NL1008759C1 - Opvangbak voor een visvijver en visvijver voorzien van minstens één dergelijke opvangbak. - Google Patents

Description

- 1 -

Opvangbak voor een visvijver en visvijver voorzien van minstens één dergelijke opvangbak.

05 Deze uitvinding heeft betrekking op een opvangbak voor een visvijver, om in de bodem van deze visvijver geplaatst te worden om uitwerpselen van de vissen en eventueel andere afvaldeeltjes op te vangen.

10 Dergelijke opvangbekken worden gebruikt in visvijvers waarbij geen beroep gedaan wordt op planten, aarde en dergelijke om een natuurlijk evenwicht op te bouwen en op die manier helder water te verkrijgen.

15 Indien het water niet kraakhelder is, kunnen de vissen niet gezien worden hetgeen het plezier van het houden en/of kweken van dergelijke vissen sterk vermindert.

Helder water gaat meestal niet samen met gezond water.

20

Om gezond helder water te verkrijgen moeten de afvalstoffen en vooral de uitwerpselen van de vissen snel uit het water verwijderd worden, met name in de opvangbak.

25

Dergelijke visvijvers met één of meer opvangbekken worden onder meer gebruikt voor het houden en/of kweken van Japanse koi-vissen.

30 De koi-vissen zijn ervoor bekend dat ze niets liever doen dan in de aarde te woelen en planten op te eten en stuk te trekken.

1008759 i - 2 -

Een koi-vis die goed gevoed wordt, produceert een massa afval met een hoog gehalte aan ammoniak. Indien deze af val niet vlug verwijderd wordt, zullen de koi-vissen op 05 redelijke korte termijn vergiftigd worden.

Bekende opvangbakken zijn kleine, bovenaan open, ronde kuipjes die boven een afvoeropening waarop een afvoerleiding aansluit een kapje bezitten. Ze zijn 10 aangebracht in het midden van ronde uithollingen met een diameter van meestal 2 meter die aanwezig zijn in de bodem van de visvijver.

De afvoerleiding sluit bijvoorbeeld aan op een 15 zogenoemde vortexfilter. Dit is een vat waarin het water een draaiende beweging uitvoert zodat het vuil afgescheiden wordt vooraleer het water dan verder naar een klassieke filter gestuurd wordt.

20 Bij deze bekende opvangbakken kunnen uitwerpselen of andere vaste afvaldeeltjes die erin terecht gekomen zijn geraakkelijk door de beweging van de vissen terug opgejaagd worden en eruit dwarrelen. De evacuatie van deze uitwerpselen of andere deeltjes uit de bekende 25 visvijvers met dergelijke opvangbakken is relatief traag.

Deze uitvinding heeft een opvangbak voor een visvijver als doel die deze en andere nadelen niet vertoont en een 30 goede en snelle opvang en evacuatie van de uitwerpselen en andere vaste afvaldeeltjes toelaat.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de opvangbak bovenaan minstens één rooster bezit en 1008759 - 3 - onderaan van minstens één afvoeropening voorzien is en een omlaag naar deze afvoeropening hellende bodem bezit.

Bij voorkeur is deze opvangbak langwerpig, bijvoorbeeld 05 rechthoekig.

De afvoeropening kan in een opstaande wand van de opvangbak gelegen zijn.

10 De bodem van de opvangbak kan uit twee naar elkaar toe dalende gedeelten bestaan die beide in een dwars op deze daling staande richting omlaag hellend zijn naar de afvoeropening toe.

15 Deze uitvinding heeft ook betrekking op een visvijver die voorzien is van minstens één opvangbak volgens de uitvinding.

Deze uitvinding heeft aldus ook betrekking op een 20 visvijver die een kuip bevat met onderaan minstens één opvangbak voor visuitwerpselen en andere afvaldeeltjes, waarbij deze opvangbak van minstens één afvoeropening voorzien is waarop een afvoerleiding aangesloten is, daardoor gekenmerkt dat de opvangbak volgens een van de 25 hiervoor beschreven uitvoeringsvormen is en dus onderaan een bodem bezit die omlaag hellend is naar de afvoeropening en bovenaan minstens één rooster bevat dat een doorlatend gedeelte van de nagenoeg horizontale bodem van de kuip vormt.

