NL1009190C2 - Werkwijze en inrichting voor het plukken van pluimvee. - Google Patents

Description

Werkwijze en inrichting voor het plukken van pluimvee.

De uitvinding heeft betrekking op het plukken van pluimvee omvattende: - een transporteur voor pluimvee, 5 - een aantal aan weerszijden van een, door de transporteur bepaalde, transportbaan voor pluimvee aangebrachte roteerbare plukorganen, en - aandrijfmiddelen voor het doen roteren van de plukorganen.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het plukken van pluimvee.

10 De bestaande inrichtingen voor het plukken van pluimvee (“plukkers”) bestaan uit in hoofdzaak tunnelvormige constructies in de naar binnen gekeerde zijwanden waarvan zich roteerbare plukorganen bevinden. Zo een plukorgaan bestaat doorgaans uit een schijf waarop een of meerdere uitkragende vingers zijn aangebracht. Deze vingers zijn enigszins flexibel en meestal voorzien van een geprofileerd buitenoppervlak. De 15 plukorganen worden geroteerd door elektromotoren die zijn opgenomen in een tunnelvormige constructie. Door nu een te plukken kip tussen de roteerbare plukorganen van de plukker te voeren waarbij de onderlinge afstand van de plukorganen zo dient te zijn deze aan weerszijde aangrijpen op de te plukken kip worden de veren uit de reeds gedode kip getrokken. Voor het verwerken van pluimvee met verschillende afmetingen 20 is de onderlinge afstand tussen twee tegenover elkaar gelegen plukorganen meestal instelbaar. Bij het verwerken van grotere kippen zal deze afstand dus groter worden ingesteld terwijl bij het verwerken van kleiner pluimvee deze onderlinge afstand overeenkomstig wordt verkleind. Voor afvoer van de losgemaakte veren wordt er water door de inrichting gevoerd waarmee de losgemaakte veren kunnen worden meegevoerd. 25 Deze bestaande inrichtingen hebben het nadeel dat het plukresultaat niet altijd even goed is, zeker wanneer er aanzienlijke verschillen in afmeting zijn tussen de afzonderlijke kippen die in een procesgang worden bewerkt. Een ander nadeel is dat de kans op beschadiging van het pluimvee, zoals beschadiging van opperhuid, breuk van poten en vlerken, etc., aanzienlijk is. Nog een ander nadeel is dat de inrichting 30 overeenkomstig de stand van techniek slechts zeer moeizaam gereinigd kan worden.

De onderhavige uitvinding heeft tot doel het verschaffen van een verbeterde inrichting en werkwijze voor het plukken van pluimvee waarmee een goede bewerkingskwaliteit 1009190 -2- kan worden gekoppeld aan een gereduceerde kans op beschadiging van slachtdieren alsmede een goede reinigbaarheid van de inrichting.

Dit doel wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt met een inrichting van het in de 5 aanhef genoemde type, waarbij de roteerbare plukorganen zodanig zijn opgehangen in een draagstructuur dat zij vanuit een niet-werkzame stand verplaatsbaar zijn naar een, mede door het pluimvee uitgeoefende krachten bepaalde, uiteen gedrongen werkzame stand. De draagstructuur verschaft de roteerbare plukorganen daartoe bij voorkeur een onderlinge bewegingsvrijheid, dit kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door de 10 draagstructuur te vervaardigen uit een flexibel foliemateriaal. Door ophanging van de plukorganen in de draagstructuur overeenkomstig de uitvinding wordt de positie van ieder plukorgaan bepaald door een te bewerken slachtdier. Het belangrijke voordeel i hiervan is dat bij bewerking de positie van ieder plukorgaan wordt bepaald door het te bewerken oppervlak van een slachtdier. De plukorganen volgen dus de contouren van de 15 slachtdieren. Hierdoor wordt een optimaal bewerkingsresultaat verkregen zonder de kans op beschadigingen. De maximale kracht waarmee een plukorgaan inwerkt op een te bewerken slachtdier is immers begrensd. Wanneer deze kracht de grenswaarde overschrijdt zal het plukorgaan naar buiten worden gedrongen. Dit beperkt de kans op beschadigingen in aanmerkelijke mate. In de praktijk blijkt dat met een inrichting 20 overeenkomstig de uitvinding daadwerkelijk 100% ontvering kan worden gerealiseerd. Een relatief eenvoudige constructie van de draagstructuur wordt gerealiseerd wanneer deze wordt vervaardigd uit een flexibel foliemateriaal. De afzonderlijke plukorganen zijn met onderlingen tussen afstanden in het foliemateriaal bevestigd zodat het foliemateriaal de benodigde onderlinge beweginsvrijheid verschaft. Een bijkomend 25 voordeel van deze constructie is dat het foliemateriaal goedkoop is en eenvoudig is te reinigen.

