NL1005078C2 - Mossel-sorteerinrichting. - Google Patents

Mossel-sorteerinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL1005078C2
NL1005078C2 NL1005078A NL1005078A NL1005078C2 NL 1005078 C2 NL1005078 C2 NL 1005078C2 NL 1005078 A NL1005078 A NL 1005078A NL 1005078 A NL1005078 A NL 1005078A NL 1005078 C2 NL1005078 C2 NL 1005078C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
receptacle
conveyor belt
mussel
tare
mussels
Prior art date
Application number
NL1005078A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannis Kramer
Original Assignee
Wisse Kramer Projecten B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Wisse Kramer Projecten B V filed Critical Wisse Kramer Projecten B V
Priority to NL1005078A priority Critical patent/NL1005078C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1005078C2 publication Critical patent/NL1005078C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C29/00Processing shellfish or bivalves, e.g. oysters, lobsters; Devices therefor, e.g. claw locks, claw crushers, grading devices; Processing lines
    • A22C29/04Processing bivalves, e.g. oysters
    • A22C29/043Cleaning operations on bivalves, e.g. evisceration, brushing, separation of meat and shell material

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Processing Of Meat And Fish (AREA)

Description

Mossel-sorteerinrichting
De uitvinding betreft een inrichting voor het scheiden van een mosselvangst in mosselen en tarra (slib, schelpen, zeesterren en 5 dergelijke) omvattende: een opvangbak, middelen voor het toevoeren van een vangst naar de opvangbak, middelen voor het aan de bovenzijde van een bak afvoeren van de mosselen uit de opvangbak, 10 middelen voor het afvoeren van het relatief zware gedeelte van de tarra aan de onderzijde van de opvangbak.
Mosselen worden van de bodem opgevist met behulp van kotters die zijn uitgerust met kortuigen. De zware korren slepen over de bodem, en schrapen daarbij mosselen los van de grond. De mosselen belanden samen 15 met andere zeedieren, zoals zeesterren, en slib in het net dat aan de kor is bevestigd. De bodemslib, stenen, wieren en andere zeedieren worden samen ook wel de tarra genoemd. De mosselen met de tarra samen heet de vangst. De vangst wordt in de korren binnenboord gehesen en geleegd in een visruim.
20 Wanneer een mosselvisser de haven binnenvaart, wordt van zijn vangst een monster genomen om het percentage tarra in de vangst vast te stellen. Aan de hand van dat ene, relatief kleine, monster wordt de prijs bepaald die voor de gehele scheepslading wordt betaald. Wanneer in dat monster een hoog percentage tarra aanwezig is, zal voor de 25 totale vangst een lage prijs worden betaald. In het bijzonder wanneer in het monster een zeester aanwezig is, zakt de prijs voor de scheepslading aanzienlijk. Het is dus van het grootste belang dat zo veel mogelijk zeesterren en andere zeedieren aan boord uit de vangst worden verwijderd.
30 Er zijn mossel-sorteerinrichtingen bekend om aan boord van een mosselschip de vangst te ontdoen van slip. Het systeem bestaat uit een opvangbak waarin de vangst samen met zeewater wordt gestort. In de bak is een transportband geplaatst die de mosselen opvoert naar een visruim. De transportband heeft openingen waar de mosselen niet en het 35 slib en andere deeltjes wel door kunnen zakken. Een belangrijk nadeel van de mossel-sorteerinrichtingen volgens de stand van de techniek is, dat die onderdelen die groter zijn in omvang dan de mosselen niet uit de vangst verwijderd kunnen worden. Het zijn juist deze grote delen, 1005078 2 zoals zeewier en zeesterren die bij de bemonstering nadelig kunnen zijn voor de uiteindelijke waarde van de vangst.
Het is het doel van de onderhavige uitvinding om een mossel-sorteerinrichting te maken die aan boord de vangst beter in mosselen 5 en tarra kan scheiden dan de mossel-sorteerinrichtingen volgens de stand van de techniek. In het bijzonder is het doel van de onderhavige uitvinding om grote tarra-delen, zoals zeesterren en zeewier, effectief uit de mosselvangst te verwijderen.
