NL1008998C2 - Werkwijze voor het vormen van een hoekverbinding bij een hoek van een doos, werkwijze voor het luchtdoorlatend maken van een volkarton plano, doos verkregen met één of beide werkwijzen, samenstel van een doos en vulling, het gebruik van een doos, alsmede een doosplano. - Google Patents

Werkwijze voor het vormen van een hoekverbinding bij een hoek van een doos, werkwijze voor het luchtdoorlatend maken van een volkarton plano, doos verkregen met één of beide werkwijzen, samenstel van een doos en vulling, het gebruik van een doos, alsmede een doosplano. Download PDF

Info

Publication number
NL1008998C2
NL1008998C2 NL1008998A NL1008998A NL1008998C2 NL 1008998 C2 NL1008998 C2 NL 1008998C2 NL 1008998 A NL1008998 A NL 1008998A NL 1008998 A NL1008998 A NL 1008998A NL 1008998 C2 NL1008998 C2 NL 1008998C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
box
panel
flap
fold line
blank
Prior art date
Application number
NL1008998A
Other languages
English (en)
Inventor
Paulus Maria Van Gurp
Peter Paul Van Eijndhoven
Richard Vos
Original Assignee
Kappa Packaging Dev Center B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kappa Packaging Dev Center B V filed Critical Kappa Packaging Dev Center B V
Priority to NL1008998A priority Critical patent/NL1008998C2/nl
Priority to US09/673,921 priority patent/US6488201B1/en
Priority to AU34462/99A priority patent/AU3446299A/en
Priority to PCT/NL1999/000241 priority patent/WO1999055590A2/en
Priority to EP99916088A priority patent/EP1073590A2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1008998C2 publication Critical patent/NL1008998C2/nl
Priority to ZA200006306A priority patent/ZA200006306B/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D5/00Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper
    • B65D5/42Details of containers or of foldable or erectable container blanks
    • B65D5/4279Joints, seams, leakproof joints or corners, special connections between panels
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D5/00Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper
    • B65D5/001Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper stackable
    • B65D5/0015Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper stackable the container being formed by folding up portions connected to a central panel
    • B65D5/0045Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper stackable the container being formed by folding up portions connected to a central panel having both integral corner posts and ledges
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S229/00Envelopes, wrappers, and paperboard boxes
    • Y10S229/941Box having joint structure for preventing leakage

