NL1008424C2 - Inrichting voor het testen van signalering van een schakelstelsel. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het testen van signa lering van een schakelstelsel.

De uitvinding heeft betrekking op een schakelstelsel en meer in het bijzonder op een signaleringstestin-richting voor het testen van een zend-/ontvangstsignale-ring van een netlijnregister, een abonneedienstsignaal-5 toon, een abonnee-DTMF ("Dual Tone MultiFrequency"; tweetonige multifrequentie) zend-/ontvangstsignalering, en een CCT ("Continuity Check Test"; continuïteitscon-troletest) zend-/ontvangstsignalering in een schakelstelsel .

10 Een algemene signaleringstestinrichting heeft een codec/filter, een SLIC ("Subscriber Line Interface Circuit"; abonneelijnkoppelketen), een kanaalkiezer en een hoofdwegkoppeling, en meet door middel van een signaal-spectrumanalysator alleen de frequentie, het niveau en 15 de cadens van een over een hoofdweg ontvangen PCM (puls-codemodulatie) signaal.

Het codec/filter bestaat uit een codec voor het omzetten van het PCM signaal in een analoog signaal en een filter voor vormgeving van het stapvormige analoge 20 signaal. De SLIC levert het door het codec/filter opgewekte analoge signaal aan zijn a- en b-aansluitingen ("tip and ring terminals") om het geleverde signaal via een telefoontoestel te testen. De kanaalkiezer wordt gebruikt voor het kiezen van een met de PCM hoofdweg 25 verbonden kanaal. De hoofdwegkoppeling ontvangt het over de hoofdweg ontvangen PCM signaal.

Een dergelijke signaleringstestinrichting is echter tijdens een test eenvoudig met de hoofdweg verbonden en meet de frequentie, het niveau en de cadens van het PCM 30 signaal door het kiezen van het signaal door alleen een schakelaar om te zetten zonder sturing van een processor. Daardoor kunnen een netlijnregistersignalerings-zend-/ontvangstfunctie, een DTMF zend-/ontvangstfunctie en een CCT signaleringszend-/ontvangstfunctie verzorgd 35 worden. Daardoor, omdat voor elke signaleringstestonder- 1008424 2 werp een apparaat in bedrijf genomen zou moeten worden, is het moeilijk de dure apparatuur voor de test te verkrijgen.

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van 5 een inrichting voor het verschaffen van een netlijnre-gistersignaleringszend-/ontvangstfunctie, een DTMF

zend-/ontvangstfunctie en een CCT signaleringszend-/ont-vangstfunctie met gebruik van een één-chip microprocessor en een digitale signaalprocessor.

10 Volgens een aspect van de uitvinding wordt een inrichting verschaft voor het testen van signaleringen van een schakelstelsel, omvattende een computerkoppeling voor communicatie met een computer, een pulscodemodula-tor- (PCM) koppeling voor communicatie met het schakel-15 stelsel, een microprocessor voor het ontvangen van een door de computer via de computerkoppeling verzonden testcommando en voor het opwekken van een stuursignaal voor het uitvoeren van een daarmee overeenstemmende testmodus, een slechts leesbaar testsignaalopslaggeheu-20 gen voor het onder besturing van de microprocessor met een voorafbepaalde frequentie via de PCM koppeling aan het schakelstelsel leveren van een aantal testsignalen; en een digitale signaalprocessor voor het onder besturing van de microprocessor analyseren van het door het 25 schakelstelsel teruggevoerde en via de PCM koppeling ontvangen testsignaal.

De hierboven genoemde en andere doelstellingen, eigenschappen en voordelen van de uitvinding zullen duidelijker worden uit de navolgende gedetailleerde 30 toelichting van de uitvinding in combinatie met de bij -gevoegde tekeningen, waarin: fig. 1 een blokschema toont van een testinrichting volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding fig. 2A en 2B stroomdiagrammen tonen voor het tes-35 ten van een schakelstelsel door middel van een microprocessor volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding ; en fig. 3 een stroomdiagram toont voor het testen van signaleringen van een schakelstelsel door middel van een 1008424 3 digitale signaalprocessor volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding.

Hierna zal met verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding 5 toegelicht worden. In de navolgende beschrijving zijn goed bekende functies of constructies voor de duidelijkheid niet in detail beschreven.

