NL1009525C2 - Inrichting en werkwijze voor het veredelen van textiel. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het veredelen van textiel. Download PDF

Info

Publication number
NL1009525C2
NL1009525C2 NL1009525A NL1009525A NL1009525C2 NL 1009525 C2 NL1009525 C2 NL 1009525C2 NL 1009525 A NL1009525 A NL 1009525A NL 1009525 A NL1009525 A NL 1009525A NL 1009525 C2 NL1009525 C2 NL 1009525C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
concentration
substrate
transducer
liquid
transducers
Prior art date
Application number
NL1009525A
Other languages
English (en)
Inventor
Rene Breeuwer
Original Assignee
Stork Brabant Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Stork Brabant Bv filed Critical Stork Brabant Bv
Priority to NL1009525A priority Critical patent/NL1009525C2/nl
Priority to EP99202091A priority patent/EP0969131A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1009525C2 publication Critical patent/NL1009525C2/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D06TREATMENT OF TEXTILES OR THE LIKE; LAUNDERING; FLEXIBLE MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • D06BTREATING TEXTILE MATERIALS USING LIQUIDS, GASES OR VAPOURS
    • D06B13/00Treatment of textile materials with liquids, gases or vapours with aid of vibration

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Materials Engineering (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Treatment Of Fiber Materials (AREA)

