NL1008693C2

NL1008693C2 - Hulpstuk voor het in een houder legen van een met viskeuze vloeistof gevulde zak.

Info

Publication number: NL1008693C2
Application number: NL1008693A
Authority: NL
Inventors: Albert Dekker
Original assignee: Vinmar Giessenburg B V
Priority date: 1998-03-25
Filing date: 1998-03-25
Publication date: 1999-09-28
Also published as: DE69908686D1; EP0945353A1; US6073806A; ATE242727T1; EP0945353B1; DE69908686T2

Description

- 1 -

Hulpstuk voor het in een houder legen van een met viskeuze vloeistof gevulde zak.

De uitvinding heeft betrekking op een hulpstuk voor het in een houder legen van een met viskeuze vloeistof gevulde zak.

10 Bij bedrijven, die grote hoeveelheden lijm gebruiken bestaat een groot afval probleem. De lijm, die bestaat uit een viskeuze vloeistof of pasta-achtige substantie, is namelijk verpakt in tonvormige kunststof houders. Teneinde het uitdrogen van de lijm te voorkomen is de lijm in elke houder bovendien nog verpakt in een dunne plastic zak. Voor het gebruik wordt de deksel van de houder verwijderd en de zak geopend. Vervolgens 15 wordt de lijm vanuit de plastic zak in de betreffende houder gestort. Hierbij wordt vaak gemorst, zodat de buitenkant van de houder en/of de bedieningspersoon wordt bevuild en lijm verloren gaat. Als de houder na gebruik van de lijm leeg is moet deze met de hierin aanwezige lijmresten worden afgevoerd als chemisch afval. De kosten voor het afvoeren en storten van chemisch afval zijn tegenwoordig aanzienlijk.

20 Het oogmerk van de onderhavige uitvinding is nu een hulpstuk te verschaffen, met behulp waarvan het in een houder legen van de dunne met viskeuze vloeistof of lijm gevulde plastic zak op een doelmatige manier en in hoofdzaak zonder morsen kan worden uitgevoerd.

Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding opgelost met behulp van het hulpstuk, 25 dat de in de conclusie 1 aangegeven kenmerken bevat.

De dunne plastic zak met de lijm wordt na te zijn opengemaakt met vloeistof en al omgekeerd in een houder gestort, die dient als werkhouder. Gewoonlijk zal als werkhouder een oorspronkelijke verpakkingshouder worden gebruikt. Vervolgens wordt het hulpstuk op deze werkhouder geplaatst. De naar boven gerichte bodem van de zak 30 wordt vervolgens beetgepakt en door de opening in het hulpstuk getrokken. Door de plastic zak enigszins zijwaarts door het tapse gedeelte van de opening te trekken wordt de zak samengedrukt en wordt de viskeuze vloeistof door het naar boven trekken van de zak 1 00 86 9 3 -2- uit deze zak in de werkhouder gedrukt. Op deze wijze houdt men alleen de uitgeknepen dunne plastic zak over als chemisch afval. Door de plastic zakken met viskeuze vloeistof steeds in dezelfde werkhouder te storten blijven de oorspronkelijke verpakkingshouders schoon achter en kunnen voor hergebruik worden teruggestuurd naar de lijmfabrikant.

5 Bij voorkeur is volgens de uitvinding de grondplaat van het hulpstuk uitgevoerd als deksel van de werkhouder.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening, waarin

Figuur 1 een houder met verwijderde deksel toont, waarin een plastic zak is 10 geplaatst, die is gevuld met een viskeuze vloeistof; ï Figuur 2 een deksel toont voor de houder uit figuur 1, welke deksel is uitgevoerd als hulpstuk volgens de uitvinding;

Figuur 3 een doorsnede toont van de deksel uit figuur 2 volgens de lijn III-III in figuur 2; Ξ 15 Figuur 4 een met figuur 2 overeenkomend aanzicht toont van een andere uitvoeringsvorm van het hulpstuk volgens de uitvinding, en Figuur 5 een doorsnede toont volgens de lijn V-V in figuur 4.

In figuur 1 is een conventionele tonvormige houder 1 met verwijderde deksel weergegeven, in welke houder een plastic zak 2 is geplaatst, die is gevuld met een 20 viskeuze vloeistof, zoals lijm voor het vastlijmen van vloerbedekking. Dit is de tegenwoordig gebruikelijke wijze waarop dergelijke lijm wordt verpakt. De dunne plastic zak 2 heeft hierbij het doel om uitdroging van de lijm te voorkomen.