Dat doel wordt bereikt doordat de opvangbek omvat 10 een overloop, middelen voor het toevoeren van water in de opvangbek, en middelen voor het opwekken van een opwaartse bellenstroom, waarbij met behulp van de in de bak opgewekte water- en bellenstroom relatief grote en lichte delen van de tarra naar de bovenzijde van de bak 15 worden bewogen en over de overloop uit de opvangbak worden afgevoerd.
De mosselvangst wordt in een installatie volgens de onderhavige uitvinding van een zekere hoogte in een opvangbak gestort, die tot de overlooprand gevuld is met water. De zware vangst zakt omlaag naar de bodem van de bak, maar verrassenderwijs komt een belangrijk deel van 20 de andere zeedieren onder invloed van de in de bak opgewekte bellenstroom naar het wateroppervlak. Aangezien de bak tot de rand gevuld is met water, al voordat de vangst in de bak wordt gestort, zal de opvangbak via de overlooprand overstromen. De grote tarra-delen, zoals zeesterren, zeewier en dergelijke zullen daarbij met het 25 overtollige water uit de bak stromen. Daarmee wordt een effectieve scheiding bereikt tussen de vangst en de grote tarra-delen. De slib wordt uit de vangst verwijderd op een manier die vergelijkbaar is met de inrichtingen volgens de stand van de techniek. In de systemen volgens de stand van de techniek zit in de mosselvangst bij aankomst 30 in de haven nog tot 20 è 25 % tarra. Met de inrichting volgens de onderhavige uitvinding is het mogelijk een vangst te bewerkstelligen met daarin slechts 4 è 5 % tarra.
Het is daarbij voordelig dat de opvangbak aan tenminste de halve omtrek een overlooprand omvat.
35 De mossel-sorteerinrichting volgens de onderhavige uitvinding wordt nog verbeterd doordat de opvangbak in hoofdzaak rechthoekig is en aan ten minste twee zijden een overlooprand omvat. Het rechthoekig uitvoeren van de opvangbak heeft als voordeel dat de opvangbak 1 0 0 5 0 7 8 3 eenvoudig is te construeren, bijvoorbeeld uit vier vlakke platen. De opvangbek moet voor een goede werking van het sorteersysteem aan tenminste twee zijden een overlooprand omvatten.
De overloopranden bestaan bij een voorkeur hebbende uitvoering 5 uit openingen, aangebracht in de wand van de opvangbek. Dat heeft als voordeel dat de overloopranden eenvoudig zijn te construeren. Bovendien kunnen aan de bak door een dergelijke constructie ook boven de overloopranden onderdelen van het sorteersysteem worden bevestigd.
De sorteer-inrichting volgens de onderhavige uitvinding wordt 10 verder geoptimaliseerd doordat onder de overloopranden een goot is geplaatst. Het overtollige water, met daarin de grote tarra-delen, zoals zeewier en zeesterren kunnen dan via de goten naar een ruim of overboord geleid worden.
Het is voordelig om de opvangbak in de sorteer-inrichting volgens 15 de onderhavige uitvinding aan de onderzijde te voorzien van middelen om neergeslagen tarra en water te kunnen afvoeren. Dat heeft als voordeel dat de tarra die zich onderin de opvangbak verzamelt, continu kan worden afgevoerd. Bovendien kan de hoeveelheid water die uit de opvangbak stroomt worden geregeld door die afvoer-middelen harder of 20 zachter te laten werken. Spoelt er teveel water uit de bak, dan kunnen er met het water mosselen uit de opvangbak verdwijnen. Stroomt er te weinig water uit de bak, dan kunnen er grote tarra delen in de bak achterblijven. Daarom is het van belang de hoeveelheid water die uit de bak wegstroomt te kunnen reguleren.