Voor het verkrijgen van een optimaal resultaat zijn er bij voorkeur aan weerszijde van de transportbaan op meerdere hoogten en in lengterichting meerdere plukorganen 30 geplaatst. In een praktijkvoorbeeld is een inrichting aan weerzijde van de transportbaan voorzien van drie rijen van ieder zestien plukorganen.

1009190 -3-

Bij voorkeur zijn de plukorganen ieder verbonden met een motor welke motoren zijn opgehangen in de draagstructuur. Deze motoren kunnen daarbij tevens als lagering fungeren. Hierdoor zijn geen complexe overbrengingen benodigd voor aandrijving van de afzonderlijke plukorganen. Zij zijn immers ieder van een eigen aandrijving voorzien.

5 Een bijkomend voordeel is dat afzonderlijke lagering van de plukorganen tevens overbodig wordt.

In een andere voorkeursuitvoering is de draagstructuur aan de bovenzijde ondersteund en vanaf de ondersteuning over tenminste een deel van de lengte ervan vrij opgehangen.

10 Aldus zullen de plukorganen door de zwaartekracht in een niet-werkzame stand plaatst tegen welke zwaartekracht in zijn verplaatst dienen te worden tijdens bewerking. Hierdoor zijn constructieve maatregelen voor het na elkaar toe bewegen van plukorganen overbodig.

15 In weer een andere voorkeursuitvoering is de onderlinge afstand van de ondersteuningen de aan weerszijde van de transportbaan geplaatste draagstructuren instelbaar. Deze instelbaarheid maakt het mogelijk inrichting af te stellen op grotere of kleinere te verwerken slachtdieren. Zo kan de inrichting zodanig universeel worden toegepast dat zowel bijvoorbeeld kalkoenen, soepkippen, slachtkuikens, etc. allen in dezelfde 20 inrichting worden verwerkt. Het moge duidelijk zijn dat deze verwerking van de slachtdieren met zeer aanzienlijke verschillen in afmeting wel batch-gewijs plaats dienen te vinden zodat de onderlinge afstand van de ondersteuningen hierop kan worden aangepast. Weliswaar maakt de draagstructuur het mogelijk om afmetingsverschillen van de slachtdieren compenseren maar deze compensatie mogelijkheid is begrensd.

25

De ondersteuningen zijn voorts bij voorkeur zodanig verplaatsbaar dat de aan weerszijde van de transportbaan gelegen draagstructuren plaatsbaar zijn in een in hoofdzaak plat vlak. Daartoe worden de ondersteuningen vanuit de transportbaan naar buiten bewogen hetgeen de mogelijkheid verschaft om de inrichting op eenvoudige 30 wijze te reinigen. Het voordeel van deze voorkeursuitvoering is dat bacteriegroei zoals 10 09 1 90 -4- salmonella aanmerkelijk kan worden terug gedrongen. Dit is een zeer belangrijk voordeel gezien het steeds grotere belang van hygiëne tijdens het slachtproces.

De aandrijvingen kunnen bij voorkeur worden gevormd door hydro-motoren aangezien 5 met een relatief kleine hydro-motor reeds het gewenste vermogen kan worden gegenereerd. Het voordeel van het gebruik van de kleine motoren is dat deze relatief eenvoudig kunnen worden samen gebouwd met de draagstructuur.

De buitenzijde van de inrichting wordt bij voorkeur gevormd door behuizing welke is 10 voorzien van tenminste één te openen paneel. Doormiddel van de behuizing is het plukproces afgeschermd van de omgeving hetgeen de overlast ervan aanzienlijk kan terugbrengen.

Deze uitvinding verschaft tevens een werkwijze voor het plukken van pluimvee, waarbij 15 het te plukken pluimvee langs een transportbaan wordt gevoerd, aan weerszijden waarvan roteerbare plukorganen zijn opgesteld, en waarbij de plukorganen tijdens de passage van de transportbaan door het pluimvee tegen een voorspanning uiteen gedrongen worden. Voordelen van deze werkwijze komen in hoofdzaak overeen met de voordelen van de inrichting zoals bovengaand beschreven zodat voor de voordelen van 20 de werkwijze naar de reeds boven genoemde voordelen wordt verwezen. De voorspanning kan worden gegenereerd door veerelement, zwaartekracht, etc..

De onderhavige uitvinding zal verder worden verduidelijkt aan de hand van de in navolgende figuren weergegeven niet-1 imitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: 25 fig. 1 een perspectivisch aanzicht op een deel van de plukinrichting overeenkomstig de uitvinding, fig. 2 een dwarsdoorsnede door een uitvoeringsvoorbeeld van de plukinrichting overeenkomstig de uitvinding, en 30 fig. 3 een perspectivisch aanzicht op een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting overeenkomstig de uitvinding.