Description

Werkwijze voor het vormen van een hoekverbinding bij een hoek van een doos, werkwijze voor het Iuchtdoorlatend maken van een volkarton plano, doos verkregen met één of beide werkwijzen, samenstel van een doos en vulling, het gebruik van een doos, alsmede een doosplano.
5
De uitvinding heeft volgens een eerste hoofdaspect betrekking op een werkwijze voor het vormen van een hoekverbinding bij een hoek van een doos, waarbij de doos is/wordt gevormd uit een plano omvattende een bodempaneel, een via een eerste paneelvouwlijn daarmee verbonden eerste zijwandpaneel, een via een 10 tweede paneelvouwlijn daarmee verbonden tweede zijwandpaneel, en een via een verbindingsflap-vouwlijn met het eerste zijwandpaneel verbonden verbindingsflap; waarbij de verbindingsflapvouwlijn, bij gevormde toestand van de hoekverbinding, in wezen de hoek bepaalt; waarbij de eerste en tweede paneelvouwlijn en de verbindingsflap-vouwlijn elkaar 15 aan de onderzijde van de hoek bij het bodempaneel in wezen snijden en het eerste en tweede zijwandpaneel, in gevormde toestand van de hoekverbinding, tot aan de hoek doorlopen; en waarbij het eerste zijwandpaneel met het tweede zijwandpaneel verbonden wordt door de verbindingsflap in een een overlapgebied op het tweede zijwandpaneel 20 overlappend verband tegen het tweede zijwandpaneel te plaatsen en hieraan te bevestigen.
Een dergelijke werkwijze is algemeen bekend. De verbindingsflap kan hierbij volgens de stand der techniek evenals ook volgens de hierna nog te beschrijven uitvinding zowel met zijn binnenzijde tegen de buitenzijde van het tweede zijwandpaneel worden 25 geplaatst en hieraan worden bevestigd, bijvoorbeeld door lijmen of nieten, alsook met zijn buitenzijde tegen de binnenzijde van het tweede zijwandpaneel worden geplaatst en hieraan worden bevestigd, bijvoorbeeld door lijmen of nieten. Het met de buitenzijde van de verbindingsflap tegen de binnenzijde van het tweede wandpaneel plaatsen heeft de voorkeur daar de te verkrijgen doos dan aan de buitenkant zo vlak mogelijk is, hetgeen bij 30 de verdere manipulatie en het verder hanteren van de doos praktisch is.
Een probleem bij op dergelijke wijze gevormde hoekverbindingen is dat de doos bij hoek niet geheel gas- en vloeistofdicht is. Langs het bij een bodempaneel gelegen hoekpuntje van de hoekverbinding blijft in het algemeen een vrij doorstroomkanaal vanuit 1008998 2 het inwendige van de doos naar het uitwendige van de doos en omgekeerd over. Dit is in het bijzonder een belangrijk nadeel bij het vormen van dozen waarvan de inwendige atmosfeer regelbaar moet zijn, daar de min of meer vrije ongecontroleerde communicatie tussen het inwendige en het uitwendige van de doos de regeling van de atmosfeer in het 5 inwendige van de doos verstoort, aanzienlijk bemoeilijkt en vaak zelfs onmogelijk maakt.
De uitvinding heeft volgens het eerste hoofdaspect in het bijzonder betrekking op een werkwijze van de aan het begin genoemde soort waarbij overeenkomstig de aanhef van conclusie 1 bovendien in of op de binnenzijde van de tweede paneelvouwlijn, ter hoogte van het overlapgebied, een kitachtig vulmiddel wordt aangebracht, bij voorkeur in 10 rupsvorm.
Een dergelijke werkwijze is bekend uit FR-2.178.687, welke overeenkomt metNL-A-73.03732. NL-A-73.03732 openbaart in figuren 4 en 5 en het daarbij behorende gedeelte van de beschrijving een werkwijze overeenkomstig de aanhef van conclusie 1. Volgens NL-A-73.03732 wordt teneinde de doos in de hoeken lichtdicht te maken in elk 15 van de overlappingsverbindingsplaatsen een vulling uit een kleverig mengsel ingespoten nadat de doos volledig is gevouwen en nadat de zijwandpanelen middels de verbindingsflap aan elkaar zijn bevestigd. Deze werkwijze heeft een aantal nadelen. Door de uit een kleverig mengsel bestaande vulling pas na het oprichten van de doos en het onderling aan elkaar bevestigen van de zijwandpanelen in te spuiten is een extra 20 nakomende handeling vereist die de tijd nodig voor vervaardiging van één doos verlengt en aldus de productiesnelheid langzamer maakt. Een verder nadeel is dat, alhoewel met de werkwijze volgens NL-A-73.03732 beweerdelijk een lichtdichte hoekverbinding is te realiseren, hier geen betrouwbare luchtdichte hoekverbinding mee is te realiseren.
De onderhavige uitvinding heeft tot doel het verschaffen van een verbeterde 25 werkwijze voor het vormen van een hoekverbinding bij een hoek van een doos, in het bijzonder een doos voor gebruik onder de zogenaamde geregelde atmosferische omstandigheden, welke werkwijze resulteert in een in wezen gas- en/of vloeistofdichte hoekverbinding.
Voomoemd doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat het kitachtige i 30 vulmiddel op de plano wordt aangebracht voordat de verbindingsflap tegen het tweede zijwandpaneel wordt geplaatst en hieraan wordt bevestigd. Dit kitachtige vulmiddel kan al
. J
1 voor het vouwen van de doos op de vlakke plano worden aangebracht, maar het is ook zeer wel denkbaar dat het kitachtige vulmiddel na het gedeeltelijk vouwen van de doos uit 1008998 3 de plano voorafgaand aan het bevestigen van de verbindingsflap aan het tweede zijwandpaneel wordt aangebracht. In het bijzonder in het geval de verbindingsflap met zijn buitenzijde tegen de binnenzijde van het tweede zijwandpaneel wordt geplaatst en hieraan wordt bevestigd, is het ook denkbaar dat het kitachtige vulmiddel in eerste 5 instantie wordt aangebracht aan de onderzijde van de verbindingsflap en dat het kitachtige vulmiddel bij het tegen het tweede zijwandpaneel plaatsen van de verbindingsflap en het hier tegenaan drukken voor het bevestigen vanzelf in of op de binnenzijde van de tweede paneelvouwlijn terecht komt ter hoogte van het overlapgebied, bijvoorbeeld doordat het kitachtige vulmiddel aan de naar beneden gekeerde onderrand van de verbindingsflap is 10 aangebracht of doordat het kitachtige vulmiddel met een overmaat onder aan de buitenzijde van de verbindingsflap is aangebracht en bij het aandrukken van de verbindingsflap tegen de binnenzijde van het tweede zijwandpaneel daar tussenuit gedrukt wordt en in of op de binnenzijde van de tweede paneelvouwlijn terecht komt. De essentie is dat het kitachtige vulmiddel, welke blijkens het voorgaande dus ook de lijm voor het 15 verbinden van de verbindingsflap met het tweede zijwandpaneel kan zijn, een afdichtprop of afsluiting vormt, welke in het bijzonder ervoor zorgt dat de verbinding van buitenaf via het zogenaamde hoekpunt, dat in wezen is gelegen op of nabij het snijpunt van de eerste paneelvouwlijn, de tweede paneelvouwlijn en de verbindingsflapvouwlijn, naar het inwendige van de doos toe en omgekeerd afgesloten wordt door het kitachtige vulmiddel, 20 dat eventueel ook een al dan niet uithardende lijm kan zijn.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding is de plano op karton- of papierbasis. Echter het wezen van de uitvinding is ook zeer goed toepasbaar bij het vormen van hoekverbindingen bij een doos die uit een plano van een geheel andersoortig materiaal, zoals bijvoorbeeld kunststof of metaal, wordt gevormd.
25 Ter verkrijging van een goede en betrouwbare afdichting is het volgens de uitvinding in het bijzonder voordelig wanneer het vulmiddel tenminste wordt aangebracht in of op het naar de hoek gekeerde eind van de tweede paneelvouwlijn.
Het is volgens de uitvinding in het bijzonder van voordeel wanneer het kitachtige vulmiddel op de plano wordt aangebracht voordat het eerste zijwandpaneel door vouwen 30 rond de eerste paneelvouwlijn ten opzichte van het bodempaneel wordt opgericht. De plano is dan namelijk relatief het gemakkelijkst voor toedienmiddelen voor het aanbrengen van het kitachtige vulmiddel bereikbaar. In het bijzonder in het geval in opgerichte toestand de verbindingsflap aan de binnenzijde van de doos is gelegen en zich °98
* m- A
4 uitstrekt tot tegen of zeer nabij het bodempaneel en het vulmiddel is aangebracht in of op het naar de hoek gekeerde eind van het tweede paneel vouwlijn en/of op de in opgerichje toestand naar het bodempaneel gekeerde onderrand van de verbindingsflap, is dan door het bij het oprichten van het eerste zijwandpaneel in het kitachtige vulmiddel drukken van 5 de onderrand van de verbindingsflap en daardoor het zijdelings wegdrukken van overtollig vulmiddel een goede gas- en vloeistofdichte hoekverbinding te realiseren.
Daar de tweede paneelvouwlijn een kanaal naar de hoek kan vormen, is het volgens de uitvinding verder voordelig wanneer het vulmiddel wordt aangebracht als een rups, welke zich in het bijzonder uitstrekt in of op de binnenzijde van de tweede i 10 paneelvouwlijn. Aldus is in verregaande mate te verzekeren dat de afdichting van uiteindelijk de hoek, door verregaand betrouwbare afdichting van het kanaal daar naar toe verder wordt verzekerd. Hierbij is het in het bijzonder voordelig wanneer de rups zich, bij voorkeur ononderbroken, uitstrekt langs in hoofdzaak het gehele overlapgebied. In het geval de verbindingsflap tot aan het bodempaneel of tot zeer dicht bij het bodempaneel 15 reikt, is op die manier in het bijzonder ook een goede afdichting/afsluiting tussen de onderzijde van de verbindingsflap en het bodempaneel te verzekeren. In dit geval is het niet onder alle omstandigheden per se noodzakelijk dat het kitachtige vulmiddel ook wordt aangebracht direct in of op het naar de hoek gekeerde eind van de tweede paneelvouwlijn, alhoewel dit nog steeds wel voordelig is.
20 Teneinde een dicht, in het bijzonder gas- en vloeistofdicht afgesloten hoekverbinding verder te verzekeren in het bijzonder met betrekking tot de betrouwbaarheid van de afdichting is het volgens de uitvinding voordelig wanneer de buitenzijde van de verbindingsflap wordt voorzien van ten minste één lijmbaan die zich ononderbroken uitstrekt vanaf de naar het bodempaneel gekeerde onderrand van de 25 verbindingsflap naar de van het bodempaneel afgekeerde bovenrand van de verbindingsflap, en wanneer de lijmbaan zodanig wordt aangebracht dat deze in gevormde toestand van de hoekverbinding bij de onderrand van de verbindingsflap aansluit op het vulmiddel, dat zich bij voorkeur vanaf die plaats van aansluiting ononderbroken uitstrekt tot in de hoek, althans bij gevormde toestand van de hoekverbinding. Aldus wordt 30 verhinderd dat zich tussen de verbindingsflap en het tweede zijwandpaneel een naar een hoekpunt verlopend verbindingkanaal voor gas/vloeistofcommunicatie tussen het inwendige en het uitwendige van de doos kan vormen. Dit is in het bijzonder gelegen in ! het feit dat het kitachtige vulmiddel bij het totstandbrengen van de hoekverbinding nog 1008998 5 uitgedrukt wordt, hetgeen de aansluiting van het vulmiddel op de lijmbaan op betrouwbare wijze verzekert.
Het ontstaan of overblijven van een dergelijk verbindings- of communicatiekanaal tussen de verbindingsflap en het tweede zijwandpaneel is los van de in de vorige alinea 5 geschetste oplossing of in aanvulling daarop verder te verhinderen/tegen te gaan indien de binnenzijde van het tweede zijwandpaneel wordt voorzien van ten minste één lijmbaan die zich ononderbroken uitstrekt vanaf het vulmiddel tot aan tenminste het boveneind van het overlapgebied, bij voorkeur daar voorbij, en op het vulmiddel aansluit. De zich over de hoogte (beschouwd ten opzichte van het bodempaneel) van het overlapgebied 10 uitstrekkende ononderbroken lijmbaan kan dus zowel ter plaatse van het overlapgebied op het tweede zijwandpaneel als op de verbindingsflap of zelfs op beide worden/zijn voorzien. Dit is in het bijzonder gelegen in het feit dat het kitachtige vulmiddel bij het totstandbrengen van de hoekverbinding nog uitgedrukt wordt, hetgeen de aansluiting van het vulmiddel op de lijmbaan op betrouwbare wijze verzekert.
15 In geval het tweede zijwandpaneel is voorzien van een als één geheel daarmee gevormde tweede bovenflap die via een tweede bovenflapvouwlijn, die evenwijdig aan de tweede paneel vouwlijn verloopt, met het tweede zijwandpaneel verbonden is en de doos inwijzend omgezet is of wordt, dan is het volgens de uitvinding verder zeer voordelig wanneer in of op de binnenzijde van de tweede bovenflapvouwlijn, ter hoogte van het 20 overlapgebied, een kitachtig vulmiddel wordt aangebracht, bij voorkeur in een rupsvorm. Aldus wordt, op een wijze vergelijkbaar als bij de onderzijde van de hoekverbinding, voorkomen/tegengegaan, dat zich aan de bovenzijde van de hoekverbinding een communicatiekanaal naar het aan de bovenzijde van de hoekverbinding gelegen bovenhoekpunt kan vormen.