25 Er wordt naar gestreefd, dat de middelen om de mosselvangst naar de opvangbak aan te voeren een transportband omvatten, waarbij tussen loodrecht op de bewegingsrichting van de transportband geplaatste spijlen, dwarsspijlen zijn geplaatst parallel aan de bewegingsrichting van de transportband, met een onderlinge tussenruimte die is afgestemd 30 op de grootte van de mosselen. Transportbanden die doorgaans op mossel-kotters worden gebruikt bestaan uit flexibele transportbanden, met daarop loodrecht op de bewegingsrichting van de transportband geplaatste spijlen. De spijlen worden aan het uiteinde van de band, over een geleidings-wiel, -as of iets dergelijks getrokken, zodat de 35 spijlen uit elkaar worden getrokken. Daardoor kunnen mosselen tussen de spijlen terecht komen en tussen de spijlen vastraken. Wanneer de spanning op de band op het daaropvolgende traject vermindert, worden de spijlen weer naar elkaar toe getrokken en worden de mosselen 1005078 4 verplettert tussen de spijlen. Het gebruik van een transportband die loodrecht op de bewegingsrichting van de transportband geplaatste spijlen omvat en bovendien dwarsspijlen, die zijn geplaatst parallel aan de bewegingsrichting van de transportband, met een onderlinge 5 tussenruimte die is afgestemd op de grootte van de mosselen, zorgt ervoor dat de mosselen getransporteerd kunnen worden zonder dat de mosselen in de band vastraken of door de band kapot getrokken worden. Het feit dat de ruimte tussen de dwarsspijlen afgestemd kan worden op de grootte van de mosselen betekent dat wanneer gevist wordt op 10 mosselzaad, met relatief kleine afmetingen, de tussenruimte relatief klein gehouden kan worden, om te voorkomen dat het mosselzaad tussen de spijlen heen kan vallen. De tussenruimte kan dan bijvoorbeeld tussen de 5 en 12 mm gekozen worden.
Wanneer gevist wordt op volwassen mosselen kan de ruimte tussen de 15 spijlen relatief groot gekozen worden, om juist te bewerkstelligen dat het voor consumptie te kleine mosselzaad tussen de spijlen heenvalt. In dat geval kan de tussenruimte bijvoorbeeld tussen de 10 en de 18 mm gekozen worden.
Het voordeel van het gebruik van speciaal op de mossel-vangst 20 afgestemde transportbanden wordt om de bovengenoemde reden nog vergroot, wanneer de tussenruimte tussen de dwarsspijlen 5 en de 18 mm bedraagt.
De middelen aan de onderzijde van de opvangbek om neergeslagen tarra te kunnen afvoeren zijn bij voorkeur aangesloten op een 25 laadruimte in het schip. Dat heeft als verder voordeel, dat wanneer tijdens het vissen op volwassen mosselen blijkt dat er veel zaad in de tarra zit, een visser kan besluiten om de tarra onder uit de opvangbek, inclusief het zaad, af te voeren naar een ruim. Die tarra, met daarin het zaad, kan daarna weer worden uitgezet als mossel-zaad.
30
De onderhavige uitvinding zal nu worden besproken aan de hand van de volgende figuren waarin:
Figuur 1 een dwarsdoorsnede is van een installatie met daarin een 35 mossel-laadbak met transportband, twee mossel-sorteerinrichtingen volgens de onderhavige uitvinding en twee mossel-verdelers.
Figuur 2 een bovenaanzicht is van de installatie uit figuur 1.
1005078 5
Figuur 3 een gedetailleerde schets is van een mogelijke uitvoeringsvorm van een mossel-sorteerinrichting volgens de onderhavige uitvinding.
5 Figuur 4 een gedeelte weergeeft van de mossel-transportband volgens de onderhavige uitvinding.
In figuur 1 is een dwarsdoorsnede weergegeven van een installatie voor het verwerken van mosselen op een mossel-kotter. Het schip is 10 schematisch weergegeven en aangegeven met verwijsnummer 1. De installatie omvat een mossel-laadbak 3 met daarin een transportband 4, twee mossel-sorteerinrichtingen 20 en 21 en twee verdelers 16. In de mossel-verwerkingsinstallatie wordt de mosselvangst volgens pijl 2 in de laadbak 3 gestort. De mosselvangst wordt vervolgens met behulp van 15 een transportband 4 uit de laadbak 3 bewogen en in de mossel- sorteerinrichting 20 of 21 gestort. Aangezien de transportband 4 draaibaar is om as 5 kan de mosselvangst met transportband 4 over beide sorteerinrichtingen 20, 21 worden verdeeld.