1009190 -5-

Fig. 1 toont een deel van een plukinrichting met een gestel 1 waarin een afvoergoot 2 is aangebracht voor afvoer van geplukte veren en spoelwater. In de inrichting kan een watercirculatiesysteem zijn opgenomen waarmee stofontwikkeling wordt tegengegaan en waarmee de los genomen veren kunnen worden afgevoerd. Het gebruik van water in 5 een plukinrichting is bekend maar de plukinrichting overeenkomstig de uitvinding heeft als voordeel dat voor verkrijging van hetzelfde effect kan worden volstaan met een aanzienlijk beperkter volume van de waterstroom.

Met het gestel 1 is een aantal zwenkarmen 4 verbonden, waarvan in deze figuur slechts 10 één is weergegeven. De zwenkarm 4 is roteerbaar rond een rotatie-as 3. De van het gestel 1 afgekeerde zijde van de zwenkarm 4 is verbonden met een koker 5 die op zijn beurt verdraaibaar is ten opzichte van de zwenkarm 4. Deze verdraaibaarheid van de koker 5 ten opzichte van de zwenkarm 4 beperkt zich tot slechts enkele tientallen graden. Met onderling gelijke afstanden zijn kabels 6 star verbonden met de koker 5.

15 Aan een eerste vrije uiteinde grijpen de kabels 6 aan op een bovenrand van een folie 7.

In deze folie 7 is op enige afstand van de bovenrand een verstevigde rand 8 aangebracht waarop in deze figuur aan de achterzijde de nog niet beschreven uiteinden van de kabels 6 aangrijpen. Aldus kan door verdraaiing van de koker 5 ten opzicht van de zwenkarm 4 de hoekpositie van het bovenste deel van de folie 7 worden gevarieerd.

20

In de folie 7 is met onderlinge tussenafstanden een groot aantal plukorganen 9 bevestigd. De constructie van deze plukorganen 9 zal nader worden verduidelijkt aan de hand van fig. 2.

25 Aan de onderzijde is de folie 7 bevestigd aan het gestel 1. Voordeel hiervan is dat veren, stof en spoelwater naar de afvoergoot 2 worden geleid op zodanige wijze dat er weinig materiaal buiten de afvoergoot 2 valt.

Fig. 2 toont een dwarsdoorsnede door de inrichting 10. Aan een transportbaan 11 zijn 30 door middel van een rolconstructie 12 haken 13 bevestigd waarmee een slachtdier 14 tussen plukorganen 9 kan worden doorgevoerd. In deze figuur zijn de plukorganen 9 van 1 0 09 1 90 -6- slechts een zijde weergegeven maar in de werkelijkheid wordt het slachtdier 14 aan weerszijden omgeven door plukorganen 9. Een plukorganen 9 bestaat uit een schijf 15 waarop een aantal flexibele vingers 16 is bevestigd die uitkragen naar het slachtdier 14 en daarop aangrijpen om door middel van rotatie het verendek te verwijderen van het 5 slachtdier 14. Voor het doen roteren van de plukorganen 9 zijn zij ieder afzonderlijk verbonden met een hydro-motor 17 welke door middel van hydraulische leidingen 18 in verbinding staan met een centrale aggregaat. De hydro-motoren 17 zijn zodanig opgehangen in de folie 7 dat deze ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn. Aldus kunnen de plukorganen 9 zich richten naar de contour van het slachtdier 14. Overigens 10 zij opgemerkt dat afhankelijk van de positie van een plukorgaan 9 deze kan zijn voorzien van langere of kortere vingers 16.

Voor het positioneren van de plukorganen 9 ten opzichte van het slachtdier 14 is de zwenkarm 4 verplaatsbaar afhankelijk van de gemiddelde omvang van de te verwerken 15 slachtdieren 14. Ook ten aanzien van de gemiddelde contour bestaat een instelmogelijkheid te weten de roteerbaarheid van koker 5 ten opzichte van zwenkarm 4. Door het verdraaien van de koker 5 verplaatst zich de kabel 6 hetgeen gevolgen heeft voor de positionering van het bovenste deel van de folie 7 en dus van de daarin bevestigde plukorganen 9.

20

Voor het reinigen van de inrichting 10 of voor het verhelpen van storingen kan de zwenkarm 4 worden verplaatst naar een in hoofdzaak horizontale stand zoals weergegeven door middel van verwijsgetal 4'. Ook de plukorganen 9 zullen daarvoor worden verplaatst naar een positie aangeduid met verwijsgetal 9'. Aldus zijn de 25 plukorganen 9' goed toegankelijk voor reiniging alsook alle andere onderdelen van het interieur van de inrichting 10.

