opgestelde doos E geplaatst. Vervolgens wordt de transporteur 3 aangedreven voor het enigszins verplaatsen van de genoemde doos E, zodat daarin een volgend verpakt 35 gevogeltekadaver P kan worden geplaatst. De opeenvolgende in de doos E te plaatsen verpakte gevogeltekadavers P

1 00 97 08 7 worden afwisselend in de derde en de vierde positie C, resp. D worden afgegeven.

Een met behulp van de inrichting gevulde doos E is weergegeven in figuur 6. Duidelijk is te zien hoe de 5 gevogeltekadavers volgens een dichte pakking zijn gerangschikt in de doos E. Het spreekt vanzelf dat de doos E op deze wijze ook met meer lagen producten kan worden gevuld.

Het is duidelijk dat de uitvinding niet is beperkt 10 tot het beschreven uitvoeringsvoorbeeld maar dat diverse wijzigingen binnen het raam van de uitvinding mogelijk zijn. Zo is de inrichting tevens geschikt voor het verwerken van andere, althans in één richting a-symmetrische producten.

1 00 97 08

Claims (10)

1. Inrichting voor het in een doos plaatsen van in althans één richting a-symmetrische producten, zoals bijvoorbeeld voor consumptie bestemde gevogeltekadavers (P), waarbij de inrichting (1) is voorzien van een 5 transporteur (3), een eerste, met behulp van een eerste verplaatsingmechanisme (4) verplaatsbaar opgesteld aangrijpelement (5) en een tweede, met behulp van een tweede verplaatsingsmechanisme (6) verplaatsbaar opgesteld aangrijpelement (7), waarbij de inrichting (1) verder is 10 voorzien van een besturing voor het besturen van de transporteur (3), het eerste en het tweede verplaatsingsmechanisme (4, resp. 6) en het eerste en het tweede aangrijpelement (5, resp. 7).

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 15 het eerste aangrijpelement (5) met behulp van het eerste verplaatsingsmechanisme (4) vanuit een eerste positie (A) beweegbaar is naar een tweede positie (B) boven de transporteur (3).

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat 20 het tweede aangrijpelement (7) met behulp van het tweede verplaatsingsmechanisme (6) althans omhoog en omlaag verplaatsbaar en roteerbaar rond een in hoofdzaak verticale as (LI) boven de transporteur (3) is opgesteld, waarbij het tweede verplaatsingsmechanisme (6) zodanig is uitgevoerd 25 dat het tweede aangrijpelement (7) het product (P) in de tweede positie (B) kan aangrijpen en overnemen uit het eerste aangrijpelement (5) en vanuit die tweede positie (B) naar beneden kan bewegen voor het brengen van het product (P) in ofwel een derde (C) ofwel een vierde positie (D).

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de derde (C) en de vierde positie (D) 180° ten opzichte van elkaar zijn verdraaid en in breedterichting van de transporteur (3) zijn versprongen. 1nn Q7 o8

5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de besturing is ingericht voor het zodanig aansturen van het eerste en het tweede aangrijpelement (5, resp. 7), het eerste en het tweede 5 verplaatsingsmechanisme(4, resp. 6), en de transporteur (3), dat het eerste aangrijpelement (5) in de eerste positie (A) wordt gebracht en daar een geopende stand aanneemt en een gesloten stand aanneemt zodra een product (P) zich in het bereik van het eerste aangrijpelement (5) 10 bevindt, waarna vervolgens het eerste aangrijpelement (5) naar de tweede positie (B) wordt bewogen, waarna het tweede aangrijpelement (7) aangrijpt op het product (P) dat zich in het eerste aangrijpelement (5) bevindt, waarna het eerste aangrijpelement (5) de geopende stand aanneemt, 15 waarna vervolgens het tweede aangrijpelement (7) vanuit de tweede positie (B) naar de derde of de vierde positie (C, resp. D) beweegt en in deze derde of vierde positie (C, reps. D) het product (P) vrijgeeft en het daarmee in een op de transporteur (3) opgestelde doos plaatst, waarna 20 vervolgens de transporteur (3) wordt aangedreven voor het enigszins verplaatsen van de genoemde doos (E), zodat daarin een volgend product (P) kan worden geplaatst, waarbij de opeenvolgende in de doos (E) te plaatsen producten (P) afwisselend in de derde en de vierde positie 25 (C, resp. D) worden afgegeven.

6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eerste aangrijpelement (5) is uitgevoerd als een grijper (5), waarbij het tweede aangrijpelement (7) is uitgevoerd als ten minste één 30 zuignap (7) .

7 Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het eerste verplaatsingsmechanisme (4) is uitgevoerd als een pneumatisch bekrachtigd zuigerstangloos zuiger/cilinder-samenstel (4) .

8. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de grijper (5) is voorzien van een tweetal grijperarmen (8, 1 00 9708 9. en van een tweetal zuiger/cilinder-samenstellen (10, 11) voor het openen en sluiten van de grijperarmen (8, 9), waarbij de stand van de grijperarmen (8, 9) onafhankelijk van elkaar bestuurbaar zijn, zodat de grijper (5) naast het 5 aangrijpen van een product (P) tevens geschikt is voor het wegstoten van het product (P) uit de eerste positie (A).

9. Inrichting volgens één der conclusies 3-5, met het kenmerk, dat het tweede verplaatsingsmechanisme (6) is uitgevoerd als een rond een verticale as (L2) en een 10 horizontale as (L3) verzwenkbare arm (12), waarbij aan een vrij uiteinde (12a) van de arm (12) het tweede aangrijpelement (7) roteerbaar is bevestigd.

10, Inrichting volgens ten minste conclusies 6 en 9, met het kenmerk, dat de ten minste ene zuignap (7) is bevestigd 15 op een riempoelie (13) die roteerbaar aan het vrije uiteinde, van de arm (12a) is bevestigd, welke riempoelie (13) vanuit een neutrale positie ten minste 90° in positieve zin en ten minste 90° in negatieve zin roteerbaar is, waarbij een aandrijving (14, 15, 16, 17, 18, 19) tevens 20 een geringe verzwenking van de arm (12) rond de verticale as (L2) in de ene of de andere richting veroorzaakt, zodat het product (P) na vrijgave ofwel tegen een ene zijde (El) ofwel tegen een tegenovergelegen andere zijde (E2) van de doos (E) aanligt. 25 1 00 97 08