Description

985148/RBE/eko
Korte aanduiding: Inrichting en werkwijze voor het ver edelen van textiel.
De uitvinding heeft betrekking ' op een inrichting voor het veredelen van textiel, omvattende een bak voor het opnemen van veredelingsvloeistof, transportmiddelen voor het door de bak transporteren van een te veredelen 5 substraat, alsmede tenminste een transductor voor het opwekken van ultrasone geluidsgolven in de vloeistof. Een dergelijke inrichting is bekend uit het Oostenrijkse octrooischrift AT 402 076 B.
In de textielveredelingsindustrie wordt veel gebruik 10 gemaakt van zogenaamde natte veredelingsprocessen. Voorbeelden van dergelijke processen zijn verven, finishen, enzymatische processen, voorbehandelingsprocessen, wassen en spoelen. De gebruikte veredelingsvloeistof is in veel gevallen water met een op het gewenste veredelingsproces 15 gerichte toevoeging, of eventueel zonder toevoeging. Deze processen kosten gewoonlijk veel tijd, energie en water. Dit wordt veroorzaakt doordat de diffusie van de in de textielgarens aan te brengen of uit de textielgarens te verwijderen deeltjes relatief langzaam verloopt.
20 Het is bekend om genoemde processen te versnellen met behulp van ultrasoon geluid. Als de ultrasone ge-luidsdruk hoog genoeg is wordt akoestische cavitatie opgewekt die in de garens een zogenaamde secundaire stroming veroorzaakt. Dit heeft tot gevolg dat de processen 25 bij een lagere procestemperatuur en met een kortere procestijd kunnen worden uitgevoerd. Vanwege de kortere procestijd is het bovendien mogelijk dat de veredelings-inrichtingen veel compacter kunnen worden uitgevoerd.
Het genoemde Oostenrijkse octrooischrift beschrijft 30 een inrichting waarbij een transductor zich in contact met het substraat bevindt.
Deze bekende inrichting heeft het nadeel, dat door het mechanische contact tussen transductor en substraat het substraattransport nadelig kan worden beïnvloed, en 35 mogelijk slijtage van het werkingsoppervlak van de trans- 10095251 2 ductor kan optreden. Bovendien heeft deze bekende inrichting het nadeel, dat het door de minimale afstand tussen transductor en substraat moeilijk is om het werkingsgebied van aangrenzende transductoren in de breedterichting 5 van het substraat goed te laten overlappen. Tussen twee aangrenzende transductoren kan een strook met een verminderde ultrasone werking optreden. Vooral bij relatief brede substraten kunnen daarbij vele van deze onderbre-kingsstroken optreden. Het zal duidelijk zijn dat dit 10 niet gewenst is.
De uitvinding beoogt deze en andere nadelen op te heffen en een inrichting voor het veredelen van textiel te verschaffen waarbij het substraat ongehinderd door de veredelingsvloeistof kan bewegen en waarbij de werkings-15 gebieden van aangrenzende transducenten elkaar goed kunnen overlappen. Een inrichting van de in de aanhef genoemde soort heeft hiertoe volgens de uitvinding het kenmerk, dat de tenminste ene transductor is voorzien van concentratiemiddelen voor het concentreren van de ge-20 luidsgolven in een nabij het substraat gelegen concentratiegebied.
Door het concentreren van de geluidsgolven in een nabij het substraat gelegen concentratiegebied is het mogelijk de transductor op enige afstand van het sub-25 straat te plaatsen en toch ter plaatse van het substraat een voldoende intensiteit van de geluidsgolven te verkrijgen. Slechts in het concentratiegebied hoeft dan cavitatie op te treden waardoor energieverliezen door cavitatie elders in de veredelingsvloeistof kunnen worden 30 beperkt. Bovendien zullen daarbij de werkingsgebieden van de transductoren elkaar beter overlappen.
Volgens de uitvinding wordt een efficiënter verede-lingsproces verkregen dan in de stand der techniek, waardoor bespaard kan worden op energie en/of veredelings-35 vloeistof, en op de eventuele toevoegingen daaraan.
Het concentratiegebied kan een langgerekte vorm hebben die zich in bedrijf in de breedte van het substraat uitstrekt. Bij voorkeur zijn de concentratiemidde- 1 Π 0 C| ζ p
• * “* « T lA
3 len zodanig gevormd en is de werkfrequentie van de trans-ductoren zo gekozen, dat het concentratiegebied zich in bedrijf zowel loodrecht op het substraat als in de trans-portrichting uitstrekt. Door de uitgestrektheid van het 5 concentratiegebied loodrecht op het substraat wordt bereikt dat steeds een voldoende ultrasone werking wordt behouden, ook indien door bijvoorbeeld trillingen kleine fluctuaties optreden in de positie van het substraat. De afmetingen van het concentratiegebied in de transport-10 richting waarborgen een voldoende lange behandeltijd voor het bestralen van het substraat met ultrageluid.