25 Onder het bovenhoekpunt wordt hierbij in het bijzonder verstaan het gebied in de buurt van het snijpunt van de verbindingsflapvouwlijn en de tweede bovenflapvouwlijn.
Om bij een tweede zijwandpaneel met een bovenflap de vorming van een communicatiekanaal of de kans op de vorming daarvan tussen de verbindingsflap en het tweede zijwandpaneel door naar het bovenhoekpunt tegen te gaan/te verhinderen is het 30 volgens de uitvinding verder voordelig wanneer het kitachtige vulmiddel in of op de tweede bovenflapvouwlijn zodanig is aangebracht dat het in gevormde toestand van de hoekverbinding aansluit op het boveneind van de lijmbaan, er althans vanuit gaande dat de lijmbaan op de verbindingsflap is aangebracht en/of dat het kitachtige vulmiddel in of op
1008QQS
6 de tweede bovenflapvouwlijn aansluit op het boveneind van de lijmbaan, er althans vanuit gaande dat de lijmbaan is aangebracht of mede is aangebracht op het tweede zijwandpaneel.
In het geval het eerste zijwandpaneel is voorzien van een als één geheel daarmee 5 gevormde eerste bovenflap die via een eerste bovenflapvouwlijn, die evenwijdig aan de eerste paneelvouwlijn verloopt, met het eerste zijwandpaneel verbonden is en de doos in wijzend omgezet is of wordt om de tweede bovenflap bij de hoek gedeeltelijk te overlappen in een overlapzone is het voor het verbeteren van de betrouwbaarheid van de gas/vloeistofdichte afsluiting van de hoekverbinding volgens de uitvinding voordelig 10 wanneer in of op de binnenzijde van de eerste bovenflapvouwlijn ter hoogte van de overlapzone (tussen de eerste en tweede bovenflap) een kitachtig vulmiddel wordt aangebracht, bij voorkeur in rupsvorm. Bij een dergelijke uitvoering kan de afdichting in plaats hiervan of in aanvulling hierop ook worden verbeterd indien de overlapzone wordt voorzien van ten minste één lijmbaan, hetzij aangebracht op de binnenzijde van de eerste 15 bovenflap hetzij op de buitenzijde van de tweede bovenflap, die zich ononderbroken uitstrekt over de gehele overlapzone in een richting in wezen evenwijdig aan die van de tweede bovenflapvouwlijn.
Bij de werkwijze volgens de uitvinding laat zich voor het kitachtige vulmiddel op voordelige wijze een lijm toepassen, in het bijzonder een lijm zoals deze voor de 20 verlijming van planodelen van een plano bij het vormen van dozen gebruikelijk is. De lijm zal bij voorkeur dezelfde zijn als welke voor het verlijmen van de verbindingsflap met het tweede zijwandpaneel wordt gebruikt.
Teneinde bij de werkwijze volgens de uitvinding de gas- en/of vloeistofdichtheid van de hoekverbinding verder te verbeteren of te kunnen verbeteren is het volgens de 25 uitvinding voordelig wanneer de eerste paneelvouwlijn en/of de tweede paneelvouwlijn j en/of de eerste bovenflapvouwlijn en/of de tweede bovenflapvouwlijn rillijnen zijn, waarvan de ril, dat wil zeggen de verdieping, zich aan de binnenzijde van de respectieve vouwlijn bevindt. Dit heeft tot voordeel dat bij het vouwen rond de respectieve vouwlijn geen uitstulping het inwendige van de doos in ontstaat, welke uitstulping het vormen van 30 een gas- en/of vloeistofdichte afsluiting/afdichting bij de vormen hoekverbinding zou bemoeilijken. In het geval van de tweede paneelvouwlijn en de tweede bovenflapvouwlijn ’ zou een dergelijke uitstulping een vlakke aanligging van de verbindingsflap tegen het tweede zijwandpaneel kunnen belemmeren of bemoeilijken, hetgeen zoals duidelijk zal
- 10PPOQS
7 zijn de kans op de vorming van een communicatie- of verbindingskanaal naar het beneden- of bovenhoekpunt tussen het tweede zijwandpaneel en de verbindingsflap dopr vergroot. Om overeenkomstige redenen is het, althans in het geval de verbindingsflap binnen in de doos komt te liggen, voordelig wanneer de verbindingsflapvouwlijn een 5 rillijn is, waarvan de ril zich aan de buitenzijde van de verbindingsflapvouwlijn bevindt, daar dit tot een fraaie buitenvouwboog leidt welke een goede aansluiting van de verbindingsflap op de rest van de plano bij gevormde toestand van de doos waarborgt.
Teneinde de afdichting tussen enerzijds de verbindingsflap en het tweede zijwandpaneel en anderzijds indien althans aanwezig, tussen de tweede bovenflap en de 10 eerste bovenflap met nagenoeg 100% zekerheid te kunnen verzekeren en tegelijkertijd ook een stevige verbinding tussen voomoemde delen te kunnen verzekeren is het volgens de uitvinding voordelig wanneer het overlapgebied en/of de overlapzone geheel met lijm bestreken worden/wordt. Zowel in het geval van het overlapgebied als in het geval van de overlapzone kan hierbij zowel eenzijdig als tweezijdig met lijm bestreken worden. Onder 15 eenzijdig bestrijken wordt hierbij begrepen dat slechts een van de contactvlakken met lijm bestreken wordt en onder tweezijdig bestrijken wordt begrepen dat beide contactvlakken met lijm bestreken worden. Inzake het met lijm bestreken worden dient verder te worden opgemerkt dat dit zowel een dunne als een dikke lijmlaag kan betreffen, dit al naar gelang de omstandigheden zullen vereisen.
20 Teneinde de gas- en/of vloeistofdichtheid van de hoekverbinding verder te kunnen verbeteren, althans de betrouwbaarheid daarvan te kunnen verhogen, is het volgens de uitvinding voordelig wanneer de verbindingsflap zodanig is/wordt uitgevoerd dat, in gevormde toestand van de hoekverbinding, de onderrand van de verbindingsflap aanligt of bijna aanligt op het bodempaneel. Op overeenkomstige wijze is het in het geval van een 25 tweede bovenflap voordelig wanneer de verbindingsflap zodanig is/wordt uitgevoerd dat, in gevormde toestand van de hoekverbinding, de bovenrand daarvan aanligt of bijna aanligt tegen de onderzijde van de tweede bovenflap.
Volgens een tweede hoofdaspect van de uitvinding, dat op voordelige wijze ook in combinatie met het hiervoor besproken eerste hoofdaspect van de uitvinding (te weten de 30 gas- en/of vloeistofdichte hoekverbinding van een doos en de wijze een dergelijke hoekverbinding te verkrijgen) kan worden toegepast, heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het verkrijgen van op controleerbare wijze ademende dozen, waarbij de plano, waaruit de doos wordt/is opgericht, is vervaardigd uit volkarton, bij voorkeur 1008998 8 massief karton (Eng.: solid board) met een kern van bijvoorbeeld grijsbord (Eng.: grey board) en een- of tweezijdig is bekleed met een voor gas, in het bijzonder lucht, ondoorlatende bekleding van bijvoorbeeld kunststof, zoals PE, met het kenmerk, dat de bekleding van luchtdoorlaten is/wordt voorzien die uitmonden in het achter de respectieve 5 luchtdoorlaten gelegen gedeelte van de kern. De gecontroleerde of althans controleerbare ademing wordt hier verkregen door de bekleding, ook wel coating genaamd, van luchtdoorlaten te voorzien die uitmonden in het achter de bekleding, in het bijzonder achter de daarin gevormde doorlaten gelegen gedeelte van de kem. De bekleding kan hierbij een in folievorm opgeplakte laag of anderszins aangebrachte laag, bijvoorbeeld 10 door impregneren, zijn, zoals bijvoorbeeld van kunststof of van eiwit. Bijvoorbeeld is het zeer wel denkbaar dat een bekleding met microporiën is of wordt voorzien. Aldus is door keuze van de microporiën de doorlaat van de bekleding of coating instelbaar. De kem is van een materiaal dat voor gas, in het bijzonder lucht, permeabel is. Aldus kan de bekleding via de luchtdoorlaten gas, in het bijzonder lucht doorlaten en kan via een : 15 diffusieproces de kem gas, in het bijzonder lucht, doorlaten. Groot voordeel hierbij is dat er geen directe verbinding tussen het inwendige en het uitwendige van de doos is, zodat ten gevolge van schokken en bewegen van de panelen geen balgachtige pompbeweging ontstaat die in een geforceerd transport van gas zou resulteren.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm zijn/worden hierbij de luchtdoorlaten 20 aangebracht in één of meer zijwandpanelen, bij voorkeur buiten de overlapgebieden. Aldus is te voorkomen dat het doorlatende vermogen van de doos als geheel, dat juist met betrekking tot het regelen van de atmosfeer op bepaalde gewenste omstandigheden, zoveel mogelijk met zekerheid instelbaar moet zijn, beïnvloed wordt door de belading van de doos, dat wil zeggen de daarin aangebrachte vulling, welke de bodem geheel of j 25 gedeeltelijk zal bedekken en daarmee de doorlaatbaarheid van de bodem zou kunnen beïnvloeden.
Op voordelige wijze zullen de luchtdoorlaten inkervingen in de plano door de i bekleding heen tot in de kem zijn of worden verkregen door het aanbrengen van dergelijke inkervingen. Groot voordeel van een dergelijke werkwijze is dat dan gewerkt 30 kan worden met één type bekleding, dat in principe gasondoorlatend is, waarbij dan het doorlaatvermogen via de dooswanden instelbaar is al naar gelang het in de doos te verpakken product door het aanbrengen van meer of minder inkervingen, althans inkervingen met een groter of kleiner werkzaam oppervlak/werkzame lengte.
1 008998 9
De lengte van de inkervingen, beschouwd evenwijdig aan het planovlak, zal in het algemeen ongeveer 10 mm tot ongeveer 50 mm bedragen.
Teneinde de verticale belastbaarheid van de doos zo min mogelijk door de inkervingen te beïnvloeden, is het volgens de uitvinding voordelig wanneer de 5 inkervingen zich dwars op de respectieve paneelvouwlijn uitstrekken. Dit betekent dat bij opgerichte doos en in de zijwand of zijwanden daarvan aangebrachte inkervingen, de inkervingen zich verticaal zullen uitstrekken.
In het geval van een tweezijdig met bekleding beklede plano is het volgens de uitvinding voordelig wanneer de luchtdoorlaten aan de ene zijde van de plano over enige 10 afstand verplaatst ten opzichte van de luchtdoorlaten aan de andere zijde van de plano zijn/worden aangebracht. In het geval van luchtdoorlaten in de vorm van inkervingen houdt dit in dat de inkervingen aan de ene zijde dwars op hun langsrichting over enige afstand verplaatst zijn ten opzichte van de inkervingen aan de andere zijde, waarbij de inkervingen aan weerszijden dan evenwijdig aan elkaar verlopen. Door al naar gelang de 15 eigenschappen van de in de plano verwerkte materialen, in het bijzonder de eigenschappen van de kem en het in de doos te verpakken product deze afstand in te stellen, is aan van omstandigheden afhankelijke gewenste doorlaatbaarheidsvereiste te voldoen.
Teneinde te voorkomen dat de kem tussen de inkervingen uiteen valt, in het bijzonder door een soort delaminatie in het vlak van de plano, is het volgens de uitvinding 20 voordelig wanneer de enige afstand ten minste 5 a 10 mm bedraagt. Opdat transport tussen aangrenzende, vanaf weerszijden aangebrachte inkervingen mogelijk is, zal volgens de uitvinding de enige afstand in het algemeen ten hoogste ongeveer 30 a 40 mm bedragen. Bij grotere afstanden, in het bijzonder afstanden groter dan 70 mm, zal het transportvermogen door diffusie door het kernmateriaal gezien de relatief grote afstand 25 aanzienlijk gaan afhemen, een en ander zal mede afhankelijk zijn van de materiaaleigenschappen, zoals de permeabiliteit van het kernmateriaal.
Op voordelige wijze zullen de luchtdoorlaten per bekleding zijn aangebracht volgens één of meer groepen van matrixpatronen. In het geval van tweezijdige aanbrenging van luchtdoorlaten, zullen deze matrixpatronen dan ten opzichte van elkaar 3 0 aan weerszijden iets verschoven zij n aangebracht.
Overeenkomstig het eerste hoofdaspect van de uitvinding heeft de uitvinding verder ook betrekking op een doos voorzien van één of meer hoekverbindingen verkregen met de werkwijze volgens de uitvinding.
1 008998 10
Volgens het eerste hoofdaspect heeft de uitvinding verder ook betrekking op een rechthoekige doos met een rechthoekig bodempaneel, met twee elk een eerste zijpaneel vormende dwarswanden of Iangswanden en met twee elk een tweede zijpaneel vormende langswanden respectievelijk dwarswanden, waarbij de doos is voorzien van vier 5 hoekverbindingen, elk verkregen met de werkwijze volgens de uitvinding.