30

Hierdoor laat de visvijver een snelle en volledige verwijdering van het afval uit het water toe en is hij zodoende bijzonder geschikt voor het houden en/of kweken van koi-vissen.

1008759 - 4 -

Bij voorkeur neemt het rooster van de opvangbak minstens 90% en bij voorkeur nagenoeg het volledige oppervlak van de bodem van de kuip in.

05 Alle afval dat op de bodem valt, komt dan direct in een opvangbak terecht en blijft niet liggen, waardoor de verwijdering van uitwerpselen en andere afvaldeeltjes snel zal plaatsvinden.

10 Bij voorkeur bevatten alle zijwanden van de kuip onderaan een schuin naar de bodem toelopend gedeelte.

Hierdoor is de bodem relatief klein en wordt alle vuil nog sneller naar deze bodem en dus naar de opvangbak 15 geleid.

De kuip is in vele gevallen rechthoekig, in welk geval de bodem door meerdere in één rij in de langsrichting van de kuip geplaatste opvangbakken ingenomen is of door 20 minstens één opvangbak die van meerdere afvoeropeningen voorzien is en dus meerdere elk naar een afvoeropening omlaag hellende bodems bezit.

Indien meerdere opvangbakken aanwezig zijn, is elk van 25 deze opvangbakken van minstens één afvoeropening en een daarop aangesloten afvoerleiding voorzien.

Voornoemde afvoerleiding kan aansluiten op een filter maar bij voorkeur is deze afvoerleiding van een 30 afsluitklep voorzien en sluit zij bijvoorbeeld aan op de riool wanneer deze afvoerklep open is, terwijl de visvijver een afzonderlijke afvoerleiding bevat die op de filter aansluit voor het filteren van het water van de vijver.

1008759 - 5 -

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een opvangbak en van een visvijver 05 volgens de uitvinding beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 op schematische wijze een visvijver 10 volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 op grotere schaal een bovenaanzicht weergeeft van de kuip met opvangbekken van de visvijver van 15 figuur 1; figuur 3 een doorsnede weergeeft volgens de lijn III- III in figuur 2 op grotere schaal getekend; figuur 4 een doorsnede weergeeft volgens de lijn 20 iv-iv uit figuur 2 op dezelfde schaal als figuur 3 getekend.

De visvijver weergegeven in de figuren is een vijver 25 voor het houden en/of kweken van koi-vissen en bestaat in hoofdzaak uit een rechthoekige kuip 1 waarvan de langwerpige horizontale bodem 2 ingenomen is door een rij aan elkaar bevestigde opvangbakken 3, die elk onderaan van een afvoeropening 4 zijn voorzien waarop 30 een afvoerlqiding 5 aansluit.

Een afzonderlijke afvoerleiding 6 voor te filteren water sluit op een afstand boven de bodem 2 op de binnenkant van de kuip 1 aan en sluit eveneens aan op een filter 7.

7 0 08759 - 6 -

De terugloopleiding 8 van het gefilterde water geeft eveneens op een afstand boven de bodem 2 op de binnenkant van de kuip 1 uit.

05 De rechthoekige kuip 1 is uit kunststof, bijvoorbeeld polyethyleen, vervaardigd en bevat vier zijwanden 9, namelijk twee langse en twee dwarse.

Zowel deze langse als deze dwarse zijwanden 9 bezitten 10 een bovenste opstaand gedeelte dat bijvoorbeeld één meter hoog is en een onderste ongeveer even hoog schuin naar de bodem 2 hellend gedeelte. De schuin hellende gedeelten reiken tot tegen deze bodem 2 en geven dus rechtstreeks 15 uit op de opvangbakken 3.

Voornoemde afvoerleiding 6 en terugloopleiding 8 steken doorheen het opstaande gedeelte van een zijwand 9.

20 Naargelang de lengte van de kuip 1 kunnen twee of meer, in het weergegeven voorbeeld vier, opvangbakken 3 in een rij in de langsrichting van de kuip 1 opgesteld zijn.

Elk van de opvangbakken 3 is bovenaan afgesloten door 25 een rooster 10 dat gevormd is door een plaat van kunststof, bijvoorbeeld PVC, die van rijen, in de langsrichting van deze plaat gerichte, gleuven 11 is voorzien.