Teneinde over de gehele breedte van het substraat een voldoende ultrasone werking te verkrijgen zijn de concentratiemiddelen bij voorkeur zodanig gevormd, dat 15 het concentratiegebied zich in hoofdzaak tevens in de breedte van het substraat uitstrekt. Daarbij bevat de inrichting bij voorkeur meerdere, parallelle transducto-ren.
De concentratiemiddelen kunnen tenminste een gekromd 20 vlak omvatten dat een concentratieruimte insluit. Het gekromde vlak kan door een gekromd oppervlak van de tenminste ene transductor worden gevormd. Ook kan een gekromde transductor op een gekromd concentratievlak zijn aangebracht. Bij voorkeur omvatten de concentratiemidde-25 len echter in hoofdzaak rechte concentratievlakken die een concentratieruimte insluiten. In dat geval is het mogelijk vlakke transductoren toe te passen die eenvoudiger en economischer vervaardigd kunnen worden.
Met voordeel is de inrichting volgens de uitvinding 30 zodanig uitgevoerd, dat een aansturingseenheid met de tenminste ene transductor is gekoppeld, en dat de aansturingseenheid, de tenminste ene transductor en de concentratiemiddelen zijn ingericht voor het opwekken van een staande golf. Hiertoe kan de aansturingseenheid zijn 35 ingericht voor het in fase aansturen van zich aan weerszijden van de concentratieruimte bevindende transductoren. Door toepassing van een staande golf kan een zeer effectieve agitatie van het substraat worden bereikt, met » i ü v* b 5^ 4 name indien in het concentratiegebied tijdens bedrijf een buik van de staande golf aanwezig is. Toepassingen die gebruik maken van lopende golven zijn echter ook denkbaar.
5 De uitvinding verschaft verder een werkwijze voor het veredelen van textiel, omvattende de stappen: het door een bak met veredelingsvloeistof transporteren van een substraat; het opwekken van ultrasone geluidsgolven in de 10 vloeistof, welke werkwijze volgens de uitvinding is gekenmerkt door het met behulp van concentratiemiddelen concentreren van de geluidsgolven op een nabij het substraat gelegen 15 concentratiegebied.
De uitvinding zal in het onderstaande aan de hand van de tekening nader worden toegelicht.
Fig. 1 toont schematisch, in gedeeltelijke doorsnede, een inrichting volgens de onderhavige uitvinding.
20 Fig. 2 toont schematisch, in doorsnede, een configu ratie van concentratiemiddelen en transductoren volgens de onderhavige uitvinding.
De in fig. 1 slechts bij wijze van voorbeeld schematisch weergegeven inrichting 1 voor het behandelen van 25 textiel omvat een bak 2 voor het opnemen van vloeistof 3. Met behulp van rollen 4 wordt een te behandelen substraat 7 in de richting van de pijlen T door de bak 2 getransporteerd. Aan de bak 2 is een ultrasoon-eenheid 9 bevestigd waarvan het inwendige in open verbinding met de bak 30 2 staat, zodat in het inwendige van de ultrasoon-eenheid 9 eveneens vloeistof 3 aanwezig is.
Boven de ultrasoon-eenheid 9 is een toevoerleiding 5 zodanig aangebracht, dat vloeistof 3 in de invoertrechter (16 in Fig. 2) kan stromen. Aan die zijde van de bak 2 35 waar het substraat 7 de bak binnengaat is een afvoerlei-ding 6 aangebracht. Door het hoogteverschil δΗ tussen de bovenzijde van (de invoertrechter 16 van) de ultrasoon-eenheid 9 en de afvoerleiding 6 wordt een stroming van de 1009525' 5 vloeistof 3 bereikt en wel tegengesteld aan de transport-richting T van het substraat 7. Het zal duidelijk zijn dat meerdere aan- en/of afvoerleidingen 5 resp. 6 kunnen zijn aangebracht en dat deze, in een richting dwars op 5 het vlak van de tekening, resp. achter elkaar kunnen zijn opgesteld.
De ultrasoon-eenheid 9 omvat een aantal ultrasoon-transductoren 8. Overeenkomstig de uitvinding zijn de transductoren 8 daarbij zodanig opgesteld, dat de door 10 hen opgewekte ultrasone energie zich binnen een concen-tratieruimte 13 op of nabij het substraat 7 concentreert. Hierdoor wordt de mogelijkheid geboden dat het substraat 7 niet direct langs de transducenten 8 maar op enige afstand daarvan wordt getransporteerd. Dit zal later aan 15 de hand van fig. 2 nader worden toegelicht.
De ultrasooneenheid 9 bevindt zich aan het einde van het transporttraject van het substraat 7 door de verede-lingsvloeistof, zodat aan het substraat hangende lucht zoveel mogeljk wordt afgegeven aan de vloeistof 3, voor-20 dat het substraat 7 de concentratieruimte 13 bereikt.
