NL1008200C2 - Inrichting voor stroomopwekking. - Google Patents

Description

INRICHTING VOOR STROOMOPWEKKING

De onderhavige uitvinding betreft een inrichting voor het opwekken van elektrische stroom. In het bijzonder betreft het een dergelijke inrichting, die in bedrijf wordt genomen, wanneer in het lichtnet storingen 5 zijn opgetreden, of wanneer op andere wijze gebruikelijke stroomvoorzieningen falen of ontbreken.

In de techniek is het bekend hiertoe gebruik te maken van een aggregaat. Een dergelijke aggregaat omvat over het algemeen een aandrijving, zoals een verbran-10 dingsmotor, die met een generator is verbonden, waarbij de generator in samenhang met de in werking gestelde aandrijving in bedrijf van het aggregaat stroom opwekt.

De bekende techniek heeft als nadeel, dat aggregaten relatief kostbaar en onbetrouwbaar zijn, in 15 het bijzonder als gevolg van het zeer incidentele gebruik hiervan, in samenhang met het gevaar, dat onderhoud hieraan niet tijdig plaatsvindt, hetgeen in het bijzonder noodzakelijk is voor het functioneren van verbrandingsmotoren. Ook is het mogelijk dat wanneer als aandrijving 20 gebruik wordt gemaakt van een verbrandingsmotor de tank droog is komen te staan, eventueel een gevolg van verdamping, of dat de leidingen verstopt zijn geraakt, water in de tank of in de carburateur van de verbrandingsmotor terecht is gekomen, of dat bepaalde onderdelen zijn 25 vastgeroest. In het bijzonder voor particulieren is het noodzakelijk onderhoud en regelmatige controle van een dergelijke aggregaat omslachtig en tijdrovend, zodat deze handelingen vaak niet of niet tijdig worden uitgevoerd. Als gevolg hiervan blijken de bekende aggregaten veelal 30 onbetrouwbaar, en wel pas op het moment dat hiervan gebruik gemaakt moet gaan worden, te weten wanneer de meest gangbare vormen van energievoorziening, zoals het lichtnet, falen.

1008200 2

Met de onderhavige uitvinding is beoogd bovengenoemde nadelen te verhelpen. Hiertoe is een inrichting verschaft, die zich onderscheidt door een overbrenging zonder aandrijving, en een met de overbrenging gekoppelde 5 generator, waarbij de overbrenging met behulp van een afzonderlijke machine met een aandrijving extern aan te drijven is.

Aldus is het mogelijk de onzekere factor van de onbetrouwbare verbrandingsmotor in het aggregaat uit te 10 sluiten en gebruik te maken van een machine, die geregeld in gebruik is en met zekerheid regelmatig onderhouden wordt, zoals een motorfiets, een auto, vrachtwagen, tractor of een ander voertuig in het algemeen.

Bij voorkeur is hierbij de overbrenging in 15 overeenstemming met een in gebruik aangedreven onderdeel van het voertuig is vormgegeven. Op deze wijze is het mogelijk een betrouwbare en goed onderhouden voertuig te gebruiken, waarbij de overbrenging hierop is afgestemd. Bijvoorbeeld ondersteunt de overbrenging in gebruik van 20 de inrichting een aangedreven wiel van een auto, waarbij de overbrenging op de vorm en afmetingen van het wiel is afgestemd.

Bij voorkeur wordt hierbij gebruik gemaakt van ten minste één steunrol, welke is aangepast aan de afme-25 tingen van de band van het aangedreven wiel. Als alternatief of als aanvulling is het mogelijk, dat de overbrenging wordt gekoppeld met de vrije aandrijfas van een tractor, het hydraulische systeem, dat in een vrachtwagen of een tractor aangebracht kan zijn, etc.

30 In de uitvoeringsvorm van de inrichting met ten minste één steunrol is deze bij voorkeur via een blokkering met het gestel verbonden, welke blokkering rotatie van de steunrol in één richting blokkeert. Het kan hier een aanvullende steunrol betreffen, waarmee met de blok-35 kering is verzekerd, dat het voertuig, waarvan een aangedreven wiel op de overbrenging rust, hier ook weer vanaf kan rijden door het aangedreven wiel in de aan die voor het opwekken van energie tegengestelde richting aan te 1008200 3 drijven. De blokkering kan zijn vormgegeven in de vorm van een palwiel.