Er wordt in dit geval uitgegaan van het in figuur 1 getekende geval 20 dat de transportband 4 de mossel-vangst in de mossel-sorteerinrichting 20 stort. De sorteerinrichting 20 omvat een opvangbak 6, die tot aan de rand gevuld is met water. Wanneer de mosselvangst via de transportband 4 in de mossel-sorteerinrichting 20 wordt gestort, wordt het vloeistofniveau hoger. Het water dat de opvangbak 6 uitloopt, zal 25 wegstromen via de bovenzijde van een in de opvangbak 6 geplaatste plaat 7 en via de overlooprand 10 die in de wand van de opvangbak 6 is aangebracht. Onderin de opvangbak 6 bevindt zich een buis 9t met daarin een aantal perforaties. Met behulp van deze buis 9 kan in de opvangbak 6 een bellenstroom worden opgewekt. Door de in de opvangbak 30 6 aanwezige bellenstroom blijken grote tarra delen zoals zeewier en zeesterren, direct na het storten van de mossel-vangst in de opvangbak 6, naar het wateroppervlak in de opvangbak 6 te bewegen. Zoals gezegd stroomt de opvangbak 6 over door het storten van de mosselvangst in de opvangbak 6. De grote tarra delen, die zich aan het wateroppervlak 35 bevinden, zullen daardoor met het overtollige water uit de opvangbak 6 stromen. Dat gebeurt via de overlooprand 10 of via de bovenzijde van de plaat 7· De tarra delen die over de plaat 7 bewegen, belanden onderin de opvangbak 6. Dat betekent dat direct bij het storten van de 1005078 6 mosselvangst in de opvangbek 6, de grote tarra delen van de mosselen worden gescheiden.
De relatief zware mosselen uit de mosselvangst en de zware tarra delen, zoals slib, zullen in de opvangbak 6 naar beneden zakken en op 5 de transportband 15 belanden. Met behulp van de transportband 15 worden de mosselen uit de opvangbak 6 bewogen. Aangezien de transportband 15 een open structuur heeft zullen de kleine, zware tarra delen, zoals slib, niet uit de opvangbak worden bewogen, maar door de transportband 15 zakken en onderin de opvangbak 6 belanden. De 10 buis 9 met daarin perforaties om een bellenstroom op te wekken is, zoals te zien is in figuur 1, geplaatst tussen het opgaande en het neerwaartse gedeelte van de transportband 15· De bellenstroom passeert daardoor het opgaande gedeelte van de transportband. Op deze manier worden van de transportband 15 kleine verontreinigingen, zoals slib-15 deeltjes, tijdens de bedrijfsvoering verwijderd.
Aan de onderzijde van de opvangbak 6 bevindt zich na verloop van tijd een zekere hoeveelheid tarra 11. Deze tarra 11 bestaat uit over de rand van plaat 7 gespoelde grote tarra delen en door de transportband 15 gespoelde kleine tarra delen. Om te voorkomen dat de tarra 11 20 onderin de opvangbak 6 op de transportband 15 belandt, is de plaat 7 aan de onderzijde voorzien van een rubberen flap 8. De tarra 11 onderin de opvangbak 6 kan met behulp van regelaar 12 voor de uitstroom van water en tarra uit de opvangbak 6 worden verwijderd. Via de regelaar 12 voor water en tarra kan de tarra overboord gezet worden 25 of naar een laadruimte 13 worden bewogen. Dat laatste heeft als voordeel dat wanneer zich in de tarra veel kleine mosselen bevinden, de tarra 11 inclusief de kleine mosselen naar de laadruimte 13 kunnen worden getransporteerd. Mosselen met een buitendiameter kleiner dan ongeveer 12 mm kunnen dienst doen als mosselzaad en gaan op deze 30 manier niet verloren. De in het ruim gebrachte tarra 11 met daarin het mosselzaad kan dan later via de klep 14 op de mosselpercelen worden uitgezaaid.
De regelaar 12 voor de afvoer van tarra en water heeft naast het af voeren van de tarra 11 nog een tweede belangrijke functie. Door het 35 toerental van de regelaar 12 te variëren kan de uitstroomsnelheid van tarra 11 en water aan de onderzijde van de opvangbak 6 worden geregeld. Door de regelaar 12 harder te laten draaien zal meer water de opvangbak 6 aan de onderzijde verlaten en zal er minder water over 1005078 7 de overloopranden 10 de opvangbak 6 verlaten. Wanneer te weinig water over de overloopranden 10 spoelt, is de kans groot dat grote tarra delen in de opvangbak achter blijven. Wanneer teveel water met grote snelheid over de overloopranden 10 spoelt is de kans aanwezig, dat met 5 het water ook mosselen uit de opvangbak 6 over verdwijnen. Daarom is een goede regeling van waterafvoer aan de onderzijde van de opvangbak 6 belangrijk.