30 De roosters 10 vormen dus in feite de doorlatende bodem 2 van de kuip 1.

De rest van de opvangbakken 3 is ook uit kunststof, bijvoorbeeld polyethyleen, vervaardigd.

1006759 - 7 -

Elke opvangbak 3 bevat een bodem 12 die naar één punt hellend is. Deze bodem 12 bestaat uit twee naar het midden dalende bodemdelen 12A en 12B die elk ook naar omlaag hellen naar een langse zijde van de opvangbak 3.

05

De afvoeropening 4 waarop de afvoerleiding 5 met een diameter van bijvoorbeeld 90 mm aansluit, is op dit laagste punt gelijk met de bodem 12 in een opstaande zijwand van de opvangbak 3 gelegen.

10

Al de afvoerleidingen 5 monden uit in een bak 13. In deze bak 13 die bijvoorbeeld met zijn onderkant met een riool in verbinding staat, is op elke afvoerleiding 5 een afsluitklep 14 aangebracht.

15

De werking van de visvijver is als volgt.

De afsluitkleppen 14 zijn normaal in gesloten stand.

20 Water wordt continu afgevoerd via de afvoerleiding 6 naar de filter 7 en na filtratie teruggevoerd via de terugloopleiding 8.

Uitwerpselen van de vissen en andere afvaldeeltjes die 25 naar beneden zinken, worden door de vorm van de kuip 1 zeer snel naar de bodem 2 geleid en daar noodzakelijkerwijze onmiddellijk opgevangen in een van de opvangbakken 3.

30 Eens in een opvangbak 3 kunnen de uitwerpselen en afvaldeeltjes niet meer terug naar de visvijver zodat ze niet meer kunnen ronddwarrelen in deze visvijver.

1008759 - 8 -

Binnenin een opvangbak 3 komen door de vorm ervan deze uitwerpselen en andere afvaldeeltjes voor de afvoeropening 4 te liggen, waardoor ze volledig en snel uit de opvangbak 3 kunnen verwijderd worden.

05

Nu en dan wordt de afsluitklep 14 geopend. Door de druk van het water in de kuip 1 zal de inhoud van de opvangbak 3 door de afvoeropening 4 en de afvoerleiding 5 tot in de bak 13 geperst worden en vandaar 10 bijvoorbeeld in de riool stromen.

In de visvijver komt dus weinig of geen ammoniak vrij en de afvaldeeltjes en de uitwerpselen worden vrij snel eruit verwijderd.

15

De filter 7 wordt ook niet belast door deze uitwerpselen en afvaldeeltjes.

In een variante sluiten al de afvoerleidingen 5 eerst 20 aan op een gemeenschappelijke leiding die uitmondt in de bak 13, waarbij dan enkel op deze gemeenschappelijke leiding een afsluitklep 14 aangebracht is.

De werking is analoog, maar alle opvangbakken 3 worden 25 noodzakelijkerwijze gelijktijdig met de bak 13 in verbinding gebracht door het openen van de enige afsluitklep 14.

In een nog andere variante is voornoemde bak 13 30 vervangen door een zogenoemde vortex-filter waarin de vaste deeltjes, door aan het water een wervelbeweging te geven, afgescheiden worden; uit het water. De vortex-filter kan door een leiding aansluiten op de filter 7.

1008753 - 9 -

In dit geval wordt het water van deze vortex-filter naar de filter 7 gestuurd zodat geen afzonderlijke afvoerleiding 6 nodig is.

05 in deze uitvoering is ook geen afsluitklep 14 op de afvoerleiding 5 nodig en kan water met eventueel uitwerpselen of afval continu uit de opvangbekken 3 afgevoerd worden.

10 Alhoewel de opvangbak 3 bijzonder doelmatig is in combinatie met de hiervoor beschreven constructie van de visvijver kan deze opvangbak 3 evenwel ook in andere visvijvers worden gebruikt.

15 De opvangbak moet niet noodzakelijk een rooster 10 met langse gleuven 11 bevatten. Het rooster 10 kan ook dwarse gleuven of ronde openingen bezitten of in hoofdzaak uit staven bestaan.