Volgens fig. 1 omvat een signaleringstestinrichting volgens de uitvinding een codec/filter, een SLIC 170, 10 een kanaalkiezer 200, een PCM hoofdwegkoppeling 180, net als de algemene signaaltestinrichting. De signalerings-testinrichting volgens de uitvinding heeft tevens een één-chip microprocessor 100, bijvoorbeeld "I8752BH" van Intel Cp., een DSP (digitale signaalprocessor) 140, 15 bijvoorbeeld een SSP1600, een RS232C computerkoppeling 110, een willekeurig lees-/schrijfketen 160, een terug-zetketen 120, een testverzoekconnector 190, een ROM (slechts leesbaar geheugen) 130, een PCM dataopslag-ROM 210, en een SRAM (statisch willekeurig toegankelijk 20 geheugen) 150.

De één-chip microprocessor 100 is via de RS232C koppeling met een computereindeenheid gekoppeld met gebruik van datazend- en dataontvangstpoorten en kan het gebruik van een interne temporisatiefunctie gemakkelijk 25 in frequentie sturen. De microprocessor 100 communiceert met de DSP 140 voor het leveren van signaleringsdata, zoals frequentieniveaudata en tussenpoosdata. De DSP 140 heeft een 24-bits ALU (rekenkundige logische eenheid) en kan met hoge snelheid vermenigvuldigen en delen. Een 30 numerieke berekening door de DSP 140 is tientallen keren sneller dan door een algemene processor. Hierdoor heeft de DSP 140 een instructie-executietijd van 50 ns en kan het frequentieopwekking, frequentieoptelling en niveau-verwerking uitvoeren. Verder kan de DSP 140 een gewenste 35 frequentie en een gewenst niveau opwekken, waardoor het geschikt in een signaleringstest gebruikt kan worden. De DSP signaalprocessor 140 zet de R2MFC, DTMF en CCT in een DSP modus om door gebruik van een ontvangstfrequen-tiedetectiealgoritme en detectie van elk signaal. De 1008424 4 computerkoppeling 110 gebruikt een MAX 23 2 chip voor communicatie met de computereindeenheid en de microprocessor 100 voor het daarbij verzenden en ontvangen van diverse commando's en data. De decoder- en willekeurige 5 lees -/schrij f keten 160 stuurt een modus van de DSP 14 0 door gebruik van stuursignalen vanuit de microprocessor 100 en de DSP 140, en implementeert een ROM leesbestu-ringsfunctie, een RAM lees-/schrijfbesturingsfunctie, etc. De hoge-snelheids-ROM 130 gebruikt een vast pro-10 gramma in een DSP assembleertaal die zend- en ontvangst-frequenties van de R2MFC, DTMF en CCT kan opwekken. Omdat de DSP 14 0 het signaal met hoge snelheid verwerkt heeft het een leescyclustijd van 3 5 ns of meer. Voor behoud van de samenwerkbaarheid met een ander stelsel 15 heeft de PCM dataopslag-ROM 210 een capaciteit van 128 Kbytes voor gebruik van A-regel en Mu-regel 8-bits PCM data in een eenheid van 32 Kbytes. De in de PCM dataopslag-ROM 210 opgeslagen PCM data van 400 bytes bestaat uit 15 soorten ANI (automatische nummeridentifi-20 catie) multifrequenties, 4 soorten enkele frequenties, 16 soorten DTMF cijfers, 2 soorten CCT cijfers, testda-ta, en nuldata.

Wanneer via de computerkoppeling 110 een testcom-mando van een voorafbepaald item geleverd wordt voor 25 communicatie tussen de computereindeenheid en de microprocessor 100, ontvangt de microprocessor het testcom-mando en zendt een corresponderend stuursignaal aan een interne eenheid. In dit geval levert de microprocessor 100 een interruptie aan de DSP processor 140 en levert 3 0 een adres van een testsignaal van een corresponderend item via de willekeurige lees-/schrijfketen 160 en de SRAM 150 aan de PCM data-ROM 210 waarin een aantal test-signalen opgeslagen is. De PCM dataopslag-ROM 210 ontvangt het adres en levert het testsignaal van het cor-3 5 responderende item aan een schakelstelsel van een opgeroepen partij via de PCM koppeling 180. Het testsignaal van het vanuit het schakelstelsel van de opgeroepen partij teruggevoerde corresponderende item wordt via de PCM koppeling 180 naar de DSP 14 0 gezonden. De DSP 14 0 1008 424 5 werkt met een in de ROM 130 opgeslagen programma en levert een testsignaalresultaat van het corresponderende item via de microprocessor 100 en de computerkoppeling 110 aan de computereindeenheid.

5 Fig. 2A en 2B tonen stroomdiagrammen van door de microprocessor 100 uitgevoerde signaleringstesten van het schakelstelsel.