Een aansturingseenheid 20, die met de ultrasooneenheid 9 is verbonden, dient voor het aansturen van de transductoren 8. Daarbij kunnen de aan weerszijden van het substraat 7 gelegen transductoren 8 bijvoorbeeld in 25 fase worden aangestuurd teneinde een staande golf op te wekken. De aansturingseenheid 20 kan een microprocessor omvatten en zodanig uitgevoerd zijn, dat de wijze van aansturing van de transductoren door de gebruiker van de inrichting 1 kan worden gevarieerd.
30 Het zal duidelijk zijn dat de inrichting 1 in de praktijk verdere componenten zal bevatten die echter omwille van de duidelijkheid van de tekening zijn weggelaten.
In fig. 2 is een gedeelte van de ultrasoon-eenheid 9 35 van fig. 1 in meer detail weergegeven. In het inwendige van de ultrasoon-eenheid 9 bevindt zich een concentratieruimte 13. In het voorbeeld van fig. 2 wordt de concentratieruimte 13, die in bedrijf met vloeistof is gevuld, 1 00 95 2 51 6 omsloten door concentratievlakken 12 die hier zowel de concentratiemiddelen 10 als de wanden van de concentra-tieruimte 13 vormen. Aan de boven- en onderzijde loopt de concentratieruimte 13 uit in door geleidingsvlakken 14 en 5 15 begrensde in- resp. uitvoertrechters 16 en 17 voor de vloeistof 3. De vloeistof 3 stroomt in een richting tegengesteld aan de transportrichting T in fig. 1 van het substraat 7 door de concentratieruimte 13.
Het zal duidelijk zijn dat de concentratievlakken 12 10 zich loodrecht op het vlak van de tekening uitstrekken. Bij voorkeur zijn over de langsrichting voor elk concen-tratievlak 12 verdeeld meerdere transductoren 8 aangebracht om een te behandelen substraat over diens gehele breedte ultrasoon te kunnen behandelen. In het weerge-15 geven voorbeeld zijn de concentratievlakken 12 recht, maar er kunnen uiteraard ook gekromde concentratievlakken worden toegepast.
In het weergegeven voorbeeld is tegen elk concentra-tievlak 12 is een transductor 8 geplaatst en wel zodanig, 20 dat door de transductor 8 opgewekte (ultrasone) energie via het concentratievlak 12 de concentratieruimte 13 bereikt. De concentratievlakken 12 zijn onderling zo opgesteld, dat de door de transductoren 8 opgewekte ultrasone energie wordt gebundeld in een concentratiegebied 25 11, dat in het midden van de concentratieruimte 13 is gelegen. Daartoe bevinden de middelpunten van de concentratievlakken 12 zich telkens op een straal R van een middelpunt M, en wel de concentratievlakken rechts in fig. 2 op een afstand R van een eerste middelpunt Mj en de 30 concentratievlakken links in fig. 2 op een afstand R van een tweede middelpunt M2. De concentratievlakken rechts vormen, bepaald door het nabije en/of verre veld van de ultrasone geluidsgolven, een eerste concentratiedeelge-bied met een maximale intensiteit op een punt dat niet 35 samenvalt met het midden van de concentratieruimte 13, doch daarnaast ligt. Evenzo vormen de concentratievlakken links een tweede concentratiedeelgebied met een maximale intensiteit op een symmetrisch daartegenover gelegen 0 0 S ii 2 5 1 7 punt. Deze concentratiedeelgebieden vormen samen het concentratiegebied 11.
Hoewel in de uitvoeringsvorm van fig. 2 op alle concentratievlakken 12 een transductor is aangebracht, 5 zal het duidelijk zijn dat dit niet noodzakelijk is en dat bijvoorbeeld slechts op een of twee concentratievlakken een transductor kan zijn aangebracht. Daarbij is het ook mogelijk dat alleen de linker- dan wel alleen de rechterhelft van de weergegeven concentratievlakken van 10 een transductor is voorzien. De transductoren worden bij voorkeur door piëzo-elektrische transductoren gevormd, maar transductoren van een ander zoals bijvoorbeeld mag-neto-restrictieve transductoren kunnen ook worden toegepast. De transductoren zijn ingericht voor het voortbren-15 gen van ultrageluidfrequenties waarbij gemakkelijk cavi-tatie optreedt, bij voorkeur frequenties tussen 16 kHz en 100 kHz.
Zoals in de figuren is weergegeven, wordt het substraat 7 in vertikale richting door de concentratieruimte 20 13 gevoerd. Dit heeft het voordeel, dat luchtbellen op deze wijze eenvoudig uit de concentratieruimte 13 kunnen worden afgevoerd. Het is uiteraard ook mogelijk het substraat 7 op niet-vertikale wijze, bijvoorbeeld horizontaal of onder een hoek met de vertikaal, door een zodanig 25 opgestelde concentratieruimte 13 te voeren.
Teneinde in de praktijk de configuratie aan de breedte van het te behandelen substraat te kunnen aanpassen, kan de configuratie modulair worden uitgevoerd, zodat de concentratieruimte (13 in figuur 2) telkens met 30 een lengte concentratievlakken en bijbehorende transductoren kan worden uitgebreid.
Het zal deskundigen duidelijk zijn dat vele wijzigingen en aanvullingen mogelijk zijn zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
35 1 0095 2 5^