In het algemeen wordt bij het gebruik de plastic zak geopend en vervolgens in de als verpakking dienende houder 1 leeggestort. De lijm wordt verbruikt en de lege houder 25 met lijmresten alsmede de dunne plastic zak worden afgevoerd als chemisch afVal. Het gebruikt van op deze manier verpakte lijm heeft zodoende een aantal nadelen. Het leegstorten van de dunne plastic zak geeft aanleiding tot morsen, terwijl het vaak niet mogelijk is de dunne plastic zak goed te legen. Hierdoor ontstaat enerzijds lijmverlies, terwijl anderzijds de hoeveelheid chemisch afval toeneemt. De lege houders met 30 resterende lijmresten vormen eveneens een aanzienlijke hoeveelheid chemisch afval.

Daar de kosten voor het afvoeren van chemisch afval aanzienlijk zijn, wordt i - volgens de uitvinding een hulpstuk voorgesteld, waarmee het gebruik van op deze manier "3 1008693 - 3- verpakte viskeuze vloeistof doelmatiger is en de hoeveelheid chemisch afval aanzienlijk kan worden verminderd.

Dit hulpstuk is perspectivische weergegeven in figuur 2. Het hulpstuk bestaat uit een vlakke grondplaat 3, die in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is gevormd als een 5 op de houder 1 passende deksel met een naar beneden toe uitstekende omtreksrand 3’, die zoals gebruikelijk dient om de deksel stevig op de houder te bevestigen.

In de grondplaat is een opening 4 aangebracht, die een radiaal uitstekend, taps toelopend gedeelte 5 heeft. De naar elkaar toelopende zijranden 6, 7 van dit tapse gedeelte lopen naar elkaar toe in een punt 8, dat een geschikte afronding heeft. Een opstaande wand 10 9 is aangebracht langs de zijranden 6 en 7 van het tapse gedeelte, welke wand via de afgeronde punt 8 doorloopt van de ene zijrand naar de andere Deze wand 9 begrenst zodoende het tapse gedeelte 5 van de opening, en is over de gehele lengte van de opening af omgebogen. Bij voorkeur is de wand 9 over 90° omgebogen, zodat deze wand een in hoofdzaak evenwijdig aan de grondplaat en op een afstand hiervan gelegen vlak 10 15 bepaalt.

Aan de onderkant van de grondplaat is een wand 11 aangebracht, die looprecht op de grondplaat staat, welke wand op enige afstand is gelegen vanaf de punt 8 van het tapse gedeelte en in hoofdzaak loodrecht is gericht op de bissectrice van de door de zijranden 6, 7 van het tapse gedeelte ingesloten hoek.

20 De werking van het hulpstuk volgens de uitvinding is als volgt. De lijm wordt aangevoerd in de in figuur 1 weergegeven verpakking. De dunne plastic zak 2 wordt geopend en de geopende dunne zak wordt omgekeerd in een houder gestort, die identiek is aan de houder 1, en fungeert als werkhouder. De dunne plastic zak ligt nu dus met de bodem hiervan naar boven gericht in de werkhouder. Vervolgens wordt het hulpstuk op de 25 houder aangebracht. De bodem van de dunne plastic zak wordt op één plaats beetgepakt en over enige afstand door de opening omhoog getrokken. Het door de opening stekende gedeelte van de plastic zak wordt nu zijwaarts zo ver mogelijk in het tapse gedeelte geleid, zodat de dunne zak in dit gedeelte wordt samengedrukt. Door de dunne zak nu verder omhoog te trekken wordt de zak leeggedrukt in de werkhouder. Eventueel kan men de zak 30 met behulp van een (in figuur 3 met streeplijnen weergegeven) spatel 12 of dergelijke, die op het bovenvlak 10 van de wand 9 rust verder volgens de pijl in de punt 8 van het tapse gedeelte 5 drukken, teneinde een nog betere samendrukking en dientengevolge betere 1008693 - 4- leging van de zak te verkrijgen. De wand 11 heeft hierbij tot doel te voorkomen dat de uit de zak gedrukte viskeuze vloeistof tegen de zijwand van de houder aankomt.

De omgezette wand 9, die het tapse gedeelte van de opening begrenst, heeft het voordeel dat de dunne plastic zak gemakkelijk met minimale wrijving omhoog kan 5 worden getrokken en de kans op het scheuren van de zak minimaal is.