De mosselen worden met behulp van een transportband 15 uit de opvangbak 6 naar de verdeler 16 getransporteerd. Met behulp van deze 10 verdeler 16 kunnen de mosselen over het ruim van het schip worden verdeeld. De verdeler 16 is voorzien van een verzamelbak 17 met daaraan een horizontaal geplaatste transportband 18. De verzamelbak 17 en de daaraan bevestigde transportband 18 zijn via de as 19 draaibaar.
In figuur 2 is een bovenaanzicht te zien van de installatie 15 volgens figuur 1. In figuur 2 is te zien dat met behulp van de verdelers 16 de ruimen gelijkmatig zijn te vullen.
Figuur 3 is een gedetailleerde schets van een mogelijke uitvoeringsvorm van de mossel-sorteerinrichting 20 volgens de onderhavige uitvinding. De mossel-sorteerinrichting 20 omvat een 20 rechthoekige opvangbak 6 die tot de rand toe gevuld is met water. In de opvangbak 6 volgens figuur 3 ontbreekt de in figuur 1 weergegeven plaat 7· De in figuur 3 getekende opvangbak 6 kan overlopen via drie in de zijwanden aangebrachte overloopranden 10. Bovendien is boven de transportband 15 nog een overloopgoot 31 in de opvangbak 6 25 aangebracht. Wanneer nu met behulp van de transportband 4 mosselvangst wordt aangevoerd naar de opvangbak 6, zal de opvangbak 6 via de overloopranden 10 en de overloopgoot 31 overlopen. Onder de overloopranden 10 en in het verlengde van de overloopgoot 31 zijn goten 32 bevestigd. Via de goten 32 wordt het overstromende water met 30 daarin de grote tarra delen, zoals sterren en zeewier, afgevoerd.
In figuur 4 is de transportband getekend volgens de onderhavige uitvinding. De transportband bestaat uit loodrecht op de bewegingsrichting van de transportband geplaatste spijlen 40 met daartussen in de lengterichting van de transportband geplaatste 35 dwarsspijlen 4l. De onderlinge afstand tussen de spijlen 40 bedraagt ongeveer 50 mm. De ruimte tussen de dwarsspijlen 4l is afgestemd op de gewenste sorteermaat van de mosselen. Dat betekent dat wanneer gevist wordt op mosselzaad, met relatief kleine afmetingen, de tussenruimte 1005078 8 relatief klein gehouden kan worden, om te voorkomen dat het mosselzaad tussen de dwarsspijlen 41 heen kan vallen. De tussenruimte kan dan bijvoorbeeld tussen de 5 en 12 mm gekozen worden. Wanneer gevist wordt op volwassen mosselen kan de ruimte tussen de dwarsspijlen 4l relatief 5 groot gekozen worden, om juist te bewerkstelligen dat het voor consumptie te kleine mosselzaad tussen de dwarsspijlen 4l heenvalt. In dat geval kan de tussenruimte bijvoorbeeld tussen de 10 en de 18 mm gekozen worden. Een voordelige ruimte tussen de dwarsspijlen 4l is 12 mm, omdat kleine mosselen, met een buitendiameter kleiner dan 12 mm, 10 gelden als mosselzaad.
Aangezien tussen de spijlen 40 dwarsspijlen 4l zijn geplaatst is het niet mogelijk dat de spijlen 40 in de buurt van het geleidingswiel 43 uit elkaar worden getrokken. Daardoor is het ook niet mogelijk dat mosselen in de buurt van het geleidingswiel 43 tussen de uit elkaar 15 getrokken spijlen bekneld raken en door de spijlen 40 vermorzeld worden. Dat betekent een belangrijke verbetering ten opzichte van transportbanden volgens de stand van de techniek waarin wel mosselen vermorzeld kunnen worden.
De transportband is bovendien voorzien van meenemers 42 die dwars op 20 de lengterichting van de transportband zijn. De onderlinge afstand tussen de meenemers bedraagt ongeveer 300 mm. De transportband zelf heeft een breedte van ongeveer 800 mm.
10 0 5 0 7 8