Overeenkomstig het tweede hoofdaspect van de uitvinding, heeft de uitvinding ook betrekking op een doos verkregen uit een plano volgens of verkregen volgens een der conclusies 17-25, waarbij de doos een toegangsopening heeft, waarbij de plano is opgebouwd uit via vouwlijnen tot één geheel verbonden planodelen, waarbij de 10 aansluitingen van de planodelen op elkaar in hoofdzaak gasdicht zijn, en waarbij het door de plano bestreken oppervlak in hoofdzaak dicht is. De planodelen kunnen hierbij dus volgens verschillende manieren in hoofdzaak gasdicht, en bij voorkeur ook in hoofdzaak vloeistofdicht onderling aan elkaar zijn bevestigd, zodanig dat via de bevestigingen geen of althans nagenoeg geen gas- en/of vloeistoftransport tussen het inwendige en het 15 uitwendige van de doos mogelijk is. Het door de plano bestreken oppervlak zal daarbij . verder in hoofdzaak dicht zijn, dat wil zeggen er zullen geen vrije, in wezen onbelemmerde doorgangen tussen de ene zijde en de andere zijde van een wanddeel, bodemdeel of deksel van de doos mogelijk zijn. De doorlaatbaarheid van de doos wordt dan op gecontroleerde wijze ingesteld/verkregen door het verschaffen van luchtdoorlaten 20 overeenkomstig één of meer der conclusies 17-25.
Verder heeft de uitvinding overeenkomstig zowel het eerste hoofdaspect als het tweede hoofdaspect betrekking op een samenstel van een doos volgens de uitvinding en een in de doos ingebrachte vulling, waarbij de vulling een levend product en/of groente en/of fruit en/of vis en/of vlees omvat, en waarbij de toegangsopening tot de doos gesloten 25 is op in hoofdzaak gasdichte wijze of eventueel op een wijze dat een gecontroleerde gasdoorlaatbaarheid via de afsluiting van de toegangsopening mogelijk is. De toegangsopening kan hierbij worden afgesloten met een transparante folie, welke door middel van lijm of anderszins aan de doos rondom de randen van de toegangsopening te 1 bevestigen is. De folie zou bijvoorbeeld gaspermeabel, bij voorkeur permeabel via een , 30 difftisieproces, uitgevoerd kunnen zijn.
! De uitvinding heeft verder zowel volgens het eerste hoofdaspect als volgens het tweede hoofdaspect betrekking op het gebruik van een doos volgens de uitvinding voor het verpakken en/of opslaan en/of transporteren van levende producten en/of groente en/of 1008998 11 fruit en/of vlees en/of vis.
De uitvinding heeft verder ook betrekking, eveneens overeenkomstig zowel Het eerste hoofdaspect als het tweede hoofdaspect van de uitvinding, op een doosplano die in het bijzonder geschikt is voor toepassing van de werkwijze volgens zowel het eerste 5 hoofdaspect als het tweede hoofdaspect van de uitvinding, welke doosplano is voorzien van een in hoofdzaak rechthoekig bodempaneel, waarbij langs twee tegenover elkaar gelegen eerste zijden telkens een dwarskopwandpaneel via een eerste paneelvouwlijn met het bodempaneel is verbonden, waarbij langs de twee overige zijden telkens via een tweede paneelvouwlijn een langswandpaneel met het bodempaneel is verbonden, welke 10 dwarswandpanelen en langswandpanelen bij opgezette doos de wandpanelen vormen, waarbij de dwarswandpanelen aan tegenover elkaar gelegen zijranden via verbindingsflapvouwlijnen zijn verbonden met verbindingsflappen die zich bij vlakke plano in het verlengde van de dwars- en langswandpanelen uitstrekken, waarbij de verbindingsflappen bij opgerichte doos in telkens een overlapgebied tegen het 15 aangrenzende langswandpaneel liggen, met het kenmerk, dat op elke verbindingsflap en/of op elk overlapgebied een zodanig lijmpatroon van lijm is aangebracht; en/of ter hoogte van elk overlapgebied in of op elke naburige tweede paneelvouwlijn een 20 kitachtig vulmiddel zoals lijm/die lijm, zodanig is aangebracht, dat bij uit de plano gevouwen en opgerichte doos, waarbij elke verbindingsflap tegen een aangrenzend langswandpaneel is/wordt gelijmd, tenminste het hoekpunt gelegen op het snijpunt van de eerste paneelvouwlijn, de tweede paneelvouwlijn en de verbindingsflap-vouwlijn naar het inwendige van de doos toe is afgesloten door de lijm van het 25 lijmpatroon en/of het kitachtige vulmiddel.
Bij een dergelijk doosplano kan het lijmpatroon en/of het vulmiddel, zoals voor in het bijzonder het eerste hoofdaspect van de uitvinding benodigd is, al vooraf op de plano zijn aangebracht zodanig is dat elke zich vanaf genoemd snijpunt uitstrekkende naad door de lijm respectievelijk het vulmiddel is afgesloten.
30 De doosplano kan hierbij zijn gevormd uit volkarton, bij voorkeur massief karton van het sandwich-type, echter de doosplano kan ook zijn gevormd uit golfkarton.
In het bijzonder in verband met het tweede hoofdaspect van de uitvinding zal de doosplano op voordelige wijze aan ten minste één zijde, bij voorkeur aan beide zijden, zijn 1008998 12 voorzien van een bekleding, in het bijzonder een laag, vervaardigd uit een gas- en/of vloeistofdicht materiaal, in het bijzonder een kunststof of een eiwit.
Volgens een verdere uitvoeringsvorm, in het bijzonder met betrekking tot het tweede hoofdaspect van de uitvinding, is de doosplano op voordelige wijze aan ten minste 5 één zijde, bij voorkeur aan beide zijden, voorzien van een bekleding, in het bijzonder een laag, vervaardigd uit een gas- en vloeistofdicht materiaal, in het bijzonder een kunststof, waarbij de bekleding overeenkomstig de uitvinding (in het bijzonder een of meer der conclusies 17-25) is voorzien van luchtdoorlaten.
Volgens een derde, van het tweede hoofdaspect afgeleid, hoofdaspect heeft de 10 uitvinding ook betrekking op een werkwijze voor het verpakken van levende producten. Een dergelijke werkwijze is bekend uit de internationale octrooipublicatie W093/22138. Dit derde hoofdaspect van de uitvinding laat zich zeer wel toepassen in combinatie met het eerste hoofdaspect en/of het tweede hoofdaspect van de uitvinding.
Bij deze bekende werkwijze wordt een doos gevouwen uit een vlakke plano van 15 golfkarton, welke doos is voorzien van in hoofdzaak gas- en vloeistofdichte wanden en aan de bovenzijde afsluitbaar is met behulp van flappen die over de uitneemopening sluitbaar zijn, of door een plaatvormig deksel dat over de uitneemopening vastzetbaar is. De doos is derhalve gas- en vloeistofdicht. Tijdens gebruik worden levende producten zoals groenten of fruit in de doos gesloten en wordt vervolgens in de doos een gas of 20 gasmengsel gebracht dat in hoofdzaak inert is, zoals een gasmengsel met een hoge concentratie stikstof. Hierdoor wordt gasuitwisseling in de doos als gevolg van het restmetabolisme van de levende producten in hoofdzaak verhinderd, waardoor de duur dat de producten in de doos kunnen worden verpakt wordt verlengd. De wanden van deze bekende doos zijn voorzien van ten minste één laag polyetheen, zodanig dat een bijzonder 25 specifieke gaspermeabiliteit wordt verkregen, gekozen afhankelijk van de te verpakken producten en opslagomstandigheden. De polyetheenlaag is volledig vochtdicht, teneinde te verhinderen dat het karton zijn sterkte verliest, en daarmee de doos zijn draagvermogen.
Deze bekende werkwijze heeft als nadeel dat een gas of gasmengsel met een bijzonder specifieke samenstelling in de doos gebracht dient te worden, hetgeen technisch 30 ingewikkeld, tijdrovend en kostbaar is, en bovendien eenvoudig tot fouten kan leiden. Bovendien kan een dergelijk gasmengsel de vochthuishouding in een dergelijke verpakking nadelig beïnvloeden. Een verder nadeel van deze bekende werkwijze is dat de doos een bijzonder specifieke gaspermeabiliteit dient te hebben, welke bovendien sterk 1008998 13 afhankelijk is van de opslag en gebruiksomstandigheden. Immers, wanneer de levende producten in de doos bij relatief hoge temperaturen worden opgeslagen kan de gaspermeabiliteit hoger worden, waardoor de bewaarcondities in de doos minder goed kunnen worden. Voorts heeft deze specifieke, noodzakelijke gaspermeabiliteit het nadeel 5 dat de doos slechts voor één toepassing geschikt is, waardoor een groot aantal verschillende dozen noodzakelijk zal zijn om allerlei soorten producten te kunnen vervoeren naar allerlei bestemmingen.
De uitvinding beoogt volgens een derde hoofdaspect een werkwijze van de drie alinea's terug beschreven soort, waarbij de genoemde nadelen zijn vermeden, met behoud 10 van de voordelen daarvan. Daartoe wordt een werkwijze volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de producten in een doos, zoals van karton, met gas- en vloeistofdichte wanden worden geplaatst, waarna een toegangsopening van de doos wordt afgesloten door middel van een afsluiting, zoals een folie, bij voorkeur een doorzichtige folie, welke doos in afgesloten toestand in wezen gas- en vloeistofdicht is, op micro-15 openingen in ten minste een aantal wandpanelen van de doos na, die zijn voorzien voor permeatie van gas en/of vloeistof door het of elk betreffende wandpaneel, waarbij de micro-openingen tezamen een oppervlak hebben van minder dan 0,1%, meer in het bijzonder minder dan 0,05% van het totaal buitenoppervlak van de doos. Hierbij kan door het restmetabolisme van de levende, in de doos verpakte producten een atmosfeer in de 20 doos met ten minste een verhoogd C02-gehalte ontstaan en in stand worden gehouden.
Anders dan bij de bekende werkwijze bestaat bij een werkwijze volgens de uitvinding in de binnenruimte van de doos een natuurlijk evenwicht tussen de gassen, verkregen als gevolg van het beperkt natuurlijk metabolisme van de verpakte producten. Als gevolg van onder meer dit natuurlijk metabolisme zal de relatieve luchtvochtigheid 25 binnen de doos toe kunnen nemen tot nagenoeg 100% of eventueel een lagere gewenste waarde.
Door regulering van de luchtvochtigheid binnen de doos op een relatief hoog niveau wordt op geschikte wijze verhinderd dat vochtverlies bij de verpakte producten optreedt. Dit biedt het voordeel dat tijdens het afVullen van de dozen minder of zelfs geen 30 overgewicht hoeft te worden verpakt aangezien de verpakte producten tijdens opslag en transport althans nagenoeg hun initiële gewicht zullen behouden. Hierdoor wordt per saldo meer economisch gebruik gemaakt van het beschikbaar volume, waardoor opslagen transportkosten nog verder worden verlaagd. Bovendien blijft de kwaliteit van het 1008998 14 verpakte product daardoor beter behouden.
Onder levende producten dient binnen het kader van alle hoofdaspecten van de uitvinding te worden begrepen al die natuurlijke producten die in verpakte toestand tenminste gedeeltelijk een natuurlijk metabolisme vertonen, waardoor uitwisseling van 5 tenminste zuurstof met de omgeving optreedt.
Onder invloed van het genoemde natuurlijk metabolisme daalt de concentratie zuurstof (O2) in de doos en stijgt tegelijkertijd de concentratie koolzuurgas (CO2) in de doos. Hierdoor wordt een atmosfeer gecreëerd waarin de producten een relatief lange houdbaarheid krijgen. Het natuurlijk metabolisme van de levende producten wordt 10 onderdrukt. Door optredende restlek wordt bovendien verhinderd dat de concentratie koolzuurgas in de doos onaanvaardbaar hoog wordt.
In een voordelige uitvoeringsvorm wordt een werkwijze volgens het derde aspect van de uitvinding gekenmerkt doordat een doos wordt toegepast waarin de micro-openingen een maximale breedte hebben van minder dan 20 micrometer, meer in het 15 bijzonder een gemiddelde breedte gelegen tussen 10 en 20 micrometer.
Micro-openingen met een dergelijke geringe breedte of doorsnede hebben het voordeel dat vocht deze micro-openingen niet ongehinderd kan passeren. Slechts door bijvoorbeeld capillaire werking of door zuigende werking van het in of achter de micro-openingen gelegen karton zal vocht door de micro-openingen treden, waardoor beperkt 20 vochttransport door de wand van de doos mogelijk is. Meer van belang is bovendien dat door deze micro-openingen gastransport, althans gasmigratie door de wand van de doos mogelijk is, voor beïnvloeding van de atmosfeer in de doos, in het bijzonder de verhouding O2/CO2. Dergelijke micro-openingen zijn ook onderwerp van het tweede hoofdaspect van deze uitvinding.
25 Afsluiting van de open zijde of toegangsopening van de doos met behulp van een j bij voorkeur flexibel folie biedt het voordeel dat dit eenvoudig op langsranden van de doos vastzetbaar is, terwijl daardoor weinig ruimte wordt ingenomen. Door de folie doorzichtig uit te voeren kan de inhoud van de doos worden geïnspecteerd zonder dat de gasdichtheid daarvan verbroken behoeft te worden.