In een voorkeursuitvoeringsvorm onderscheidt de inrichting volgens de onderhavige uitvinding zich doordat 5 de overbrenging en de generator in een verplaatsbaar of draagbaar gestel zijn aangebracht. Doordat extern van een machine gebruik wordt gemaakt voor het aandrijven van de overbrenging kan de samenstelling van het gestel, de overbrenging en de generator relatief licht worden uitge-10 voerd hetgeen de verplaatsbaarheid of draagbaarheid hiervan ten goede komt. Deze lichte uitvoeringsvorm is op onverwacht gunstige wijze mogelijk, doordat de inrichting wordt aangedreven door slechts één aangedreven wiel van een (aandrijf)voertuig. Wanneer het aangedreven wiel de 15 inrichting in werking brengt dan blijft het andere wiel in rust door gebruik te maken van de uit de techniek bekende werking van het differentieel van het voertuig. Het in rust blijvende wiel op de ondergrond ondervindt namelijk aanzienlijk meer weerstand dan het aandrijfwiel 20 dat de inrichting in werking brengt. Als alternatief is het gestel niet draagbaar en is de inrichting vast opgesteld of is het gestel vast bevestigbaar op een vaste plaats aan de ondergrond. Dit is in het bijzonder van nut, wanneer van de inrichting volgens de onderhavige 25 uitvinding gebruik wordt gemaakt op een plaats, waar stroomuitval geregeld voorkomt en dan veel schade en hinder veroorzaakt.

In de uitvoeringsvorm van een verplaatsbaar of draagbaar gestel, waarbij de overbrenging geschikt is om 30 een aangedreven wiel van een voertuig te ondersteunen, vertoont de inrichting bij voorkeur de eigenschap, dat het gestel een oprijhelling omvat. Hiermee is het positioneren van het voertuig en de inrichting eenvoudig, hetgeen het gebruiksgemak ten goede komt.

35 De onderhavige uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de hierna volgende figuurbe-schrijving, welke is opgesteld in samenhang met de figuur, waarin een gedeeltelijk opengewerkt perspectivisch 1008200 4 aanzicht is getoond van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding.

In de figuur is de inrichting volgens de onderhavige uitvinding in het algemeen aangeduid met referen-5 tienummer 1.

De inrichting 1 omvat een kast 2 met een oprij -helling 3 en nabij de bovenzijde van de oprijhelling 3 een opening 4, waardoorheen een aangedreven wiel 5 van een auto 6 en de overbrenging 7 van de onderhavige in-10 richting 1 met elkaar in contact staan.

De overbrenging 7 bestaat uit twee steunrollen 8, 9, waarvan steunrol 8 door middel van een V-snaar 10 is gekoppeld met een generator 11. De beide steunrollen 8 en 9 zijn door middel van lagers 12 in de wanden van de 15 kast 2 gelagerd, zodat de steunrollen 8, 9 vrij om hun lengte-as kunnen roteren. Uitzondering hierop vormt de steunrol 9, die is voorzien van een palwiel 13, welke een blokkering vormt om tegen te gaan, dat de steunrol 9 vrij kan roteren, wanneer de auto 6 in achterwaartse richting 20 van de inrichting 1 af tracht te rijden.

In de hier getoonde uitvoeringsvorm van de inrichting 1 wordt elektrische energie opgewekt, wanneer het wiel 5 van de auto 6 roteert in een met voorwaartse beweging van de auto overeenkomende richting. Deze draai-25 richting is aangeduid met pijl A. Wanneer het aangedreven wiel 5 van de auto 6 in hieraan tegengestelde richting roteert grijpt het palwiel 13 aan. De auto 6 kan dan eenvoudig over de oprijhelling 3 van de inrichting 1 weg rijden.

30 In gebruik van de inrichting 1 levert de gene rator 11 elektrisch vermogen via contact 14 dat als gebruikelijk stopcontact kan zijn vormgegeven. Het stopcontact 14 is hier aan de onder de auto 6 gelegen zijde weergegeven. Het verdient de voorkeur, dat de auto 6 35 zodanig op de inrichting 1 wordt gereden dat het stopcontact 14 zich niet onder de auto 6 bevindt. Dit vanwege veiligheidsoverwegingen. De generator 11 is ingericht om “ i 1008200 5 een gebruikelijk spanningsniveau te genereren, bijv. 12 V, 24 V, 110 V, 220 V of 380 V.