Claims (10)

1. Inrichting voor het scheiden van een mosselvangst in mosselen en tarra (slib, schelpen, zeesterren en dergelijke) omvattende: 5 een opvangbak, middelen voor het toevoeren van een vangst naar de opvangbak, middelen voor het aan de bovenzijde van een bak afvoeren van de mosselen uit de opvangbak, middelen voor het afvoeren van het relatief zware gedeelte van de 10 tarra aan de onderzijde van de opvangbak, met het kenmerk, dat de opvangbak omvat een overloop, middelen voor het toevoeren van water in de opvangbak, en middelen voor het opwekken van een opwaartse bellenstroom, waarbij met 15 behulp van de in de bak opgewekte water- en bellenstroom relatief grote en lichte delen van de tarra naar de bovenzijde van de bak worden bewogen en over de overloop uit de opvangbak worden afgevoerd.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de opvangbak 20 aan tenminste de halve omtrek een overlooprand omvat.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de opvangbak in hoofdzaak rechthoekig is en aan ten minste twee zijden een overlooprand omvat. 25
4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3. met het kenmerk, dat de overloopranden openingen omvatten, aangebracht in de wand van de opvangbak.
5. Inrichting volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat onder de overloopranden een goot is geplaatst.
6. Inrichting volgens conclusie 1, 2, 3. 4 of 5. met het kenmerk, dat de opvangbak aan de onderzijde middelen omvat om neergeslagen tarra en 35 water te kunnen afvoeren.
7. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de middelen om de mosselvangst naar de opvangbak aan te 1005078 voeren een transportband omvatten, waarbij tussen loodrecht op de bewegingsrichting van de transportband geplaatste spijlen, dwarsspijlen zijn geplaatst parallel aan de bewegingsrichting van de transportband, met een onderlinge tussenruimte die is afgestemd op de 5 grootte van de mosselen.
8. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de middelen om de mosselvangst uit de opvangbak te kunnen afvoeren, een transportband omvatten, waarbij tussen loodrecht op de 10 bewegingsrichting van de transportband geplaatste spijlen, dwarsspijlen zijn geplaatst parallel aan de bewegingsrichting van de transportband, met een onderlinge tussenruimte die is afgestemd op de grootte van de mosselen. 15
9· Transportband volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat die tussenruimte tussen de dwarsspijlen 5~l8 mm bedraagt.
10. Inrichting volgens een van de bovenstaande conclusies, met het kenmerk, dat de middelen aan de onderzijde van de opvangbak om neerge-20 slagen tarra te kunnen afvoeren zijn aangesloten op een visruim. 1005078
NL1005078A 1997-01-23 1997-01-23 Mossel-sorteerinrichting. NL1005078C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1005078A NL1005078C2 (nl) 1997-01-23 1997-01-23 Mossel-sorteerinrichting.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1005078A NL1005078C2 (nl) 1997-01-23 1997-01-23 Mossel-sorteerinrichting.
NL1005078 1997-01-23