20 Meerdere van de opvangbakken 3 of al de opvangbakken 3 die in één rij opgesteld zijn en aan elkaar bevestigd zijn kunnen in een variante één stuk vormen, waarbij de dwarse wanden van naburige opvangbakken gemeenschappelijke schotten zijn.

25

Een of meer van deze schotten kunnen in een verdere variante weggelaten worden zodanig dat één opvangbak dan meerdere afvoeropeningen 4 bevat en meerdere bodems 12 die elk naar één van de afvoeropeningen 4 naar omlaag 30 hellen.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke visvijver kan in 1008759 - 10 - verschillende varianten worden uitgevoerd zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

05 10 15 20 25 30 1008759

Claims (10)

1. 2. Opvangbak volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat hij langwerpig is, bijvoorbeeld rechthoekig. 15
2. 3. Opvangbak volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de afvoeropening (4) in een opstaande zijwand gelegen is. 20 4.- Opvangbak volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekemerkt dat zijn bodem (12) twee naar elkaar toe dalende gedeelten (12A en 12B) bevat die beide in een dwars op deze daling staande richting omlaag hellend zijn naar de afvoeropening (4) toe. 25
3. 5. Opvangbak volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat het rooster (10) gevormd is door een plaat van kunststof die van gleuven (11) is voorzien, die bij voorkeur in de langsrichting van de 30 plaat zijn gericht.
4. 6. Visvijver die een kuip (1) bevat met onderaan minstens één opvangbak (3) voor visuitwerpselen en andere afvaldeeltjes, waarbij deze opvangbak (3) van 1008759 - 12 - minstens één afvoeropening (4) voorzien is waarop een afvoerleiding (5) aangesloten is, daardoor gekenmerkt dat de opvangbak (3) volgens een van de vorige conclusies is en onderaan 05 een bodem (12) bezit die omlaag hellend is naar de afvoeropening (4) en bovenaan minstens één rooster (10) bevat, dat een doorlatend gedeelte van de nagenoeg horizontale bodem (2) van de kuip (1) vormt.
5. 107.- Visvijver volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat het rooster (10) van de opvangbak (3) minstens 90% van het oppervlak van de nagenoeg horizontale bodem (2) van de kuip (1) inneemt. 15 8.- Visvijver volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat het rooster (10) van de opvangbak (3) nagenoeg het volledige oppervlak van de bodem (2) inneemt.
6. 9. Visvijver volgens een van de conclusies 6 tot 9, 20 daardoor gekenmerkt dat alle zijwanden (9) van de kuip (1) onderaan een schuin naar de bodem (2) toelopend gedeelte bezitten.
7. 10. Visvijver volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt 25 dat de zijwanden (9) een bovenste opstaand gedeelte bezitten en daaronder een schuin naar de bodem (2) hellend gedeelte.
8. 11. Visvijver volgens een van de conclusies 6 tot 10, 30 daardoor gekenmerkt dat de kuip (1) rechthoekig is en de bodem (2) door meerdere in één rij in de langsrichting van de kuip (1) geplaatste opvangbakken (3) ingenomen is. 1008759 - 13 -
9. 12. Visvijver volgens een van de conclusies 6 tot 10, daardoor gekenmerkt dat de kuip (1) rechthoekig is en de bodem (2) ingenomen is door minstens één opvangbak (3) die 05 van meerdere afvoeropeningen (4) voorzien is en dus meerdere bodems (12) bezit die elk naar één afvoeropening (4) omlaag hellen.
10. 13. Visvijver volgens een van de conclusies 6 tot 11, 10 daardoor gekenmerkt dat meerdere opvangbakken (3) aanwezig zijn met elk minstens één afvoeropening (4) en op elk van deze afvoeropeningen (4) een afvoerleiding (5) aansluit. 15 14.- Visvijver volgens een van de conclusies 6 tot 13, daardoor gekenmerkt dat de afvoerleiding (5) van een afsluitklep (14) voorzien is, terwijl de visvijver een afzonderlijke afvoerleiding (6) bevat die op een filter (7) aansluit voor het filteren van het water van de 20 vijver. 25 30 1008759