Claims (20)

1. Inrichting (l) voor het veredelen van textiel, omvattende een bak (2) voor het opnemen van veredelings-vloeistof (3) , transportmiddelen (4) voor het door de bak (2) transporteren van een te veredelen substraat (7) , alsmede tenminste een transductor (8) voor het opwekken 5 van ultrasone geluidsgolven in de vloeistof (3) , met het kenmerk, dat de tenminste ene transductor (8) is voorzien van concentratiemiddelen (10) voor het concentreren van de geluidsgolven in een nabij het substraat (7) gelegen concentratiegebied (11).
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de concentratiemiddelen (10) zodanig zijn gevormd dat het concentratiegebied (11) zich in bedrijf aan weerszijden van het substraat (7) uitstrekt.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het ken- 15 merk, dat de concentratiemiddelen (10) tenminste een gekromd vlak omvatten dat een concentratieruimte (13) insluit.
4. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het ken merk, dat de concentratiemiddelen (10) in hoofdzaak rech- 20 te concentratievlakken (12) omvatten die een concentra-tieruimte (13) insluiten.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de tenminste ene transductor (8) op een concentratievlak (12) buiten de concentratieruimte (13) is aangebracht.
6. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tenminste ene transductor (8) zich aan het einde van het in de veredelingsvloeistof (3) aanwezige substraatransporttraject bevindt. 1 0 0 95 2 5"1
7. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een aansturingseenheid (20) met de tenminste ene transductor (8) is gekoppeld, en dat de aansturingseenheid (20), de tenminste ene transductor (8) 5 en de concentratiemiddelen (10) zijn ingericht voor het opwekken van een staande golf.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat in het concentratiegebied (11) tijdens bedrijf een buik van de staande golf aanwezig is.
9. Inrichting volgens een van de conclusies 1-6, met het kenmerk, dat een aansturingseenheid (20) met de tenminste ene transductor (8) is gekoppeld, en dat de aansturingseenheid (20) , de tenminste ene transductor (8) en de concentratiemiddelen (10) zijn ingericht voor het 15 opwekken van een lopende golf.
10. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan weerszijden van het concentratiegebied (11) zich concentratiemiddelen (10) bevinden.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, 20 dat aan weerszijden van het concentratiegebied (11) zich transductoren (8) bevinden.
12. Inrichting volgens conclusie ll, met het kenmerk, dat deze is voorzien van geleidingsvlakken (14, 15) voor het in en uit de concentratieruimte (13) geleiden van het 25 substraat (7).
13. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze is ingericht voor het in hoofdzaak vertikaal door het concentratiegebied (13) transporteren van het substraat (7).
14. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tenminste ene transductor (8) - - c· o 2 5^ door een piëzo-elektrische transductor wordt gevormd.
15. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bak (2) middelen (5, 6) omvat voor het continu verversen van de veredelingsvloeistof 5 (3) .
16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de verversingsmiddelen (5, 6) een stroming in de veredelingsvloeistof (3) teweegbrengen, in een richting tegengesteld aan de transportrichting (T) van het sub- 10 straat (7).
17. Concentratiemiddelen (10) voor toepassing in een inrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies.
18. Werkwijze voor het veredelen van textiel, omvattende de stappen: 15 het door een bak (2) met veredelingsvloeistof (3) transporteren van een substraat (7), het opwekken van ultrasone geluidsgolven in de vloeistof, gekenmerkt door 20 het met behulp van concentratiemiddelen (10) concen treren van de geluidsgolven op een nabij het substraat (7) gelegen concentratiegebied (11).
19. Werkwijze volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat het concentratiegebied (11) zich in hoofdzaak dwars op de 25 transportrichting van het substraat (7) uitstrekt.
20. Werkwijze volgens conclusie 18 of 19, met het kenmerk, dat de veredelingsvloeistof (3) door de bak (2) wordt gevoerd in een richting tegengesteld aan de transportrichting (T) van het substraat (7). ' η Π f: 17 η
NL1009525A 1998-06-30 1998-06-30 Inrichting en werkwijze voor het veredelen van textiel. NL1009525C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1009525A NL1009525C2 (nl) 1998-06-30 1998-06-30 Inrichting en werkwijze voor het veredelen van textiel.
EP99202091A EP0969131A1 (en) 1998-06-30 1999-06-28 Device and method for treating textiles