30 Vorming van de micro-openingen in wanddelen van de doos biedt de eerdergenoemde voordelen. Vorming van deze micro-openingen door doorboring van de ten minste ene coating of bekleding met behulp van kartonvezels biedt het voordeel dat geen nadere bewerkingsstappen van het karton noodzakelijk zijn. De ten minste ene 1008998 15 coating behoeft slechts te worden aangebracht op een oppervlak van het karton met een geschikte ruwheid, zodanig dat vezels zich door de coating zullen uitstrekken. Deze vezels hebben daarbij het voordeel dat zij voor capillaire werking zullen zorgen.
Verrassenderwijs is gebleken dat bij micro-openingen met een totaaloppervlak van 5 bijvoorbeeld 0,1% of minder van het totaalbuitenoppervlak van de doos ten minste tot bijzonder goede gas- en vochthuishouding binnen de doos leiden, nagenoeg onbeïnvloed door de omgevingstemperatuur. Micro-openingen dienen in deze begrepen te worden als mede omvattende beschadigingen van de coating, bijvoorbeeld bij stans- en vouwlijnen.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm wordt een doos volgens de uitvinding 10 gekenmerkt doordat in de hoeken van de doos steunkolommen zijn gevormd, bij voorkeur door vouwen uit de verbindingsflappen.
De steunkolommen in de hoeken van de doos bieden het voordeel dat de doos een hoge sterkte heeft in verticale richting, zodat goede stapeling van gevulde dozen mogelijk is. Vouwen van dergelijke steunkolommen uit de verbindingsflappen biedt het voordeel 15 dat minder naden optreden, terwijl bovendien de volledige doos dan uit één plano kan worden gevouwen. De steunkolommen bieden het voordeel dat zelfs wanneer het karton enigszins vochtig wordt voldoende draagvermogen wordt behouden, terwijl de dozen toch met de zijwandpanelen en/of kopwandpanelen dicht tegen elkaar kunnen worden aangezet.
20 Ter verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoeringsvoorbeelden van een werkwijze en doos volgens de uitvinding worden beschreven, aan de hand van de tekening. Daarin toont: fig. 1 een hoekdeel van een plano voor een doos in een eerste uitvoeringsvorm; fig. 2a het planodeel volgens fig. 1, gedeeltelijk opgezet; 25 fig. 2b het planodeel volgens fig. 1, geheel opgezet; fig. 3 een hoekdeel van een plano voor een doos in een tweede uitvoeringsvorm; fig. 4a een gedeeltelijk opgezette hoek van een doos, gevouwen uit een plano volgens fig. 3; fig. 4b een hoekdeel van een verder opgezette doos uit een plano volgens fig. 3; 30 fig. 4c het hoekdeel van een doos volgens figuren 4a en 4b, volledig opgezet; fig. 5 een aanzicht op de onder- of buitenzijde van een verder uitvoeringsvorm van een plano voor een doos; fig· 5a een doorsnede van een detail, dat in fig. 5 met pijlen Va-Va is aangeduid; 1008998 16 fig. 6 een aanzicht op de boven- of binnenzijde van de plano uit fig. 5; en fig. 6a een doorsnede van een detail dat in fig. 6 met pijlen Vla-Vla is aangeduid. ·. In de beschrijving hebben corresponderende delen corresponderende verwij zingscij fer s.
5 De plano 1 als getoond in fig. 1 omvat een rechthoekig bodempaneel 2 dat via een paneelvouwlijn 5 met een eerste zijwandpaneel 6 is verbonden en via een zich haaks op de eerste paneelvouwlijn 5 uitstrekkende tweede paneelvouwlijn 3 met een eerste zijwandpaneel 4. Het in fig. 1 getoonde deel van de plano 1 is een hoekdeel van een langs de streep-stippellijnen A, B symmetrische plano. Het eerste zijwandpaneel 6 is via een 10 verbindingsflapvouwlijn 7 verbonden met een hoekflap 8, welke nog nader zal worden beschreven. De verbindingsflapvouwlijn 7 strekt zich over ongeveer de kartondikte versprongen in het verlengde van de tweede paneelvouwlijn 3 uit zodanig dat de lengte van de bodem 2 enigszins korter is dan het zijwandpaneel 6, waardoor het vouwen van de doos wordt vereenvoudigd. Het zijwandpaneel 4 is via een tweede bovenflapvouwlijn 9, 15 welke zich evenwijdig aan de tweede paneelvouwlijn 3 uitstrekt, verbonden met een tweede bovenflap 10, terwijl het zijwandpaneel 6 via een eerste bovenflapvouwlijn 11, welke zich evenwijdig aan de tweede paneelvouwlijn 5 uitstrekt, is verbonden met een eerste bovenflap 12. De afstand tussen de tweede paneelvouwlijn 3 en de tweede bovenflapvouwlijn 9 is gelijk aan de afstand tussen de eerste paneelvouwlijn 5 en de 20 eerste bovenflapvouwlijn 11 vermeerderd met de kartondikte, voor het eenvoudig opzetten van de doos. De hoekflap 8 is door een zesde vouwlijn 13 en een zevende vouwlijn 14, welke zich beide evenwijdig aan de verbindingsflapvouwlijn 7 uitstrekken, verdeeld in een verbindingsflap 15 of eerste flapdeel 15, een enigszins breder tweede flapdeel 16 en een nog breder derde flapdeel 17.
25 De plano 1 is bij voorkeur vervaardigd uit karton, in het bijzonder massief karton, bij voorkeur van het sandwich-type. Sandwich-type dient in deze begrepen te worden als omvattende karton, voorzien van ten minste één gas- en vloeistofdichte laag, bij voorkeur -i j een kunststof laag of eiwitlaag. Een dergelijke laag, bijvoorbeeld van polyetheen, is bij ! voorkeur ten minste aan de tijdens gebruik naar binnen gekeerde zijde van de plano 30 aangebracht, en kan bovendien aan de buitenzijde zijn aangebracht, terwijl ook meerdere tussenlagen kunnen zijn voorzien. Aanbrengen van een polyetheen laag aan de naar binnen gekeerde zijde biedt het voordeel dat een gladde doosbinnenzijde wordt verkregen hetgeen esthetisch en hygiënisch voordelig is.
1008998 17
Op de plano 1 als weergegeven in figuur 1 is met behulp van arceringen aangegeven welke vlakken of vlakdelen worden ingelijmd. Met behulp van een dichte arcering VL zijn rupsen vullijm, welke een kitachtig vulmiddel vormen, weergegeven, met de minder dichte arceringen L zijn de vlakken en vlakdelen aangegeven die op 5 geschikte wijze van een lijmlaag worden voorzien voor het gas- en vloeistofdicht verlijmen van de betreffende flappen en panelen. Dit zal nog nader worden toegelicht. Op corresponderende wijze zijn in fig. 3 de lijmvlakken en lijmvlakdelen weergegeven. Arcering in gestippelde lijnen geeft daarbij aan dat de achterzijde van het getoonde paneel of paneeldeel van een lijmlaag of lijmrups is voorzien. Het zal uiteraard duidelijk zijn dat 10 het ook mogelijk is de bij opgezette doos corresponderende vlakken of vlakdelen van de lijmlaag of lijmrups te voorzien, terwijl bovendien beide tegen elkaar te brengen vlakken kunnen worden ingelijmd. Deze variaties zullen voor de vakman direct duidelijk zijn.
Uit de plano 1 kan een doos worden gevouwen met een in hoofdzaak rechthoekige doorsnede en opstaande wanden. Twee stappen in het opzetten van een dergelijke doos 15 zijn getoond in de figuren 2a en 2b.
Bij het opzetten van de doos wordt de hoekflap 8 haaks ten opzichte van het zijwandpaneel 6 omgezet langs de verbindingsflapvouwlijn 7. Vervolgens wordt het tweede flapdeel 16 in dezelfde richting omgezet langs de zesde vouwlijn 13, over een hoek van bijvoorbeeld ongeveer 45°. Daarbij wordt het derde flapdeel 17 teruggevouwen 20 langs de zevende vouwlijn 14, zodanig dat dit evenwijdig aan en tegen het zijwandpaneel 6 komt te liggen en daartegen wordt vastgelijmd. Hierdoor is een driehoekig kokerprofiel 18 verkregen, met een relatief hoge stijfheid in ten minste de lengterichting. Aansluitend wordt het zijwandpaneel 6 langs de eerste paneelvouwlijn 5 over een hoek van 90° omgezet ten opzichte van het bodempaneel 2, zodanig dat de onderzijde van het 25 kokerprofiel 18 komt aan te liggen tegen het bodempaneel 2. Daarbij wordt tussen de naar het bodempaneel 2 gekeerde onderste langsrand 19 van de verbindingsflap 15, welke aanligt tegen de tweede paneelvouwlijn 3, in de genoemde tweede paneelvouwlijn 3 een vullijm 20 bijvoorbeeld rupsvormig aangebracht. Hierdoor wordt een gas- en vloeistofdichte afdichting van genoemde naad verkregen. Aansluitend wordt het 30 zijwandpaneel 4 langs de tweede paneelvouwlijn 3 over 90° omhoog gevouwen, zodanig dat de binnenzijde van het zijwandpaneel 4 komt aan te liggen tegen de verbindingsflap 15. Het zijwandpaneel 4 wordt tegen de verbindingsflap 15 aangelijmd, zodanig dat een gas- en vloeistofdichte verbinding wordt verkregen. Bovendien wordt een rups vullijm 21 1008998 18 langs de tegen de tweede bovenflapvouwlijn 9 gelegen langsrand 22 van de verbindingsflap aangebracht, zodanig dat een gas- en vloeistofdichte afdichting van deze naad wordt verkregen. Daarna wordt de tweede bovenflap 10 tegen de bovenzijde van het kokerprofiel 18 gevouwen en daarop vastgelijmd. Tenslotte wordt de eerste bovenflap 12 5 langs de bovenflapvouwlijn 11 gevouwen en op de bovenzijde van de tweede bovenflap 10 gelijmd, zoals getoond in fig. 2b. Op deze wijze is een met een kokerprofiel versterkte hoek van een doos verkregen, die bovendien op eenvoudige wijze gas- en vloeistofdicht is gemaakt.
In de in fig. 2b getoonde, volledig opgezette toestand kan de doos worden gevuld 10 met levende producten, zoals groenten of fruit, bijvoorbeeld broccoli, paprika, tomaten, komkommers en dergelijke. Vervolgens wordt een folievormige afdekking 23 over de open zijde van de doos, de toegangsopening aangebracht, waarbij twee tegenover elkaar gelegen randdelen 24 van het folie 23 op de bovenzijde van de beide eerste bovenflappen 12 worden vastgezet, terwijl de beide eindranden 25 van het folie 23 over de eerste 15 bovenflapvouwlijnen 9 worden getrokken en tegen de buitenzijde van de zij wandpanelen 4 worden vastgelijmd. Hierdoor wordt ook de open bovenzijde van de doos gas- en vloeistofdicht afgesloten.
In fig. 3 is een alternatieve uitvoeringsvorm van een hoekdeel van een symmetrische plano 101 getoond, vervaardigd uit golfkarton, aan weerszijden voorzien 20 van een gas- en vloeistofdichte, bij voorkeur polyetheen laag. Polyetheen heeft het voordeel dat dit met het karton kan worden gerecycled. De plano 101 omvat een rechthoekig bodemdeel 102, een tweede zijwandpaneel 104 dat met het bodempaneel is verbonden via een tweede paneelvouwlijn 103 en een eerste zijwandpaneel 106 dat via een eerste paneelvouwlijn 105 met het bodempaneel 102 is verbonden. De hoogte van de 25 zij wandpanelen 104 is om eerder beschreven redenen een kartondikte kleiner dan de hoogte van de zij wandpanelen 106. Met het zijwandpaneel 106 is wederom een hoekflap 108 verbonden, via een zich, om eerder genoemde reden over een kartondikte verzet, in het verlengde van de tweede paneelvouwlijn 103 uitstrekkende verbindingsflapvouwlijn 107. Met het zijwandpaneel 104 is via een tweede bovenflapvouwlijn 109 wederom een 30 tweede bovenflap 110 verbonden, met het zijwandpaneel 106 via een eerste bovenflapvouwlijn 111 een eerste bovenflap 112. De hoekflap 108 is wederom verdeeld in een eerste flapdeel 115 of verbindingsflap 115, een tweede flapdeel 116 en een derde j flapdeel 117, van elkaar gescheiden door respectievelijk een zesde vouwlijn 113 en een 100899« 19 zevende vouwlijn 114. Aan de van het zijwandpaneel 104 afgekeerde zijde van de tweede bovenflap 110 is via een dubbele achtste vouwlijn 130, welke zich evenwijdig aan de bovenflapvouwlijn 109 en tweede paneelvouwlijn 103 uitstrekt, een tweede omslagflap 131 bevestigd, met een enigszins kortere lengte dan de tweede bovenflap 110. Op 5 vergelijkbare wijze is met de eerste bovenflap 112 via een dubbele negende vouwlijn 132 een eerste omslagflap 133 verbonden. De negende vouwlijn 132 strekt zich evenwijdig aan de eerste bovenflapvouwlijn 111 en eerste paneelvouwlijn 105 uit. De lengte van de eerste omslagflap 133 is enigszins kleiner dan de lengte van de eerste bovenflap 112. De dubbele vouwlijnen 130, 132 zijn zodanig gekozen dat vouwen van het karton niet door 10 de dikte van het (golf)karton wordt gehinderd. Uit de plano 101 kan wederom een rechthoekige, blokvormige doos worden gevouwen, waarvan een drietal stappen is weergegeven in de figuren 4a tot en met 4c.
De in figuur 4a getoonde, gedeeltelijk opgezette toestand komt in hoofdzaak overeen met die als getoond in fig. 2a voor de doos in de eerste uitvoeringsvorm.
15 Wederom is uit de hoekflap 108 een in hoofdzaak driehoekige steunkolom 118 gevormd, waarbij langs de onderrand van de verbindingsflap 115 in de tweede paneelvouwlijn 103 een rups vullijm 120 is aangebracht, welke een gas- en vloeistofdichte afsluiting vormt. Een zelfde lijmrups 121 is langs de tegenover gelegen langsrand van de verbindingsflap 115 aangebracht.