Alvorens de zwenkarm 4' kan worden verplaatst naar de horizontale stand dient eerst een luik 19 te worden geopend voor het verschaffen van de benodigde ruimte. Het luik 30 19 maakt deel uit van een mantel 20 welke de inrichting 10 afscheidt van de omgeving.

Door middel van de mantel 20 kan de overlast voor de omgeving bij het uitvoeren van 1009190 -7- de plukbewerking aanzienlijk worden gereduceerd terwijl het luik 19 toch de mogelijkheid verschaft van goede toegankelijkheid voor reiniging en onderhoud.

Fig. 3 toont een perspectivisch aanzicht op de inrichting 10 met een geopend luik 19 en 5 een gesloten luik 21. In de luiken zijn vensters 22 aangebracht die in combinatie met doorzichtig foliemateriaal 7 de mogelijkheid verschaffen van visuele controle van de inrichting tijdens bedrijf. De inrichting is voorts voorzien van bedieningsmiddelen 23 en een display 24.

10 Aan een kopse zijde is de inrichting voorzien van een flexibel scherm 25 waarmee het inwendige van de inrichting 10 in aanzienlijke mate wordt afgeschermd om de uitstroom van veren, stof en water te reduceren. In het gordijn 25 is een centrale opening 26 vrijgelaten voor het doorlaten van slachtdieren.

15 Hoewel de uitvinding aan de hand van slechts enkele uitvoeringsvoorbeelden is toegelicht zal het een ieder duidelijk zijn dat de uitvinding geenszins tot de beschreven en getoonde uitvoeringsvoorbeelden is beperkt. In tegendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een vakman nog vele variaties mogelijk. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk de plukorganen 9 onder een naar de slachtdieren 14 gerichte voorspanning te 20 plaatsen, bijvoorbeeld met veren, tegen welke veerkracht in de plukschijven 9 naar buiten gedrongen dienen te worden door de slachtdieren 14.

10 09 1 90

Claims (13)

1. Inrichting voor het plukken van pluimvee omvattende: - een transporteur voor pluimvee, 5. een aantal aan weerszijden van een, door de transporteur bepaalde, transportbaan voor pluimvee aangebrachte roteerbare plukorganen, en - aandrijfmiddelen voor het doen roteren van de plukorganen, waarbij de roteerbare plukorganen zodanig zijn opgehangen in een draagstructuur dat zij vanuit een niet-werkzame stand verplaatsbaar zijn naar een, mede door het pluimvee 10 uitgeoefende krachten bepaalde, uiteen gedrongen werkzame stand.

2. Plukinrichting volgens conclusie 1, waarbij de draagstructuur een onderlinge bewegingsvrijheid voor de roteerbare plukorganen verschaft.

3. Plukinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de draagstructuur uit een flexibel foliemateriaal is vervaardigd.

4. Plukinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij er aan weerszijden van de transportbaan op meerdere hoogten plukorganen zijn geplaatst. 20

5. Plukinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij in lengte richting aan weerszijden van de transportbaan meerdere plukorganen zijn geplaatst.

6. Plukinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de plukorganen 25 ieder zijn verbonden met een motor, welke motoren zijn opgehangen in de draagstructuur.

7. Plukinrichting volgens conclusie 6, waarbij de motoren tevens als lagering fungeren. 1 0 0 9 1 90 30 -9-

8. Plukinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de draagstructuur aan de bovenzijde is ondersteund en vanaf de ondersteuning over tenminste een deel van de lengte ervan vrij is opgehangen.

9. Plukinrichting volgens conclusie 8, waarbij de onderlinge afstand van de ondersteuningen van de aan weerszijde van de transportbaan geplaatste draagstructuren instelbaar is.

10. Plukinrichting volgens conclusie 8 of 9, waarbij de ondersteuningen zodanig 10 verplaatsbaar zijn dat de aan weerszijde van de transportbaan gelegen draagstructuren in hoofdzaak in een plat vlak plaatsbaar zijn.

11. Plukinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de aandrijving wordt gevormd door tenminste een hydro-motor. 15

12. Plukinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de buitenzijde van de inrichting wordt gevormd door een behuizing welke is voorzien van tenminste één te openen paneel.

13. Werkwijze voor het plukken van pluimvee, waarbij het te plukken pluimvee langs een transportbaan wordt gevoerd, aan weerszijden waarvan roteerbare plukorganen zijn opgesteld, en waarbij de plukorganen tijdens de passage van de transportbaan door het pluimvee tegen een voorspanning uiteen gedrongen worden. 10 09 1 90