Een bijzonder grote afname van het chemisch afval kan bijvoorbeeld worden verkregen door één, oorspronkelijk als verpakkingshouder dienst doende, houder te gebruiken als werkhouder. Dat wil zeggen dat men de dunne plastic zak steeds in dezelfde als werkhouder dienende houder stort, en vervolgens met behulp van het hulpstuk leegt. 10 De verpakkingshouders blijven zodoende schoon en kunnen voor hergebruik terug naar de lijmfabrikant worden gestuurd.

In de figuren 4 en 5 is een andere uitvoeringsvorm van het hulpstuk weergegeven, waarbij voor dezelfde of overeenkomstige onderdelen dezelfde verwijzingscijfers zijn gebruikt. In deze uitvoeringsvorm is de opstaande wand 9 tezamen met de naar beneden 1 15 toe lopende wand 11 uitgevoerd als een afzonderlijk uit één geheel bestaand inzetstuk, dat in het tapse gedeelte 5 van de opening 4 is geklemd.

Zoals duidelijk zichtbaar in deze figuren loopt de wand 9 door in een vlak gedeelte 13, dat aanligt tegen de onderkant van de deksel 3. Het vlakke gedeelte 13 zet zich vervolgens voort in de loodrecht hierop staande wand 11. Bij de overgang van de opening 20 4 in het tapse gedeelte 5 zijn naar binnen uitstekende nokken 14 aangebracht, die het inzetstuk in gemonteerde toestand opsluiten. Het inzetstuk kan gemakkelijk worden aangebracht en verwijderd door de tegenover elkaar liggende uiteinden van de wand 9 enigszins naar elkaar te drukken, zodat deze wand langs de nokken 14 kan schuiven.

Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot de hier weergegeven en 25 beschreven uitvoeringsvorm, maar dat binnen het kader van de bijgaande conclusies een groot aantal wijzigingen en varianten mogelijk zijn. Zo kan de grondplaat elke geschikte vorm hebben en op elke geschikte wijze op de werkhouder worden vastgezet. De vorm en de mate van tapsheid van de opening kan eveneens variëren naar gelang de viscositeit van de betreffende vloeistof. Tenslotte kan de tussenwand 11 ook een enigszins gebogen vorm 30 hebben.

] 1008693

Claims

1. Hulpstuk voor het in een houder legen van een dunne plastic zak met een viskeuze vloeistof, gekenmerkt door een op de houder te plaatsen grondplaat (3), waarin een opening (4) is aangebracht, die een taps in een punt (8) toelopend gedeelte (5) heeft, waarbij de naar elkaar toelopende zijranden (6, 7) van het tapse gedeelte in 10 de punt via een geschikte afronding met elkaar zijn verbonden, waarbij langs de genoemde zijranden (6, 7) en de punt (8) van het tapse gedeelte een de opening begrenzende doorlopende opstaande wand (9) is aangebracht, die van de opening af is omgebogen.

2. Hulpstuk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat aan de onderzijde van de grondplaat een in hoofdzaak loodrecht op de grondplaat staande wand (11) is aangebracht, die is gelegen op enige afstand van het punt (8) waar de zijranden van het tapse gedeelte op elkaar aansluiten en in hoofdzaak loodrecht staat op de bissectrice van de door de genoemde zijranden ingesloten hoek. 20

3. Hulpstuk volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de grondplaat is voorzien van bevestigingsmiddelen (3’) voor het bevestigen hiervan op een werkhouder.

4. Hulpstuk volgens de voorafgaande conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de grondplaat is uitgevoerd als een op de betreffende werkhouder passende deksel.

5. Hulpstuk volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de wand (11) is overeenkomstig de omtreksrand van de deksel is gebogen. 30 1 0086 93 - 6-

6. Hulpstuk volgens de voorafgaande conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de wand (9) over een hoek van 90° van de opening af is omgebogen, zodat deze wand een evenwijdig en op een afstand van de grondplaat gelegen vlak (10) vormt. ; 5

7. Hulpstuk volgens een of meer van de voorafgaande conclusies 2-6, met het kenmerk, dat de wand (9) met de wand (11) is uitgevoerd als een afzonderlijk één geheel vormend inzetstuk (9,13, 11), dat in het tapse gedeelte van de opening kan . worden geklemd, waarbij nabij de overgang van de opening (4) naar het tapse i gedeelte (5) uitstekende nokken (14) zijn aangebracht voor het vasthouden van het 10 genoemde inzetstuk. Ί 1 008693