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1009525 1998-06-30
NL1009525A NL1009525C2 (nl) 1998-06-30 1998-06-30 Inrichting en werkwijze voor het veredelen van textiel.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1009525C2 true NL1009525C2 (nl) 2000-01-04

Family

ID=19767397

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1009525A NL1009525C2 (nl) 1998-06-30 1998-06-30 Inrichting en werkwijze voor het veredelen van textiel.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1009525C2 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2950725A (en) * 1958-03-26 1960-08-30 Detrex Chem Ind Ultrasonic cleaning apparatus
FR1562461A (nl) * 1967-04-17 1969-04-04
AT402076B (de) * 1995-03-09 1997-01-27 Mertinat Hans Dieter Verfahren und vorrichtung zur ultraschallbehandlung von textilgut

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2950725A (en) * 1958-03-26 1960-08-30 Detrex Chem Ind Ultrasonic cleaning apparatus
FR1562461A (nl) * 1967-04-17 1969-04-04
AT402076B (de) * 1995-03-09 1997-01-27 Mertinat Hans Dieter Verfahren und vorrichtung zur ultraschallbehandlung von textilgut

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1010796B1 (en) Process and device for the continuous ultrasound washing of textile materials
AU690610B2 (en) Ultrasonic agitator
CN113195119B (zh) 用于清洗空容器的清洗机及其操作方法
US5699589A (en) Laser cleaning and bleaching apparatus
JP3806537B2 (ja) 超音波洗浄機及びそれを具備するウエット処理ノズル
US4311157A (en) Sonic treating apparatus
EP3332058B1 (en) Apparatus for textile processing and method of manufacturing
NL1009525C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het veredelen van textiel.
TW202014251A (zh) 超音波洗淨裝置及超音波洗淨系統
JP2000027065A (ja) 工業用のウエ―ブの繊維の噴流からみ合わせのための液体噴流を形成するノズルビ―ムを備えた装置
USRE37973E1 (en) Process and device for surface treatment of strips with liquids
EP0969131A1 (en) Device and method for treating textiles
US3979930A (en) Method and an apparatus for treating textile materials
US5588170A (en) Method and device for treating an in particular tension-sensitive textile web
US3488983A (en) Apparatus for the wet treatment of materials
JPH10512101A (ja) 超微細孔を有したプレート形状の加工材料の処理のための方法と装置
JP2000256886A (ja) 熱延鋼板の脱スケール方法
US7299662B2 (en) Ultrasonic cleaning system for cleaning a plurality of parallel extending, strand like products, such as example wire, profiles and pipes
JPH10128256A (ja) 超音波洗浄装置
US6206979B1 (en) Process and apparatus for treating a strip material in a liquid bath
NL194065C (nl) Inrichting voor het blancheren of koelen van fruit, groenten enz., in het bijzonder het blancheren van aardappelproducten.
JP2723275B2 (ja) 布帛の連続洗浄装置
JPH11335869A (ja) 表面処理方法及び装置
US3430466A (en) Wet processing apparatus
DE59400721D1 (de) Verfahren und Vorrichtung zur Nassbehandlung von Textilgut mit Hilfe von Ultraschallwellen

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20030101