Bij voorkeur wordt bij gebruik van de auto 6 en de inrichting 1 een mechanisme toegepast om de snelheid 5 van het wiel 5 te beheersen. Een voorbeeld is een in lengte instelbare stang met een gaspedaalkoppeling. Deze stang wordt dan in de cabine van de auto 6 geplaatst en drukt het gaspedaal zover in als nodig is voor een optimale werking van de inrichting 1. Deze stand van het 10 gaspedaal komt overeen met de ingestelde lengte van de stang.

Overigens zijn aan weerseinden van de steunrol-len 8, 9 geleidewielen 15 aangebracht, die in het bijzonder van nut zijn, wanneer alle aangedreven wielen op een 15 inrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding staan en kunnen zwerven over de steunrollen 8, 9. Zo wordt dan het zwerven beperkt.

Aan een vakman zullen zich na kennis te hebben genomen van de voorgaande beschrijving van de onderhavige 20 uitvinding verschillende alternatieve uitvoeringsvormen opdringen. Zo is het mogelijk in de plaats van de steunrollen gebruik te maken van een aantal wielen, eventueel op een spiebaan, waarbij de onderlinge afstanden tussen deze wielen, die een aangedreven wiel van het toe te pas-25 sen voertuig moeten kunnen dragen, in te stellen zijn. Hetzelfde geldt in een dergelijk geval voor de rotatie-assen (spie-assen) en de afstand hiertussen. Als alternatief voor de V-snaar kan bijvoorbeeld een ketting of ander mechanisme worden toegepast. Ook kan de hiervoor 30 beschreven inrichting mogelijk zonder kast worden ingebed in een wegdek met slechts een dekplaat en hierin een opening, zodat de opstelling permanent is, hetgeen in het bijzonder van nut kan zijn in gebieden waar geregeld de stroom uitvalt. Eventueel kan over een dergelijke opstel-35 ling een deksel worden aangebracht of een bedekking, waarmee de opening dan af te dekken is. Ook kunnen andere componenten dan een wiel van een personenwagen door de overbrenging worden aangegrepen. Zo kan bijvoorbeeld 1008200 6 gebruik worden gemaakt van een koppelas van een tractor of het hydraulische systeem van een vrachtwagen of een j tractor om de overbrenging aan te drijven, waarbij in hoofdzaak van belang is dat er gebruik wordt gemaakt van ' 5 een machine, die betrouwbaar is als gevolg van het regel matige gebruik en onderhoud, als aandrijving voor de inrichting. De inrichting volgens de onderhavige uitvinding is derhalve ook zeer eenvoudig compact en robuust, hetgeen inherente voordelen aan opslag, gebruikte con-1 10 structiematerialen etc. met zich meebrengt.

12 1008200

Claims (10)

1. Inrichting voor het opwekken van een elektrische energie, omvattende: een overbrenging zonder aandrijving; en een met de overbrenging gekoppelde generator, waarbij de overbrenging met behulp van een afzon- 5 derlijke machine met een aandrijving extern aan te drijven is.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de machine een voertuig is.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij 10 de overbrenging in overeenstemming met een in gebruik aangedreven onderdeel van het voertuig is vormgegeven.

4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de overbrenging ten minste één steunrol omvat, welke is aangepast aan de afmetingen van een band van een aange- 15 dreven wiel van het voertuig.

5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de steunrol via een blokkering met het gestel is verbonden, welke blokkering rotatie van de steunrol in één richting blokkeert.

6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij de blokkering een palwiel omvat.

7. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de overbrenging koppelbaar is met de vrije aandrijfas van een tractor.

8. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de overbrenging en de generator in een verplaatsbaar of draagbaar gestel zijn aangebracht.

9. Inrichting volgens conclusie 4 en 8, waarbij het gestel een oprij-helling omvat.

10. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de overbrenging en de generator zijn verbonden middels een V-snaar of een ketting. TOO8200