20 Fig. 4b toont een tweede fase in het opzetten van de doos uit de plano 101, waarbij de tweede bovenflap 110 langs de tweede bovenflapvouwlijn 109 haaks is omgezet, tot op de bovenzijde van het kokerprofiel 118 en daarop is vastgelijmd. De tweede omslagflap 131 is vervolgens langs de dubbele vouwlijn 130 over 180° omgezet, en tegen de bovenzijde en buitenzijde van de tweede bovenflap 110 vastgelijmd. Hierdoor is een naar 25 de binnenzijde van de doos gas- en vloeistofdichte rand van de beide flappen 110, 131 verkregen. Vervolgens is de eerste omslagflap 133 langs de dubbele negende vouwlijn 132 over 180° naar binnen gevouwen, en tegen de binnenzijde/onderzijde van de eerste bovenflap 112 vastgelijmd (weergegeven in onderbroken lijnen in fig. 4B). Zoals duidelijk blijkt uit fig. 4c is aansluitend de eerste bovenflap 112 met de daarop gelijmde eerste 30 omslag 133 langs de eerste bovenflapvouwlijn 111 over 90° naar binnen toe omgezet, waarbij de eerste bovenflap 112 op het vrij liggende deel 110a van de tweede bovenflap 110 is gelijmd, aansluitend tegen de vrije langsrand van de tweede omslagflap 131. Op deze wijze heeft de gehele langrand een gesloten naar binnen gekeerde rand, terwijl het
1 008P9O
20 bovenvlak van de doos, gevormd door de buitenzijde van de eerste bovenflap 112 en de tweede omslagflap 131 geheel vlak is. Een folie is, nadat de doos met levende producten is gevuld, over de genoemde flappen 112 en 131 vastgezet en eventueel tot tegen de buitenzijde van het zijwandpaneel 104 doorgetrokken en daartegen vastgezet.
5 In de getoonde uitvoeringsvormen is de folie 23, 123 doorzichtig uitgevoerd, zodanig dat de inhoud van de doos kan worden geïnspecteerd zonder dat de afdichting hoeft te worden verbroken.
Een doos volgens de onderhavige uitvinding, geschikt voor het onder geconditioneerde atmosferische omstandigheden verpakken van levende producten heeft 10 een rechthoekige buitenomtrek, bepaald door de eerste en tweede zijwandpanelen. Hierdoor kunnen de dozen in dicht verband worden gestapeld, waardoor optimaal gebruik kan worden gemaakt van transport- en opslagruimten. De draagkolommen 18,118 hebben daarbij het voordeel dat de dozen eenvoudig op elkaar kunnen worden gestapeld en voldoende draagkracht hebben en behouden, ook bij langdurig gebruik. Zelfs bij enigszins 15 vochtig karton zullen de draagkolommen voldoende draagvermogen behouden om beschadiging van de opgeslagen levende producten te verhinderen.
Bij gebruik van karton van het sandwich-type wordt de kunststof laag bij voorkeur op één of beide zijden aangebracht. De kunststof laag kan volgens het derde aspect van de uitvinding op verschillende plaatsen enigszins beschadigd worden, bijvoorbeeld door 20 stans- en vouwbewerkingen en door kartonvezels, daarbij zorgend voor micro-openingen die in zeer geringe mate transport van vocht en/of gas, in het bijzonder (¼ en/of CO2 door de kunststof laag mogelijk maken. De micro-openingen hebben bij voorkeur een totaaloppervlak van 0,1% van het totaal buitenoppervlak van de doos, meer in het bijzonder een totaaloppervlak van minder dan 0,05% en meer dan 0,01%. De zich door de 25 kunststof laag uitstrekkende beschadigingen hebben bij voorkeur een maximale breedte of doorsnede van minder dan 20 micrometer, gemiddeld bij voorkeur gelegen tussen 10 en 20 micrometer. Vocht zal hierdoor de kunststof laag niet ongehinderd kunnen passeren. Eventueel kan de kunststof laag een geringe gaspermeabiliteit hebben, afhankelijk van de te verpakken producten. De gaspermeabiliteit is bij voorkeur minder dan 20.000 ml/m /24 30 uur/25° C. Meer in het bijzonder is de gaspermabiliteit minder dan ongeveer 1.000 ml/m2/24 uur/25° C, bij voorkeur minder dan 800 ml/m2/24 uur/25° C. Bovendien j kan een minder dan 100% dichte belijming voor enige (gas)lek zorgen. De ' (gas)lekhoeveelheden liggen bij voorkeur tussen 10 en 40 ml/min/bar voor de beschreven : 1008998 21 doostypen. Tijdens het vullen van de doos met levende producten wordt bij voorkeur geen extra gas toegevoerd. Als gevolg van het restmetabolisme van de te verpakken producten zal een enigszins verhoogde CCVconcentratie en verhoogde luchtvochtigheid in de doos optreden, geschikt voor een goede conservering van de genoemde levende producten. Dit 5 is met name ook afhankelijk van de Testactiviteit van de producten. Daarbij kunnen bijvoorbeeld taugé en broccoli als bijzonder actief, appels als middelmatig actief en wortelen als weinig actief worden beschouwd. Bovendien zal bij grotere hoeveelheden verpakte producten een hogere lek moeten worden verzorgd. De relatief hoge luchtvochtigheid biedt het voordeel dat nagenoeg geen vochtverlies in de producten 10 optreedt, waardoor de producten hun initiële gewicht behouden. Hierdoor wordt vermeden dat tijdens het verpakken overgewicht verpakt hoeft te worden, teneinde het gewenste aflevergewicht te verkrijgen. Hierdoor kan beter gebruik worden gemaakt van beschikbaar verpakkingsvolume, transportvolume en dergelijke, hetgeen economisch bijzonder voordelig is. Verrassenderwijs is gebleken dat levende producten, verpakt in een doos 15 volgens de uitvinding bijzonder lang kunnen worden opgeslagen zonder kwaliteitsverlies, bij sterk wisselende en feitelijk onvoordelige omstandigheden, zoals bij relatief hoge buitentemperaturen.
In de figuren 5 en 6 is weergegeven een onder- respectievelijk bovenaanzicht, in schematische vorm, op een plano zoals in essentie ook is weergeven, in kwartvorm, in 20 figuur 1. Voor het oprichten van de doos en het tot stand brengen van de hoekverbindingen daarbij kan derhalve worden verwezen naar de beschrijving aan de hand van de figuren 1, 2a en 2b.
Bij het onderaanzicht volgens figuur 5 kijkt men op dat gedeelte van de plano dat bij opgerichte toestand van de doos in hoofdzaak de buitenzijde daarvan zal gaan vormen. 25 Bij het bovenaanzicht volgens figuur 6 kijkt men op dat gedeelte van de plano dat bij opgerichte toestand van de doos in hoofdzaak de binnenzijde daarvan zal gaan vormen.
In de figuren 5 en 6 is verder specifiek aangegeven het overlapgebied 200 aan de binnenzijde van het tweede zijwandpaneel 4 waar de verbindingsflap 15 met zijn buitenzijde tegenaan komt te liggen bij opgerichte doos en tot stand gebrachte 30 hoekverbinding. Verder is in figuur 6 met 220 aangeduid het gebied van de tweede paneel vouwlijn 3 ter hoogte van het overlapgebied 200. Met 221 is aangeduid het gebied van de tweede bovenflapvouwlijn 9 ter hoogte van het overlapgebied 200.
Met 202 en 208 zijn weergegeven de tegenover elkaar liggende vlakdelen van de 1008998 eerste bovenflap 12 en tweede bovenflap 10 welke tezamen de overlapzone daartussen 22 ( ! vormen.
. Met 201 is verder aangeduid het benedenhoekpunt, althans het gebied waar dit benedenhoekpunt ligt, van de te vormen hoekverbinding. De hoek zelf wordt in wezen 5 bepaald door de verbindingsflapvouwlijn 7, welke aan zijn benedeneind in het benedenhoekpunt 201 eindigt en aan zijn boveneind in het bovenhoekpunt.
In figuren 5 en 6 zijn verder, evenals ook in figuur 1, luchtdoorlaten weergegeven, welke in het bijzonder onderdeel uitmaken van het tweede hoofdaspect volgens de = uitvinding.
10 De luchtdoorlaten bestaan uit in de binnenzijde aangebrachte matrixpatronen van inkervingen 206 en aan de buitenzijde van de plano aangebrachte matrixpatronen van inkervingen 207. De zogenaamde tweede zijwandpanelen 4 zijn elk zowel aan de binnenzijde als aan de buitenzijde voorzien van telkens twee van dergelijke matrixachtige patronen. Deze matrixachtige patronen liggen daarbij telkens buiten de zogenaamde 15 overlapgebieden 200.
Aan de hand van figuur 5a en figuur 1 zijn de inkervingen 206 en 207 nog nader te beschrijven.
Figuur 5a toont een detail van een dwarsdoorsnede door de plano. Zoals in figuur 5a te zien is de plano aan de buitenzijde telkens bekleed met een PE-coating 212 20 aangebracht op een zogenaamde kraftliner 213, met tussen de kraftliners 213 een zogenaamde grijsboog 214 welke watervast is. De grijsboog 214 is, zoals met pijlen 216 is aangeduid in staat om gas via een soort difïusieproces door te laten, dat wil zeggen is voor gas permeabel. De inkervingen 206 en 207 zijn telkens gevormd door de bekleding van PE, of eventueel een materiaal op eiwit- of zetmeelbasis, heen, door de kraftliner 213 heen 25 tot aan ongeveer het midden van de grijsboog 214. De inkervingen 206 en 207 hebben een 1 ! zekere breedte F, zodat het transport van gas via de inkervingen het karton in mogelijk is.
De inkervingen 207 in de buitenzijde 210 van de plano zijn ten opzichte van de inkervingen 206 in de binnenzijde 211 van de plano over een afstand E zijdelings verplaatst. Deze afstand bedraagt bijvoorbeeld 15 mm. De afstand K (figuur 1) tussen op 30 één lijn liggende inkervingen aan één zijde bedraagt bijvoorbeeld 12 mm. De lengte H van elke inkerving bedraagt bijvoorbeeld 25 mm. De zijdelingse afstand tussen inkervingen 206 bedraagt twee keer de afstand E, evenals ook de zijdelingse afstand tussen inkervingen 207. Wanneer de breedte F van elke inkerving constant wordt gehouden, dan .1 00899* 23 zal het permeabiliteitsgedrag van de plano een functie zijn van onder andere de som van de lengtes H van alle inkervingen tezamen, de zijdelingse afstand E tussen tegenoverliggende inkervingen en de materiaaleigenschappen van in dit geval in het bijzonder de grijsboog 214. Uiteraard zal het permeabiliteitsgedrag ook afhankelijk zijn 5 van de breedte F van de inkervingen, echter ontwerptechnisch gezien is het praktischer om deze constant te houden. Afhankelijk van de in de doos te verpakken producten kan aldus een ontwerp voor de inkervingen, in het bijzonder de totale hoeveelheid aanwezige lengte aan inkervingen alsmede de zijdelingse afstand E worden bepaald.
Teneinde de vouweigenschappen van de plano, in het bijzonder met betrekking tot 10 de wijze van afdichting van de hoekverbindingen overeenkomstig het eerste hoofdaspect van de uitvinding te verbeteren is het volgens de uitvinding voordelig wanneer de vouwlijnen zijn uitgevoerd als rillijnen, met aan één zijde een verdieping in de vorm van een ril 217 en aan de tegenoverliggende zijde overeenkomstig een verhoging, zoals in figuur 6A voor de vouwlijn 3 is weergegeven. Door de vouwlijnen 3, 5, 9 en 11 uit te 15 voeren op zodanige wijze dat de verdieping, dat wil zeggen de ril 217 aan de binnenzijde 211 is gelegen, wordt verzekerd dat bij het over 90°, zoals met de pijl in figuur 6A is weergegeven, omzetten van het zijwandpaneel 4 ten opzichte van het bodempaneel 2 aan de binnenzijde van de doos geen naar binnen springende verdikking bij de overgang van het bodempaneel 2 in het zijwandpaneel 4 ontstaat. Een dergelijke verdikking zou in de 20 gebieden 220 en 221 een vlakke aanligging van de verbindingsstap 15 tegen het zijwandpaneel 4 kunnen belemmeren en aldus de afdichting tussen de verbindingsflap en het zijwandpaneel 4 kunnen bemoeilijken.
In de figuren 5 en 6 is de zijde waar de vouwlijn met een verdikking uitsteekt, steeds met een dubbele streeplijn weergegeven en is de zijde waar de vouwlijn een 25 uitsparing vormt steeds met een enkele streeplijn weergegeven.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de beschrijving en de tekening getoonde en beschreven uitvoeringsvoorbeelden. Vele variaties daarop zijn mogelijk.
Zo kan een doos volgens de uitvinding op andere wijze zijn voorzien van steunkolommen, waarbij de doos en de draagkolommen al dan niet zijn gevouwen uit één 30 plano. Bovendien kunnen, indien gewenst, bijvoorbeeld bredere of smallere langsranden zijn voorzien, terwijl bovendien de doos op andere wijze kan worden afgesloten. De in de beschrijving gegeven volgorde voor het opzetten van de dozen kan uiteraard worden gewijzigd, afhankelijk van bijvoorbeeld de beschikbare gereedschappen, machines en 1008998 24 dergelijke. Voorts kan indien nodig zijn voorzien in één of meer lagen kunststof zonder de genoemde micro-openingen, waarbij de gaspermeabiliteit van het karton volledig afhankelijk is van die van de genoemde kunststof laag of kunststof lagen. Ook de luchtdoorlaten kunnen op velerlei manieren gerealiseerd worden.
5 Deze en vele vergelijkbare uitvoeringsvoorbeelden worden geacht binnen het raam van de uitvinding te vallen.
73 i j 1ΠΡ8998