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1005078C2 true NL1005078C2 (nl) 1998-07-30

Family

ID=19764267

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1005078A NL1005078C2 (nl) 1997-01-23 1997-01-23 Mossel-sorteerinrichting.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1005078C2 (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2955788A1 (fr) * 2010-02-02 2011-08-05 Earl Yad Marine Procede de tri de coquillages bivalves
FR2966326A1 (fr) * 2010-10-26 2012-04-27 Cryolink Installation de traitement de produits alimentaires par un liquide
CN111990450A (zh) * 2020-08-21 2020-11-27 广西壮族自治区水产科学研究院 一种田螺分拣机

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2955788A1 (fr) * 2010-02-02 2011-08-05 Earl Yad Marine Procede de tri de coquillages bivalves
FR2966326A1 (fr) * 2010-10-26 2012-04-27 Cryolink Installation de traitement de produits alimentaires par un liquide
EP2446746A1 (fr) * 2010-10-26 2012-05-02 Cryolink Installation de traitement de produits alimentaires par un liquide
CN111990450A (zh) * 2020-08-21 2020-11-27 广西壮族自治区水产科学研究院 一种田螺分拣机

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5749318A (en) Self-cleaning litter box for animals
EP1643830B1 (en) Trawl apparatus
KR101836442B1 (ko) 패류 선별장치
US2383326A (en) Poultry battery system and cleaning apparatus therefor
EP0504250A1 (en) FILTER DEVICE.
NL1005078C2 (nl) Mossel-sorteerinrichting.
US4297973A (en) Process and apparatus for increasing the utilization of fish feed in fish farming ponds and the like
US3232425A (en) Separator-disposal apparatus
CA2456277C (en) Minnow bucket with automatic minnow dispenser
WO2018087403A1 (es) Separador densimétrico de residuos
US2240442A (en) Cleaning and separating device
US9861989B2 (en) Fluidized bed sluice
US5215197A (en) Seafood separator device
GB2095102A (en) Improved vegetable washing apparatus
AU8280391A (en) Harvesting apparatus
US5191981A (en) Specific gravity metal separator
US1521787A (en) Machine for separating and grading seeds and grains
BE1011108A6 (nl) Opvangbak voor een visvijver en visvijver voorzien van minstens een dergelijke opvangbak.
US3209393A (en) Device for deheading shrimp
KR101611551B1 (ko) 배추 시레기 선별장치
NL1016982C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het van rooiresten ontdoen van knol- of bolgewassen.
US5370236A (en) Separator device to separate dense particulate matter from less dense particulate matter
US6610243B1 (en) Installation for aqueous granulation
BE894737A (fr) Aanvoerinrichting voor een vangstsorteerder voor plat- en rondvis
US3625290A (en) Separating apparatus for mobile potato harvesting vehicle

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MK Patent expired because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20170122