In de stappen 230 en 232 bepaalt de microprocessor 100 of er door het geheugen onder een geheugentestmodus 10 een fout opgetreden is. Wanneer dat het geval is wordt in stap 234 een foutbericht opgewekt. Wanneer er geen fout is wordt het geheugen in stap 236 gewist. In de stappen 238 en 240 bepaalt de microprocessor 100 of door de DSP 140 onder een DSP testmodus een fout opgewekt is. 15 Wanneer dat het geval is wordt in stap 242 een foutbericht opgewekt. Wanneer er geen fout is wordt de DSP 140 in stap 244 in een gereedheidstoestand geplaatst. In stap 246 wordt, wanneer een commando van een voorafbepaald item ontvangen wordt, een onderbreker voor het 20 opwekken van de interruptie vrijgegeven. In de stappen 248 en 250 controleert de microprocessor 100 of de interruptie in een gereedheidstoestand opgewekt is. Wanneer de interruptie opgewekt wordt ontvangt de microprocessor 100 het testcommando van het door de computer-25 eindeenheid verzonden voorafbepaalde item en kiest in stap 251 een dienstmodus. De dienstmodus wordt geklassi-ficeerd in een R2 signaaltestdienstmodus, een DTMF sig-naaltestdienstmodus, een CCT signaaltestdienstmodus en een geen-dienstmodus. Wanneer de werking van de betref-30 fende dienst beëindigd is wordt stap 246, waarin de onderbreker vrijgegeven wordt, uitgevoerd. Omdat hiervoor de werking van elke testdienstmodus toegelicht is zal daarvan geen verdere toelichting gegeven worden.

Fig. 3 toont een stroomdiagram voor het door middel 3 5 van de DSP 14 0 testen van signalen van het schakelstelsel. In stap 3 02 initialiseert de DSP 140 een intern programma op basis van een systeeminitialisatiecommando vanaf de microprocessor 100. In stap 3 04 geeft de DSP 140 een DSP werkmodus aan, dat wil zeggen een signale- 1008424 6 ringstestmodus. In stap 306 geeft de DSP 140 de onderbreker vrij voor het opwekken van de interruptie wanneer het testcommando door de microprocessor 100 opgewekt wordt. In de stappen 308 en 310 controleert de DSP 140 5 of de interruptie in de gereedheidstoestand opgewekt is. Wanneer de interruptie opgewekt is ontvangt de DSP 140 het door de microprocessor 100 verzonden testcommando en leest de DSP werkingsmodus in stap 312. Wanneer de werking van een corresponderende dienstmodus beëindigd is 10 wordt stap 306, waarin de onderbreker vrijgegeven wordt, uitgevoerd. De dienstmodus wordt geklassificeerd in de R2 signaaltestdienstmodus, de DTMF signaaltestdienstmo-dus, de CCT signaaltestdienstmodus en de geen-diensmo-dus.

15 Zoals hiervoor toegelicht wordt een netlijnregister- signaleringszend-/ontvangstfunctie, een DTMF

zend-/ontvangstfunctie en een CCT signaleringszend-/ont-vangstfunctie verschaft voor het gebruik van de één-chip microprocessor en de DSP. Daardoor zijn geen dure test-20 inrichtingen nodig en kunnen de kosten beperkt worden. Zelfs wanneer een nieuw testitem toegevoegd wordt kan dit eenvoudig opgelost worden door wijziging van een programma.

1008424

Claims (2)

1. Inrichting voor het testen van signaleringen van een schakelstelsel, omvattende: een computerkoppeling voor communicatie met een computer; 5 een pulscodemodulator- (PCM) koppeling voor commu nicatie met het schakelstelsel; een microprocessor voor het ontvangen van een door de computer via de computerkoppeling verzonden testcom-mando en voor het opwekken van een stuursignaal voor het 10 uitvoeren van een daarmee overeenstemmende testmodus; een slechts leesbaar testsignaalopslaggeheugen voor het onder besturing van de microprocessor met een voorafbepaalde frequentie via de PCM koppeling aan het schakelstelsel leveren van een aantal testsignalen; en 15 een digitale signaalprocessor voor het onder bestu ring van de microprocessor analyseren van het door het schakelstelsel teruggevoerde en via de PCM koppeling ontvangen testsignaal.

2. Inrichting volgens conclusie 1, verder omvatten-20 de een lees-/schrijfketen voor het onder besturing van de microprocessor opwekken van een corresponderend sys-teemkloksignaal. 1008424