Claims (39)

1. Werkwijze voor het vormen van een hoekverbinding bij een hoek van een doos, waarbij de doos is/wordt gevormd uit een plano omvattende een bodempaneel (2), 5 een via een eerste paneelvouwlijn (5) daarmee verbonden eerste zijwandpaneel (6), een via een tweede paneelvouwlijn (3) daarmee verbonden tweede zijwandpaneel (4), en een via een verbindingsflap-vouwlijn (7) met het eerste zijwandpaneel (6) verbonden verbindingsflap (15); waarbij de verbindingsflapvouwlijn (7), bij gevormde toestand van de 10 hoekverbinding, in wezen de hoek bepaalt; waarbij de eerste (5) en tweede (3) paneelvouwlijn en de verbindingsflap-vouwlijn (7) elkaar aan de onderzijde (201) van de hoek bij het bodempaneel (2) in wezen snijden en het eerste (6) en tweede (4) zijwandpaneel, in gevormde toestand van de hoekverbinding, tot aan de hoek doorlopen; en 15. waarbij het eerste zijwandpaneel (6) met het tweede zijwandpaneel (4) verbonden wordt door de verbindingsflap (15) in een een overlapgebied (200) op het tweede zijwandpaneel (4) overlappend verband tegen het tweede zijwandpaneel (4) te plaatsen en hieraan te bevestigen, waarbij in of op de binnenzijde van de tweede paneelvouwlijn (3), ter hoogte van 20 het overlapgebied (200) een kitachtig vulmiddel (204;VL) wordt aangebracht, bij voorkeur in rupsvorm, met het kenmerk, dat het kitachtige vulmiddel (204;VL) op de plano (1) wordt aangebracht voordat de verbindingsflap (15) tegen het tweede zijwandpaneel (4) wordt geplaatst en hieraan wordt bevestigd.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de plano op karton- of papierbasis is.
3. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het vulmiddel (204;VL) tenminste wordt aangebracht in of op het naar de hoek (201 ;7) gekeerde eind van de tweede paneelvouwlijn (3).
4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het 30 kitachtige vulmiddel (204:VL) op de plano wordt aangebracht voordat het eerste zijwandpaneel (6) door vouwen rond de eerste paneelvouwlijn (5) ten opzichte van het bodempaneel (2) opgericht wordt.
5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het 1008998 vulmiddel (204; VL) wordt aangebracht als een rups.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de rups zich, bij voorkeur ononderbroken, uitstrekt langs in hoofdzaak het gehele overlapgebied (200).
7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 5 buitenzijde van de verbindingsflap (15) wordt voorzien van ten minste een lijmbaan die zich ononderbroken uitstrekt vanaf de naar het bodempaneel (2) gekeerde onderrand (19) van de verbindingsflap (15) naar de van het bodempaneel afgekeerde bovenrand (203) van de verbindingsflap (15), en dat de lijmbaan zodanig wordt aangebracht dat deze in gevormde toestand van de hoekverbinding bij de onderrand (19) van de verbindingsflap 10 (15) aansluit op het vulmiddel (VL).
8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de binnenzijde van het tweede zijwandpaneel (4) wordt voorzien van ten minste een lijmbaan : (L) die zich ononderbroken uitstrekt vanaf het vulmiddel (204;VL) tot aan tenminste het boveneind van het overlapgebied (200), bij voorkeur daar voorbij, en op het vulmiddel - 15 (VL;204) aansluit.
9. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het tweede zijwandpaneel (4) is voorzien van een als een geheel daarmee gevormde tweede bovenflap (10) die via een tweede bovenflapvouwlijn (9), die evenwijdig aan de tweede paneel vouwlijn (3) verloopt, met het tweede zijwandpaneel (4) verbonden is en de doos in 20 wijzend omgezet is of wordt, met het kenmerk, dat in of op de binnenzijde van de tweede bovenflapvouwlijn (9) ter hoogte van het overlapgebied (200) een kitachtig vulmiddel (205;VL) wordt aangebracht, bij voorkeur in rupsvorm.
10. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het aanbrengen van het kitachtige vulmiddel in of op de binnenzijde van de tweede bovenflapvouwlijn (9) gebeurt 25 voorafgaand aan het de doos in wijzend omzetten van de tweede bovenflap (10).
11. Werkwijze volgens conclusie 9 of 10, in combinatie met conclusie 7 en/of 8, met het kenmerk, (volgens conclusie 7) dat het kitachtige vulmiddel (205;VL) in of op de tweede bovenflapvouwlijn (10) zodanig is aangebracht dat het in gevormde toestand van de hoekverbinding aansluit op het boveneind van de lijmbaan respectievelijk (volgens 30 conclusie 8) dat het kitachtige vulmiddel (205;VL) in of op de tweede bovenflapvouwlijn (9) aansluit op het boveneind van de lijmbaan (L;200). ï
12. Werkwijze volgens conclusies 8-11, waarbij het eerste zijwandpaneel (6) is voorzien van een als een geheel daarmee gevormde eerste bovenflap (12) die via een 1 0 08pq.q eerste bovenflapvouwlijn (11), die evenwijdig aan de eerste paneelvouwlijn (5) verloopt, met het eerste zijwandpaneel (6) verbonden is en de doos in wijzend omgezet is of wordt om de tweede bovenflap (10) bij de hoek (7) gedeeltelijk te overlappen in een overlapzone (202), met het kenmerk, dat in of op de binnenzijde van de eerste bovenflapvouwlijn (12) 5 ter hoogte van de overlapzone (202) een kitachtig vulmiddel wordt aangebracht, bij voorkeur in rupsvorm.
13. Werkwijze volgens een der conclusies 8-12, waarbij het eerste zijwandpaneel (6) is voorzien van een als een geheel daarmee gevormd eerste bovenflap (12) dat via een eerste bovenflapvouwlijn (11), die evenwijdig aan de eerste paneelvouwlijn (5) verloopt, 10 met het eerste zijwandpaneel (6) verbonden is en de doos in wijzend omgezet is of wordt om de tweede bovenflap (10) bij de hoek gedeeltelijk te overlappen in een overlapzone (202), met het kenmerk, dat de overlapzone (202) wordt voorzien van ten minste een lijmbaan (L), hetzij aangebracht op de binnenzijde van de eerste bovenflap (12) hetzij op de buitenzijde van de tweede bovenflap (10), die zich ononderbroken uitstrekt over de 15 gehele overlapzone (202) in een richting in wezen evenwijdig aan die van de tweede bovenflapvouwlijn (9).
14. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verbindingsflap (15) het eerste flapdeel is van een ten minste drie, via evenwijdig aan de verbindingsflapvouwlijn (7) verlopende vouwlijnen onderling verbonden flapdelen (15, 20 16, 17) omvattende hoekflap (8), en dat het het verst van de verbindingsflap gelegen flapdeel (17) voor het uit de hoekflap vormen van een kokerprofiel tegen de binnenzijde van het zijwandpaneel (6) wordt vastgezet.
15. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het kitachtige vulmiddel een lijm is.
16. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eerste paneelvouwlijn (5) en/of de tweede paneelvouwlijn (3) en/of de eerste bovenflapvouwlijn (11) en/of de tweede bovenflapvouwlijn (9) rillijnen zijn, waarvan de ril zich aan de binnenzijde van de respectieve vouwlijn bevindt.
17. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 30 verbindingsflapvouwlijn (7) een rillijn is, waarvan de ril zich aan de buitenzijde van de verbindingsflapvouwlijn bevindt.
18. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het overlapgebied (200) en/of de overlapzone (202) geheel met lijm (L) bestreken 10U8998 worden/wordt.
19. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verbindingsflap (15) zodanig is/wordt uitgevoerd dat, in gevormde toestand van de hoekverbinding, de onderrand (19) daarvan aanligt of bijna aanligt op het bodempaneel 5 (2).
20. Werkwijze, bij voorkeur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de plano is vervaardigd uit volkarton, bij voorkeur massief karton (Eng.: solid board) met een kem van bijvoorbeeld grijsbord (Eng.: grey board) en een- of tweezijdig is bekleed met een voor gas, in het bijzonder lucht, en/of vloeistofondoorlatende bekleding van 10 bijvoorbeeld kunststof, zoals PE, of van eiwit, met het kenmerk, dat de bekleding van luchtdoorlaten (206;207) is/wordt voorzien die uitmonden in het achter de respectieve luchtdoorlaten gelegen gedeelte van de kem.
21. Werkwijze volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de luchtdoorlaten (206;207) zijn/worden aangebracht in één of meer zijwandpanelen (4;6), bij voorkeur 15 buiten de overlapgebieden (200).
22. Werkwijze volgens een der conclusies 20-21, met het kenmerk, dat de luchtdoorlaten (206;207) inkervingen tot in de kem zijn.
23. Werkwijze volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de inkervingen (206;207), beschouwd evenwijdig aan het planovlak, een lengte (B) van ongeveer 10 mm 20 tot ongeveer 50 mm hebben.
24. Werkwijze volgens conclusie 22 of 23 in combinatie met conclusie 20, met het kenmerk, dat de inkervingen (206;207) zich dwars op de respectieve paneelvouwlijn (3;5) uitstrekken.
25. Werkwijze volgens een der conclusies 20-24, waarbij de plano tweezijdig met 25 de bekleding bekleed is, met het kenmerk, dat de luchtdoorlaten (206) aan de ene zijde van de plano over enige afstand (A) verplaatst ten opzichte van de luchtdoorlaten (207) aan de andere zijde van de plano zijn/worden aangebracht.
26. Werkwijze volgens conclusie 25 in combinatie met ten minste een der conclusies 21-23, met het kenmerk, dat de enige afstand (A) ten minste 5 A 10 mm 3. bedraagt. i
27. Werkwijze volgens conclusie 25 of 26 in combinatie met ten minste een der conclusies 19-21, met het kenmerk, dat de enige afstand (A) ten hoogste ongeveer 30 a 40 mm bedraagt. 1008998
28. Werkwijze volgens een der conclusies 20-27, met het kenmerk, dat de luchtdoorlaten (206;207) per bekleding zijn aangebracht volgens één of meer groepen vgn matrixpatronen.
29. Doos voorzien van een hoekverbinding verkregen met de werkwijze volgens 5 een der voorgaande conclusies.
30. Rechthoekige doos met een rechthoekig bodempaneel (2), met twee elk een eerste zijpaneel vormende dwarswanden (6) of langswanden (4) en met twee elk een tweede zijpaneel vormende langswanden (4) respectievelijk dwarswanden (6), waarbij de doos is voorzien van vier hoekverbindingen, elk verkregen met de werkwijze volgens een 10 der conclusies 1-18.
31. Doos verkregen uit een plano volgens een der conclusies 20-28, waarbij de doos een toegangsopening heeft, waarbij de plano is opgebouwd uit via vouwlijnen tot één geheel verbonden planodelen, waarbij de aansluitingen van de planodelen op elkaar in hoofdzaak gasdicht zijn, en waarbij het door de plano bestreken oppervlak in hoofdzaak 15 dicht is.
32. Samenstel van een doos volgens conclusie 30 of 31 en een in de doos ingebrachte vulling, waarbij de vulling een levend product en/of groente en/of fruit en/of vis en/of vlees omvat, en waarbij de toegangsopening gesloten is op in hoofdzaak gasdichte wijze.
33. Gebruik van een doos volgens een of meer der conclusies 29-32 voor het verpakken en/of opslaan en/of transporteren van levende producten en/of groente en/of fruit en/of vlees en/of vis.
34. Doosplano in het bijzonder geschikt voor toepassing van de werkwijze volgens een der conclusies 1-28, welke plano is voorzien van een in hoofdzaak rechthoekig 25 bodempaneel (2), waarbij langs twee tegenover elkaar gelegen eerste zijden telkens een dwarszijwandpaneel (6) via een eerste paneelvouwlijn (5) met het bodempaneel (2) is verbonden, waarbij langs de twee overige zijden telkens via een tweede paneelvouwlijn (3) een langswandpaneel (4) met het bodempaneel (2) is verbonden, welke dwarswandpanelen (6) en langswandpanelen (4) bij opgezette doos de wandpanelen 30 vormen, waarbij de dwarswandpanelen (6) aan tegenover elkaar gelegen zijranden via verbindingsflapvouwlijnen (7) zijn verbonden met verbindingsflappen (15) die zich bij vlakke plano in het verlengde van de dwars- en langswandpanelen (6;4) uitstrekken, waarbij de verbindingsflappen bij opgerichte doos in telkens een overlapgebied (200) 1008998 tegen het aangrenzende Iangswandpaneel liggen, met het kenmerk, dat op elke verbindingsflap (15) en/of op elk overlapgebied (200) een zodanig lijmpatroon van lijm (L) is aangebracht; en/of 5. ter hoogte van elk overlapgebied (200) in of op elke naburige tweede paneelvouwlijn (3) een kitachtig vulmiddel (VL;204), zoals lijm/die lijm, zodanig is aangebracht, dat bij uit de plano gevouwen en opgerichte doos, waarbij elke verbindingsflap (15) tegen een aangrenzend Iangswandpaneel (4) is/wordt gelijmd, tenminste het hoekpunt (201) 10 gelegen op het snijpunt van de eerste paneelvouwlijn (5), de tweede paneelvouwlijn (3) en de verbindingsflap-vouwlijn (7) naar het inwendige van de doos toe is afgesloten door de lijm (L;200) van het lijmpatroon en/of het kitachtige vulmiddel (VL;204).
35. Doosplano volgens conclusie 34, waarbij de aanbrenging van het lijmpatroon (L;200) en/of het vulmiddel (VL;204) zodanig is dat elke zich vanaf genoemd snijpunt 15 uitstrekkende naad door de lijm respectievelijk het vulmiddel is afgesloten.
36. Doosplano volgens conclusies 34 en 35, waarbij de plano uit volkarton is gevormd, bij voorkeur massief karton van het sandwich-type.
37. Doosplano volgens een der conclusies 34-36, waarbij de plano uit golfkarton is gevormd.
38. Doosplano volgens een der conclusies 34-37, waarbij de plano aan ten minste één zijde, bij voorkeur aan beide zijden, is voorzien van een bekleding, in het bijzonder een laag, vervaardigd uit een gas- en/of vloeistofdicht materiaal, in het bijzonder een kunststof of een eiwit.
. 39. Doosplano op karton- of papierbasis, bij voorkeur volgens een der conclusies ; 25 34-38, waarbij de plano aan ten minste één zijde, bij voorkeur aan beide zijden, is ! voorzien van een bekleding, in het bijzonder een laag, vervaardigd uit een gas- en vloeistofdicht materiaal, in het bijzonder een kunststof, waarbij de bekleding overeenkomstig een of meer der conclusies 20-28 is voorzien van luchtdoorlaten. 1008998
NL1008998A 1998-04-24 1998-04-24 Werkwijze voor het vormen van een hoekverbinding bij een hoek van een doos, werkwijze voor het luchtdoorlatend maken van een volkarton plano, doos verkregen met één of beide werkwijzen, samenstel van een doos en vulling, het gebruik van een doos, alsmede een doosplano. NL1008998C2 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1008998A NL1008998C2 (nl) 1998-04-24 1998-04-24 Werkwijze voor het vormen van een hoekverbinding bij een hoek van een doos, werkwijze voor het luchtdoorlatend maken van een volkarton plano, doos verkregen met één of beide werkwijzen, samenstel van een doos en vulling, het gebruik van een doos, alsmede een doosplano.
US09/673,921 US6488201B1 (en) 1998-04-24 1999-04-26 Method for forming a corner join at a corner of a box, method for making a solid board blank permeable to air, box obtained using one or both methods, assembly of a box and filling, the use of a box and a box blank
AU34462/99A AU3446299A (en) 1998-04-24 1999-04-26 Method for forming a corner join at a corner of a box, method for making a solidboard blank permeable to air, box obtained using one or both methods, assembly of a box and filling, the use of a box and a box blank
PCT/NL1999/000241 WO1999055590A2 (en) 1998-04-24 1999-04-26 Method for forming a corner join in a box and method for making a solid board blank permeable to air as well as boxes and blanks thereof
EP99916088A EP1073590A2 (en) 1998-04-24 1999-04-26 Method for forming a corner join in a box and method for making a solid board blank permeable to air as well as boxes and blanks therefor
ZA200006306A ZA200006306B (en) 1998-04-24 2000-11-03 Method for forming a corner join in a box and method for making a solid board blank permeable to air as well as boxes and blanks thereof.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1008998 1998-04-24
NL1008998A NL1008998C2 (nl) 1998-04-24 1998-04-24 Werkwijze voor het vormen van een hoekverbinding bij een hoek van een doos, werkwijze voor het luchtdoorlatend maken van een volkarton plano, doos verkregen met één of beide werkwijzen, samenstel van een doos en vulling, het gebruik van een doos, alsmede een doosplano.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1008998C2 true NL1008998C2 (nl) 1999-10-28

Family

ID=19767025

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1008998A NL1008998C2 (nl) 1998-04-24 1998-04-24 Werkwijze voor het vormen van een hoekverbinding bij een hoek van een doos, werkwijze voor het luchtdoorlatend maken van een volkarton plano, doos verkregen met één of beide werkwijzen, samenstel van een doos en vulling, het gebruik van een doos, alsmede een doosplano.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US6488201B1 (nl)
EP (1) EP1073590A2 (nl)
AU (1) AU3446299A (nl)
NL (1) NL1008998C2 (nl)
WO (1) WO1999055590A2 (nl)
ZA (1) ZA200006306B (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1017074C2 (nl) 2001-01-10 2002-07-11 Kappa Packaging Nederland B V Kartonnen doos voorzien van afstandshouders.
DE10118388A1 (de) * 2001-04-12 2002-10-17 Rovema Gmbh Faltschachtel
US20040248718A1 (en) * 2003-06-05 2004-12-09 Stanton Steven W. Candy box construction and method
US8596519B2 (en) 2010-10-01 2013-12-03 International Paper Company Frame face display and shipping container
ES2620435T3 (es) 2012-07-17 2017-06-28 Graphic Packaging International, Inc. Cajas de cartón con inserto
EP2727851B1 (en) 2012-10-30 2016-08-31 Thomson Licensing Box for packaging an object
US20150096921A1 (en) * 2013-10-08 2015-04-09 International Paper Company Modified frame face shipping and display container
WO2016005927A1 (en) * 2014-07-09 2016-01-14 Ifood Packaging Systems Limited Modified atmosphere packaging cartons
US10543954B2 (en) 2016-03-24 2020-01-28 Westrock Shared Services, Llc Method and blanks for forming a shelf-ready display container

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2178687A5 (nl) * 1972-03-29 1973-11-09 Ilford Ltd
US4056223A (en) * 1976-08-11 1977-11-01 Packaging Corporation Of America Foldable container and blank therefor
FR2639616A1 (fr) * 1988-11-28 1990-06-01 Brousse Christian Procede pour renforcer la resistance d'un emballage a la compression verticale et aux contraintes laterales et emballage obtenu par ce procede
FR2717444A1 (fr) * 1994-03-17 1995-09-22 Socar Perfectionnements apportés aux conditionnements du type des plateaux à fruits, en un matériau semi-rigide tel que le carton ondulé.
GB2300179A (en) * 1995-03-28 1996-10-30 Bpb Industries Plc Box
US5711475A (en) * 1996-01-25 1998-01-27 International Paper Company Container fixant applicator and method for production and application therefor

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2533773A (en) * 1949-07-16 1950-12-12 Ottawa River Paper Company Ventilated corrugated board container
US3213890A (en) * 1961-05-31 1965-10-26 United Shoe Machinery Corp Tubular bodies
US3602422A (en) 1969-06-02 1971-08-31 Somerville Ind Ltd Frozen food carton
US3706410A (en) * 1970-11-16 1972-12-19 Fibreboard Corp Air permeable container
JPS5372648U (nl) * 1976-11-18 1978-06-17
US5024709A (en) * 1990-01-22 1991-06-18 Slautterback Corporation Contact-free method of forming sift-proof seals
DE8906588U1 (nl) 1989-05-30 1989-08-03 Koegl-Werbung Und -Druck Gmbh, 7910 Neu-Ulm, De
US5103980A (en) * 1990-11-21 1992-04-14 James River Corporation Of Virginia Carton opening and reclosure feature having vent opening
CA2067256A1 (en) 1992-04-27 1993-10-28 Chiu Hui Wu Lined and coated corrugated paperboard package systems for modified atmosphere packaging of fresh fruits and vegetables
EP0884246A1 (en) * 1997-06-13 1998-12-16 Veerstroom B.V. Blank form cardboard for constructing stackable box and box thus obtained

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2178687A5 (nl) * 1972-03-29 1973-11-09 Ilford Ltd
US4056223A (en) * 1976-08-11 1977-11-01 Packaging Corporation Of America Foldable container and blank therefor
FR2639616A1 (fr) * 1988-11-28 1990-06-01 Brousse Christian Procede pour renforcer la resistance d'un emballage a la compression verticale et aux contraintes laterales et emballage obtenu par ce procede
FR2717444A1 (fr) * 1994-03-17 1995-09-22 Socar Perfectionnements apportés aux conditionnements du type des plateaux à fruits, en un matériau semi-rigide tel que le carton ondulé.
GB2300179A (en) * 1995-03-28 1996-10-30 Bpb Industries Plc Box
US5711475A (en) * 1996-01-25 1998-01-27 International Paper Company Container fixant applicator and method for production and application therefor

Also Published As

Publication number Publication date
ZA200006306B (en) 2001-05-16
WO1999055590A3 (en) 1999-12-16
WO1999055590A2 (en) 1999-11-04
EP1073590A2 (en) 2001-02-07
AU3446299A (en) 1999-11-16
US6488201B1 (en) 2002-12-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6637646B1 (en) Preformed bag-in-a-box container
CN107264911B (zh) 包装套筒、包装件以及包装件的制造方法
CA1330554C (en) Half slotted container lid with self-locking double side panels
US5575418A (en) Corrugated paperboard package systems with gas-permeable plastic membranes for modified atmosphere packaging of fresh fruits and vegetables and cut flowers
US6216943B1 (en) Fresh fold package
US9505518B2 (en) Container and blank
NL1008998C2 (nl) Werkwijze voor het vormen van een hoekverbinding bij een hoek van een doos, werkwijze voor het luchtdoorlatend maken van een volkarton plano, doos verkregen met één of beide werkwijzen, samenstel van een doos en vulling, het gebruik van een doos, alsmede een doosplano.
US10807790B2 (en) Resealable inner package for a container
CA2749551A1 (en) Hexagon package and configuration of several hexagonal packages
FI70188B (fi) Behaollare med sned oevre foerslutning
US7784674B2 (en) Bulk materials container
US10160593B2 (en) Container for reducing deterioration of horticultural produce
US3425615A (en) Multi-cell bulk container
US4586648A (en) Packing trough and blank therefor
US3424595A (en) Package for and method of shipping comestibles
EP3481733B1 (en) Sealing disc for packaging container with controlled internal pressure and methods for producing and filling such container
US6808092B2 (en) Hopper box
EA002081B1 (ru) Ламинированный упаковочный материал с гофрированным слоем
FI71704C (fi) Bottenkonstruktion foer pappersburk foer vaetskor.
JP3207776U (ja) 箱用シート
US11691780B2 (en) Blank for forming a packaging container and a packaging container
AU687845C (en) Corrugated paperboard package systems with gas-permeable plastic membranes for modified atmosphere packaging of fresh fruits and vegetables and cut flowers
GB2467741A (en) Carton
ITMI970931U1 (it) Vassoio in cartone o altri materiali per prodotti vari e ortofruttoli con costruzione perfezionata

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20031101